Tal van steden hielden recentelijk een grootschalige daklozentelling. Ook in Gent werd voor de eerste keer een dergelijke telling uitgevoerd. Het uiteindelijke doel is initieel het beheersen van de dak- en thuisloosheid en finaal het bedenken van structurele woonoplossingen. Het onderzoek werd geleid door de KULeuven en de Université de Liège in opdracht van de Koning Boudewijnstichting. Een 40-tal diensten en organisaties telden alle daklozen die op één moment in Gent verblijven. Daarbij werden niet enkel de zogenaamde ‘straatslapers’ geteld. Ook mensen die uit noodzaak in barakken, auto’s en garages slapen of bij familie of vrienden inwonen, werden opgenomen in de cijfers. De resultaten zijn ronduit onthutsend te noemen. Uit de cijfers blijkt immers dat Gent in totaal 1.873 dak- en thuislozen telt, waaronder 401 kinderen.
Mensen worden dakloos door velerlei redenen: financiële problemen met als gevolg een uithuiszetting, verslavingsproblematiek, gebrek aan geldige verblijfsdocumenten ... Het is dus ook belangrijk deze zaken bij de wortel aan te pakken. Zo niet zullen deze cijfers blijven stijgen.
In Gent bestaan er al heel wat initiatieven, maar toch is duidelijk dat er binnen het huidige bestel niet altijd oplossingen kunnen gevonden worden. De stad wil nu inzetten op oplossingen op maat omdat er blijkbaar toch nog heel wat mensen niet bereikt kunnen worden.
Hoe interpreteert het stadsbestuur de hoge cijfers van dak- en thuislozen?
Aan welke (creatieve) oplossingen wordt er gedacht om deze wijdverbreide problematiek aan te pakken?
Zal het stadsbestuur hiervoor beroep doen op o.a. de hogere overheden?
Zal het stadsbestuur met snelle oplossingen komen voor het hoge aantal kinderen die blijkbaar dak- of thuisloos zijn?
Wordt er ook nagedacht over manieren om dakloosheid te voorkomen?