Op 8 maart, de internationale strijddag voor vrouwenrechten, zijn er wereldwijd tal van acties door verschillende middenveldorganisaties, politieke partijen en andere belangengroepen. Ook in Gent was er een hoge opkomst dit jaar. Eén van de centrale thema's die het Collecti.e.f 8 Maars Gent, samen met andere organisaties naar voren bracht, was de besparing op de poetsdiensten in stadsscholen, musea en andere stadsgebouwen, waaraan een petitie werd gekoppeld.
We hebben over dit onderwerp nog de volgende vragen:
- Hoeveel bedroeg de kost van de poetsdiensten vóór de besparing werd doorgevoerd? Hoeveel erna? Welk bedrag werd er m.a.w. geschrapt?
- Hoeveel VTE's worden er minder ingezet? Hoeveel personeelsleden worden er getroffen door deze besparing?
- Zal het stadsbestuur ervoor zorgen dat de schoonmaakfrequentie in scholen wordt verhoogd? Zo ja, hoe zal dit georganiseerd worden?
- Hoe zal het stadsbestuur ervoor zorgen dat de werkdruk haalbaar is voor schoonmakers in scholen, musea en andere stadsgebouwen?
- Zal het stadsbestuur de besparing op poetsdiensten bij scholen en andere stadsgebouwen terugdraaien?
- Overweegt het stadsbestuur een insourcing van de poetsdiensten van scholen, musea en andere stadsgebouwen? Zal deze piste onderzocht worden? Werd hier reeds een kosten-batenanalyse rond gemaakt?
Ondanks deze medewerkers niet in dienst zijn van de stad ligt hun welzijn me wel nauw aan het hart. Ik vind het dan ook bijzonder droevig om de frustraties te horen. Als sinds het najaar van vorig jaar ben ik in gesprek rond deze zorgen die leven bij het personeel van firma’s die voor de Stad Gent de gebouwen net houden. Via hun belangenvertegenwoordigers, de vakbonden en vaak ook met de mensen zelf die dagelijks hard werken in onze gebouwen.
Het veranderde poetsregime startte in september 2023 en was het gevolg van de moeilijke begrotingsoefeningen de voorbije jaren. Daarbij zijn keuzes gemaakt over de hele werking van de Stad heen. We kozen ervoor om geen personeel te ontslaan, maar moesten dus wel de interne organisatie van de stad en zijn diensten kritisch bekijken. Een aangepast poetsregime werd besproken met onze interne diensten en zij gaven aan waar een aangepaste aantal poetsrondes mogelijk zouden zijn. Bijvoorbeeld, meer verantwoordelijkheid leggen bij externe vzw’s.
Ook in deze beginfase is er vanuit de diensten gekeken naar de haalbaarheid van deze aangepaste opdracht. Mijnheer Kalaz, u vraagt naar de budgetten. Het totaalbudget voor het net houden van onze scholen, stadsgebouwen en musea bedroeg in 2022 19.133.355 euro, in 2023 19.671.270 euro, de indexering van 7% is hier telkens reeds in verwerkt. Het gaat dus om aanzienlijke bedragen en het is dan ook in zulke moeilijke oefeningen ook vanzelfsprekend dat daar ook gekeken wordt. Maar steeds in overleg met onze interne gebruikers én met de firma’s die in opdracht van de Stad werken.
U vraagt ook naar het aantal geïmpacteerde medewerkers. Dat is voor ons niet mogelijk om exact te weten. Want het gaat om medewerkers van een extern bedrijf, niet ons personeel. En als opdrachtgever hebben wij geen inkijk in het personeelsbestand van externe firma’s. Dit wil niet zeggen dat we geen zorg dragen voor deze werknemers. De diensten hebben expliciet gevraagd aan de externe firma’s of de aangepaste opdracht haalbaar was voor het personeel zelf, of dit geen stresserende situaties zou creëren. Er is toen bevestigd dat dit haalbaar zou zijn.
We moeten echter erkennen dat dit een aanpassing vraagt: zowel voor gebruiker als voor het poetspersoneel. Het helpt daarbij niet dat dit een externe firma is, dit creëert een extra partij in de communicatiestroom. Het maakt het moeilijk om taken en afspraken scherp af te bakenen. Daarnaast stonden bij de eerste uitrol ook praktische aspecten nog niet volledig op punt.
Belangenbond SAAMO is in de tussentijd aan de slag gegaan met schoonmakerdossiers, waar we ondertussen een paar keer mee samen te zitten. Hun dossier ging echter veel ruimer dan de aanpassing in het poetsregime. Dit was een rapport met een brede toets aan aanbevelingen. Ter gelegenheid van 8 maart, kwam vooral het aangepaste regime naar voor, maar het verhaal is veel ruimer. Dit is een breed verhaal over hoe we met ons poestpersoneel omgaan en met welke partners we dit willen doen.
En in dit bredere verhaal missen we dan toch één belangrijke speler, namelijk de externe private partners zelf. Volgens het extern behaalde label Investers in people scoren deze bedrijven goed als werkgever, zij haalden daarbij 3 keer op rij een zeer hoge score. We leggen ook reeds verschillende sociale clausules op aan deze externe bedrijven. Zo eisen we dat minimaal 95% van de medewerkers die worden tewerkgesteld voor deze opdracht een vast contract hebben. U voelt het al, de informatie die wij hebben, toont een iets genuanceerder beeld. Er ziet hier dus een mismatch. En ik wil daarmee zeker de klachten en bezorgdheden van het poetspersoneel niet minimaliseren, laat dat wel duidelijk zijn. Bij die mismatch wordt de externe bedrijven momenteel buiten schot gehouden, terwijl juist zij de eindverantwoordelijkheid hebben over het welzijn van hun medewerkers.
Dit wel echter niet zeggen dat wij geen enkele verantwoordelijkheid hebben voor deze mensen, niet ook voor hen dienen te zorgen en oog moeten hebben voor de zware arbeid die zij dagelijks verrichten.
Concreet:
Daarnaast mogen onze poetshulpen niet aangesproken worden voor taken die niet binnen hun takenpakket liggen, ook dat moet scherper.
Daarmee open ik ook een veel bredere discussie. Het is duidelijk dat dit onderwerp leeft, dat wordt ook bewezen door de 3 vragen hier vanavond ingediend. Dat is goed want hoe we met poetspersoneel omgaan, verdient ook een duidelijk maatschappelijk debat. Dit gaat verder dan waar we exact extra uren zouden bijsteken, alhoewel dit natuurlijk wel voor de individuele medewerker belangrijk is. Het werk van ons poetspersoneel verdient ons respect. Daarvoor is ook een gedragswijziging nodig, waarin het werk van het poetspersoneel niet als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Zij kunnen niet alles 24 uur op 7 alles netjes houden.
Daarmee raak ik ook de vraag rond inbesteding van collega Kalaz aan. Dat is zeker een element dat in een breder publiek debat thuishoort. Wie draagt zorg voor poetspersoneel en willen we dat dit gebeurt door private firma’s? Binnen de laatste maanden van de huidige legislatuur vrees ik dat dergelijke fundamentele discussies theoretisch blijven, maar ik kijk uit naar hoe een nieuwe bestuursploeg deze zal voeren. In de tussentijd doen wij het nodige om te kijken hoe dat wij voor deze externe medewerkers, toch de nodige zorg kunnen dragen.
do 21/03/2024 - 09:29