Op 24 november 2020 sloten de Vlaamse regering, de vakbonden en de werkgeversfederaties een voorakkoord over een opwaardering van een aantal sectoren waaronder de zorgvoorzieningen. Het voorakkoord van het zesde intersectoraal akkoord (VIA6) moet leiden tot een betere verloning, meer mensen op de werkvloer en meer werkbaar werk. Het luik middelen koopkracht werd verder opgenomen in het deelakkoord tussen de sociale partners van de publieke sector van 21 december 2020 en uiteindelijk gefinaliseerd in het zesde vlaams intersectoraal akkoord van 30 maart 2021.
Een van de belangrijkste elementen wat het luik koopkracht betreft is de implementatie van een voor de publieke sector aangepast IFIC-model, meer bepaald een verloningsmodel wat meer taakgericht verlonen mogelijk maakt. Dit eveneens met het oog op de geleidelijke harmonisatie van de verloning van het personeel in de private en publieke zorg, zowel op federaal als regionaal niveau.
In het akkoord werd opgenomen dat dit nieuwe model eerst bij de geregionaliseerde sectoren ouderenzorg zou geïmplementeerd worden, binnen OCMW Gent zijn dit de woonzorgcentra (WZC's). Voor de diensten kinderopvang die onder het VIA6-akkoord vallen is het nieuwe IFIC-loonhuis met eigen sectorale barema's nog niet operationeel. In afwachting van de implementatie van IFIC wordt een voorafname op de implementatie van IFIC gedaan door aan bepaalde personeelsleden nu reeds een barema toe te kennen dat gelijk is aan het IFIC-barema van de overeenstemmende functie in de geregionaliseerde sectoren. De in dienst zijnde personeelsleden hebben echter steeds de mogelijkheid om te kiezen tussen hun huidig salarisschalen en de nieuwe salarisschaal.
In de akkoorden en protocollen wordt daarom opgenomen om aan de kinderbegeleiders het IFIC-barema categorie 11 toe te kennen tot 18 jaar anciënniteit, vanaf het 19de jaar anciënniteit wordt dit barema aangevuld tot de C2-schaal.
De meerkost van de implementatie van deze voorafname wordt door de Vlaamse overheid aan de lokale besturen terugbetaald en past binnen de perken van het in het VIA6-akkoord voorziene budget.
In principe moet het kader voor (de voorafname op) dit nieuwe verloningsbeleid eerst worden uitgeschreven in een Vlaams Rechtspositiebesluit, waarop de lokale rechtspositieregeling vervolgens moet aangepast worden.
Gelet op de akkoorden en protocols die afgesloten werden tussen de sociale partners en de daarin voorziene data van inwerkingtreding is het niet langer mogelijk om te wachten op dit besluit zonder de afspraken uit deze akkoorden te schenden. De Vlaamse minister van Binnenlands Bestuur, Bestuurszaken, Inburgering en Gelijke Kansen heeft in zijn brief van 22 december 2021 daarom laten weten dat van de lokale besturen verwacht wordt dat ze deze afspraken al naleven en implementeren in afwachting van het aangepast rechtspositiebesluit, meer bepaald de toekenning van deze nieuwe salarisschaal aan de nieuwe medewerkers die vanaf 1 januari 2022 in dienst treden als kinderbegeleider.
Aan de gemeenteraad wordt daarom de goedkeuring gevraagd om in uitvoering van dit schrijven van de minister de nieuwe kinderbegeleiders die vanaf 1 januari 2022 in dienst treden, deze nieuwe salarisschaal reeds toe te kennen.
In tussentijd moet het Vlaams rechtspositiebesluit hieraan worden aangepast, zodat ook de rechtspositieregeling Stad en OCMW Gent (RPR) kan worden gewijzigd zodat de implementatie van deze salarisschaal bindend wordt en kan vertaald worden in de lokale RPR. Deze RPR-wijziging zal dan ook nog aan de gemeenteraad worden voorgelegd.
Keurt goed dat nieuwe medewerkers die vanaf 1 januari 2022 in dienst treden als kinderbegeleider zullen verloond worden volgens de salarisschaal zoals opgenomen in bijgevoegde brief van minister Somers van 22 december 2021.