Terug
Gepubliceerd op 21/03/2024

2024_MV_00196 - Mondelinge vraag van raadslid Anneleen Van Bossuyt: Weren van Israëlische bedrijven

commissie milieu, werk, personeel en FM (MPF)
di 19/03/2024 - 19:00 Gemeenteraadszaal
Datum beslissing: di 19/03/2024 - 21:35
Behandeld

Samenstelling

Aanwezig

Sven Taeldeman; Mehmet Sadik Karanfil; Jef Van Pee; Gert Robert; Cengiz Cetinkaya; Patricia De Beule; Yüksel Kalaz; Bert Misplon; Caroline Persyn; Anneleen Van Bossuyt; Hafsa El-Bazioui; Ronny Rysermans; Tine Heyse; Bram Van Braeckevelt; Nicolas Vanden Eynden; Alana Herman; Zeneb Bensafia; Jeroen Van Lysebettens; Emilie Peeters; Martine Verhoeve; Nikolaas Schuiten; Sara Matthieu; Mieke Bouve; Christophe Peeters; Anita De Winter; Johan Deckmyn; Manuel Mugica Gonzalez; Christiaan Van Bignoot; Veli Yüksel; Els Roegiers; Tom Van Dyck

Afwezig

Gabi De Boever; Karin Temmerman; Stephanie D'Hose; Karlijn Deene; Anne Schiettekatte; Carl De Decker; Tom De Meester; Stijn De Roo; Sonja Welvaert; Fourat Ben Chikha; Karla Persyn; Anton Vandaele; Emmanuelle Mussche; Anneleen Schelstraete; Bart Tembuyser; Jeroen Paeleman; Maarten De Grauw

Secretaris

Tom Van Dyck
2024_MV_00196 - Mondelinge vraag van raadslid Anneleen Van Bossuyt: Weren van Israëlische bedrijven 2024_MV_00196 - Mondelinge vraag van raadslid Anneleen Van Bossuyt: Weren van Israëlische bedrijven

Motivering

Toelichting/Motivering/Aanleiding

Op het College van Burgemeester en Schepenen van 7 maart werd een besluit genomen over ‘het weren van producten van Israëlische bedrijven die verdienen aan de illegale bezetting en blokkages van de Palestijnse gebieden’. Voor alle nieuwe overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten van stad en OCMW moet de kandidaat proberen vermijden dat er:

  • Wordt samengewerkt met bedrijven gevestigd in de staat Israël die winsten genereren uit economische activiteiten gelinkt aan de illegale bezetting en blokkages van de Gazastrook,   de Westelijke Jordaanoever en   Oost-Jeruzalem;
  • Producten of ingrediënten van producten worden geleverd door bedrijven gevestigd in de staat Israël die winsten genereren uit economische activiteiten gelinkt aan de illegale bezetting en blokkages van  de Gazastrook,  de Westelijke Jordaanoever en  Oost-Jeruzalem.

De aanbestedende overheid behoudt zich bovendien het recht voor offertes te weren wanneer de kandidaat-opdrachtnemer niet kan aantonen voldoende inspanningen gedaan te hebben om te voldoen aan beide voormelde vereisten.

Indiener(s)

Anneleen Van Bossuyt

Gericht aan

Hafsa El-Bazioui

Tijdstip van indienen

di 12/03/2024 - 16:13

Toelichting

Graag had ik hierover volgende vragen gesteld:

  • Voor welke landen of regio’s werd dergelijke maatregel nog genomen en waarom? Wat zijn de criteria die gehanteerd worden om deze beslissingen te nemen?
  • Stad en OCMW kunnen kandidaten weren als ze niet kunnen aantonen dat ze voldoende inspanningen hierrond gedaan hebben. Op welke wijze moet een ondernemer dit aantonen? Wat zijn de criteria? Tot hoe ver in de keten moet een ondernemer dit aantonen? Hoe uitvoerbaar is deze nieuwe regelgeving? Werd hierover overlegd met ondernemersorganisaties of binnen de Ghent Economic Board?
  • Werd over deze maatregel het advies van de juridische dienst gevraagd? Zo ja, wat is dit advies? Zo nee, waarom niet?

Bespreking

Antwoord

Dank voor jullie vragen in opvolging hiervan.  

Het toont dat dit bestuur niet enkel in woorden, maar ook in daden optreedt. De Gemeenteraad gaf het college de opdracht om de motie die werd gestemd in reactie op de gruwelijke escalatie van geweld uitvoerbaar te maken. Dat hebben we dan ook gedaan.  

Het aanscherpen van ons aankoopbeleid was één van de elementen in de motie, naast het veroordelen van alle geweld in het conflict, van alle kanten, en oproepen aan de Federale overheid om hier initiatieven te nemen om het geweld te stoppen en de gijzelaars vrij te laten. Wat we ook gedaan hebben.  

Wat de clausule betreft. Deze is opgesteld onder coördinatie van onze experten overheidsaankopen van de juridische dienst, met ondersteuning van de experten aankopen van onze dienst Service & Logistiek en van onze dienst internationale relaties en netwerken.  

De clausule is, voor alle duidelijkheid, niet gericht op de staat Israël, maar op producten en/of producenten die gevestigd zijn in Israël, én die winsten genereren uit de illegale bezetting en blokkades van de Palestijnse Gebieden.  

Daarover straks wat meer.  

Maar eerst toch even duiden, mevrouw Van Bossuyt, dat acties tegen bedrijven of tegen staten heel verschillend zijn. Dat is een open deur intrappen, maar toch vermengt u beide in uw vraagstelling. 

Voor overheidsaankopen is de Stad gebonden door de (voornamelijk) Europese regelgeving. Aankopen gebeuren bij bedrijven, niet bij overheden.

In alle bestekken van de Stad Gent zijn al vele jaren clausules opgenomen die toelaten bedrijven uit te sluiten die ‘bij kracht van gewijsde’ veroordeeld zijn voor inbreuken op heel wat wetgeving, waaronder ook arbeidsrechten en mensenrechten. Dat geldt voor alle leveranciers ongeacht waar ze gevestigd zijn. Hierin zit dus ook reeds een hefboom om een bedrijf dat veroordeeld is voor inbreuken op arbeids- of mensenrechten te weren uit de procedure.

Daarnaast wordt ook al vele jaren een mensenrechtenclausule opgenomen die bedrijven wijst op hun verantwoordelijkheden doorheen de productieketen voor de mensenrechten van de arbeiders die er in betrokken zijn.

De clausule waarvan sprake is niet van toepassing op de staat Israël maar op eventuele leveranciers, bedrijven dus, die in Israël gevestigd zijn én een verdienmodel hebben dat verbonden is aan de illegale bezettingen en blokkades van de Palestijnse gebieden. Het kan dan gaan om productie in bezet gebied, of om het houden van een de-facto monopolie op een marktsegment in Palestijns Gebied waarbij abnormale prijzen worden gehanteerd omdat er een situatie is van ‘captive market’.

U verwijst, mevrouw Van Bossuyt, naar landen en dus naar overheden. Daarmee hebben we geen aankoper-leverancier relaties. Institutionele relaties tussen de Stad en andere overheden zijn niet aan eenzelfde strikte regelgeving onderworpen. De Stad kan dus vrijer kiezen met wie samenwerking wordt aangesloten. Daarvoor hebben we een mensenrechtentoets op internationale relaties. Elk potentieel partnerschap of ontvangst van officiële delegaties wordt door een expertenpanel (mensenrechtenraad) gescreend en geadviseerd. De eerste stap daarbij is een check van de score van het land op de World Social Justice Index die objectieve gegevens bijhoudt van de staat van de democratie, mensenrechten. Indien een potentiële partner in een land gevestigd is dat ondergemiddeld scoort, moet een advies gevraagd worden aan de mensenrechtenraad.

De insinuatie dat de Stad Gent enkel dergelijke principes hanteert voor Israël of Israëlische bedrijven klopt dus niet : we toetsen alle overheden aan hun prestaties op vlak van mensenrechten en ook bij alle leveranciers doen we dat. Maar met de vreselijke situatie in Israël en Palestina op dit moment, willen we als Stad op geen enkele manier betrokken zijn via onze aankopen. En daarom dus deze clausule, zoals ook gevraagd door de gemeenteraad – zij het zonder steun van uw fractie, mevrouw Van Bossuyt. 

Wat het uitvoeren van de clausule betreft: we gaan dit toepassen in alle bestekken. Inschrijvers zijn zo van voor de start van een contract goed op de hoogte wat de verwachtingen zijn op dit vlak. Onze aankopers hebben in het besluit van het college de werkinstructie gekregen wat te doen als er toch een Israëlisch product zou aangeboden worden – ofwel een Israëlische leverancier die intekent, ofwel Israëlische producten die aan ons zouden geleverd worden. Om de taaklast te beperken én om hier voldoende objectiviteit in te bouwen zullen onze diensten nagaan of dit bedrijf voorkomt in de online database WhoProfits.org. 

WhoProfits.org is een online database van een onafhankelijk, Israëlische, onderzoeksgroep die met een transparante methodiek bedrijven screent. Ze doen dit continu, dus een bedrijf dat bijvoorbeeld productie zou weghalen uit de bezette gebieden, of niet langer ongeoorloofde winsten maakt uit de situatie van de Captive Market die er heerst, zal er ook niet op blijven staan. 

Indien een leverancier hier niet op voorkomt, kan het aankoopdossier gewoon verder lopen. 

Komt een leverancier hier wél op voor, dan zullen de aankopers in overleg gaan met de inschrijver op het bestek en zal die moeten aantonen dat er inspanningen gedaan worden om producten van deze leverancier te vermijden. In de meeste gevallen zijn er equivalente producten van andere toeleveranciers mogelijk. 

Dit is iets dat moeilijker af te dwingen is in lopende contracten, daar wordt het gesprek wél aangegaan en hebben onze contractanten al enkele aanpassingen gedaan als dat in hun operationele organisatie. 

Vandaar dus dat het belangrijk is dat dit aan de start van nieuwe contracten correct en transparant gebeurt. 

We hebben op de agenda van deze commissie ook reeds de eerste twee grote contracten (in bestek-fase) waarin we deze clausule toepassen : het contract voor de maaltijden in de woon-zorg-centra en het raamcontract medicatie voor diezelfde woon-zorgcentra. 

do 21/03/2024 - 09:31