Decreet over het Lokaal Bestuur, artikel 40, § 3.
De Nieuwe Gemeentewet, artikel 119.
De Nieuwe Gemeentewet, artikel 135, § 2.
De Wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
In de aanloop naar het eindejaar van 2022 werden verschillende Gentse buurten geteisterd door ernstige overlast door het gebruik / misbruik van zwaar vuurwerk.
Dergelijk vuurwerk zorgt niet alleen voor geluidsoverlast en een onveiligheidsgevoel bij buurtbewoners, maar wordt, al dan niet gecombineerd met andere brandbare producten zoals benzine, ook gebruikt om vernielingen aan te brengen. Straatmeubilair zoals vuilnisbakken en bushokjes zijn een geliefd doelwit. Uiteraard brengt het ondeskundig gebruik van (zwaar) vuurwerk ook aanzienlijke veiligheidsrisico's met zich mee, zeker wanneer dit vuurwerk door minderjarigen wordt gehanteerd en afgestoken op plaatsen waar veel mensen bijeen zijn.
Politie stelt vast dat de afgelopen twee jaar een negatieve tendens is ingezet met een grote toename van vernielingen en vandalisme waarbij steeds zwaarder pyrotechnisch materiaal wordt gecombineerd met andere brandbare producten (zoals benzine). Via sociale media stoken jongeren elkaar op om steeds grotere risico’s te nemen. Ook het geweld tegen de orde- en hulpdiensten neemt toe, zowel politie als brandweer worden in de eindejaarsperiode belaagd met vuurpijlen. De overlast begint vanaf eind oktober en duurt tot een stuk in de maand januari.
Op basis van de gebeurtenissen tijdens de eindejaarsperiodes van 2021 en 2022 moet er worden vastgesteld dat er in die periode een verhoogde kans is op
Ondanks een federaal kader dat de verkoop van feest- en spektakelvuurwerk aan particulieren regelt, en waarbij gedifferentieerd wordt naar leeftijd van de koper en categorie vuurwerk, moet er immers worden vastgesteld dat er op straat bijzonder zwaar vuurwerk circuleert dat eigenlijk niet mag verkocht worden (en al zeker niet aan minderjarigen) en dat mogelijks niet aan de nodige product- en veiligheidsvoorschriften voldoet. Bovendien wordt het vuurwerk als wapen gebruikt en gericht tegen zowel burgers als politie. Het lijkt niet meer dan een kwestie van tijd vooraleer er gewonden vallen.
Lokaal geldt er reeds langer een aanvullend verbod op het afsteken van vuurwerk zonder voorafgaande machtiging (vervat in artikel 16 van het Politiereglement op de openbare rust en de veiligheid). In de praktijk blijkt het voor politie echter bijzonder moeilijk om op basis van dit verbod sanctionerend op te treden (wie heeft het vuurwerk ontstoken?), laat staan om preventief te kunnen ingrijpen.
Om in de eindejaarsperiode in een effectieve ordehandhaving te kunnen voorzien, werd door de burgemeester op 23 december 2022, op basis van een bestuurlijk verslag van politie van 22 december 2022, een tijdelijke politieverordening uitgevaardigd om het bezit van vuurwerk (en enige andere pyrotechnische artikelen) op het openbaar domein zonder voorafgaande machtiging te verbieden tussen 18u ’s avonds en 6u ’s morgens, en dit tot en met 31 januari 2023. Vuurwerk dat in strijd met die verordening werd aangetroffen, kon door politie, met toepassing van artikel 30 van de wet op het politieambt, bestuurlijk in beslag worden genomen ter vrijwaring van de openbare orde, en indien nodig op gepaste wijze worden vernietigd. Zoals dat ook voorzien is in voormeld artikel 16 van het Politiereglement, was er in de nacht van 31 december op 1 januari, tussen 0u en 01u geen voorafgaande machtiging vereist voor het bezit (en ontsteken) van feestvuurwerk. De politieverordening werd door de gemeenteraad bekrachtigd op 30 januari 2023.
Het vuurwerkverbod zoals dat in 2022 middels een tijdelijke politieverordening werd ingevoerd heeft, in combinatie met een preventiecampagne, een sterk ontradend effect én maakt een effectieve handhaving op het terrein mogelijk.
Gelet op het terugkerend karakter van de overlast en om tijdig een gerichte preventiecampagne te kunnen voeren, verdient het aanbeveling om het vuurwerkverbod in de eindejaarsperiode structureel op te nemen in artikel 16 van het politiereglement op de openbare rust en de veiligheid. Op die manier wordt vermeden dat er telkens opnieuw met een tijdelijke politieverordening moet worden gewerkt en kunnen politie én de stadsdiensten betrokken bij de vuurwerkpreventie zich ook veel langer op voorhand organiseren. Ook voor de burgers geeft dit meer duidelijkheid en rechtszekerheid.
In artikel 16 van het politiereglement op de openbare rust en de veiligheid wordt daarom een tweede lid ingevoegd dat luidt als volgt:
"In de periode van 15 oktober tot en met 31 januari is het particulier bezit van vuurwerk of pyrotechnische artikelen van welke aard ook in de openbare ruimte verboden, behoudens voorafgaande machtiging door de burgemeester, en dit van 18u00 's avonds tot 6u00 's morgens. Dit verbod is niet van toepassing op zij die professioneel met vuurwerk of pyrotechnische artikelen van enige aard omgaan.
In wat voorheen het tweede lid was en nu het derde lid van artikel 16 wordt, worden tussen de woorden "vereist voor" en "het ontsteken van feestvuurwerk" de woorden "het bezit en" ingevoegd. Het derde lid van artikel 16 luidt dan als volgt:
"Deze voorafgaande machtiging is in de nacht van 31 december op 1 januari, tussen 00u00 en 1u00, niet vereist voor het bezit en het ontsteken van feestvuurwerk. Hierbij is het noodzakelijk dat alle gepaste maatregelen worden genomen ter vrijwaring van de openbare veiligheid."
Overtredingen op dit artikel 16 kunnen gesanctioneerd worden op basis van artikel 40, § 3 en 4, van het politiereglement op de openbare rust en de veiligheid, daar zijn geen aanpassingen voor nodig:
"§3. Inbreuken op de beschikkingen van artikel 1, 15, 16, 20 t.e.m. 25, 35 en 38 worden gesanctioneerd met een maximale administratieve geldboete van 350 euro voor meerderjarige overtreders, en een maximale administratieve geldboete van 175 euro voor minderjarige overtreders.
§4. Bij inbreuk op artikel 16 zullen de zaken die het voorwerp hebben uitgemaakt van de inbreuk, hetzij tot het plegen van de inbreuk hebben gediend, in beslag genomen worden."
Overeenkomstig artikel 4§5 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties is advies hieromtrent gevraagd aan de Jeugdraad. Tot op heden heeft de Jeugdraad nog geen advies uitgebracht. Van zodra dit gebeurt, zal het advies aan dit besluit worden toegevoegd.
Keurt goed de wijziging van artikel 16 van het Politiereglement op de openbare rust en de veiligheid als volgt:
Zonder afbreuk te doen aan de wettelijke of reglementaire bepalingen betreffende de jacht is het, behoudens voorafgaande machtiging van de burgemeester, verboden in open lucht vuurwapens af te vuren, vuurwerk te ontsteken, Bengaals vuur aan te steken en voetzoekers te doen ontploffen.
In de periode van 15 oktober tot en met 31 januari is het particulier bezit van vuurwerk of pyrotechnische artikelen van welke aard ook in de openbare ruimte verboden, behoudens voorafgaande machtiging door de burgemeester, en dit van 18u00 's avonds tot 6u00 's morgens. Dit verbod is niet van toepassing op zij die professioneel met vuurwerk of pyrotechnische artikelen van enige aard omgaan.
Deze voorafgaande machtiging is in de nacht van 31 december op 1 januari, tussen 00u00 en 1u00, niet vereist voor het bezit en het ontsteken van feestvuurwerk. Hierbij is het noodzakelijk dat alle gepaste maatregelen worden genomen ter vrijwaring van de openbare veiligheid.
Voormelde uitzondering op de voorafgaande machtiging is niet van toepassing op het afvuren van vuurwapens in open lucht, het aansteken van Bengaals vuur en het doen ontploffen van voetzoekers of ander pyrotechnisch materiaal.
Neemt kennis van de gecoördineerde versie van het Politiereglement op de openbare rust en de veiligheid.