Na een inspectierondgang door de Brandweer op 25/07/2020 bleek dat er in de diverse gebouwen van Lokaal Dienstencentrum Ten Hove nog enkele bouwkundige ingrepen dienden te gebeuren om het geheel volledig brandveilig in orde te zetten. Er werd hiervoor een remediëringsplan opgesteld. De meeste opmerkingen werden door de techniekers van FM Welzijn zelf, en door de raamcontractanten opgenomen.
In het bouwdeel in Begijnhofdries nr. 13/14 dienden er echter enkele meer ingrijpende aanpassingen te gebeuren:
- Het vervangen van een houten trap door een betonnen trap,
- Het aanbrengen van een rookluik in het hellend dak,
- Het brandveilig compartimenteren van de verschillende bouwlagen,
- Het aanbrengen van automatische branddetectie van het type totale bewaking,
- Het aanbrengen van extra noodverlichting.
Daarom werd er beslist om voor deze werken een bestek op te maken en via een vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking op zoek te gaan naar een aannemer die deze werken kan uitvoeren en coördineren.
Voor de uitwerking van de plannen en het bouwkundig bestek werd een studiebureau aangesteld, via de lopende raamovereenkomst voor architectuuropdrachten. Het architectenbureau Liniaal Architecten uit Gent neemt deze opdracht op.
Op de tweede verdieping van dit gebouw bevond zich nog een bewoond appartement. Begin 2023 verhuisde deze bewoner, en werd er beslist om dit appartement te gebruiken als bijkomend leslokaal voor het LDC.
Er dient ook een omgevingsvergunning opgemaakt te worden, omwille van de functiewijziging van het appartement, en omwille van het aanbrengen van een rookluik in de voorgevel. Architectenbureau Liniaal zal dus ook instaan voor de opmaak van deze vergunning.
Het studiebureau stelde voor deze werken uitvoeringsplannen op. Aan het studiebureau werd daarop opdracht gegeven om het ontwerp verder uit te werken tot een aanbestedingsdossier.
Hiertoe werd het bestek van de overheidsopdracht van Aanpassingswerken voor brandveiligheid - LDC Ten Hove, Begijnhofdries 13/14, 9000 Gent - FM/2023/242, opgemaakt.
Procedure: vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Wijze van prijsbepaling: gemengde prijsvaststelling.
Uitvoeringstermijn: 180 kalenderdagen.
Gunningscriteria: de economisch meest voordelige offerte.
Om geen tijd te verliezen met het implementeren van de brandveiligheid van het gebouw, wordt gevraagd toestemming te geven de procedure van bekendmaking, en het indienen van de omgevingsvergunningsaanvraag reeds op te starten onmiddellijk na goedkeuring van het dossier door het vast bureau, met opening offertes evenwel na datum van de raad voor maatschappelijk welzijn.
De bedragen in deze tabel zijn incl. btw
| Dienst* | LDC Ten Hove |
| Budgetplaats | J57110006 |
| Categorie* | Investeringen |
| Subsidiecode | FWG.OHE |
| 2024 | 210.421,21 |
| Totaal | 210.421,21 |
Stelt vast het bij dit besluit gevoegde bestek van de overheidsopdracht van Aanpassingswerken voor brandveiligheid - LDC Ten Hove, Begijnhofdries 13/14, 9000 Gent - FM/2023/242.
Procedure: vereenvoudigde onderhandelingsprocedure met voorafgaande bekendmaking.
Wijze van prijsbepaling: gemengde prijsvaststelling.
Uitvoeringstermijn of leveringstermijn: 180 kalenderdagen.
Gunningscriteria: de economisch meest voordelige offerte.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 77
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 2
Sinds de opstart van Antoniushof in 1997 was er een erkenning als serviceflatgebouw. Door wijzigende wetgeving wijzigde ook de erkenning van serviceflatgebouw naar groep van assistentiewoningen en dat sinds 01.05.2015. Die erkenning geldt voor 88 wooneenheden. Eén van de voorwaarden die bij deze erkenning hoort, is het hebben van een geldig brandveiligheidsattest. In het kader hiervan vinden er dus regelmatig brandweerinspecties plaats. Het attest dat na zo'n inspectie volgt dient overgemaakt te worden aan het Agentschap Zorg en Gezondheid.
Op 02.02.2022 vond een brandweerinspectie plaats wat een positief brandveiligheidsattest opleverde. In het attest is sprake van 87 wooneenheden, gezien er 1 assistentiewoning in gebruik is als bureau voor de administratie. Het betreft de woning met als adres Meelstraat 41, 9000 Gent.
Het Agentschap Zorg en Gezondheid weigerde echter dit attest gezien het aantal assistentiewoningen in het attest (87) niet overeenkomt met het aantal wooneenheden waarvoor het Antoniushof erkend is (88). Het aantal wooneenheden op het brandweerattest moet overeenkomen met het aantal van de erkenning.
Recent (15.05.2023) werd opnieuw een positief attest afgeleverd voor 87 wooneenheden.
Om tegemoet te komen aan de vraag van het Agentschap Zorg en Gezondheid, wordt een capaciteitswijziging gevraagd voor de groep van assistentiewoningen in het Antoniushof.
De capaciteit wijzigt van 88 wooneenheden naar 87 wooneenheden.
Keurt de capaciteitswijziging van de groep van assistentiewoningen 'Antoniushof' van 88 wooneenheden naar 87 wooneenheden goed.
Het RIZIV heeft een overeenkomst gesloten met het volwassenen-netwerk Geestelijke Gezondheid Het PAKT, vertegenwoordigd door het psychiatrisch ziekenhuis Sint-Jan te Eeklo, betreffende de financiering van de psychologische functies in de eerste lijn via netwerken en lokale multidisciplinaire samenwerkingsverbanden.
Deze overeenkomst, verder ELP-conventie genoemd, heeft als doelstelling om de geestelijke gezondheidszorg dichter bij de burger te brengen, dicht bij de leefomgeving van de burger en in samenwerking met de actoren in de eerste lijn.
In grote lijnen zijn er twee functies binnen de ELP-conventie:
De doelstellingen van de ELP-conventie, en in het bijzonder de functie eerstelijnspsychologische zorg, zijn zeer flankerend aan de werking van de psychologen voor ouderen van de lokale dienstencentra (ldc) van stad Gent.
Er zijn 7 psychologen (5.2 fte) die in de 11 ldc werkzaam zijn. Zij richten zich op 3 pijlers:
Dit team van psychologen staat ook in voor de psychologische ondersteuning in het zorgprotocol-3-project 'Zorg 24'. Dit project richt zich op een specifieke doelgroep, nl ouderen met complexe zorg-en hulpbehoeften. Daarenboven heeft dit project ook een zeer specifieke doelstelling, nl. het uitstellen van de opname van deze doelgroep in een woonzorgcentrum.
De sessies binnen dit psychologische luik van het voornoemde project is in 2023 reeds sterk verminderd en zal tegen eind 2023 wellicht stopgezet worden.
Het instappen in de ELP-conventie kan deze vermindering van inkomsten voor 2023 compenseren. Gezien de grote kans op een verlenging van de ELP-conventie en dus ook van de overeenkomst kunnen er wellicht ook voor de komende jaren inkomsten gegenereerd worden.
Er werden werkgroepen opgestart vanuit de federale overheid om deze protocol-3 -psychologische ondersteuning te laten inkantelen in de ELP-conventie. Welke vorm dit uiteindelijk zal aannemen en welke financiering hier tegenover zal staan, is vooralsnog niet gekend.
Gezien de grote inhoudelijke meerwaarde van de ldc-psychologen om de doelstellingen van de ELP-conventie te bereiken, wordt ervoor gekozen om via de overeenkomst met het netwerk Het PAKT, toe te treden tot de ELP-Conventie en meer bepaald tot de eerstelijnspsychologische zorg.
Het gaat enkel om de eerste pijler van de huidige werking van de ldc-psychologen die binnen de ELP-conventie een plaats kan krijgen en versterkt kan worden.
De kandidaatstelling van de ldc-psychologen werd inhoudelijk goedgekeurd door de beoordelingscommissie van het betreffende netwerk. We zouden hierdoor een factureerbaar contingent van 4u/week/psycholoog kunnen krijgen.
De voorliggende overeenkomst heeft een looptijd tot eind december 2023. Men verwacht evenwel dat deze verlengd zal worden. Nu instappen biedt het voordeel reeds deel uit te maken van het systeem.
Instappen biedt volgende voordelen:
Gezien de korte periode van de voorliggende overeenkomst wordt de opstart voorzien binnen het huidige personeelskader.
Deze opstartperiode biedt de mogelijkheid om, indien de overeenkomst verlengd wordt, in te schatten of en hoeveel bijkomende gesubsidieerde psychologen ingezet kunnen worden.
De ELP-conventie die de basis vormt voor de voorliggende overeenkomst loopt tot 31/12/2023. Het is zeer waarschijnlijk dat er voor 2024 en 2025 een nieuwe conventie zal worden afgesloten.
De nieuwe overeenkomst zal desgevallend opnieuw aan de Raad worden voorgelegd.
De bedragen in deze tabel zijn incl. btw
| Dienst* | J00 |
| Budgetplaats | K10100000 |
| Categorie* | 740 |
| Subsidiecode | |
| 2023 | 17.000 |
| 2024 | 8.000 |
| 2025 | |
| Later | |
| Totaal | 25.000 |
Keurt goed de overeenkomst met het netwerk geestelijke gezondheid Het PAKT, vertegenwoordigd door het psychiatrisch ziekenhuis St Jan, Oostveldstraat1 te 9900 Eeklo, betreffende het toetreden van de ldc-psychologen tot de ELP-conventie, zoals gevoegd in bijlage.
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 77, 1e lid.
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 490.
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 490, § 2 en § 3.
Audio is een welzijnsvereniging in de zin van deel 3, titel 4, hoofdstuk 2 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna: Audio).
OCMW Gent was in 2010 mede oprichtend lid van Audio.
Artikel 485, 1e lid van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat welzijnsverenigingen onderworpen zijn aan dezelfde regels aangaande het bestuurlijk toezicht als OCMW's.
Artikel 490, §2 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur schrijft voor dat de algemene vergadering van welzijnsverenigingen zich vóór 30 juni dienen uit te spreken over de vaststelling van de jaarrekening van het voorgaand boekjaar en dat ze hiervan binnen de 20 dagen een afschrift dienen te bezorgen aan de betrokken OCMW's.
Artikel 490, §3 van het Decreet van 22 december 2017 bepaalt dat de betrokken raden voor maatschappelijk welzijn advies uit kunnen brengen over voormelde jaarrekening. Indien zij binnen de 50 dagen na ontvangst door het OCMW van voormelde jaarrekening geen advies uitbrengen bij de toezichthoudende overheid, de provinciegouverneur, worden zij geacht positief te hebben geadviseerd.
Op 26 mei 2023 stelde de algemene vergadering van Audio de jaarrekening van 2022 vast. Audio maakte hiervan op 31 mei 2023 een afschrift met toelichting over aan OCMW Gent.
De jaarrekening van 2022 met toelichting van Audio wordt ter kennisneming voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn van OCMW Gent.
Neemt kennis van de jaarrekening van 2022 zoals vastgesteld door de algemene vergadering van de welzijnsvereniging Audio van 26 mei 2023.
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 77, 1e lid.
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 482, 2e lid.
Audio is een welzijnsvereniging in de zin van deel 3, titel 4, hoofdstuk 2 van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur (hierna: Audio).
OCMW Gent was in 2010 mede oprichtend lid van Audio.
Artikel 482, 2e lid van het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur bepaalt dat beslissingen aangaande de toelating van deelgenoten in welzijnsverenigingen enkel kunnen worden genomen indien alle deelgenoten hier voorafgaand mee instemmen.
OCMW Landen, AGB Landen, gemeente Hove, OCMW Hove, gemeente Herent, OCMW Herent, gemeente Kruibeke, OCMW Kruibeke en AGB Kruibeke hebben gevraagd om toe te treden tot de welzijnsvereniging Audio.
In het kader van de groeistrategie die goedgekeurd werd door de algemene vergadering van Audio van 20 mei 2022 heeft Audio gevraagd om de toetreding van OCMW Landen, AGB Landen, gemeente Hove, OCMW Hove, gemeente Herent, OCMW Herent, gemeente Kruibeke, OCMW Kruibeke en AGB Kruibeke formeel goed te keuren.
Keurt goed, de toetreding van OCMW Landen, AGB Landen, gemeente Hove, OCMW Hove, gemeente Herent, OCMW Herent, gemeente Kruibeke, OCMW Kruibeke en AGB Kruibeke tot de welzijnsvereniging Audio.
Neemt kennis van het feit dat er in het 2de kwartaal van 2023 geen beslissingen genomen zijn m.b.t. overheidsopdrachten dagelijks bestuur.
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 78
Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 78
Op 13 oktober 2016 heeft de raad voor maatschappelijk welzijn de delegatie bij reglement van een aantal bevoegdheden inzake personeel goedgekeurd. Dit besluit werd goedgekeurd onder het toepassingsgebied van het toenmalige Decreet van 19 december 2008 betreffende de organisatie van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn (het zogenaamde OCMW-decreet), dat intussen is vervangen door het Decreet over het lokaal bestuur. Het besluit is dan ook toe aan een actualisatie. De delegatie bij reglement van een aantal bevoegdheden inzake personeel moet immers worden gebaseerd op een nieuwe rechtsgrond. Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om nog enkele wijzigingen door te voeren m.b.t. de in het besluit van 2016 opgelijste gedelegeerde bevoegdheden.
Eén van de gedelegeerde bevoegdheden betrof het aangaan van dadingen met personeelsleden die de beëindiging van het dienstverband, en meer bepaald de gevolgen daarvan, tot voorwerp hebben.
Deze bevoegdheidsdelegatie naar het vast bureau was algemeen en betrof alle personeelsleden, ongeacht of ze door het vast bureau of de raad waren aangesteld.
Het komt onlogisch voor dat het vast bureau ook bevoegd is voor het aangaan van dergelijke dadingen met personeelsleden die niet door haar werden aangesteld. Bedoeling moet zijn dat elke aanstellende overheid de bevoegdheid behoudt dergelijke dadingen aan te gaan met personeelsleden die door haarzelf werden aangesteld. In die zin zou de raad, wanneer het een personeelslid heeft aangesteld en ontslagen, de bevoegdheid moeten behouden om ook dadingen met dat betrokken personeelslid aan te gaan die de beëindiging van het dienstverband, en meer bepaald de gevolgen daarvan, tot voorwerp hebben.
Voorts was ten tijde van het het OCMW-decreet de mogelijkheid voorzien dat de raad voor maatschappelijk welzijn haar aanstellingsbevoegdheid kon delegeren (wat voorheen zo al was voor de stad), waardoor het oorspronkelijke besluit van 2016 ook daarin voorzag. Sinds de inwerkingtreding van het decreet over het lokaal bestuur is het vast bureau sowieso de aanstellende overheid, waardoor geen delegatie meer nodig is en waardoor het oorspronkelijke besluit van in 2016 ook in die zin, als tweede wijziging, moet worden aangepast.
Het verdient aanbeveling het oorspronkelijke reglement over de delegaties op te heffen en te hernemen in de gewijzigde vorm, zoals hiervoor geschetst.
Keurt goed de opheffing van de delegatie bij reglement van een aantal bevoegdheden inzake personeel, goedgekeurd door de raad op 13 oktober 2016 (2016_RMW_00322).
Delegeert bij reglement de hierna opgesomde bevoegdheden inzake personeel aan het vast bureau:
Beslist dat het vast bureau structureel aan de raad voor maatschappelijk welzijn zal rapporteren over de uitoefening van deze bevoegdheden.
Dit besluit treedt in werking vanaf 1 oktober 2023.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 74 en artikel 83, 5de lid.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 bepaalt dat de notulen door de algemeen directeur worden opgesteld en dat die notulen in de eerstvolgende vergadering ter goedkeuring moeten worden voorgelegd.
Elk lid van de vergadering heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen van de vorige vergadering. Als die opmerkingen worden aangenomen, worden de notulen in die zin aangepast.
De notulen zijn te vinden in de interne toepassing eBesluitvorming bij de zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn van 4 september 2023 onder 'Publicaties' (link: https://ebesluitvorming.gentgrp.gent.be/agenda/view?id=12067).
Keurt de notulen goed van de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn van 4 september 2023.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 177, 6e lid
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 177
Artikel 177 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt het volgende:
"De financieel directeur staat in volle onafhankelijkheid in voor:
1° de voorafgaande krediet- en wetmatigheidscontrole van de beslissingen van de gemeente en van het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn met budgettaire en financiële impact, overeenkomstig de voorwaarden, vermeld in artikel 266 en 267;
De financieel directeur rapporteert in volle onafhankelijkheid over de volgende aangelegenheden aan de gemeenteraad, aan de raad voor maatschappelijk welzijn, aan het college van burgemeester en schepenen, en aan het vast bureau:
1° de vervulling van de opdrachten, vermeld in dit artikel;"
Dit mechanisme wordt geregeld in artikel 266 van het Decreet Lokaal Bestuur. Enkele belangrijke passages uit dit artikel zijn de volgende:
"De voorgenomen financiële verbintenissen die resulteren in een uitgaande nettokasstroom zijn onderworpen aan een voorafgaand visum, voordat enige verbintenis kan worden aangegaan.
De financieel directeur onderzoekt de wettigheid en regelmatigheid van die voorgenomen verbintenissen in het kader van zijn opdracht vermeld in artikel 177, eerste lid, 1°. Hij verleent zijn visum, als uit dat onderzoek de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenis blijkt. Hij kan voorwaarden koppelen aan zijn visum. Als de financieel directeur weigert zijn visum te verlenen, of als hij er voorwaarden aan koppelt, motiveert hij dat.
De raad voor maatschappelijk welzijn bepaalt, na advies van de financieel directeur, de nadere voorwaarden waaronder de financieel directeur de controle, vermeld in het tweede lid, uitoefent. De raad voor maatschappelijk welzijn kan binnen de perken die vastgelegd zijn door de Vlaamse Regering, en na advies van de financieel directeur, bepaalde categorieën van verrichtingen uitsluiten van de visumverplichting."
In zitting van de raad voor maatschappelijk welzijn de dato 19 december 2022 werden onderstaande categorieën vrijgesteld van de visumplicht:
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt gevraagd kennis te nemen van de rapportering over het jaar 2022, zoals gevoegd in bijlage. De rapportering biedt inzicht in het aantal behandelde visumdossiers in 2022 en lijst een aantal aandachts- en verbeterpunten op.
Neemt kennis van de rapportering door de financieel directeur over de voorafgaande controle van de wettigheid en regelmatigheid van de voorgenomen verbintenissen (visum) over het jaar 2022, zoals gevoegd in bijlage.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 77, lid 1.
De gemeenteraad keurde in zitting van 20 juni 1994 een overeenkomst goed waarbij de Stad Gent samen met het OCMW Gent het beheer en de uitbetaling van hun pensioenen toevertrouwden aan de voorzorgsinstelling OMOB, thans Ethias.
Deze overeenkomst werd meermaals aangepast. Op 17 december 2018 keurde de gemeenteraad en op 13 december 2018 de raad voor maatschappelijk welzijn de pensioenverzekeringsovereenkomst van de eerste pijler (wettelijke pensioenen) (nr. FP 025) en de overeenkomst bijdragenverzekering (nr. FP 027) goed.
In artikel 8 van beide overeenkomsten wordt gesteld: 'Ethias maakt elk jaar, ten behoeve van de verzekeringsnemer en het toezichtscomité, een rapport op met betrekking tot de functionering van de bijdrageverzekering en de pensioenverzekering".
Het bestuur heeft een toezichtscomité - pensioencommissie - opgericht die haar adviseert betreffende de jaarlijkse financiële afrekening en het actuarieel rapport.
Op 23 september 2022 werd door het toezichtscomité - pensioencommissie - een advies betreffende de financiële afrekening 2021 en het actuarieel rapport 2022 opgemaakt.
Dit advies wordt aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn meegedeeld.
Neemt kennis van het advies, dat bij dit besluit wordt gevoegd, betreffende de financiële afrekening 2021 en het actuarieel rapport 2022 van de Pensioenverzekeringsovereenkomst van de Eerste Pijler en de Overeenkomst Bijdragenverzekering, zoals opgemaakt door het toezichtcomité.
Het Decreet over het lokaal van bestuur van 22 december 2017 voorziet in een geïntegreerde planning van de gemeente en het OCMW.
De decreetgever beperkt voortaan de verplichte rapportering aan de raad omwille van kredietwijziging en autorisatie van de kredieten door meer de nadruk te leggen op de rapportering over realisatie van het geplande beleid in een opvolgingsrapportering.
De toepassing van deze regels impliceert dat er over de tussentijdse realisatie van dit meerjarenplan wordt gerapporteerd middels deze opvolgingsrapportering.
De decreetgever versterkt de inhoudelijke rapportering naar de raad. Deze bevat een overzicht van de realisatie van de prioritaire doelstellingen, een update van de financiële risico's en de grondslagen en assumpties waarop de aanpassing van het meerjarenplan bij budgetwijziging 2023 is gebouwd. De aanrekeningen die in de rapporteringen worden getoond, betreffen in regel de boekingen tot en met eind juni 2023. Deze realisaties worden telkens vergeleken met de laatste planningscijfers van de budgetwijziging 2023.
Neemt kennis van de opvolgingsrapportering voor het jaar 2023 over de inhoudelijke voortgang van het meerjarenplan, zoals toegevoegd in bijlage.
Stad en OCMW vragen als lokale overheid regelmatig subsidies aan bij de hogere overheden. Het kan hierbij gaan om subsidieprogramma’s beheerd door de Vlaamse of federale overheid (bijvoorbeeld: ‘subsidieprogramma Gemeente zonder gemeentehuis’) of om Europese subsidieprogramma’s, zoals projecten in het kader van de subsidieprogramma's Horizon Europe of Interreg, maar ook om subsidieprogramma's voor uitwisselingsprojecten zoals URBACT.
De deelname aan dergelijke extern gesubsidieerde projecten gaat meestal gepaard met de goedkeuring van een overeenkomst (enerzijds subsidieovereenkomst en anderzijds partnerschaps-, of samenwerkingsovereenkomst genoemd).
Om snel te kunnen anticiperen op subsidieoproepen werd in de ocmw-raad van december 2022 de bevoegdheid tot het afsluiten van overeenkomsten over inkomende subsidies van bovenlokale overheden aan het vast bureau gedelegeerd.
Het vast bureau moet hierover zesmaandelijks rapporteren aan de raad.
In de periode januari - juni 2023 werd door het vast bureau 3 keer beroep gedaan op de delegatie. Het rapport over deze periode is toegevoegd in bijlage van dit besluit.
Neemt kennis van de rapportering over periode januari-juni 2023 van beslissingen genomen in het kader van de delegatie van bevoegdheid tot het afsluiten van overeenkomsten over inkomende subsidies van bovenlokale overheden.
Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur, artikel 77 lid 1.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 2.
De huidige aanstelling van advocaten loopt af in de loop van 2023. Op vandaag geldt er een bijzonder regime voor het aanstellen van een advocaat. Meer bepaald kan de vertegenwoordiging in rechte bij geschillenbeslechting en de advisering ter voorbereiding ervan uitgesloten worden uit het toepassingsgebied van de overheidsopdrachtenreglementering. Beide soorten diensten vormen de litigation-diensten.
Er is ‘vrije keuze’ van advocaat gezien de vertrouwensrelatie tussen advocaat en cliënt (intuitu personae karakter van de relatie).
Er is ‘vrije keuze’ van contractvoorwaarden en de wijze waarop een advocaat wordt aangesteld.
Omwille van diverse factoren (globale dienstverlening en multidisciplinaire aanpak, vastgelegd ereloon en schaalvoordeel, enz.) is het aangewezen om op voorhand, zonder dat er al sprake is van een conflict, een overeenkomst met een advocaat af te sluiten en modaliteiten overeen te komen.
Meester Gerd Leyns van Advocatenkantoor Recht.Gent BV trad de voorbije jaren op als vertegenwoordiger van OCMW Gent in dossiers van steungerelateerde terugvorderingen in het kader van maatschappelijke dienstverlening. Dit betreft dossiers in het kader van terugvorderingen waar OCMW Gent als eiser optreedt, o.a. terugvordering van de kosten voor verleende hulp, toepassingen onderhoudsplicht en vorderingen financieel directeur. Dergelijke dossiers vragen een specifieke expertise van advocaten.
De bevoegde dienst van OCMW Gent kiest voor samenwerking met meester Gerd Leyns omwille van de volgende criteria:
- Degelijke advisering met kennis van zake omtrent de haalbaarheid van een dossier.
- Degelijke motiveringen.
- Dossiers worden zonder uitzondering snel behandeld.
- Continue bereikbaarheid.
- Er werden nog geen vergissingen ontvangen.
- De raadsman heeft feeling met de doelgroep en met het gehanteerde terugvorderingsbeleid van OCMW Gent.
- Gerenommeerde ervaring inzake de procedure van collectieve schuldenregeling.
Gezien bovenstaande motivering wordt de overeenkomst over steungerelateerde terugvorderingen in het kader van maatschappelijke dienstverlening met Advocatenkantoor Recht.Gent bv, 0825.883.635, Brugsesteenweg 591, 9030 Mariakerke, met de looptijd van 2 jaar met startdatum 1 oktober 2023, ter goedkeuring aan de raad voor maatschappelijk welzijn voorgelegd.
De bedragen in deze tabel zijn incl. btw
| Dienst* | Fin. terugvordering en Ondersteuning |
| Budgetplaats | V24100000 |
| Categorie* | Uitgaven (budgetpositie 6141120) |
| Subsidiecode | niet relevant |
| 2023 | 72600 |
| 2024 | 282950 |
| 2025 | 214400 |
| Totaal | 569950 |
Keurt goed, de overeenkomst tussen OCMW Gent en Advocatenkantoor Recht.Gent bv met ondernemingsnummer 0825.883.635, Brugsesteenweg 591, 9030 Mariakerke voor steungerelateerde terugvorderingen in het kader van maatschappelijke dienstverlening, zoals gevoegd in de bijlage.
De looptijd bedraagt 2 jaar, met aanvangsdatum 1 oktober 2023.
Keurt goed dat bij BO 2024 het nog ontbrekende budget wordt voorzien .
Het tariefreglement voor diensten aangeboden in de lokale dienstencentra, assistentiewoningen en woonzorgcentra werd voor het eerst goedgekeurd op 25 mei 2020 en laatst gewijzigd in de Raad voor Maatschappelijk Welzijn van 31 mei 2023.
Bij de codificatie van de tarieven opgenomen in dit reglement in 2020, werd de standaardbepaling in verband met de inning overgenomen uit de retributiereglementen van de stad. Daarbij werd voorbijgegaan aan de bestaande praktijk, de aard van dienstverlening en het doelpubliek van de OCMW-dienstverlening.
Concreet was (net zoals bij de stadsretributies) voorzien in een aanmaankost indien, na een kosteloze herinnering, een aangetekende aanmaning moet worden verzonden. In de praktijk werden (en worden) geen aanmaankosten aangerekend. Sowieso is het aantal aangetekende aanmaningen voor dienstverlening opgenomen in dit reglement beperkt: het gaat over eerder kleine bedragen, die bovendien vaak op voorhand en/of ter plekke worden betaald.
Voorstel is om het reglement aan te passen en geen aanmaankost aan te rekenen. Argumenten daarvoor zijn onder meer:
De wijzigingen treden in werking op 1 oktober 2023.
Wijzigt het artikel 6 'Inning' van het reglement 'Tarief voor diensten aangeboden in de lokale dienstencentra, assistentiewoningen en woonzorgcentra' als volgt:
De wijzigingen treden in werking op 1 oktober 2023.
Neemt kennis van de gecoördineerde versie van het reglement 'Tarief voor diensten aangeboden in de lokale dienstencentra, assistentiewoningen en woonzorgcentra' zoals gevoegd in bijlage.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 77
Wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening, artikel 1
Wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 11, § 1
Organieke Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, artikel 57§2,1°
Koninklijk Besluit van 12 december 1996 betreffende de dringende medische hulp die door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn wordt verstrekt aan de vreemdelingen die onwettig in het Rijk verblijven, artikels 1, 2 en 3
Koninklijk Besluit van 28 november 2018 betreffende de facturatie naar aanleiding van een tussenkomst dringende geneeskundige hulpverlening door een ambulancedienst, artikel 1
Situering en huidige werkwijze
Een van de wettelijke taken van het OCMW cfr. artikel 57§2,1° van de Organieke Wet van 8 juli 1976 is het verlenen van dringende medische hulp, wanneer het gaat om een vreemdeling die illegaal in het Rijk verblijft.
Volledigheidshalve vermelden we dat EU-burgers en hun familieleden, die tijdelijk uitgesloten zijn van maatschappelijke dienstverlening tijdens de eerste drie maanden van hun verblijf in België, eveneens gerechtigd kunnen zijn op dringende medische hulp (cfr het arrest van het Grondwettelijk Hof van 30 juni 2014,arrest nr. 95/2014).
In het Koninklijk Besluit van 12 december 1996 wordt nader bepaald wat kan verstaan worden onder de term dringende medische hulp met name de hulp die een uitsluitend medisch karakter vertoont en waarvan de dringendheid met een medisch getuigschrift wordt aangetoond. Dringende medische hulp kan zowel ambulant worden verstrekt als in een verplegingsinstelling en de dringende medische hulp kan zorgverstrekking omvatten van zowel preventieve als curatieve aard.
De wet van 2 april 1965, artikel 11, §1, 2° bepaalt de mate waarin de Staat het OCMW terugbetaalt voor de gemaakte kosten, met name de prijs die wordt terugbetaald door de verzekering tegen ziekte en invaliditeit van de andere gezondheidsprestaties, dus aan de hand van de tarieven zoals opgenomen in de RIZIV-nomenclatuur.
Het bijzonder comité voor de sociale dienst - algemene zaken van 10 november 2005 beslist om tussen te komen in de kosten van dringende medische hulp ten belope van bovenstaande terugbetalingsregel, dus beperkt tot de prestaties, producten en tarieven zoals opgenomen in de RIZIV-nomenclatuur en de lijst van de vergoedbare (para)farmaceutische specialiteiten.
Eenvoudig vertaald betekent dit dat ons centrum de medische kosten onder de noemer van dringende medische hulp
vergoedt, net zoals iemand met legaal verblijf én verzekerd bij een ziekenfonds terugbetalingen krijgt vanuit de de verplichte ziekte-en invaliditeitsverzekering.
Concreet betreft het de cliënten die gerechtigd zijn op dringende medische hulp en beschikken over een medische kaart.
Wijziging context ambulancevervoer en impact
Tot 31/12/2018 omvatte deze terugbetalingsregel ook de tussenkomst in de kosten voor dringend ziekenvervoer (zoals bedoeld onder de Wet van 8 juli 1964 betreffende de dringende geneeskundige hulpverlening) : namelijk de kosten voor een vervoer door de dienst 112 voor gerechtigden op dringende medische hulp met een medische kaart werden door ons centrum vergoed aan de ambulancedienst en werden ons door de POD Maatschappelijke Integratie terugbetaald.
Echter, door het Koninklijk Besluit van 28 november 2018
werd de terugbetaling door het RIZIV van dringend ziekenvervoer vanaf 01/01/2019 aangepast : de prestatie wordt niet langer vergoed door onder de ziekte- en invaliditeitsverzekering doch de ambulancediensten mogen vanaf dan enkel een forfaitaire prijs aanrekenen aan de patiënt voor dit vervoer (ongeacht het aantal afgelegde kilometers) : 60 EUR/rit (gekoppeld aan het gezondheidsindexcijfer 107,52 - basisjaar 2013). De huidige prijs (2023) bedraagt 67,53 EUR/rit.
Het pervers effect van deze nieuwe tarificatieregeling is dat er sindsdien geen terugbetaling meer gebeurt door de POD Maatschappelijke Integratie van deze vervoerskosten aan ons centrum.
Ingevolge de bestaande beslissing van het BCSD-AZ van 10 november 2005, waarin werd beslist om de tussenkomsten onder de noemer van dringende medische hulp te beperkten tot de prestaties, producten en tarieven zoals bepaald door het RIZIV, kunnen de kosten van dringend ziekenvervoer dus niet meer vergoed worden onder dringende medische hulp/medische kaart.
Omdat deze kosten niet meer kunnen vergoed worden onder de bestaande beslissing van het bestuur van BCSD-AZ van 10 november 2005, worden sinds 1 januari 2019 individuele bijzondere verzoeken voorgelegd aan het bijzonder comité voor de sociale dienst - hulpverlening om de forfaitaire kost voor dringend ziekenvervoer te vergoeden aan de betrokken ambulancedienst. De maatschappelijk werkers van de dienst Medische Kaart maken per vervoer een verslag voor het BCSD-HV met een verzoek om deze forfaitaire kost ten laste te nemen. Dit betekent wilswaar een extra administratieve belasting voor de dienst Medische Kaart, betreft gemiddeld 60-tal verslagen/jaar.
Kosten voor dringend ziekenvervoer zijn ons inziens immers onbetwistbaar kosten die thuis horen onder de noemer van dringende medische hulp zoals bedoeld door het Koninklijk Besluit van 12 december 1996. De terugbetaalbaarheid door de POD Maatschappelijke Integratie heeft geen impact op deze kwalificatie van dringendheid.
De POD Maatschappelijke Integratie bevestigt onze interpretatie dat dringend vervoer ressorteert onder de beschrijving van dringende medische hulp, dat tussenkomst in deze kosten aangewezen kan zijn indien uit het sociaal-financieel onderzoek blijkt dat de aanvrager voldoet aan alle voorwaarden (behoeftigheid, geen wettig verblijf of EU-burger/familielid EU-burger die tijdens eerste drie maanden van verblijf uitgesloten zijn van maatschappelijke dienstverlening, medewerking aan het sociaal onderzoek) én dat terugbetaling door de POD MI hierin geen relevante voorwaarde kan zijn.
Voorstel
Er wordt goedkeuring gevraagd om de kosten van dringend ziekenvervoer (vervoer 112) te kunnen vergoeden als dringende medische hulp tijdens een geldige medische kaart gezien :
Een algemene beslissing om deze kosten ten laste te nemen resulteert enkel in een administratieve vereenvoudiging, de kosten stijgen niet: de uitgaven gebeuren immers momenteel ook via het steunbudget maar dan telkens via bijzonder verzoek.
De bedragen in deze tabel zijn incl. btw
| Dienst* | C99-Decentraal maatschappelijk werk |
| Budgetplaats | C99000000 |
| Categorie* | Exploitatie - steun |
| Subsidiecode | |
| 2022 | 0 |
| 2023 | 4000 |
| 2024 | 4500 |
| 2025 | 4800 |
| 2026 | 5000 |
| 2027 | 5300 |
| 2028 | 5800 |
| Later | 5800 |
| Totaal | 35200 |
Keurt goed de ten laste name van de kosten voor dringend ambulancevervoer voor gerechtigden op dringende medische hulp onder een geldige medische kaart.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 77.
Wet van 8 juli 1976 betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, Art. 1.
Systeem aanvullende financiële hulp
Artikel 1 van de OCMW wet geeft aan dat de OCMW’s de maatschappelijke dienstverlening moeten verzekeren zodat iedereen een leven kan leiden in menselijke waardigheid. In deze optiek heeft het OCMW een discretionaire bevoegdheid om beleid te ontwikkelen om dit doel te bereiken. Eén van de beleidsinstrumenten hiertoe is het voorzien van financiële hulp en ondersteuning. Naast de toekenning van het leefloon of equivalent leefloon, kunnen OCMW’s/gemeentes extra financiële tussenkomsten voorzien met eigen middelen.
Voor veel gezinnen in armoede volstaan het leefloon of andere uitkeringen niet om de minimale leefkosten te dekken. Ook een aantal werkenden met zeer laag inkomen kunnen niet in hun basisbehoeften voorzien. Daarom is door OCMW Gent sinds 2016 een systeem van aanvullende financiële hulpverlening opgezet, dat op een rechtvaardige manier extra ondersteuning wil bieden aan wie dit het meest nodig heeft. Het doel is om het inkomen van mensen in armoede dichter bij de armoedegrens te brengen, waarbij een financiële stimulans tot activering behouden blijft. Dit systeem werd door de toenmalige Raad voor Maatschappelijk Welzijn in 2015 unaniem goedgekeurd door alle politieke partijen. Het berust op de verhouding tussen 3 bedragen, die voor iedere gezinssituatie apart berekend wordt:
Als het gezinsinkomen lager ligt dan zowel het referentiebudget als de kritische grens, wordt aanvullende financiële hulp toegekend tot de laagste begrenzing: ofwel tot de kritische grens ofwel tot het referentiebudget. Zo kan er nooit AFH gegeven worden boven het referentiebudget, noch boven de kritische grens waardoor er steeds een loonspanning behouden blijft.
Huidige situatie
We stellen vast dat, ondanks het feit dat de armoede niet vermindert:
Heel wat maatschappelijke veranderingen hebben impact op het systeem:
Enerzijds zijn er indexaties en welvaartsaanpassingen van het leefloon doorgevoerd. Het GGMMI daarentegen - en dus onze kritische grens - steeg minder, en minder snel. Daardoor komt het leefloon steeds dichter bij de kritische grens te liggen, met minder en lagere AFH-uitbetalingen tot gevolg. Deze kritische grens ligt echter kunstmatig laag: in geen enkele sector wordt dit GGMMI gehanteerd als minimum: zelfs in de laagstbetaalde jobs, waar het GGMMI als maandloon wordt gehanteerd, wordt daar bovenop een eindejaarspremie of 13de maand, dubbel vakantiegeld en bepaalde extra’s (bv. maaltijd- en ecocheques) uitbetaald. We berekenden dat de werkelijke spanningsvelden tegenover het laagst mogelijke inkomen hierdoor op 1/1/23 eigenlijk 42/31/12% zijn i.p.v. de door de OCMW-raad goedgekeurde 35/25/7%. We hanteren in de praktijk dus grotere spanningsvelden ten aanzien van het laagste werkelijke loon dan waar er politieke consensus over is.
Anderzijds zijn er een aantal snelle en zeer hoge prijsstijgingen geweest, waardoor meer mensen hun rekeningen niet meer kunnen betalen, met een stijging van het aantal steunaanvragen tot gevolg. De woonkost is daarin een belangrijke factor: de huurprijzen zijn sinds 2015 met meer dan 25% gestegen. De aftopping van de woonkost is in ons systeem echter onveranderd gebleven.
Aanpassingen systeem aanvullende financiële hulp
We stellen daarom volgende aanpassingen voor:
1) Andere berekeningsbasis voor kritische grens dan het GGMMI
We behouden daarbij de basisvisie: we geven mensen extra steun tot maximaal het referentiebudget (de individueel berekende armoedegrens), behalve indien we hierdoor te dicht in de buurt van het minimumloon komen, dat men kan verkrijgen uit werk. De in 2015 afgesproken basisprincipes blijven daarbij dezelfde:
Voor bijsturing van de kritische grens stellen we voor het gemiddelde maandloon te hanteren van een doelgroepwerknemer zonder enige anciënniteit in de sector van de maatwerkbedrijven, volgens de voorwaarden van paritair comité 327.01 – “Beschutte en sociale werkplaatsen maatwerkbedrijven (Vlaanderen)”. Dit is de derde sector waar Art. 60’ers naar doorstromen, na de lokale overheid en de uitzendsector. Het is de sector met het allerlaagste loon op de arbeidsmarkt. Met gemiddeld maandloon bedoelen we: netto (jaarloon + vakantiegeld + eindejaarspremie)/12.
Dit komt voor alle gezinstypes overeen met een verhoging van ongeveer 10% van het nettoloon of 20% van het brutoloon in vergelijking met de huidige praktijk o.b.v. het GGMMI. Daarop blijven we dan de spanningsvelden toepassen die vandaag gelden, in combinatie met alle andere berekeningen (afhouding sociale voordelen, toevoeging groeipakket).
Net zoals nu zal deze kritische grens mee evolueren met toekomstige indexaties.
2) Geactualiseerde aftopping van de woonkost in het referentiebudget
In 38% van de sociale dossiers wordt momenteel de huishuur afgetopt bij berekening van hun referentiebudget en kans op AFH. Bij ongewijzigd beleid zou in simulatie dit kunnen stijgen tot 47%.
De maxima die bij de invoering van het AFH-systeem werden voorgesteld, waren “identiek aan de maximale huurbedragen waarop de interne reglementering voor het verlenen van een borg op geblokkeerde rekening is gebaseerd”. Er is toen ook beslist om “bij een eventuele toekomstige herziening van de bedragen van de borg, ook de maximaal in te brengen huurprijzen voor de berekening van de referentiebudgetten op eenzelfde wijze te laten evolueren”. Deze bedragen zijn op hun beurt gebaseerd op de (intussen gewijzigde) Vlaamse regelgeving over de huurwaarborglening, waarin maxima worden vastgelegd die rekening houden met gezinsgrootte en met hogere huurprijzen in de Vlaamse centrumsteden en de grootstedelijke gebieden, waaronder Gent. Deze maximumbedragen voor de huurwaarborglening worden jaarlijks geïndexeerd op 1 januari, o.b.v. de gezondheidsindex van oktober. We stellen dus voor om deze objectieve en duurzame norm voortaan consequent toe te passen, met afgeronde bedragen. We stellen tegelijk voor om voor het referentiebudget drie maxima hanteren in plaats van twee, wat toelaat rekening te houden met de nood aan een grotere woning voor gezinnen met meer kinderen.
We stellen dus voor de aftopping van de woonkost als volgt toe te passen:
| 01/01/2016 - 30/09/2023 | 1/10/2023 - 31/12/2023 |
alleenstaanden en koppels | 515 | 799 |
1 kind <18 jr | 645 | 899 |
2 of meer kinderen <18 jr | 999 |
Vanaf 1 januari 2024 evolueert deze aftopping dan mee met de maximumbedragen voor de huurwaarborglening.
Door deze aanpak zou nog 9% van de huidige sociale dossiers afgetopt worden bij berekening van AFH.
Het merendeel van onze cliënten heeft echter een relatief lage huurprijs: het is dus niet door de aftopping veel hoger te leggen dat iedereen plots AFH zal krijgen. Veel cliënten in sociale woningen hebben een lage woonkost, waardoor hun referentiebudget onder de voorgestelde nieuwe kritische grens blijft.
Verwachte effecten van de bijsturing systeem aanvullende financiële hulp
We verwachten door deze bijsturingen:
Keurt goed de aanpassing van de berekeningsbasis voor het bepalen van de kritische grens vanaf 1 oktober 2023, waarbij het basisbedrag afgestemd wordt op de minimumlonen volgens paritair comité 327.01 - "Beschutte en sociale werkplaatsen maatwerkbedrijven (Vlaanderen)".
Keurt goed de verhoging van de maximaal in aanmerking genomen huurprijs bij de berekening van het referentiebudget, als volgt:
| gezinssituatie | grensbedrag 1/10/23-31/12/23 |
|---|---|
| alleenstaanden en koppels | 799 |
| 1 kind <18 jaar | 899 |
| 2 of meer kinderen <18 jaar | 999 |
Keurt goed dat de grensbedragen voor de huurprijs vanaf 1 januari 2024 mee evolueren met de Vlaamse grensbedragen voor de huurwaarborglening.
OCMW Gent kan drie personen voordragen voor het dagelijks bestuur van de EVA vzw REGent waarvan er twee bestuurder zijn in het bestuursorgaan van deze vzw en één ambtenaar.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurde op 25 maart 2019 de voordracht van Mattias De Vuyst, raadslid, als natuurlijke persoon-dagelijks bestuurder in het bestuursorgaan van de EVA vzw REGent goed.
De Open Vld-fractie wenst over te gaan tot de vervanging van Mattias De Vuyst in het dagelijks bestuur van de EVA vzw REGent.
Neemt kennis van het ontslag van Mattias De Vuyst, raadslid, als natuurlijke persoon-dagelijks bestuurder in het bestuursorgaan van de EVA vzw REGent.
Keurt goed de voordracht van bestuurder Alana Herman, raadslid, als natuurlijke persoon-dagelijks bestuurder in het bestuursorgaan van EVA vzw REGent.
De OCMW-raad moet drie bestuurders voordragen voor het bestuursorgaan van de EVA vzw REGent . Ten minste 1/3 van de bestuurders voor OCMW Gent behoort tot het andere geslacht.
De raad voor maatschappelijk welzijn heeft in de zitting van 22 juni 2020 Simon Smagghe voorgedragen als natuurlijke persoon-bestuurder in het bestuursorgaan van de EVA REGent vzw.
De CD&V-fractie wenst over te gaan tot een vervanging in het bestuursorgaan van de EVA REGent vzw.
Neemt kennis van het ontslag van Simon Smagghe als natuurlijke persoon-bestuurder in het bestuursorgaan van de EVA REGent vzw.
Keurt goed de voordracht van Abdil Kara als natuurlijke persoon-bestuurder in het bestuursorgaan van de EVA REGent vzw.
Deze aanstelling gebeurt onder de voorwaarde van het naleven van de Deontologische code voor lokale mandatarissen, zoals goedgekeurd op 20 november 2017, en gewijzigd op 17 december 2018, 21 oktober 2019 en 21 juni 2021.
Het Decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017, artikel 77
De gemeenteraad keurde in zitting van 20 juni 1994 een overeenkomst goed waarbij de Stad Gent samen met het OCMW Gent het beheer en de uitbetaling van hun pensioenen toevertrouwden aan de voorzorgsinstelling OMOB, thans Ethias.
Deze overeenkomst werd meermaals aangepast. Op 17 december 2018 keurde de gemeenteraad en op 13 december 2018 de raad voor maatschappelijk welzijn de pensioenverzekeringsovereenkomst van de eerste pijler (wettelijke pensioenen) (nr. FP 025) en de overeenkomst bijdragenverzekering (nr. FP 027) goed.
In Bijvoegsel nr 3 aan de bijdrageverzekeringovereenkomst wordt bijlage I "Prospectieve actuariële studie en financieringsplan" vervangen door een nieuwe bijlage "Prospectieve actuariële studie en financieringsplan" bijgevoegd in bijlage.
In bijlage I "Prospectieve actuariële studie en financieringsplan" is bepaald dat zowel Stad als het OCMW jaarlijks een bijdrage betalen aan Ethias ter financiering van de pensioenlast. Deze bijdrage vormt de budgettair afgesproken norm. Deze totale patronale norm wordt verdeeld over de bijdrageverzekering en de pensioenverzekering. Tussen beide verzekeringen kan er geschoven worden met de bijdrage in functie van het financieringsplan.
OCMW Gent
De bepaling van de premies ter financiering van het reservefonds gebeurt in de jaarlijkse actuariële studie, die terug te vinden is in bijlage I. In deze vernieuwde bijlage is een nieuw financieringsplan ingevoerd waarbij ten gevolge van de bespreking bij Budgetopmaak 2023 voor het OCMW Gent de afspraak is gemaakt om de patronale norm voor 2023 vast te leggen op 13.390.000 euro en dit bedrag jaarlijks te verhogen met een groeivoet van 3% tot 2034 en daarna verhoogd met een jaarlijkse groeivoet van 1%.
In kolom 11 van bijgevoegde tabel is de jaarlijkse patronale norm voor Stad en OCMW Gent opgenomen verminderd met 1.000.000,00 euro ter financiering van de pensioenverzekering.
De bedragen in deze tabel zijn incl. btw
| Dienst* | Diverse | ||
| Budgetplaats | Diverse | ||
| Categorie* | 62* | ||
| Subsidiecode | Niet_relevant | ||
| 2022 | |||
| 2023 | 13.390.000,00 | ||
| 2024 | 13.791.700,00 | ||
| 2025 | 14.205.451,00 | ||
| 2026 | 14.631.614,53 | ||
| 2027 | 15.070.562,97 | ||
| 2028 | 15.522.679,85 | ||
| Later | |||
| Totaal | 86.612.008,35 |
De bedragen in deze tabel zijn incl. btw
| Dienst* | |||
| Budgetplaats | |||
| Categorie* | |||
| Subsidiecode | |||
| 2020 | |||
| 2021 | |||
| 2022 | |||
| 2023 | |||
| 2024 | |||
| 2025 | |||
| Later | |||
| Totaal |
Keurt goed bijvoegsel nr. 3 aan de bijdrageverzekeringsovereenkomst nr.027 onderschreven door Stad, Ocmw en Politiezone Gent, zoals gevoegd in bijlage en die integraal deel uitmaakt van deze beslissing.
OCMW Gent deelt met Stad Gent een retributie/tariefreglement voor het verstrekken van administratieve gegevens en publicaties. Dit reglement voorziet (net als de andere retributiereglementen) op uniforme wijze in een artikel 'Inning' waarin een administratiekost wordt bepaald wanneer na de kosteloze herinnering, een aangetekende aanmaning nodig blijkt. Deze administratiekost bedraagt 25 euro, en wordt als volgt uniform in de reglementen verwoord:
Wanneer een aanmaning vereist is, wordt deze aangetekend verstuurd en worden 25 euro administratiekosten aangerekend. Het volledig verschuldigde bedrag zal ingevorderd worden via dwangbevel overeenkomstig artikel 177, tweede lid van het Decreet over het Lokaal Bestuur van 22 december 2017, of in voorkomend geval langs gerechtelijke weg.
Op 27.04.2023 werd het wetsontwerp goedgekeurd dat het boek XIX ‘Schulden van de consument’ toevoegt aan het Wetboek Economisch Recht. Dit boek heeft een impact op de minnelijke invorderingsstappen van schulden van consumenten aan ondernemingen. Voor nagenoeg alle dienstverleningen waarvoor OCMW Gent een tarief hanteert, moet zij gezien worden als een onderneming in de zin van deze wet (en de begunstigde van de dienstverlening als een consument). Belastingen en boetes (zoals GAS- en LEZ-boetes) vallen buiten de toepassing van dit nieuwe boek en van dit raadsbesluit.
In dit boek wordt onder meer bepaald dat een eerste herinnering gratis moet zijn, dat die bepaalde gegevens moet vermelden, en worden grenzen gesteld aan het schadebeding dat kan worden gevorderd als na de herinnering toch nog niet betaald wordt.
Deze bepalingen moeten samen gelezen worden met de andere relevante bepalingen die van toepassing blijven, met name artikel 177 DLB die een aangetekende (niet-kosteloze) aanmaningsbrief voorschrijven vóór de invordering via dwangbevel.
De praktijk om een eerste kosteloze herinneringsbrief te sturen vooraleer een betalende aanmaning volgt, is al jaren gangbare praktijk. Wat de aanmaankost betreft, schrijft de nieuwe wetgeving voor de tarieven tot 150 euro een maximum voor van 20 euro. Voor hogere retributiebedragen bestaan hogere grensbedragen, berekend met verschillende percentages van de basisretributie. Het aantal aanmaningen voor tarieven van het OCMW is beperkt. De meeste van die retributies zijn kleinere bedragen (tot 150 euro), waarbij de OCMW als onderneming moet gekwalificeerd worden en de begunstigde als consument. Daar dringt zich dus sowieso een aanpassing van de administratiekost op, van 25 euro naar maximaal 20 euro.
Er wordt gekozen om de uniformiteit te behouden, en de wijziging van de aanmaankost naar 20 euro door te trekken naar alle retributies. Daarvoor zijn verschillende redenen:
De nieuwe wetgeving is van kracht op alle schulden die hun betaaltermijn overschrijden vanaf 1 september 2023 (de 4e maand na de publicatie in het Belgisch Staatsblad, welke op 23.05.2023 plaatsvond), met enkele beperkte uitzonderingen waarvoor de wetgeving pas op 1 december 2023 van kracht zou worden. Om grotendeels dezelfde hierboven vermelde redenen, wordt ervoor gekozen uniform vanaf 1 september zodra de technische aanpassingen zijn gebeurd de nieuwe regelgeving toe te passen. Voor een beperkt aantal aanmaningen wordt dus vroeger dan noodzakelijk de lagere aanmaankost toegepast. De impact daarvan is verwaarloosbaar tegenover de bijkomende complexiteit die zou bestaan om 2 tarieven naast mekaar mogelijk te maken gedurende een korte termijn.
Gezien de periode van 4 maanden voorzien voor de regeling van de inwerkingtreding grotendeels in het zomerverlof valt, worden het tariefreglement noodgedwongen zo snel mogelijk daarna aangepast, met name in de gemeenteraad/raad voor maatschappelijk welzijn van eind september.
In het reglement blijft de wijziging beperkt tot het aanpassen van het bedrag van 25 euro naar een bedrag van 20 euro in de hierboven vermelde uniforme bepaling omtrent de inning.
De wijzigingen treden in werking op 1 oktober 2023.
Gezien het lage aantal aanmaningen, is de financiële impact verwaarloosbaar.
Wijzigt het artikel 'Inning' van onderstaande retributiereglementen in die zin dat het bedrag van 25 euro wordt vervangen door 20 euro:
De wijzigingen treden in werking op 1 oktober 2023.
Neemt kennis van de gecoördineerde versie van onderstaande retributiereglementen zoals gevoegd in bijlage.
Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 78, 6°.
Binnen het armoedebeleidsplan en vanuit het lokaal onderwijsbeleid wordt via innovatieve projecten en wetenschappelijk onderzoek gezocht naar nieuwe manieren om de onderwijs- en ontplooiingskansen van kwetsbare kinderen te verhogen. In het kader van de bestrijding van kinderarmoede is het cruciaal dat kinderen en jongeren voldoende toegang hebben tot een gezonde en volwaardige maaltijd. In het pilootproject Lekker(s) Op School wil Stad Gent onderzoeken hoe binnen de Gentse context scholen gezonde, betaalbare en duurzame maaltijden kunnen aanbieden, wat ze daarvoor nodig hebben en welke positieve effecten op ontwikkelingskansen van kleuters deze maaltijden kunnen hebben. Hierbij wordt rekening gehouden met de noden en mogelijkheden van scholen en wordt ervoor gezorgd dat zoveel mogelijk kleuters die opgroeien in kwetsbare situaties maximaal positieve effecten ervaren op vlak van gezondheid en ontplooiing.
In het kader van dit project werden sinds schooljaar 2021-2022 subsidieovereenkomsten afgesloten met een aantal Gentse basisscholen om een aantal scenario's te kunnen uittesten in de praktijk, en om te onderzoeken welk effect een invoering van een kortingspercentage heeft op het totaal aantal maaltijden die besteld worden. Deze subsidieovereenkomsten werden opnieuw afgesloten voor schooljaar 2023-2024.
In samenspraak met de scholen zoeken we verder naar een transparante, niet-stigmatiserende manier om de doelgroep van de kortingen te detecteren en maximaal te bereiken, met respect voor de vigerende regelgeving m.b.t. gegevensbescherming. Het feit dat gezinnen een schooltoeslag, zorgtoeslag of sociale toeslag ontvangen binnen het Groeipakket, kan gehanteerd worden als objectief criterium voor de afbakening van de doelgroep.
Het Vlaams agentschap voor de Uitbetaling van de Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid (VUTG) kan voor lokale besturen beveiligde gegevensbestanden ter beschikking stellen en brieven versturen aan doelgroepen die afgebakend worden op basis van toeslagen binnen het Groeipakket.
De samenwerking die in de huidige samenwerkingsovereenkomst omschreven is, vormt een experimentele tweede stap, na de vorige samenwerking waarbij enkel brieven verstuurd werden aan de beoogde doelgroep. In deze tweede stap, zullen beveiligde gegevensbestanden ter beschikking gesteld worden. Deze gegevensdeling betreft een afgebakende groep kinderen ingeschreven binnen het kleuteronderwijs op 3 Gentse scholen die een automatische korting zullen kunnen ontvangen op. De afbakening van de doelgroep zal gebeuren voor de 2 niet-stedelijke scholen op basis van Sociale Toeslag, Zorgtoeslag, Schooltoeslag en voor de stedelijke school op basis van Sociale Toeslag. Door deze samenwerking binnen het project Lekker(s) Op School zullen de beoogde gezinnen met kinderen binnen de betreffende scholen zowel in het stedelijke onderwijs als het niet-stedelijk onderwijs de korting kunnen krijgen zonder zelf nog documenten te moeten indienen. Indien succesvol, zou dit systeem op termijn kunnen uitgebreid worden naar een groter aantal scholen.
Om de doelgroep te kunnen selecteren, de beveiligde gegevensbestanden ter beschikking te kunnen stellen en de brieven te kunnen versturen, is de opmaak van een samenwerkingsovereenkomst tussen het Agentschap Opgroeien, het VUTG, Stad Gent en OCMW Gent noodzakelijk. Er is tevens een protocol opgemaakt voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van Agentschap Uitbetaling Groeipakket (VUTG) NAAR Stad en OCMW Gent. Daarnaast wordt met de scholen uit niet-stedelijk net een verwerkersovereenkomst opgemaakt gezien de scholen toegang zullen krijgen tot de gegevensbestanden (persoonsgegevens van de leerlingen met recht op sociale toeslag en bijgevolg met recht op sociale korting op de schoolmaaltijden en middagtoezicht) zodat zij de korting rechtstreeks kunnen toepassen op hun facturatie van de schoolmaaltijden. Het protocol en de verwerkersovereenkomst zullen na goedkeuring van de samenwerkingsovereenkomst voorgelegd worden aan het College en Vast Bureau ter goedkeuring op 28/09.
De kosten worden geschat op 1568 euro. Hierin zijn de kosten voor het selecteren, ter beschikking stellen van een beveiligd gegevensbestand en het versturen van brieven naar de beoogde doelgroep vervat. De duurtijd van de overeenkomst is 1 jaar vanaf ondertekening.
Daarnaast wordt het vast bureau/college van burgemeester en schepenen gemachtigd om de samenwerkingsovereenkomst te verlengen, indien dit aangewezen is en er geen inhoudelijke wijzigingen zijn.
| Dienst* | Lokaal Sociaal Beleid |
| Budgetplaats | B10130000 |
| Categorie* | |
| Subsidiecode | / |
| 2023 | 1200 |
| 2024 | 368 |
| Later | |
| Totaal | 1568 |
Keurt goed de samenwerkingsovereenkomst met Agentschap Opgroeien regie , Hallepoortlaan 27, 1160 Sint-Gillis, en Vlaams agentschap voor de Uitbetaling van de Toelagen in het kader van het Gezinsbeleid (VUTG), Trierstraat 9, 1000 Brussel voor detecteren van de doelgroep van het project Lekker(s) Op School zoals gevoegd in bijlage.
Machtigt het vast bureau om de samenwerkingsovereenkomst in bijlage jaarlijks te verlengen indien dit aangewezen is en er geen inhoudelijke wijzigingen zijn.
Ocup is sinds enige tijd actief in de wijk Westveld waar de voorbije tijd heel wat nieuwe bewoners zijn komen wonen. De gezinssamenstelling is heel divers. Het is belangrijk dat er aandacht is voor het onthaal van deze nieuwe bewoners en het creëren van samenhang. OCUP vzw wil de buurtbewoners verbinden: oud en nieuw, jong en oud.
De uitvoerder wil vooroordelen wegwerken door informatie te geven o.a. over de diensten en waarvoor men waar terechtkan. Integratie van nieuwe bewoners in de wijk staat centraal.
Vandaar zijn er ook linken naar het Sint-Baafskouterpark, incl. recreatiedomein Rozebroeken, en de jongeren aldaar. Enerzijds is er de hoge aanwezigheid van jongeren uit de dense Dampoortwijk, en anderzijds het gebrek aan jeugdwerk en jeugdinfrastructuur aan de kant van het Westveld en het Sint-Baafskouterpark. Er is nood aan jeugdopbouwwerk op deze plek. Er hangen verschillende groepen jongeren in het park (jongeren uit de Dampoortwijk, jongeren uit de Westveldwijk en naschoolse jongeren (Tectura Groenkouter). Het vervelingsgedrag van de jongeren escaleerde in de laatste maanden en leidde ertoe dat bewoners een petitie hebben ingediend bij het stadsbestuur.
Momenteel zijn de enige handvaten politioneel. Dit terwijl het niet gaat over strafrechtelijk vervolgbaar gedrag. De jongeren zijn dan ook meer gebaat met een werking die bijdraagt tot een zinvolle vrijetijdsbesteding. Het politioneel opvolgen zal enkel de symptomen bestrijden, maar niet de oorzaak aanpakken. Dit is niet alleen een intense werkdruk voor onze politonele diensten, ook zullen de resultaten niet bijdragen tot een betere leefbaarheid. Want langs deze weg krijgen jongeren vooral het signaal dat er weinig tot geen plaats is voor hen in onze stad.
Recreatiedomeinen (sport en spel) zullen altijd een aantrekpleister voor jongeren zijn. Via dit kortlopend experiment worden jongeren positief benaderd en nemen we de oorzaken van het (grensoverschrijdend) vervelingsgedrag weg. En kunnen er adviezen naar de toekomst geformuleerd worden i.f.v. de verduurzaming van jeugd(opbouw)werk initiatieven samen met de jongeren.
Het addendum dat thans ter beslissing voorligt betreft de aanpassing van de overeenkomst “Westveld, samenleven in een wijk in verandering” met OCUP vzw, Uitvangstraat 36, 9032 Wondelgem, goedgekeurd bij beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 24 januari 2022, nl. voor de realisatie van het project 'Jeugdopbouwwerk op en rond het recreatiedomein Rozenbroeken/Sint-Baafskouterpark' van 01/09/2023 tot en met 31/12/2023.
| Dienst* | Dienst Beleidsparticipatie |
| Budgetplaats | 355120000 |
| Categorie* | E |
| Subsidiecode | niet relevant |
| 2023 | 16.000 euro |
| Totaal | 16.000 euro |