Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 84, § 1.
Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 2.
Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau hebben sedert maart 2020 diverse beslissingen genomen met als doel een kader te creƫren voor medewerkers die werken in activiteiten die noodgedwongen door coronamaatregelen moeten worden afgebouwd of die in quarantaine zitten of worden geplaatst en geen prestaties kunnen verrichten via telewerk of die als gevolg van de hogere richtlijnen een probleem hebben met de kinderopvang.
Deze diverse beslissingen waren nodig omwille van de steeds wijzigende toestand waarbij telkens nieuwe maatregelen en richtlijnen moesten worden voorzien of bestaande maatregelen moesten worden aangepast op grond van de wisselende hogere regelgeving.
De huidige maatregelen lopen tot 30 juni 2022, vanaf 1 juli 2022 gelden opnieuw de klassieke procedures voor het invoeren van tijdelijke werkloosheid voor contractuele medewerkers via de RVA en kan er dus niet langer een beroep worden gedaan op de soepele procedure tijdelijke werkloosheid overmacht die vanaf maart 2020 van toepassing was.
Binnen de Stad en OCMW Gent liep het kader voor contractuele medewerkers steeds gelijk met de toepassing van deze tijdelijke werkloosheid, waardoor een aangepaste versie van deze maatregelen noodzakelijk is.
Afgebouwde activiteiten
Het wegvallen van de vereenvoudigde procedure tijdelijke werkloosheid overmacht, impliceert dat in geval van een eventuele sluiting of afbouw van diensten, werkgevers voortaan opnieuw enkel gebruik kunnen maken van de tijdelijke werkloosheid wegens economische oorzaken en dus niet langer van de tijdelijke werkloosheid wegens overmacht.
Aangezien deze vorm van tijdelijke werkloosheid enkel van toepassing is voor 'ondernemingen in moeilijkheden', kan dit niet langer toegepast worden onder de voorwaarden zoals opgenomen in de eerdere besluitvorming van het college en vast bureau (zoals laatst goedgekeurd op 30 september 2021 en verlengd op 16 december 2021), m.n. in geval van activiteiten die afgebouwd worden door coronamaatregelen.
Om die reden wordt dan ook voorgesteld om ook de daarmee samenhangende maatregel voor de statutaire medewerkers, waarvoor onder dezelfde voorwaarden dienstvrijstelling werd toegekend, niet langer te voorzien.
Indien de richtlijnen van de hogere overheden en de daarmee gerelateerde maatregelen van de RVA opnieuw zouden wijzigen, kan beslist worden om deze maatregel alsnog opnieuw te voorzien.
Quarantaine / opvang van een kind
In de meest recente besluitvorming van het college en vast bureau werd eerder al beslist om voor de overige situaties louter de hogere regelgeving te volgen en dus niet langer in een bijpassing of volledige dienstvrijstelling te voorzien, meer bepaald:
Dit zowel voor contractuele als statutaire personeelsleden telkens wanneer aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
De RVA geeft aan voor contractuele medewerkers in deze situaties nog steeds tijdelijke werkloosheid wegens overmacht toe te kennen tot eind 2022, zij het dat de uitkering verlaagd wordt van 70% naar 65% van het gemiddeld loon en de afwezigheid opnieuw moet geattesteerd worden. Ook de bovenstaande regelgeving voor het verlof voor statutairen in deze situaties blijft behouden.
Voor artikel 60-medewerkers werd dienstvrijstelling toegekend in de situaties waarin aan de overige contractuele medewerkers tijdelijke werkloosheid werd voorzien. Dit om te voorkomen dat artikel 60-medewerkers bij toekenning van tijdelijke werkloosheid onder het bestaansminimum zouden komen en dus opnieuw leefloon/aanvullende steun zouden moeten aanvragen bij het OCMW.
Om deze redenen wordt voorgesteld om in bovenstaande situaties en onder deze voorwaarden dezelfde maatregelen verder mogelijk te maken tot eind 2022.
Keurt goed dat contractuele medewerkers, met uitzondering van de artikel 60-medewerkers, op tijdelijke werkloosheid wegens overmacht kunnen terugvallen:
Dit telkens wanneer aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
Keurt goed dat aan statutaire medewerkers het verlof kan worden toegekend zoals voorzien in artikel 8 van het besluit van de Vlaamse regering van 12 maart 2021 houdende “maatregelen ten gevolge van de pandemie veroorzaakt door COVID-19 en tot wijziging van de minimale voorwaarden voor de rechtspositieregeling van het personeel van de gemeenten, de openbare centra voor maatschappelijk welzijn en de provincies” en eventuele latere wijzigingen.
Dit telkens onder de voorwaarden en modaliteiten van dit voornoemd besluit van 12 maart 2021 en eventuele latere wijzigingen en wanneer aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
Keurt goed dat de algemeen directeur een betaalde dienstvrijstelling (excl. recht op maaltijdcheques) toekent voor artikel 60-medewerkers:
Dit telkens wanneer aan de volgende cumulatieve voorwaarden is voldaan:
Dit besluit heeft uitwerking vanaf 1 juli 2022 tot en met 31 december 2022.