Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 2 en titel VII, hoofdstuk II, afdeling II
Het Gemeentedecreet van 15 juli 2005, artikel 42, §1, artikel 57, §2 en artikel 232.
De ontstaansgeschiedenis van de Gentse musea heeft ertoe geleid dat de verschillende musea een totaal eigen evolutie hebben gekend. Sommige musea zijn georganiseerd onder de vorm van een stadsdienst (met doorgaans een aan het museum verbonden vrienden-vereniging), andere musea zijn reeds verzelfstandigd (onder de vorm van een gemeentelijke vzw).
De Stad Gent beschikt over volgende musea:
De hierboven vernoemde gemeentelijke vzw’s dienen zich tegen uiterlijk 1 januari 2014 te conformeren aan de voorschriften van het Gemeentedecreet. Naar aanleiding van dit gegeven werd binnen de Stad Gent, samen met vertegenwoordigers van de musea, gezocht naar een nieuw organisatiemodel.
Met een nieuwe organisatiestructuur worden de volgende doelstellingen beoogd:
- uniformiteit betrachten en harmoniseren
- met behoud van de eigen identiteit en herkenbaarheid van elk museum
- efficiëntie creëren, o.a. door het bekomen van schaalvoordelen en synergiën
- behoud van democratische controle
Bij het onderzoek naar een nieuwe organisatiestructuur werd een aantal scenario’s (3) onder de loep genomen:
- de oprichting van één AGB voor alle musea
- de oprichting van één AGB met zes filialen (vzw’s)
- twee thematische AGB’s.
De voor- en nadelen van externe verzelfstandiging werden tegen elkaar afgewogen in een afwegingskader dat in bijlage werd gevoegd. Hierbij werden 6 aspecten onder de loep genomen (1° Personeel, 2° Operationele autonomie, 3° Financiële/budgettaire autonomie, 4° Democratische controle, 5° Participatie/oprichting rechtspersonen, 6° Fiscaliteit). In het afwegingskader wordt aangetoond dat het beheer van de musea binnen de rechtspersoonlijkheid van de Stad niet dezelfde voordelen kan bieden.
Voor 3 musea in het verleden reeds geopteerd werd voor verzelfstandiging onder de vorm van een (para-)gemeentelijke VZW. Het onderbrengen van de musea in AGB’s resulteert in enerzijds, een minder verregaande vorm van verzelfstandiging voor de bestaande (para-)gemeentelijke vzw’s en, anderzijds, een externe verzelfstandiging van de musea die thans onder vorm van een stadsdienst worden beheerd.
De organisatiestructuur die het best tegemoet komt aan zowel de gemeenschappelijke als de individuele doelstellingen van de musea is het scenario met twee thematische AGB’s, met name:
- een AGB Kunsten en Design
- een AGB Erfgoed.
In het AGB Kunsten en Design zullen de activiteiten van de volgende musea ondergebracht worden:
- het Design museum Gent
- het M.S.K. (Museum voor Schone Kunsten),
- vzw het S.M.A.K. (Stedelijk Museum voor Actuele Kunsten)
In het AGB Erfgoed zullen de activiteiten van de volgende musea ondergebracht worden:
- het Miat (Museum voor Industriële Archeologie en Textiel )
- het STAM (Stadsmuseum Gent, geëxploiteerd door vzw Gent Cultuurstad)
- vzw het Huis van Alijn
De oprichting van de AGB’s is voorzien met ingang van 1 juni 2013, onder voorbehoud van het verkrijgen tegen die datum van de vereiste goedkeuring van de toezichthoudende overheid.
Tegen die tijd zal een beheersovereenkomst voor beide AGB’s voorbereid worden, zoals voorzien in het Gemeentedecreet.
De musea die thans onder de vorm van een (para-)gemeentelijke vzw geëxploiteerd worden zullen ten laatste met ingang van 1 januari 2014 in vereffening gesteld worden. Derhalve zullen gedurende een overgangsperiode zowel de (para-)gemeentelijke vzw’s als de AGB’s naast elkaar opereren. Ten laatste vanaf 1 januari 2014 zal het effectieve beheer van de musea volledig gebeuren vanuit de AGB’s.
De statuten van beide AGB’s zijn op eenzelfde manier uitgebouwd.
Het doel van beide AGB’s is uiteraard verschillend.
- Het AGB Kunsten en Design heeft tot doel de musea te exploiteren volgens de internationale maatstaven vastgelegd door het International Council of Museums, hetgeen inhoudt dat elk van de musea wenst te excelleren in de basisfuncties van verzamelen, beheren, onderzoeken en ontsluiten.
- Het AGB Erfgoed is gericht op het uitbouwen van de samenwerking binnen de cultureel erfgoedgemeenschap, met oog op de publiekswerking, het onderzoek, het behoud en het beheer van het materiële en immateriële erfgoed, evenals het beheer van de collecties van elke van de 3 betrokken musea.
De zetel van de AGB’s is gevestigd op het stadhuis.
Voor beide AGB’s zal uit :
- een de raad van bestuur met 12 leden, die minstens 4x per jaar samenkomt; elke fractie dient vertegenwoordigd te zijn in de raad van bestuur (overeenkomstig artikel 236 van het Gemeentedecreet); ten hoogste 2/3 van de leden van de raad van bestuur is van hetzelfde geslacht; bij voorkeur worden personen benoemd die beschikken over relevante deskundigheid inzake doel en activiteiten van het AGB zoals vermeld in het doel van het AGB, of die deskundig zijn op het vlak van financieel of juridisch beheer.
De raad van bestuur kan bevoegdheden delegeren aan het directiecomité. Een aantal bevoegdheden kunnen niet gedelegeerd worden (zoals het vaststellen van tariefreglementen, het huishoudelijk reglement van de RvB, het statuut van het personeel en het budget/jaarrekening/ondernemingsplan/operationeel plan, evenals het beslissen over participaties en het afsluiten van de beheersovereenkomst met de stad).
- een directiecomité dat is samengesteld uit 4 algemene directeurs (één algemeen directeur per museum en één algemeen directeur die verantwoordelijk is voor het zakelijk beleid van de 3 musea). Het directiecomité wordt aangesteld door de raad van bestuur en de leden kunnen deelnemen aan de raad van bestuur als adviserend lid zonder stemrecht. Het directiecomité kan subdelegaties verlenen aan elk van de algemene directeurs.
De eventuele vergoedingen van de leden van de raad van bestuur en van de leden van het directiecomité worden vastgelegd door de raad van bestuur, conform de modaliteiten in de beheersovereenkomst en het besluit van de Vlaamse Regering houdende bezoldigingsregeling van de lokale en provinciale mandataris.
De rechtspositieregeling van het stadspersoneel is van toepassing op het personeel van het AGB. De raad van bestuur kan evenwel afwijkingen hierop voorzien voor zover het specifieke karakter van het AGB dat verantwoordt.
In de statuten worden basisprincipes van cultural governance opgenomen.
In afwachting van de inwerkingtreding van artikel 243bis van het Gemeentedecreet wordt een college van commissarissen samengesteld dat bestaat uit 3 leden, waarvan er ten minste één lid is van het Instituut voor Bedrijfsrevisoren.
De AGB’s hebben geen winstoogmerk.
De raad van bestuur zal beslissen over de bestemming van het resultaat, conform de modaliteiten die in de beheersovereenkomst zullen worden uitgewerkt.
De gemeenteraad kan te allen tijde beslissen over de ontbinding en vereffening van een AGB. In dat geval zullen de rechten en verplichtingen overgenomen door de stad Gent.
Keurt goed de oprichting van twee autonome gemeentebedrijven, namelijk het AGB Erfgoed en het AGB Kunsten en Design.
Keurt goed, de statuten van het AGB Erfgoed, zoals gevoegd in bijlage die integraal deel uitmaakt van deze beslissing.
Keurt goed, de statuten van het AGB Kunsten en Design, zoals gevoegd in bijlage die integraal deel uitmaakt van deze beslissing.
Keurt goed het afwegingskader voor de gewenste juridische structuur voor de Gentse Musea, zoals gevoegd in bijlage die integraal deel uitmaakt van deze beslissing.