Terug
Gepubliceerd op 17/02/2022

2022_MV_00120 - Mondelinge vraag van raadslid Stijn De Roo: Een waterbom en de ingrepen voor stadsgebouwen

vragenuurtje
ma 21/02/2022 - 18:00 Hybride zitting
2022_MV_00120 - Mondelinge vraag van raadslid Stijn De Roo: Een waterbom en de ingrepen voor stadsgebouwen 2022_MV_00120 - Mondelinge vraag van raadslid Stijn De Roo: Een waterbom en de ingrepen voor stadsgebouwen

Motivering

Toelichting/Motivering/Aanleiding

Als de volgende waterbom uitbarst boven Vlaanderen, dan wordt Gent zwaar getroffen. Dat blijkt uit een recente studie van De Vlaamse Waterweg en het Waterbouwkundige Laboratorium. In een vergelijkbare situatie als deze zomer in Wallonië (waarbij 230 mm neerslag viel binnen de 48 uur) loopt de potentiële schade in onze stad op tot ca. 3 miljard euro.

Naast het menselijk leed en de materiële schade aan de vele huizen die een waterbom met dergelijke omvang kan teweegbrengen, is er ook de economische schade, bijvoorbeeld door bedrijven die niet meer kunnen functioneren, door schade aan scholen, ziekenhuizen, spoorwegen, tankstations, elektriciteitscentrales, enz. Voor onze stad en de regio errond, zullen dergelijke hoeveelheden neerslag dus desastreus zijn.

De oplossingen voor deze problematiek zullen vanuit alle niveaus en bevoegdheden moeten komen. Naast de structurele maatregelen, bijvoorbeeld op het vlak van Vlaamse infrastructuur, zullen we in onze stad volop moeten inzetten op o.a. ontharding en opvangen van hemelwater. Dat laatste instrument is zowel in tijden van droogte als van extreme neerslag zeer waardevol. 

Ik had van de schepen graag een antwoord gekregen op volgende vragen. 

Indiener(s)

Stijn De Roo

Gericht aan

Hafsa El-Bazioui

Tijdstip van indienen

do 17/02/2022 - 11:33

Toelichting

1/ Hoe wil de schepen de opvangcapaciteit verhogen van hemelwater dat valt op de stadsgebouwen? Wat is de ambitie en de timing?

2/ Welke mogelijkheden ziet de schepen om méér water te bufferen en vertraagd af te voeren bij onze stadsgebouwen?

3/ Uw voorganger sprak in een antwoord op mijn schriftelijke vraag (2020_SV_00382) over experimenten met o.a. waterzakken. Hoe ver staat het met deze experimenten?”