Deze zomer werd duidelijk dat De Lijn doorzet met haar plannen om een stelplaats en oefenterrein te bouwen in de Wondelgemse Meersen, ondanks massaal buurtprotest en negatief advies van brandweer en stad. Vooral het oefenterrein is problematisch: men asfalteert een stuk bijzonder waardevolle natuur in een gebied dat al zeer dichtbebouwd is, met als enige doel er af en toe over te rijden. Men zou denken dat Vlaanderen ondertussen al voldoende geasfalteerd is om op andere plaatsen dit oefenterrein mogelijk te maken, en hier geen kwetsbare natuur voor op te offeren. Het behoud van groen is immers belangrijk in het klimaatrobuust maken van Vlaanderen, al helemaal in een gebied met een directe invloed op de vele bewoners van oa. de Bloemekenswijk en de Wiedauwekaai.
Het hoeft geen betoog dat de plannen van De Lijn niet op gejuich worden onthaald in deze buurt.
Zoals jullie wellicht zullen weten, heeft de actualiteit jullie vraag in deze commissie enigszins achterhaald. Ik zal dan ook de laatste vraag van de heer Van Lysebettens als eerste behandelen.
Vorige week woensdag weigerde de Vlaamse minister van Omgeving de aanvraag voor een omgevingsvergunning van De Lijn voor een stelplaats op de locatie Wissenhage. In haar beslissing oordeelt de Vlaamse minister dat de in 2014 uitgevoerde boscompensatie van 11,25ha aan bos door De Lijn in dit voorliggende dossier niet als – ik citeer – “anticipatieve” compensatie kan worden aangewend. Bij gevolg ontbreekt er een feitelijke boscompensatie voor de voorgenomen ontbossing van ca 4,9 ha in het huidige dossier. Een dergelijk ontbreken van boscompensatievoorstel is in strijd met het Bosdecreet.
Deze weigering van de omgevingsvergunning van de stelplaats zal allicht ook zijn gevolgen hebben voor het oefenterrein van De Lijn aan de Buitensingel. Immers, het lijkt me aannemelijk dat De Lijn beide dossiers – stelplaats en oefenterrein - als één geheel ziet en beide dossiers op elkaar afstemt. Voortgaande op de persberichten begrijp ik dat De Lijn zich intern beraadt welke stappen zij verder wil ondernemen. Als stad wachten we momenteel nog af welke richting zij willen uitgaan.
Hierna wil ik kort effen de geschetste problematiek in beide dossiers aankaarten:
Momenteel zijn er geen nieuwe onderzoeken lopende naar alternatieve locaties voor zowel de stelplaats als het oefenterrein. Voor stad Gent is zo’n zoektocht ook niet zo evident. Niet alleen hebben we geen kennis van het programma van eisen, maar de stadsgrenzen kunnen ook terecht als te beperkend worden gezien.
Dit is zeker zo voor een provinciaal (!) oefenterrein. Waarom zou de huidige stelplaats in Destelbergen of zelfs het parkeerterrein van de Makro in Nazareth voor een oefenterrein geen soelaas kunnen bieden voor dat oefenterrein? In ieder geval is een bestaande, al verharde locatie logischer. En in Gent zijn natuurwaarden al schaars en is ze behouden waar mogelijk belangrijk. Dus is alternatieven zoeken voor de oefenschool aangewezen. De stad wil De Lijn zeker helpen bij het zoeken van een alternatieve oefenlocatie.
Laat me concluderen…
De Lijn heeft nood aan een stelplaats en dus moet De Lijn nu kijken hoe en waar die kan worden gerealiseerd. Wissenhage blijft de voorkeursoptie. Een goede stelplaats voor bussen en trams is echt wel belangrijk voor onze stad.
De oefenschool ook daar realiseren is dan weer geen goed idee. Verharden beperken en natuurwaarden beschermen is belangrijk.
Ik ga ervanuit dat wat de oplossing ook zal zijn, daar rekening mee wordt gehouden.
Misschien ook nog aangeven dat voor de stelplaats de Vlaamse Minsiter voor Omgeving dient te verlenen, terwijl voor het oefenterrein het college van burgemeester en schepenen de vergunningverlenende overheid is. Ook nuttig om aan te geven is het feit dat stad Gent aan de Buitensingel een grondpositie heeft.
Uiteraard is het aangewezen dat iedere oplossing ook in een bestemmingsplan wordt verankerd. In het belang van elke Gentenaar hoop ik wel dat de uitvoering van een stelplaats voor openbaar vervoer in deze stad hierdoor niet nog eens 20 jaar op zich zal laten wachten.
Aanvulling schepen Souguir:
Ziet u juridische mogelijkheden om de waardevolle natuur te beschermen? Overweegt u en uw collega schepen Souguir om een nieuw initiatief RUP op te zetten waarbij de bestaande natuur planmatig kan beschermd worden?
Zoals collega Watteeuw al aangaf is de locatiekeuze voor zowel de stelplaats als de oefenrijschool een gevolg van een gewestplanwijziging in 2001. De zone die voorheen was ingekleurd als industriegebied werd toen ingekleurd als gemeenschapsvoorziening, specifiek ten behoeve van De Lijn.
In 2012 werd ook het RUP Wondelgemse Meersen goedgekeurd. In dat RUP is o.a. het Limbaparkje beschermd en werd 4 ha industriegebied omgezet naar groen langs De Lieve.
De zone Wissenhage voor de stelplaats en de zone voor de oefenrijschool werden toen niet in het RUP opgenomen en behielden hun bestemming als gemeenschapsvoorziening – conform de overeenkomst met De Lijn.
Om diezelfde reden is deze zone niet opgenomen in de procedure bij de totstandkoming van het RUP Groen.
Zoals collega Watteeuw al aangaf zijn er momenteel voor Wissenhage geen ruimtelijke initiatieven lopende of gepland.
Vandaag een nieuw planningsinitiatief nemen zal – gelet op de gemiddelde doorlooptijd van een RUP - overigens niet verhinderen dat nieuwe vergunningen kunnen worden aangevraagd en desgevallend bekomen.
Ik meen dat het in deze zinvoller is voor wat betreft de locatiekeuze voor de oefenrijschool opnieuw het gesprek aan te gaan met De Lijn. Wat een eventueel toekomstig planningsinitiaitef uiteraard niet in de weg staat.
vr 16/09/2022 - 09:15