Geachte burgemeester
De eerste fase van het nooddorp in Oostakker is ondertussen afgerond, en zo’n 140 Oekraïense vluchtelingen konden daar reeds hun intrek nemen.
Zoals vroeger aangekondigd, zal er ook een tweede bouwfase volgen.
En hopelijk mag de situatie in Oekraïne zich vlug herstellen, zodat die vreselijke oorlog daar een einde kan nemen.
Maar ondertussen zijn we als Gentenaars bereid om onze verantwoordelijkheid op te nemen.
In verband met de tweede bouwfase had ik nog enkele vragen:
Ik deel absoluut uw hoop dat de gruwelijke situatie in Oekraïne en de vreselijke oorlog snel een einde kan nemen. En ja, in afwachting nemen we onze verantwoordelijkheid op. Met engagement van vele stadsgenoten, met engagement van dit bestuur.
Het nooddorp in Oostakker is inderdaad in volle ontwikkeling. De eerste vluchtelingen worden er opgevangen. De voorbereidingen voor de tweede fase zijn lopende.
De diensten verwachten, volgens de planning die ze van Vlaanderen doorgekregen hebben, dat de grondwerken mogelijks nog deze maand zullen aanvatten. Uiteraard met een voortgang onder voorbehoud van de weersomstandigheden.
Het plaatsen van de eerste bijkomende units is, onder voorbehoud, voorzien vanaf half oktober 2023. Er zullen wekelijks units bijgeplaatst worden tot begin 2024.
In totaal gaat het om 150 units waar maximum 400 mensen in kunnen wonen.
Let wel, het is nooit een 100% dekkende bewoning omdat er altijd beperkt wat verliesplaatsen zijn in functie van de gezinssamenstelling (vb. familie met drie personen dient men soms op te vangen in een unit van vier personen).
De planning van Wonen in Vlaanderen - die hiervoor samenwerkt met een private aannemer - voorziet nu dat het inhuizen van bewoners kan vanaf begin 2024, alles afhankelijk van de vlotte voortgang van de werken.
Wat uw vraag over de eventuele latere bestemming betreft van de woonunits, u weet, Agentschap Wonen in Vlaanderen is de bouwheer en beheerder van alle infrastructuur. Voor zover we weten, is over de nabestemming vandaag de dag nog geen besluit genomen. Daar zal de Vlaamse overheid met relevante partners ten gepaste tijde over beslissen.