Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 184
Wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel;
KB van 28 september 1984 tot uitvoering van de wet van 19 december 1974 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakbonden van haar personeel
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007 tot vaststelling van de regels inzake de aanwerving en terbeschikkingstelling van het kabinets- en fractiepersoneel in de gemeenten en provincies, artikel 2
Raadsbesluit van 23 april 2007 tot invoering van het Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel en latere wijzigingen
Besluit van de Vlaamse Regering van 12 januari 2007 tot vaststelling van de regels inzake de aanwerving en terbeschikkingstelling van het kabinets- en fractiepersoneel in de gemeenten en provincies, artikel 13
Het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de regels inzake de aanwerving en terbeschikkingstelling van het kabinets- en fractiepersoneel in de gemeenten en provincies voorziet dat elk lokaal bestuur kabinets- en fractiepersoneel kan aanstellen.
Na de invoering van het Decreet over het lokaal bestuur sedert 1 januari 2019 is de burgemeester niet langer automatisch voorzitter van de gemeenteraad. De voorzitter van de gemeenteraad wordt voortaan door de gemeenteraad zelf gekozen onder haar leden van Belgische nationaliteit. De voorzitter vormt een belangrijke schakel tussen het college/vast bureau en de raad.
De taken van de voorzitter van de gemeenteraad kunnen grosso modo als volgt worden omschreven (niet limitatief):
Gelet op de omvangrijke taken die de voorzitter en ondervoorzitter van de gemeenteraad op zich moeten nemen en de bijzondere rol die hij/zij vervullen als spil tussen college/vast bureau en de raad zelf, bestaat de behoefte om de voorzitter en ondervoorzitter in hun rol te ondersteunen door een medewerk(st)er die daarvoor op een onafhankelijke manier, over de diverse fracties heen, kan functioneren.
Voorgesteld wordt om naast het kabinets- en fractiepersoneel de rol van medewerk(st)er bij de (onder)voorzitter van de gemeenteraad te verankeren in het bestaande Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel. Hierdoor zou de onafhankelijke en aparte rol van de medewerk(st)er best tot uiting komen.
Omdat de medewerk(st)er bij de (onder)voorzitter van de gemeenteraad zijn/haar taken uitoefent buiten de bestaande fracties, worden de volgende afwijkende bepalingen voorzien die de neutraliteit en onafhankelijke rol van de medewerk(st)er tewerkgesteld bij de (onder)voorzitter van de gemeenteraad moeten versterken:
Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om enkele tekstuele aanpassingen aan het reglement aan te brengen en het reglement te actualiseren, rekening houdend met nieuwe begrippen. Zo wordt bijvoorbeeld het begrip "personeelsformatie", dat niet meer bestaat, vervangen door het het woord "personeelsbehoeftenplan", wordt een verwijzing naar een intussen aangepast artikel uit de RPR rechtgezet en wordt het woord "betrekking" vervangen door het woord "personeelsbehoefte". Door de nauwe en zelfs verweven samenwerking tussen de Stad en het OCMW, wordt ook niet langer gesproken over "stadsdiensten" en "stadspersoneel", maar over resp. "diensten" en "personeel tewerkgesteld in de administratie". De oude benaming van de Dienst Rekrutering en Selectie wordt vervangen door de huidige benaming (Dienst Selectie en Mobiele Ploeg).
Aan het college van burgemeester en schepenen wordt gevraagd het ontwerp van de wijzigingen aan het Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel ter onderhandeling voor te leggen aan de vakbonden.
Wijzigt het Reglement betreffende de tewerkstelling van het kabinets- en fractiepersoneel, zoals ingevoerd bij raadsbesluit van 23 april 2007 en latere aanpassingen met ingang van 1 juli 2020 als volgt:
4.299 euro |
voor de kabinetsmedewerk(st)ers, de fractiemedewerk(st)ers |
6.778 euro |
voor de kabinetssecretarissen, kabinetschefs, kabinetsattachés en fractiesecretarissen |
9.257 euro |
voor de kabinetschef algemeen beleid |
De toelage vervalt op het moment dat overeenkomstig Hoofdstuk V de tewerkstelling op een kabinet of een fractiesecretariaat eindigt. Na een periode van ononderbroken afwezigheid van 30 of meer kalenderdagen en behoudens de opname van vakantieverlof, verliezen de personeelsleden vanaf de 31ste dag het recht op de toelage.
§2. De contractuele en door het eigen bestuur via interne dienstaanwijzing tewerkgestelde statutaire personeelsleden ontvangen, bovenop hetgeen bepaald is in §1: