Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 77
Wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, artikel 1
Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 11, § 1
Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 57§2,1°
Koninklijk Besluit van 12 december 1996 betreffende de dringende medische hulp die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig in het Rijk verblijven, artikels 1, 2 en 3
Koninklijk Besluit van 28 november 2018 betreffende de facturatie naar aanleiding van een tussenkomst dringende geneeskundige hulpverlening door een ambulancedienst, artikel 1
Situering en huidige werkwijze
Een van de wettelijke taken van het OCMW cfr. artikel 57§2,1° van de Organieke Wet van 8 juli 1976 is het verlenen van dringende medische hulp, wanneer het gaat om een vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft.
Volledigheidshalve vermelden we dat EU-burgers en hun familieleden, die tijdelijk uitgesloten zijn van maatschappelijke dienstverlening tijdens de eerste drie maanden van hun verblijf in België, eveneens gerechtigd kunnen zijn op dringende medische hulp (cfr het arrest van het Grondwettelijk Hof van 30 juni 2014,arrest nr. 95/2014).
In het Koninklijk Besluit van 12 december 1996 wordt nader bepaald wat kan verstaan worden onder de term dringende medische hulp met name de hulp die een uitsluitend medisch karakter vertoont en waarvan de dringendheid met een medisch getuigschrift wordt aangetoond. Dringende medische hulp kan zowel ambulant worden verstrekt als in een verplegingsinstelling en de dringende medische hulp kan zorgverstrekking omvatten van zowel preventieve als curatieve aard.
De wet van 2 april 1965, artikel 11, §1, 2° bepaalt de mate waarin de Staat het OCMW terugbetaalt voor de gemaakte kosten, met name de prijs die wordt terugbetaald door de verzekering tegen ziekte en invaliditeit van de andere gezondheidsprestaties, dus aan de hand van de tarieven zoals opgenomen in de RIZIV-nomenclatuur.
Het bijzonder comité voor de sociale dienst - algemene zaken van 10 november 2005 beslist om tussen te komen in de kosten van dringende medische hulp ten belope van bovenstaande terugbetalingsregel, dus beperkt tot de prestaties, producten en tarieven zoals opgenomen in de RIZIV-nomenclatuur en de lijst van de vergoedbare (para)farmaceutische specialiteiten.
Eenvoudig vertaald betekent dit dat ons centrum de medische kosten onder de noemer van dringende medische hulp
vergoedt, net zoals iemand met legaal verblijf én verzekerd bij een ziekenfonds terugbetalingen krijgt vanuit de de verplichte ziekte-en invaliditeitsverzekering.
Concreet betreft het de cliënten die gerechtigd zijn op dringende medische hulp en beschikken over een medische kaart.
Wijziging context ambulancevervoer en impact
Tot 31/12/2018 omvatte deze terugbetalingsregel ook de tussenkomst in de kosten voor dringend ziekenvervoer (zoals bedoeld onder de Wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening) : namelijk de kosten voor een vervoer door de dienst 112 voor gerechtigden op dringende medische hulp met een medische kaart werden door ons centrum vergoed aan de ambulancedienst en werden ons door de POD Maatschappelijke Integratie terugbetaald.
Echter, door het Koninklijk Besluit van 28 november 2018
werd de terugbetaling door het RIZIV van dringend ziekenvervoer vanaf 01/01/2019 aangepast : de prestatie wordt niet langer vergoed door onder de ziekte- en invaliditeitsverzekering doch de ambulancediensten mogen vanaf dan enkel een forfaitaire prijs aanrekenen aan de patiënt voor dit vervoer (ongeacht het aantal afgelegde kilometers) : 60 EUR/rit (gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer 107,52 - basisjaar 2013). De huidige prijs (2023) bedraagt 67,53 EUR/rit.
Het pervers effect van deze nieuwe tarificatieregeling is dat er sindsdien geen terugbetaling meer gebeurt door de POD Maatschappelijke Integratie van deze vervoerskosten aan ons centrum.
Ingevolge de bestaande beslissing van het BCSD-AZ van 10 november 2005, waarin werd beslist om de tussenkomsten onder de noemer van dringende medische hulp te beperkten tot de prestaties, producten en tarieven zoals bepaald door het RIZIV, kunnen de kosten van dringend ziekenvervoer dus niet meer vergoed worden onder dringende medische hulp/medische kaart.
Omdat deze kosten niet meer kunnen vergoed worden onder de bestaande beslissing van het bestuur van BCSD-AZ van 10 november 2005, worden sinds 1 januari 2019 individuele bijzondere verzoeken voorgelegd aan het bijzonder comité voor de sociale dienst - hulpverlening om de forfaitaire kost voor dringend ziekenvervoer te vergoeden aan de betrokken ambulancedienst. De maatschappelijk werkers van de dienst Medische Kaart maken per vervoer een verslag voor het BCSD-HV met een verzoek om deze forfaitaire kost ten laste te nemen. Dit betekent wilswaar een extra administratieve belasting voor de dienst Medische Kaart, betreft gemiddeld 60-tal verslagen/jaar.
Kosten voor dringend ziekenvervoer zijn ons inziens immers onbetwistbaar kosten die thuis horen onder de noemer van dringende medische hulp zoals bedoeld door het Koninklijk Besluit van 12 december 1996. De terugbetaalbaarheid door de POD Maatschappelijke Integratie heeft geen impact op deze kwalificatie van dringendheid.
De POD Maatschappelijke Integratie bevestigt onze interpretatie dat dringend vervoer ressorteert onder de beschrijving van dringende medische hulp, dat tussenkomst in deze kosten aangewezen kan zijn indien uit het sociaal-financieel onderzoek blijkt dat de aanvrager voldoet aan alle voorwaarden (behoeftigheid, geen wettig verblijf of EU-burger/familielid EU-burger die tijdens eerste drie maanden van verblijf uitgesloten zijn van maatschappelijke dienstverlening, medewerking aan het sociaal onderzoek) én dat terugbetaling door de POD MI hierin geen relevante voorwaarde kan zijn.
Voorstel
Er wordt goedkeuring gevraagd om de kosten van dringend ziekenvervoer (vervoer 112) te kunnen vergoeden als dringende medische hulp tijdens een geldige medische kaart gezien :
Een algemene beslissing om deze kosten ten laste te nemen resulteert enkel in een administratieve vereenvoudiging, de kosten stijgen niet: de uitgaven gebeuren immers momenteel ook via het steunbudget maar dan telkens via bijzonder verzoek.
De bedragen in deze tabel zijn incl. btw
Dienst* | C99-Decentraal maatschappelijk werk |
Budgetplaats | C99000000 |
Categorie* | Exploitatie - steun |
Subsidiecode | |
2022 | 0 |
2023 | 4000 |
2024 | 4500 |
2025 | 4800 |
2026 | 5000 |
2027 | 5300 |
2028 | 5800 |
Later | 5800 |
Totaal | 35200 |
Keurt goed de ten laste name van de kosten voor dringend ambulancevervoer voor gerechtigden op dringende medische hulp onder een geldige medische kaart.