De gemeenteraad heeft gedurende de laatste legislatuur het retributiereglement met betrekking tot werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein diverse malen gewijzigd.
Op 25.01.2021 werd door de gemeenteraad een nieuw reglement over nuts- en infrastructuurwerken in Gent (hierna NINF-reglement) goedgekeurd, met inwerkingtreding op 1 april 2021.
Ten einde het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijke openbaar domein af te stemmen op de wijzigingen van het nieuwe NINF-reglement worden enkele inhoudelijke en tekstuele aanpassingen aan het reglement voorgesteld.
Voorgesteld wordt:
artikel 1 eerste alinea: het woord permanent te schrappen. Het nieuwe NINF-reglement is van toepassing op alle nutsvoorzieningen ongeacht de duur ervan. Naar analogie wordt in huidig reglement het woord permanent geschrapt om de toepassing ervan ook uit te breiden tot alle nutsvoorzieningen ongeacht de duur.
artikel 1 tweede alinea: Het woord 'onmiddellijk' is vaag en onduidelijk. Voorgesteld wordt om het woord onmiddellijk te schrappen en de stad te vervangen door de Stad. Door het schrappen van de vereiste 'onmiddellijk' en het toevoegen van de term 'infrastructuurwerken' vallen alle infrastructuurwerken voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de Stad Gent buiten het toepassingsgebied van het retributiereglement.
artikel 2: de definities van 'ingenomen oppervlakte en kleine werken' te schrappen en te vervangen door definiëring van 'groot en klein werk', 'puntwerk' en 'dringend werk'.
artikel 3§1 en 3: het woord 'kleine werken' te vervangen door 'puntwerken' vermits het vernieuwde NINF-reglement enkel voor puntwerken een jaartoelating vereist.
Wat dringende werken betreft wordt in artikel 3§1 de toevoeging van de volgende alinea voorgesteld: "De retributie naar aanleiding van dringende werken wordt berekend volgens de effectief ingenomen oppervlakte en effectieve uitvoeringsduur aan eenheidstarief 1".
artikel 3§ 2 derde alinea: De alinea te schrappen en te vervangen door "Indien de werken worden uitgevoerd in een sperperiode (2 jaar sper na nutswerken en 5 jaar sper naar vernieuwing bovenbouw) wordt de basisretributie berekend aan eenheidstarief 2 in plaats van eenheidstarief 1".
Op 27.04.2023 werd het wetsontwerp goedgekeurd dat het boek XIX ‘Schulden van de consument’ toevoegt aan het Wetboek Economisch Recht. Dit boek heeft een impact op de minnelijke invorderingsstappen van schulden van consumenten aan ondernemingen. Voor nagenoeg alle dienstverleningen waarvoor Stad Gent een retributie hanteert, moet zij gezien worden als een onderneming in de zin van deze wet (en de begunstigde van de dienstverlening als een consument).
In dit boek wordt onder meer bepaald dat een eerste herinnering gratis moet zijn, dat die bepaalde gegevens moet vermelden, en worden grenzen gesteld aan het schadebeding dat kan worden gevorderd als na de herinnering toch nog niet betaald wordt.
Deze bepalingen moeten samen gelezen worden met de andere relevante bepalingen die van toepassing blijven, met name artikel 177 DLB die een aangetekende (niet-kosteloze) aanmaningsbrief voorschrijven vóór de invordering via dwangbevel. De meeste van die retributies zijn kleinere bedragen (tot 150 euro), waarbij de Stad als onderneming moet gekwalificeerd worden en de begunstigde als consument. Daar dringt zich dus sowieso een aanpassing van de administratiekost op, van 25 euro naar 20 euro.
De praktijk om een eerste kosteloze herinneringsbrief te sturen vooraleer een betalende aanmaning volgt, is al jaren gangbare praktijk. Wat de aanmaankost betreft, schrijft de nieuwe wetgeving voor de retributies tot 150 euro een maximum voor van 20 euro. Voor hogere retributiebedragen bestaan hogere grensbedragen, berekend met verschillende percentages van de basisretributie.
Om de uniformiteit te behouden met andere retributies wordt voorgesteld om ook in dit retributiereglement, de aanmaningkost zoals voorgeschreven in artikel 5 te wijzigen naar 20 euro ongeacht de hoogte van het verschuldigde retributie.
De redenen om voor een uniforme bedrag te kiezen voor alle retributies zijn:
De nieuwe wetgeving is van kracht op alle schulden die hun betaaltermijn overschrijden vanaf 1 september 2023 (de 4e maand na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, welke op 23.05.2023 plaatsvond), met enkele beperkte uitzonderingen waarvoor de wetgeving pas op 1 december 2023 van kracht zou worden. Om grotendeels dezelfde hierboven vermelde redenen, wordt ervoor gekozen uniform vanaf 1 september, zodra de technische aanpassingen zijn gebeurd, de nieuwe regelgeving toe te passen. Voor een beperkt aantal aanmaningen wordt dus vroeger dan noodzakelijk de lagere aanmaankost toegepast. De impact daarvan is verwaarloosbaar tegenover de bijkomende complexiteit die zou bestaan om 2 tarieven naast mekaar mogelijk te maken gedurende een korte termijn.
De Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen, afdeling Innames Publieke Ruimte (IPR), is belast met de controle van/het toezicht op de uitvoering van dit reglement.
De verminderde inkomsten worden verwerkt bij BO 2024.
Wijzigt artikel 1 eerste alinea van het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein als volgt:
De Stad Gent heft een retributie voor het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan nutsvoorzieningen die onder de toepassing vallen van het vigerend stedelijk reglement over nuts- en infrastructuurwerken in Gent (NINF-reglement).
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of voorafgaand aan infrastructuurwerken uitgevoerd in opdracht van de Stad Gent, of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de Stad Gent.
De wijzigingen treden in werking op 1 oktober 2023.
Wijzigt artikel 2 van het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein als volgt:
§1. Als groot en klein werk (cat. 1 & 2 cfr. NINF-reglement) wordt bedoeld elk werk waarbij een oppervlak (al dan niet een sleuf) van meer dan 3m² en een lengte van meer dan 10 lopende meter wordt opengebroken of een boring van meer dan 10 lopende meter wordt uitgevoerd.
De werkelijk ingenomen grondoppervlakte wordt bij sleufwerken berekend basis van de werkelijke breedte van de sleufwerken maar steeds met een minimum breedte van twee meter voor sleuf, opstelling signalisatie, overslag, materiaal en materieel.
Het aanbrengen van een veilige en afschermde corridor voor de actieve weggebruiker wordt niet meegenomen in deze berekening.
Bij de berekening van de ingenomen oppervlakte wordt elk deel van een m² als een volledige m² in rekening gebracht.
§2. Als puntwerk (cat. 3 cfr. NINF-reglement) wordt bedoeld werken aan ondergrondse nutsvoorzieningen waarbij het werk (incl. bestratingsherstel) wordt uitgevoerd binnen een periode van maximaal 5 opeenvolgende werkdagen en een oppervlak (al dan niet een sleuf) van minder dan of gelijk aan 3m² en een lengte van minder dan of gelijk aan 10 lopende meter wordt opengebroken of een boring van minder dan of gelijk aan 10 lopende meter wordt uitgevoerd
§ 3. Als dringend werk wordt bedoeld elk werk, onafhankelijk van de grootte, dat onmiddellijk moet uitgevoerd worden voor de veiligheid of voor de continuïteit van de nutsfunctie of dienstverlening of om verdere schade te voorkomen.
De wijzigingen treden in werking op 1 oktober 2023.
Wijzigt artikel 3 van het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein als volgt:
§1. De retributie naar aanleiding van werken waarvoor een afzonderlijke goedkeuring of toelating verleend werd is verschuldigd zodra de werken op het openbaar domein beëindigd zijn en bestaat uit een basisretributie, die in voorkomend geval wordt vermeerderd met een bijkomende retributie.
Elk deel van een kalenderdag wordt als een volledige kalenderdag in rekening gebracht.
De retributie naar aanleiding van puntwerken met toelating of goedkeuring op jaarbasis is verschuldigd binnen de maand nà afgifte van de toelating of goedkeuring en bestaat uit een forfait op jaarbasis.
De retributie naar aanleiding van dringende werken wordt berekend volgens de effectief ingenomen oppervlakte en effectieve uitvoeringsduur aan eenheidstarief 1.
§2. De basisretributie wordt berekend op grond van de gegevens voorzien in de verleende toelating of goedkeuring, en op basis van volgende formule:
“in de toelating of goedkeuring vermelde ingenomen oppervlakte in m² X aantal uitvoeringsdagen binnen de in de toelating of goedkeuring vermelde uitvoeringsperiode X eenheidstarief 1”.
Indien de werken worden uitgevoerd in een sperperiode (2 jaar sper na nutswerken en 5 jaar sper naar vernieuwing bovenbouw) wordt de basisretributie berekend aan eenheidstarief 2 in plaats van eenheidstarief 1.
Wanneer twee of méér eigenaars werkzaamheden in synergie uitvoeren op basis van toelatingen of goedkeuringen met betrekking tot dezelfde periode en dezelfde plaats wordt de basisretributie voor elke eigenaar die werken wenst uit te voeren verminderd als volgt:
- indien twee eigenaars samenwerken: aan elk van hen een tariefvermindering van 40 %;
- indien drie eigenaars samenwerken: aan elk van hen een tariefvermindering van 50 %.
- Indien vier eigenaars of meer samenwerken: aan elk van hen een tariefvermindering van 60 %.
§3. De bijkomende retributie is verschuldigd bij werken geheel of gedeeltelijk buiten de in de goedkeuring of toelating vermelde uitvoeringsperiode (per fase) en/of bij overschrijding van de in te nemen oppervlakte (per fase) en bij werken zonder de noodzakelijke goedkeuring of toelating.
De wordt berekend op basis van de formule:
“(effectief ingenomen oppervlakte in m² X effectieve uitvoeringsduur in kalenderdagen) - (in de toelating of goedkeuring vermelde ingenomen oppervlakte in m² X aantal uitvoeringsdagen binnen de in de toelating of goedkeuring vermelde uitvoeringsperiode) X eenheidstarief 3”.
Voor de berekening van de effectief ingenomen oppervlakte en/of effectieve uitvoeringsduur geldt minimaal de in de toelating of goedkeuring vermelde oppervlakte en/of duur.
De retributie bedraagt:
Tarief in euro | 2023 | 2024 | 2025 en volgende | |||
Eenheidstarief 1 | 1,35 | 1,40 | 1,40 | |||
Eenheidstarief 2 | 1,70 | 1,70 | 1,75 | |||
Eenheidstarief 3 | 2,00 | 2,05 | 2,10 | |||
Forfait puntwerken met toelating of goedkeuring op jaarbasis | 13493 | 13763 | 14039 |
De wijzigingen treden in werking op 1 oktober 2023.
Wijzigt artikel 5. van het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein met ingang van 1 oktober 2023 als volgt:
Neemt kennis van de gecoördineerde versie van het reglement 'retributie op werken aan nutsvoorzieningen op het gemeentelijke openbaar domein' zoals gevoegd in bijlage.