Mijnheer de schepen, op 6 januari ontrolde De Lijn haar nieuw vervoersplan, ook in Gent. De reacties daarop zijn niet onverdeeld positief. Onder meer een actie van 'de supporters van het openbaar vervoer', zaterdag aan het Sint-Pietersstation, gaf daar uiting aan. We zien bijvoorbeeld dat het laat-avond en nachtelijk aanbod uitbreidt, maar tegelijkertijd vallen er ook gaten in het aanbod. De discussie daarover hebben we al meermaals gevoerd, het stadsbestuur schreef daarover ook een omvangrijk advies aan De Lijn en besliste inmiddels ook om binnen de budgettaire mogelijkheden bij te springen.
Uit berichtgeving, allerlei getuigenissen en rechtstreeks contacten met OV-gebruikers zien we dat veel mensen zich ontgriefd voelen. Bij sommigen gaat dat over gebrekkige communicatie, over moeilijkheden om het nieuwe net "te lezen en te gebruiken", anderen vinden amper nog een deftig aanbod in hun buurt. De impact van de stad op het nieuwe plan - dat afhankelijk is van Vlaamse middelen - is beperkt, maar de stad kan wel de vinger aan de pols houden over de ervaringen van Gentenaars, is via de Vervoerregio in permanente dialoog met De Lijn en beschikt zelf ook over communicatiekanalen om burgers te informeren.
- Ontving de stad via haar eigen kanalen klachten en vragen over het nieuwe stadsnet? Kan de schepen eventuele aantallen meedelen en duiden wat de aard is van de meeste vragen?
- Heeft de vervoerregio een aanpak voorzien voor de opvolging en eventuele bijsturingen van het nieuwe vervoersplan?
- Ziet u, afgezien van eerder aan De Lijn meegedeelde opmerkingen in het advies van het college, vandaag reeds bijkomende hiaten of onvolkomenheden? Zal het stadsbestuur zelf initiatieven nemen om rechtstreeks met De Lijn te overleggen?
Het nieuwe net werd ingevoerd op 6 januari. Het betreft de grootste wijziging van de afgelopen decennia in het openbaar vervoer in de afgelopen decennia. Het was dus wel te verwachten dat daar heel wat commotie rond zou zijn.
En ik val hier nog een keer in herhaling, maar een openbaarvervoersnet dat moet worden hertekend binnen budgetneutraliteit is vragen om problemen. Dat is trouwens iets wat de stad zeer duidelijk in reactienota’s heeft vastgesteld, dat dit eigenlijk niet mogelijk was. Minister Lydia Peeters wordt nogal geviseerd, maar ik vind het een klein beetje sneu voor haar. Het probleem is veel vroeger begonnen bij ministers van mobiliteit Kris Peeters, Crevits en Ben Weyts, niet alleen voor de hertekening van het net, maar ook onderhoudsmiddelen trouwens. Ondanks dat er een verhoging is gekomen van het exploitatiebudget in deze legislatuur is het gewoon onmogelijk gemaakt. Ik vind ook dat men aandacht mag hebben wat er vorige legislaturen is gebeurd.
Voor Gent zit er wel heel wat goeds in het nieuwe net (hogere frequentie op drukke lijnen, laat avondvervoer…), maar een aantal haltes wordt niet meer bediend zoals voorheen. Lijnen en frequenties zijn gewijzigd. Het is dus wennen en zoeken voor veel reizigers.
Op zich zijn er tot mijn grote verbazing bij het Mobiliteitsbedrijf en op mijn kabinet relatief weinig meldingen binnengekomen. Ik had mij klaar gehouden voor een lawine dus was enigszins verbaasd. Een kleine 10 bij het Mobiliteitsbedrijf en een 5-tal op mijn kabinet. De klachten gaan vooral over haltes dicht in de buurt die nu niet meer vast bediend worden door een reguliere buslijn. Daardoor moeten mensen andere oplossingen zoeken. Voor de invoering van het plan waren er vooral vragen over de nieuwe flex-haltes die geplaatst werden en over de vervanging van de shuttles aan de P+R’s Weba en Watersportbaan door een vaste busverbinding.
De invoering van het nieuwe net is nog jong, dus het is moeilijk om daar nu al een evaluatie van te maken. Ik kon zelf vaststellen dat op het moment van invoering en 1e schooldag na de kerstvakantie De Lijn aanwezig was aan belangrijke knooppunten om reizigers te informeren. Die stewards deden goed werk. Maar dat de routeplanner niet werkte op 6 januari was toch bijzonder jammer. Ook de Hoppincentrale waar reizigers online hun rit kunnen boeken kwam te laat volledig functioneel. De communicatie kon dus zeker beter, dit was echt wel pijnlijk.
De wijzigingen en hiaten in het kernnet en aanvullend net kennen we intussen al vier jaar, daarover schreven we ook onze adviezen. De grootste onbekende factor is het flex-net. Dat moet een vangnet bieden voor reizigers die niet zelfstandig tot aan een halte van het kernnet of aanvullend net geraken. Hoewel daar een inschatting is gemaakt op basis van het aantal reizigers met de belbus en op basis van het aantal potentiële reizigers in de gebieden die minder bediening kregen, blijft het voor mij afwachten of dat systeem werkt. Ik wil weten of alle reizigers er ook door geholpen worden. Ik kijk dus met extra interesse uit naar de evaluatie hiervan.
Het Mobiliteitsbedrijf zal het nieuwe net van nabij opvolgen samen met De Lijn, en aandringen op bijsturingen en correcties.
De volledige hertekening van lijnen is nu niet aan de orde, daarvoor is een evaluatie op langere periode nodig. Grote wijzigingen kunnen ten vroegste vanaf juli 2024 ingevoerd worden.
De lijn heeft ook meegegeven binnen de Vervoerregiowerking op welke manier zij monitoren en evalueren.