Sinds de goedkeuring van het besluit van de Vlaamse Regering van 12.03.2021 kunnen de lokale besturen een fietslease aanbieden aan hun medewerkers.
Stad Gent kan haar personeelsleden dus de kans bieden om, op vrijwillige basis, een leasefiets te gebruiken voor woon-werkverplaatsingen, professionele verplaatsingen en zuiver privégebruik.
Volgende bestaande voordelen kunnen ingeruild worden voor fietsmobiliteit:
Het personeelslid beslist zelf welk voordeel eventueel omgezet wordt naar fietslease.
Het uitrollen van dit systeem is een win-win voor het personeel en de stad zelf:
Werd dit systeem al onderzocht?
Zal u de nodige voorbereidingen treffen om het op korte termijn in te voeren?
Dank voor je vraag.
Van zodra de Vlaamse Regering fietsleasing mogelijk maakte bij lokale besturen, startte het departement HR met een voorbereidend onderzoek om te kunnen beoordelen of en wanneer de omstandigheden gunstig waren om te overwegen fietsleasing in te voeren voor onze organisatie.
Hiervoor werd informatie ingewonnen bij verschillende aanbieders, benchmark met andere (lokale) overheden, onderzoek naar de fiscale impact voor de medewerker zelf en impact voor de organisatie.
In 2021 stond fietsleasing bij lokale overheden echter nog in zijn kinderschoenen: het aantal aanbieders was beperkt en men was nog zoekende in de toepassing binnen lokale overheden. Zoals onderhandeld met de vakorganisaties geven we iedere medewerker steeds de maximaal fiscaal vrijgestelde fietsvergoeding als tussenkomst in het woonwerkverkeer. Recent op 1 januari 2023 werd deze fietsvergoeding zelfs nog verhoogd tot 35 cent per gereden kilometer met een hoger fiscaal plafond als maximum. Van zodra een verhoging van de km-vergoeding of van het plafond wordt gewijzigd, passen we deze bedragen dan ook automatisch aan
Fietsleasing zit momenteel nog niet in ons aanbod om enkele belangrijke bezorgdheden:
Op basis van benchmarking en marktonderzoek is er in elk geval ook extra personeel nodig om dit op te volgen en faciliteren. Daarnaast vraagt de technische implementatie (systemen zoals de loonmotor en/of een afzonderlijk platform) een bijkomende investering voor de (her)programmering en opvolging. Een fietsleasingsaanbod is dus niet budgetneutraal voor de organisatie (hoewel daar in het publieke discours soms wel wordt van uit gegaan). In tijden waar het budget beperkt en de nood aan extra handen op de werkvloer hoog, moeten we dergelijke beslissingen weloverwogen nemen.
Dit zijn dus elementen die in het debat en invoeren van fietsleasing weloverwogen dienen te zijn.
Wat mij betreft is dit debat niet afgesloten en onze diensten zijn bezig om dit verder op te bouwen. We zien veel evolutie ook en andere overheden (ook binnen onze eigen groep Zoals bij IVAGO en D09) die het druppelsgewijs aan het opnemen. We staan aan de vooravond van een onderhandeling met onze vakorganisaties over een vernieuwd personeelsstatuut, de nieuwe rechtspositieregeling. Hier worden met ons management en sociale partners voorstellen bekeken in het kader van o.a. verloning en beloning. Het lijkt dus ook logisch dat een voorstel tot fietsleasing hier zijn afweging kent binnen deze gesprekken en onderhandelingen, (nl. de komende legislatuur).
do 21/03/2024 - 09:35Ik stel regelmatig vragen over de (voorlopige) locatie van Jeugd Desteldonk. Deze groep jongeren wordt ondersteund door de stadondersteuner van Chiro Vlaanderen en werd enkele maanden geleden erkend als Gents jeugdwerkinitiatief. Deze erkenning zorgt ervoor dat ze aanspraak kunnen maken op bijkomende financiële steun.
Eerder kreeg de groep van de stad al een subsidie om een container aan te kopen. Die zou hen een tijdelijke locatie kunnen bieden.
In het antwoord op mijn laatste vraag liet de schepen mij weten dat de initiatiefnemers met een derde partij onderhandelden over de aankoop van een container. Daarnaast gaf de schepen mee dat Jeugdgroep Desteldonk ook nog op zoek was naar een tweede container.
Ik had van de schepen graag een antwoord gekregen op volgende vragen.
Jeugd Desteldonk probeert met ondersteuning van Chiro Jeugd Vlaanderen te zorgen voor extra activiteiten voor kinderen in Desteldonk. Ze zorgen daarmee voor extra leven in de buurt en dat kunnen we als schepen van jeugd alleen maar toejuichen.
Zoals het in het jeugdwerk wel vaker loopt herdenken verengingen constant.
Jeugd Desteldonk heeft binnen de context van het constant aanpassen van de werking gekozen om niet over te gaan tot het plaatsen van containers. Ze hebben de afgelopen maanden heel wat zaken uitgezocht en bekeken met de betrokken diensten (vooral Groendienst en Stedenbouw). Principieel was het plaatsen van containers mogelijk, maar de verenging besliste uiteindelijk zelf om dat niet te doen.
Eén van de redenen om hier niet meer op in te gaan, is omdat Jeugd Desteldonk aan het bekijken is om een bredere samenwerking aan te gaan, waardoor het logistieke probleem dat men met deze containers wilde aanpakken op een andere manier oplost. Momenteel werkt Jeugd Desteldonk aan een samenwerking met Desteldonkse verenigingen (Ferm, Landelijke Gilden, Dekenij en Gezinsbond). Ze bekijken hoe zich te verenigen en samenwerken met de Kring van Desteldonk om een aantal activiteiten voor kinderen te organiseren, in de lokalen van de Kring. Daar zouden ze dan geen aparte infrastructuur voor nodig hebben; maar toch geregeld activiteiten voor kinderen aanbieden.
Voorlopig gaan er wel nog activiteiten van Jeugd Desteldonk (als aparte verenging) door op het speelplein in de Lichterveldestraat, en gebruiken ze daarvoor een mobiele opslagplaats van de Stad Gent. Vanuit de jeugddienst wordt ook bekeken welke verdere ondersteuning er geboden kan worden aan de werking en de zoektocht tot samenwerking.
do 21/03/2024 - 09:39Enkele weken geleden hoorden we dat de pleinorganisatoren van de Gentse Feesten en de stad Gent voor de Gentse Feesten van 2024 de handen in elkaar slaan om tot een uniform systeem van herbruikbare bekers te komen. Bezoekers zullen de bekers niet enkel kunnen gebruiken op de verschillende pleinen maar ze ook op alle pleinen kunnen inleveren. Zo zal de overvloed aan verschillende herbruikbare bekers tijdens de feesten zoals in 2023 vermeden worden.
De voorbije weken klinkt de vraag bij verschillende cafés in de Gentse Feestenkern of zij ook kunnen deelnemen aan het systeem van de eenduidige herbruikbare beker. Vandaar volgende vragen:
Dit jaar (nog) niet. Na lang overleg is er nu eindelijk een akkoord met de feestkernen. Een uniform bekersysteem voor de alle pleinen is al een grote stap vooruit. De bekers zullen worden aangekocht door alle feestkernen samen vanuit de overkoepelende vzw. De horecazaken zitten daar niet in. De organisatoren van de feestkernen zijn geen vragende partij om dit jaar de horeca te betrekken. Het opzetten van het systeem met enkel de feestkernen is al complex op zich.
Theoretisch is het wel mogelijk. De bekercoördinator zou dan met de individuele cafés contact moeten opnemen, hun volumes meenemen in de bestelling van bekers en per café een afsprakennota opmaken voor de logistieke en financiële afspraken. Uiteraard zouden cafés dan ook moeten bijdragen in de kosten van de bekers, de logistiek, afwas en stockage. Indien er de komende jaren aan een uitbreiding van het systeem wordt gedacht, zullen de voorwaarden besproken moeten worden in overleg met de organisatoren.
Ter info: het idee werd al geopperd door één van de organisatoren om ook horecazaken de mogelijkheid te bieden, maar dan tegen andere voorwaarden dan die voor de feestkernen. Horecazaken zouden dan per gebruikte beker financieel meer moeten bijdragen aan het bekersysteem dan een feestkern. De feestkernen vinden dat horeca profiteert van de lusten van de Gentse Feesten zonder bij te dragen aan de lasten/organisatie. Op die manier zouden ze ook een deel van de lasten kunnen dragen.
In een ideale wereld werken alle cafés in de GF-zone met dezelfde bekers en hanteren ze dezelfde waarborgen als de pleinen. Het grote voordeel is dat bekers van de cafés dan ook zowel in alle cafés onderling als op alle pleinen ingeruild zouden kunnen worden en omgekeerd.
Voor de horecazaken kan instappen in het uniforme systeem ook interessant zijn omdat ze de bekers die ze gedurende de rest van het jaar niet gebruiken dan niet zelf hoeven te stockeren. De stockage gebeurt dan bovendien gegarandeerd in hygiënische omstandigheden na het professioneel reinigen en drogen.
Echter, zolang niet alle horecazaken in de GF-zone instappen in het uniforme bekersysteem blijft de meerwaarde beperkt. Bovendien draagt de horeca vooralsnog niet bij aan de lasten/kosten van de Gentse Feesten. Zodoende zal een verdere uitrol van het systeem waarin zij betrokken worden mogelijk aan bepaalde voorwaarden gekoppeld worden.
wo 20/03/2024 - 13:48Schoolomgevingen zijn levendig. Bij de start en het einde van de schooltijd is er een gezellige drukte, en er is leven in de brouwerij. Buurtbewoners hebben een groot hart voor de scholen, en vinden die levendigheid best wel leuk. Een klein minpuntje soms, is dat er in de buurt wat zwerfvuil kan achterblijven. Van snoepwikkels tot blikjes. Vaak ook rond de vuilnisbakjes die overvol geraken.
In december stelde ik hierover op de commissie OWP enkele vragen. De bevoegde schepen antwoordde toen dat mijn suggestie om een extra actie binnen de Gentse scholen te houden – die leerlingen sensibiliseert rond netheid in de schoolbuurt -een goed idee is. De expert afvalpreventie en -sensibilisering zou samen met IVAGO bekijken wat er nog extra kan.
Ik had van de schepen graag een antwoord gekregen op volgende vragen:
Is er al zicht op een extra actie binnen de Gentse scholen die leerlingen sensibiliseert rond netheid in de schoolbuurt? Zo ja, wat is de timing en hoe zal de concrete uitwerking eruitzien?
In de commissie OWP van december 2023 stelde je een gelijkaardige vraag een collega-schepen Evita Willaert. In samenwerking met IVAGO gaf ze je toen al een gedetailleerde stand van zaken, en verwees ze inderdaad door naar mij voor verdere opvolgvragen.
Als IVAGO-voorzitter wil ik nog eens onder de aandacht brengen dat onze afvalintercommunale, in samenwerking met verschillende beheersorganisaties, een breed educatief pakket aanbiedt aan de scholen. Op heel wat manieren probeert IVAGO hen te bereiken, wat niet wegneemt dat het initiatief bij de scholen ligt om hier mee aan de slag te gaan.
Ik heb wel al aanvullende cijfers voor 2024:
o Drie scholen werden al in 2024 een Proper Pierke.
o In 2024 kwamen er al 7 klassen op bezoek bij IVAGO en ging IVAGO al op 4 scholen langs.
Een actie in de wintermaanden is niet evident, gezien de weersomstandigheden en bovendien waren er twee weken kerstvakantie en een week krokusvakantie. Een jaarlijkse actie, maar in 2024 mag deze zeker worden gezien als een extra actie, is de Gentsche Gruute Kuis. Waarom spreek ik over een extra actie? Wel, omdat IVAGO erin slaagde om dubbel zoveel leerlingen. Momenteel bereiken we 2.158 leerlingen, in 2023 waren dat er nog 1.028. 24 scholen schreven zich al in om deel te nemen aan de Gentsche Gruute Kuis. Dit cijfer kan nog wijzigen. Een logistiek en operationeel huzarenstukje voor IVAGO, maar wel de perfecte kans om het gesprek aan te gaan met kinderen en jongeren over een propere buurt.
Tot slot en niet onbelangrijk, en ook meer structureel: Begin januari startte de Expert Afvalpreventie en -sensibilisering. Ze slaagde erin om op hele korter tijd al wijkgerichte acties verder op te zetten. Dat kan enkel en alleen beter worden. IVAGO verzekert dat onze Gentse scholen een belangrijke doelgroep zijn die bij gerichte wijkacties en andere projecten niet uit het oog worden verloren.
wo 20/03/2024 - 10:53Volgens onderzoek van het Studiecentrum Perinatale Epidemiologie werd in 2022 9,1% van de zwangere vrouwen in Vlaanderen zwanger na een fertiliteitsbehandeling. Voor velen gaat daar een maandenlang proces aan vooraf van hormoonbehandeling en mislukte pogingen. 1 op 3 patiënten vertoont kenmerken van depressiviteit of angststoornissen en velen stoppen de behandeling vroegtijdig omdat het een te grote impact heeft op het dagelijks leven en het werk.
In Gent krijgt het stadspersoneel o.a. dienstvrijstelling voor zwangerschapsonderzoeken, doneren van beenmerg, bloed, bloedplaatjes, bloedplasma en transitieverlof voor trans- en genderdiverse mensen. Maar niet voor fertiliteitsbehandelingen. Nochtans is een fertiliteitsbehandeling niet altijd ver vooruit te plannen en hangen de onderzoeken en inspuitingen volledig af van een vastgelegd schema, waardoor de ze regelmatig plaatsvinden tijdens de werkuren.
Het is belangrijk dat we deze vrouwen en mannen die door een fertiliteitsbehandeling gaan, goed beschermen als werkgever, vandaar volgende vragen:
Voor afspraken in het kader van een fertiliteitstraject zijn de richtlijnen/regels dezelfde als voor alle andere medische afspraken. Op vandaag kunnen enkel medewerkers in een vaste uurregeling tijdens de diensturen naar een arts-specialist. Van de andere medewerkers wordt verwacht dat buiten de diensturen te doen.
Uit navraag van onze HR diensten blijkt dat we vandaag ook geen vragen (meer) krijgen van medewerkers naar een dienstvrijstelling hiervoor. We gaan er daarom van uit dat medewerkers in een glijdende of variabele uurregeling hun werkzaamheden in overleg met hun leidinggevende zodanig kunnen regelen dat een consultatie bij bijvoorbeeld een specialist, dokter of psycholoog buiten de werkuren kan worden gemaakt.
Ik besef wel dat het niet voor ieder traject even evident zal zijn om te regelen want dergelijke trajecten kunnen helaas jaren duren. De regelmogelijkheden voor medewerkers kunnen ook verschillen naargelang de dienst waarop ze werken want dat hangt voor een stuk af van de geboden dienstverlening. Bovendien is het niet de bedoeling dat een medeweker al het verlof hieraan spendeert. Want iedereen heeft recht op verlof en deconnectie. Daarom zal ik aan HR vragen om ter voorbereiding van de nieuwe RPR dat volgende legislatuur zal worden onderhandeld een voorstel uit te werken rond dienstvrijstelling i.k.v. van langdurige medische trajecten terwijl men nog aan het werk is.
Maar naast het praktische is het welzijnsaspect ook van belang. Medewerkers moeten hier open over kunnen spreken met hun leidinggevenden om afspraken te kunnen maken over het organiseren van hun werk. Het is een emotioneel traject en het is dan ook heel belangrijk dat medewerkers zich door hun team of leidinggevende gesteund voelen. Dat kan bijvoorbeeld al door te vragen hoe het gaat.
Ik bevroeg dit ook bij onze interne dienst voor preventie en bescherming op het werk. En zij bevestigen dit. Onze preventieadviseurs psychosociaal welzijn ontvingen tot op heden geen verzoeken tot informele interventies omwille van dit thema. Maar het kwam wel eens aan bod tijdens gesprekken. Wat de preventieadviseurs psychosociaal welzijn vaststelden, is dat dit een onderwerp is waar niet makkelijk over wordt gesproken.
Als werkgever willen we dat medewerkers zich goed, veilig en welkom voelen. Moeilijkere onderwerpen – zoals fertiliteit of menopauze – die een impact hebben op het welzijn van onze medewerkers moeten dan ook bespreekbaar kunnen zijn. Maar dat is niet altijd evident. Het staat daarom buiten kijf dat dit een onderdeel zijn van het voorstel rond een geïntegreerd welzijnsbeleid dat HR en de interne preventiedienst aan het uitwerken zijn.
do 21/03/2024 - 09:25In december werd op de commissie het punt besproken over de hoge werkdruk van de poetsfirma’s in de Gentse scholen.
Stad Gent heeft blijkbaar overleg gehad met de vakbonden van de externe poetsfirma’s na klachten over een te hoge werkdruk. De Stad belooft om de sociale regels nog beter te laten opvolgen.
“Er wordt bekeken of er extra maatregelen kunnen komen om de bezorgdheden van het personeel weg te nemen. Dat gebeurt nadat vakorganisaties en een belangenvereniging aan de alarmbel trokken. De stadsdiensten hebben de opdracht gekregen om de sociale bepalingen nauw op te blijven volgen. Er komen bijsturingen als die nodig zijn en er wordt gekeken naar maatregelen om aan bezorgdheden tegemoet te komen." Verklaarde toen mevrouw de schepen. Helaas konden we eind februari in het nieuws vernemen dat:
Een coalitie van vakbonden en middenveldorganisaties actie voerden op woensdag 28 februari tegen de besparingen van Stad Gent op schoonmaak in scholen en musea. De besparingen zorgen voor een veel te hoge werkdruk, de schoonmakers gaan eronderdoor.
Het is bijzonder triest om zoiets te lezen. Vandaar mijn vragen mevrouw de schepen
Het is duidelijk dat het voor het poetspersoneel een onhoudbare situatie is geworden.
Niet enkel de werkdruk speelt hier een rol maar ook het feit dat de scholen er minder net bijliggen en vuilbakken uitpuilen. Er is gewoon geen tijd meer om grondig schoon te maken.
U bent al in dialoog gegaan en heeft al veel geluisterd naar de vakbonden en middenveldorganisaties, maar het kan niet alleen daarbij blijven.
Kan deze besparingsmaatregel teruggedraaid worden of op zijn minst herbekeken worden?
Welke acties gaat u ondernemen om het voor het poetspersoneel terug leefbaar te maken en er voor te zorgen dat deze mensen, die deze op zich al ondankbare job uitvoeren, niet weglopen of langdurig uitvallen door ziekte?
Ondanks deze medewerkers niet in dienst zijn van de stad ligt hun welzijn me wel nauw aan het hart. Ik vind het dan ook bijzonder droevig om de frustraties te horen. Als sinds het najaar van vorig jaar ben ik in gesprek rond deze zorgen die leven bij het personeel van firma’s die voor de Stad Gent de gebouwen net houden. Via hun belangenvertegenwoordigers, de vakbonden en vaak ook met de mensen zelf die dagelijks hard werken in onze gebouwen.
Het veranderde poetsregime startte in september 2023 en was het gevolg van de moeilijke begrotingsoefeningen de voorbije jaren. Daarbij zijn keuzes gemaakt over de hele werking van de Stad heen. We kozen ervoor om geen personeel te ontslaan, maar moesten dus wel de interne organisatie van de stad en zijn diensten kritisch bekijken. Een aangepast poetsregime werd besproken met onze interne diensten en zij gaven aan waar een aangepaste aantal poetsrondes mogelijk zouden zijn. Bijvoorbeeld, meer verantwoordelijkheid leggen bij externe vzw’s.
Ook in deze beginfase is er vanuit de diensten gekeken naar de haalbaarheid van deze aangepaste opdracht. Mijnheer Kalaz, u vraagt naar de budgetten. Het totaalbudget voor het net houden van onze scholen, stadsgebouwen en musea bedroeg in 2022 19.133.355 euro, in 2023 19.671.270 euro, de indexering van 7% is hier telkens reeds in verwerkt. Het gaat dus om aanzienlijke bedragen en het is dan ook in zulke moeilijke oefeningen ook vanzelfsprekend dat daar ook gekeken wordt. Maar steeds in overleg met onze interne gebruikers én met de firma’s die in opdracht van de Stad werken.
U vraagt ook naar het aantal geïmpacteerde medewerkers. Dat is voor ons niet mogelijk om exact te weten. Want het gaat om medewerkers van een extern bedrijf, niet ons personeel. En als opdrachtgever hebben wij geen inkijk in het personeelsbestand van externe firma’s. Dit wil niet zeggen dat we geen zorg dragen voor deze werknemers. De diensten hebben expliciet gevraagd aan de externe firma’s of de aangepaste opdracht haalbaar was voor het personeel zelf, of dit geen stresserende situaties zou creëren. Er is toen bevestigd dat dit haalbaar zou zijn.
We moeten echter erkennen dat dit een aanpassing vraagt: zowel voor gebruiker als voor het poetspersoneel. Het helpt daarbij niet dat dit een externe firma is, dit creëert een extra partij in de communicatiestroom. Het maakt het moeilijk om taken en afspraken scherp af te bakenen. Daarnaast stonden bij de eerste uitrol ook praktische aspecten nog niet volledig op punt.
Belangenbond SAAMO is in de tussentijd aan de slag gegaan met schoonmakerdossiers, waar we ondertussen een paar keer mee samen te zitten. Hun dossier ging echter veel ruimer dan de aanpassing in het poetsregime. Dit was een rapport met een brede toets aan aanbevelingen. Ter gelegenheid van 8 maart, kwam vooral het aangepaste regime naar voor, maar het verhaal is veel ruimer. Dit is een breed verhaal over hoe we met ons poestpersoneel omgaan en met welke partners we dit willen doen.
En in dit bredere verhaal missen we dan toch één belangrijke speler, namelijk de externe private partners zelf. Volgens het extern behaalde label Investers in people scoren deze bedrijven goed als werkgever, zij haalden daarbij 3 keer op rij een zeer hoge score. We leggen ook reeds verschillende sociale clausules op aan deze externe bedrijven. Zo eisen we dat minimaal 95% van de medewerkers die worden tewerkgesteld voor deze opdracht een vast contract hebben. U voelt het al, de informatie die wij hebben, toont een iets genuanceerder beeld. Er ziet hier dus een mismatch. En ik wil daarmee zeker de klachten en bezorgdheden van het poetspersoneel niet minimaliseren, laat dat wel duidelijk zijn. Bij die mismatch wordt de externe bedrijven momenteel buiten schot gehouden, terwijl juist zij de eindverantwoordelijkheid hebben over het welzijn van hun medewerkers.
Dit wel echter niet zeggen dat wij geen enkele verantwoordelijkheid hebben voor deze mensen, niet ook voor hen dienen te zorgen en oog moeten hebben voor de zware arbeid die zij dagelijks verrichten.
Concreet:
Daarnaast mogen onze poetshulpen niet aangesproken worden voor taken die niet binnen hun takenpakket liggen, ook dat moet scherper.
Daarmee open ik ook een veel bredere discussie. Het is duidelijk dat dit onderwerp leeft, dat wordt ook bewezen door de 3 vragen hier vanavond ingediend. Dat is goed want hoe we met poetspersoneel omgaan, verdient ook een duidelijk maatschappelijk debat. Dit gaat verder dan waar we exact extra uren zouden bijsteken, alhoewel dit natuurlijk wel voor de individuele medewerker belangrijk is. Het werk van ons poetspersoneel verdient ons respect. Daarvoor is ook een gedragswijziging nodig, waarin het werk van het poetspersoneel niet als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Zij kunnen niet alles 24 uur op 7 alles netjes houden.
Daarmee raak ik ook de vraag rond inbesteding van collega Kalaz aan. Dat is zeker een element dat in een breder publiek debat thuishoort. Wie draagt zorg voor poetspersoneel en willen we dat dit gebeurt door private firma’s? Binnen de laatste maanden van de huidige legislatuur vrees ik dat dergelijke fundamentele discussies theoretisch blijven, maar ik kijk uit naar hoe een nieuwe bestuursploeg deze zal voeren. In de tussentijd doen wij het nodige om te kijken hoe dat wij voor deze externe medewerkers, toch de nodige zorg kunnen dragen.
do 21/03/2024 - 09:28In 2023 werden de zgn. ‘hondentoiletten’ stopgezet. Er bereiken ons evenwel signalen van personen met een beperking (bv. ouderen voor wie door knieën buigen moeizaam gaat), personen met een assistentiehond (blinden en slechtzienden, personen in een rolstoel, …), voor wie dit toch als problematisch wordt ervaren.
Deze problematiek is ons inderdaad bekend en we delen deze bezorgdheid. Zo verstuurde onze dierenwelzijnsambtenaar begin 2023 een bericht naar de toegankelijkheidsambtenaren met de vraag hoe we best deze info kunnen communiceren naar de betrokken doelgroep zodat ze zich op deze wijziging konden voorbereiden.
(We hebben hierop geen reactie ontvangen.)
De vakbonden en een aantal middenveldorganisaties hebben op 28 februari 2024 een petitie gelanceerd tegen besparingen op externe schoonmaak in Gentse scholen. In de petitie wordt gevraagd de besparingen terug te draaien, haalbare werkdruk voor schoonmakers te garanderen en de schoonmaakfrequentie te verhogen. De aanleiding is dat er klachten op scholen zijn over vuile leslokalen en wc's. Het schoonmaakpersoneel geeft ook aan dat hun werkdruk te hoog ligt. Ze moeten volgens de vakbonden en het middenveld hetzelfde werk in minder tijd doen.
In oktober 2023 kwamen diezelfde signalen al een eerste keer in de media en toen werden ook bijsturingen gevraagd. De signalen blijven vandaag echter aan.
Ondanks deze medewerkers niet in dienst zijn van de stad ligt hun welzijn me wel nauw aan het hart. Ik vind het dan ook bijzonder droevig om de frustraties te horen. Als sinds het najaar van vorig jaar ben ik in gesprek rond deze zorgen die leven bij het personeel van firma’s die voor de Stad Gent de gebouwen net houden. Via hun belangenvertegenwoordigers, de vakbonden en vaak ook met de mensen zelf die dagelijks hard werken in onze gebouwen.
Het veranderde poetsregime startte in september 2023 en was het gevolg van de moeilijke begrotingsoefeningen de voorbije jaren. Daarbij zijn keuzes gemaakt over de hele werking van de Stad heen. We kozen ervoor om geen personeel te ontslaan, maar moesten dus wel de interne organisatie van de stad en zijn diensten kritisch bekijken. Een aangepast poetsregime werd besproken met onze interne diensten en zij gaven aan waar een aangepaste aantal poetsrondes mogelijk zouden zijn. Bijvoorbeeld, meer verantwoordelijkheid leggen bij externe vzw’s.
Ook in deze beginfase is er vanuit de diensten gekeken naar de haalbaarheid van deze aangepaste opdracht. Mijnheer Kalaz, u vraagt naar de budgetten. Het totaalbudget voor het net houden van onze scholen, stadsgebouwen en musea bedroeg in 2022 19.133.355 euro, in 2023 19.671.270 euro, de indexering van 7% is hier telkens reeds in verwerkt. Het gaat dus om aanzienlijke bedragen en het is dan ook in zulke moeilijke oefeningen ook vanzelfsprekend dat daar ook gekeken wordt. Maar steeds in overleg met onze interne gebruikers én met de firma’s die in opdracht van de Stad werken.
U vraagt ook naar het aantal geïmpacteerde medewerkers. Dat is voor ons niet mogelijk om exact te weten. Want het gaat om medewerkers van een extern bedrijf, niet ons personeel. En als opdrachtgever hebben wij geen inkijk in het personeelsbestand van externe firma’s. Dit wil niet zeggen dat we geen zorg dragen voor deze werknemers. De diensten hebben expliciet gevraagd aan de externe firma’s of de aangepaste opdracht haalbaar was voor het personeel zelf, of dit geen stresserende situaties zou creëren. Er is toen bevestigd dat dit haalbaar zou zijn.
We moeten echter erkennen dat dit een aanpassing vraagt: zowel voor gebruiker als voor het poetspersoneel. Het helpt daarbij niet dat dit een externe firma is, dit creëert een extra partij in de communicatiestroom. Het maakt het moeilijk om taken en afspraken scherp af te bakenen. Daarnaast stonden bij de eerste uitrol ook praktische aspecten nog niet volledig op punt.
Belangenbond SAAMO is in de tussentijd aan de slag gegaan met schoonmakerdossiers, waar we ondertussen een paar keer mee samen te zitten. Hun dossier ging echter veel ruimer dan de aanpassing in het poetsregime. Dit was een rapport met een brede toets aan aanbevelingen. Ter gelegenheid van 8 maart, kwam vooral het aangepaste regime naar voor, maar het verhaal is veel ruimer. Dit is een breed verhaal over hoe we met ons poestpersoneel omgaan en met welke partners we dit willen doen.
En in dit bredere verhaal missen we dan toch één belangrijke speler, namelijk de externe private partners zelf. Volgens het extern behaalde label Investers in people scoren deze bedrijven goed als werkgever, zij haalden daarbij 3 keer op rij een zeer hoge score. We leggen ook reeds verschillende sociale clausules op aan deze externe bedrijven. Zo eisen we dat minimaal 95% van de medewerkers die worden tewerkgesteld voor deze opdracht een vast contract hebben. U voelt het al, de informatie die wij hebben, toont een iets genuanceerder beeld. Er ziet hier dus een mismatch. En ik wil daarmee zeker de klachten en bezorgdheden van het poetspersoneel niet minimaliseren, laat dat wel duidelijk zijn. Bij die mismatch wordt de externe bedrijven momenteel buiten schot gehouden, terwijl juist zij de eindverantwoordelijkheid hebben over het welzijn van hun medewerkers.
Dit wel echter niet zeggen dat wij geen enkele verantwoordelijkheid hebben voor deze mensen, niet ook voor hen dienen te zorgen en oog moeten hebben voor de zware arbeid die zij dagelijks verrichten.
Concreet:
Daarnaast mogen onze poetshulpen niet aangesproken worden voor taken die niet binnen hun takenpakket liggen, ook dat moet scherper.
Daarmee open ik ook een veel bredere discussie. Het is duidelijk dat dit onderwerp leeft, dat wordt ook bewezen door de 3 vragen hier vanavond ingediend. Dat is goed want hoe we met poetspersoneel omgaan, verdient ook een duidelijk maatschappelijk debat. Dit gaat verder dan waar we exact extra uren zouden bijsteken, alhoewel dit natuurlijk wel voor de individuele medewerker belangrijk is. Het werk van ons poetspersoneel verdient ons respect. Daarvoor is ook een gedragswijziging nodig, waarin het werk van het poetspersoneel niet als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Zij kunnen niet alles 24 uur op 7 alles netjes houden.
Daarmee raak ik ook de vraag rond inbesteding van collega Kalaz aan. Dat is zeker een element dat in een breder publiek debat thuishoort. Wie draagt zorg voor poetspersoneel en willen we dat dit gebeurt door private firma’s? Binnen de laatste maanden van de huidige legislatuur vrees ik dat dergelijke fundamentele discussies theoretisch blijven, maar ik kijk uit naar hoe een nieuwe bestuursploeg deze zal voeren. In de tussentijd doen wij het nodige om te kijken hoe dat wij voor deze externe medewerkers, toch de nodige zorg kunnen dragen.
do 21/03/2024 - 09:28Verschillende milieuorganisaties dienen een bezwaarschrift in bij de provincie Oost-Vlaanderen rond de milieuvergunning voor de uitbreiding van het bedrijf Alco Bio Fuel in de Gentse haven. Het bedrijf, met hoofdzetel in Sint-Kruis-Winkel, diende een milieuvergunning in om de productie van bioethanol uit maïs op de site te verdubbelen. Nochtans bouwt België op initiatief van minister Van Der Straeten het gebruik van biobrandstoffen op basis van voedingsgewassen af. Ook het Europese energiebeleid erkent de problematische aspecten van dit type biobrandstoffen, en sluit ze bijvoorbeeld expliciet uit bij de bijmengingsverplichting van duurzame brandstoffen voor de luchtvaart.
1/ Werd het advies van de stad gevraagd in deze provinciale vergunningsprocedure? Zo ja, welk advies werd er gegeven?
2/ In het bezwaar geven de milieuorganisaties aan dat de huidige capaciteit al ruimschoots de vergunde capaciteit overschrijdt. Was de stad hiervan op de hoogte? Hoe past dit in de bestaande vergunningen van de site, zoals het MER?
Ik deel de bekommernis van de milieuorganisaties en ook andere overheden hebben terecht kritiek op het gebruik van voedingsgewassen voor bio-brandstoffen.
1/ Ja, de stad werd verzocht advies te geven conform de procedure voor klasse 1 bedrijven. Voor klasse 1 bedrijven is de provincie de vergunningsverlener. De stad kan enkel adviseren op de milieudisciplines die direct interfereren met het beleid van de stad (bv. mobiliteit). Onze dienst kan het niet aan om voor alle Klasse 1 bedrijven een advies te geven, dus worden keuzes gemaakt waar we een meerwaarde kunnen bieden. In dit dossier hebben we geen gewoon advies gegeven, daar onze opmerkingen zich niet situeerden op de Vlarem-wetgeving, maar we hebben wel duidelijk opmerkingen meegegeven t.o.v. 1e generatie biobrandstoffen. We hebben grondige bedenkingen geuit m.b.t. het gebruik van landbouwgrondstoffen voor deze doeleinden:
Het bedrijf gebruikt landbouwgrondstoffen zoals maïs voor de productie van bio-ethanol. Stad Gent stelt zich hier fundamentele vragen bij en wil de exploitant wijzen op de impact op milieu, klimaat en voedselzekerheid hiervan. Als blijk van maatschappelijk verantwoord ondernemerschap verwacht Stad Gent dat de exploitant gepaste inspanningen doet om milieu- en sociale effecten in de keten ten goede te beheersen en hierover ook transparant te communiceren.
2/ Het realiseren van een grotere capaciteit t.o.v. de vergunde capaciteit met respect voor de opgelegde milieunormen, is geen overtreding van of inbreuk tegen de milieuwetgeving. Veelal zal een bedrijf bij een volgende vergunningsaanvraag de capaciteit regulariseren. Het toezicht hierop zit ook op Vlaams niveau.
wo 20/03/2024 - 13:45Op 8 maart, de internationale strijddag voor vrouwenrechten, zijn er wereldwijd tal van acties door verschillende middenveldorganisaties, politieke partijen en andere belangengroepen. Ook in Gent was er een hoge opkomst dit jaar. Eén van de centrale thema's die het Collecti.e.f 8 Maars Gent, samen met andere organisaties naar voren bracht, was de besparing op de poetsdiensten in stadsscholen, musea en andere stadsgebouwen, waaraan een petitie werd gekoppeld.
We hebben over dit onderwerp nog de volgende vragen:
- Hoeveel bedroeg de kost van de poetsdiensten vóór de besparing werd doorgevoerd? Hoeveel erna? Welk bedrag werd er m.a.w. geschrapt?
- Hoeveel VTE's worden er minder ingezet? Hoeveel personeelsleden worden er getroffen door deze besparing?
- Zal het stadsbestuur ervoor zorgen dat de schoonmaakfrequentie in scholen wordt verhoogd? Zo ja, hoe zal dit georganiseerd worden?
- Hoe zal het stadsbestuur ervoor zorgen dat de werkdruk haalbaar is voor schoonmakers in scholen, musea en andere stadsgebouwen?
- Zal het stadsbestuur de besparing op poetsdiensten bij scholen en andere stadsgebouwen terugdraaien?
- Overweegt het stadsbestuur een insourcing van de poetsdiensten van scholen, musea en andere stadsgebouwen? Zal deze piste onderzocht worden? Werd hier reeds een kosten-batenanalyse rond gemaakt?
Ondanks deze medewerkers niet in dienst zijn van de stad ligt hun welzijn me wel nauw aan het hart. Ik vind het dan ook bijzonder droevig om de frustraties te horen. Als sinds het najaar van vorig jaar ben ik in gesprek rond deze zorgen die leven bij het personeel van firma’s die voor de Stad Gent de gebouwen net houden. Via hun belangenvertegenwoordigers, de vakbonden en vaak ook met de mensen zelf die dagelijks hard werken in onze gebouwen.
Het veranderde poetsregime startte in september 2023 en was het gevolg van de moeilijke begrotingsoefeningen de voorbije jaren. Daarbij zijn keuzes gemaakt over de hele werking van de Stad heen. We kozen ervoor om geen personeel te ontslaan, maar moesten dus wel de interne organisatie van de stad en zijn diensten kritisch bekijken. Een aangepast poetsregime werd besproken met onze interne diensten en zij gaven aan waar een aangepaste aantal poetsrondes mogelijk zouden zijn. Bijvoorbeeld, meer verantwoordelijkheid leggen bij externe vzw’s.
Ook in deze beginfase is er vanuit de diensten gekeken naar de haalbaarheid van deze aangepaste opdracht. Mijnheer Kalaz, u vraagt naar de budgetten. Het totaalbudget voor het net houden van onze scholen, stadsgebouwen en musea bedroeg in 2022 19.133.355 euro, in 2023 19.671.270 euro, de indexering van 7% is hier telkens reeds in verwerkt. Het gaat dus om aanzienlijke bedragen en het is dan ook in zulke moeilijke oefeningen ook vanzelfsprekend dat daar ook gekeken wordt. Maar steeds in overleg met onze interne gebruikers én met de firma’s die in opdracht van de Stad werken.
U vraagt ook naar het aantal geïmpacteerde medewerkers. Dat is voor ons niet mogelijk om exact te weten. Want het gaat om medewerkers van een extern bedrijf, niet ons personeel. En als opdrachtgever hebben wij geen inkijk in het personeelsbestand van externe firma’s. Dit wil niet zeggen dat we geen zorg dragen voor deze werknemers. De diensten hebben expliciet gevraagd aan de externe firma’s of de aangepaste opdracht haalbaar was voor het personeel zelf, of dit geen stresserende situaties zou creëren. Er is toen bevestigd dat dit haalbaar zou zijn.
We moeten echter erkennen dat dit een aanpassing vraagt: zowel voor gebruiker als voor het poetspersoneel. Het helpt daarbij niet dat dit een externe firma is, dit creëert een extra partij in de communicatiestroom. Het maakt het moeilijk om taken en afspraken scherp af te bakenen. Daarnaast stonden bij de eerste uitrol ook praktische aspecten nog niet volledig op punt.
Belangenbond SAAMO is in de tussentijd aan de slag gegaan met schoonmakerdossiers, waar we ondertussen een paar keer mee samen te zitten. Hun dossier ging echter veel ruimer dan de aanpassing in het poetsregime. Dit was een rapport met een brede toets aan aanbevelingen. Ter gelegenheid van 8 maart, kwam vooral het aangepaste regime naar voor, maar het verhaal is veel ruimer. Dit is een breed verhaal over hoe we met ons poestpersoneel omgaan en met welke partners we dit willen doen.
En in dit bredere verhaal missen we dan toch één belangrijke speler, namelijk de externe private partners zelf. Volgens het extern behaalde label Investers in people scoren deze bedrijven goed als werkgever, zij haalden daarbij 3 keer op rij een zeer hoge score. We leggen ook reeds verschillende sociale clausules op aan deze externe bedrijven. Zo eisen we dat minimaal 95% van de medewerkers die worden tewerkgesteld voor deze opdracht een vast contract hebben. U voelt het al, de informatie die wij hebben, toont een iets genuanceerder beeld. Er ziet hier dus een mismatch. En ik wil daarmee zeker de klachten en bezorgdheden van het poetspersoneel niet minimaliseren, laat dat wel duidelijk zijn. Bij die mismatch wordt de externe bedrijven momenteel buiten schot gehouden, terwijl juist zij de eindverantwoordelijkheid hebben over het welzijn van hun medewerkers.
Dit wel echter niet zeggen dat wij geen enkele verantwoordelijkheid hebben voor deze mensen, niet ook voor hen dienen te zorgen en oog moeten hebben voor de zware arbeid die zij dagelijks verrichten.
Concreet:
Daarnaast mogen onze poetshulpen niet aangesproken worden voor taken die niet binnen hun takenpakket liggen, ook dat moet scherper.
Daarmee open ik ook een veel bredere discussie. Het is duidelijk dat dit onderwerp leeft, dat wordt ook bewezen door de 3 vragen hier vanavond ingediend. Dat is goed want hoe we met poetspersoneel omgaan, verdient ook een duidelijk maatschappelijk debat. Dit gaat verder dan waar we exact extra uren zouden bijsteken, alhoewel dit natuurlijk wel voor de individuele medewerker belangrijk is. Het werk van ons poetspersoneel verdient ons respect. Daarvoor is ook een gedragswijziging nodig, waarin het werk van het poetspersoneel niet als vanzelfsprekend wordt beschouwd. Zij kunnen niet alles 24 uur op 7 alles netjes houden.
Daarmee raak ik ook de vraag rond inbesteding van collega Kalaz aan. Dat is zeker een element dat in een breder publiek debat thuishoort. Wie draagt zorg voor poetspersoneel en willen we dat dit gebeurt door private firma’s? Binnen de laatste maanden van de huidige legislatuur vrees ik dat dergelijke fundamentele discussies theoretisch blijven, maar ik kijk uit naar hoe een nieuwe bestuursploeg deze zal voeren. In de tussentijd doen wij het nodige om te kijken hoe dat wij voor deze externe medewerkers, toch de nodige zorg kunnen dragen.
do 21/03/2024 - 09:29Tijdens de commissie MPF van februari werd reeds de stavaza opgevraagd van het juridisch kader betreffende de boycot van Israëlische producten. Toen werd er geantwoord dat dit kader nog niet klaar was. Ook werd er gesteld dat er op korte termijn een kader zou zijn, want er zouden een aantal bestekken zitten aan te komen waar dit mogelijk relevant kan zijn, zoals het bestek geneesmiddelen en het bestek maaltijden voor de woon-zorgcentra.
Daarom volgende opvolgvragen:
Wat is de stand van zaken bij de aanpak van de boycot van Israëlische producten?
- Werd deze aanpak/dit kader ondertussen uitgewerkt en kan deze worden toegelicht?
- Zal over deze materie nog sensibiliserend gecommuniceerd worden met de Gentenaars? Zal het stadsbestuur m.a.w. de Gentenaars actief informeren en sensibiliseren over het boycotten van Israëlische producten?
- Werden de nodige stappen gezet voor de (komende) bestekken, waarover sprake in de commissie van februari?
Dank voor jullie vragen in opvolging hiervan.
Het toont dat dit bestuur niet enkel in woorden, maar ook in daden optreedt. De Gemeenteraad gaf het college de opdracht om de motie die werd gestemd in reactie op de gruwelijke escalatie van geweld uitvoerbaar te maken. Dat hebben we dan ook gedaan.
Het aanscherpen van ons aankoopbeleid was één van de elementen in de motie, naast het veroordelen van alle geweld in het conflict, van alle kanten, en oproepen aan de Federale overheid om hier initiatieven te nemen om het geweld te stoppen en de gijzelaars vrij te laten. Wat we ook gedaan hebben.
Wat de clausule betreft. Deze is opgesteld onder coördinatie van onze experten overheidsaankopen van de juridische dienst, met ondersteuning van de experten aankopen van onze dienst Service & Logistiek en van onze dienst internationale relaties en netwerken.
De clausule is, voor alle duidelijkheid, niet gericht op de staat Israël, maar op producten en/of producenten die gevestigd zijn in Israël, én die winsten genereren uit de illegale bezetting en blokkades van de Palestijnse Gebieden.
Daarover straks wat meer.
Maar eerst toch even duiden, mevrouw Van Bossuyt, dat acties tegen bedrijven of tegen staten heel verschillend zijn. Dat is een open deur intrappen, maar toch vermengt u beide in uw vraagstelling.
Voor overheidsaankopen is de Stad gebonden door de (voornamelijk) Europese regelgeving. Aankopen gebeuren bij bedrijven, niet bij overheden.
In alle bestekken van de Stad Gent zijn al vele jaren clausules opgenomen die toelaten bedrijven uit te sluiten die ‘bij kracht van gewijsde’ veroordeeld zijn voor inbreuken op heel wat wetgeving, waaronder ook arbeidsrechten en mensenrechten. Dat geldt voor alle leveranciers ongeacht waar ze gevestigd zijn. Hierin zit dus ook reeds een hefboom om een bedrijf dat veroordeeld is voor inbreuken op arbeids- of mensenrechten te weren uit de procedure.
Daarnaast wordt ook al vele jaren een mensenrechtenclausule opgenomen die bedrijven wijst op hun verantwoordelijkheden doorheen de productieketen voor de mensenrechten van de arbeiders die er in betrokken zijn.
De clausule waarvan sprake is niet van toepassing op de staat Israël maar op eventuele leveranciers, bedrijven dus, die in Israël gevestigd zijn én een verdienmodel hebben dat verbonden is aan de illegale bezettingen en blokkades van de Palestijnse gebieden. Het kan dan gaan om productie in bezet gebied, of om het houden van een de-facto monopolie op een marktsegment in Palestijns Gebied waarbij abnormale prijzen worden gehanteerd omdat er een situatie is van ‘captive market’.
U verwijst, mevrouw Van Bossuyt, naar landen en dus naar overheden. Daarmee hebben we geen aankoper-leverancier relaties. Institutionele relaties tussen de Stad en andere overheden zijn niet aan eenzelfde strikte regelgeving onderworpen. De Stad kan dus vrijer kiezen met wie samenwerking wordt aangesloten. Daarvoor hebben we een mensenrechtentoets op internationale relaties. Elk potentieel partnerschap of ontvangst van officiële delegaties wordt door een expertenpanel (mensenrechtenraad) gescreend en geadviseerd. De eerste stap daarbij is een check van de score van het land op de World Social Justice Index die objectieve gegevens bijhoudt van de staat van de democratie, mensenrechten. Indien een potentiële partner in een land gevestigd is dat ondergemiddeld scoort, moet een advies gevraagd worden aan de mensenrechtenraad.
De insinuatie dat de Stad Gent enkel dergelijke principes hanteert voor Israël of Israëlische bedrijven klopt dus niet : we toetsen alle overheden aan hun prestaties op vlak van mensenrechten en ook bij alle leveranciers doen we dat. Maar met de vreselijke situatie in Israël en Palestina op dit moment, willen we als Stad op geen enkele manier betrokken zijn via onze aankopen. En daarom dus deze clausule, zoals ook gevraagd door de gemeenteraad – zij het zonder steun van uw fractie, mevrouw Van Bossuyt.
Wat het uitvoeren van de clausule betreft: we gaan dit toepassen in alle bestekken. Inschrijvers zijn zo van voor de start van een contract goed op de hoogte wat de verwachtingen zijn op dit vlak. Onze aankopers hebben in het besluit van het college de werkinstructie gekregen wat te doen als er toch een Israëlisch product zou aangeboden worden – ofwel een Israëlische leverancier die intekent, ofwel Israëlische producten die aan ons zouden geleverd worden. Om de taaklast te beperken én om hier voldoende objectiviteit in te bouwen zullen onze diensten nagaan of dit bedrijf voorkomt in de online database WhoProfits.org.
WhoProfits.org is een online database van een onafhankelijk, Israëlische, onderzoeksgroep die met een transparante methodiek bedrijven screent. Ze doen dit continu, dus een bedrijf dat bijvoorbeeld productie zou weghalen uit de bezette gebieden, of niet langer ongeoorloofde winsten maakt uit de situatie van de Captive Market die er heerst, zal er ook niet op blijven staan.
Indien een leverancier hier niet op voorkomt, kan het aankoopdossier gewoon verder lopen.
Komt een leverancier hier wél op voor, dan zullen de aankopers in overleg gaan met de inschrijver op het bestek en zal die moeten aantonen dat er inspanningen gedaan worden om producten van deze leverancier te vermijden. In de meeste gevallen zijn er equivalente producten van andere toeleveranciers mogelijk.
Dit is iets dat moeilijker af te dwingen is in lopende contracten, daar wordt het gesprek wél aangegaan en hebben onze contractanten al enkele aanpassingen gedaan als dat in hun operationele organisatie.
Vandaar dus dat het belangrijk is dat dit aan de start van nieuwe contracten correct en transparant gebeurt.
We hebben op de agenda van deze commissie ook reeds de eerste twee grote contracten (in bestek-fase) waarin we deze clausule toepassen : het contract voor de maaltijden in de woon-zorg-centra en het raamcontract medicatie voor diezelfde woon-zorgcentra.
do 21/03/2024 - 09:31Op het College van Burgemeester en Schepenen van 7 maart werd een besluit genomen over ‘het weren van producten van Israëlische bedrijven die verdienen aan de illegale bezetting en blokkages van de Palestijnse gebieden’. Voor alle nieuwe overheidsopdrachten van werken, leveringen en diensten van stad en OCMW moet de kandidaat proberen vermijden dat er:
De aanbestedende overheid behoudt zich bovendien het recht voor offertes te weren wanneer de kandidaat-opdrachtnemer niet kan aantonen voldoende inspanningen gedaan te hebben om te voldoen aan beide voormelde vereisten.
Graag had ik hierover volgende vragen gesteld:
Dank voor jullie vragen in opvolging hiervan.
Het toont dat dit bestuur niet enkel in woorden, maar ook in daden optreedt. De Gemeenteraad gaf het college de opdracht om de motie die werd gestemd in reactie op de gruwelijke escalatie van geweld uitvoerbaar te maken. Dat hebben we dan ook gedaan.
Het aanscherpen van ons aankoopbeleid was één van de elementen in de motie, naast het veroordelen van alle geweld in het conflict, van alle kanten, en oproepen aan de Federale overheid om hier initiatieven te nemen om het geweld te stoppen en de gijzelaars vrij te laten. Wat we ook gedaan hebben.
Wat de clausule betreft. Deze is opgesteld onder coördinatie van onze experten overheidsaankopen van de juridische dienst, met ondersteuning van de experten aankopen van onze dienst Service & Logistiek en van onze dienst internationale relaties en netwerken.
De clausule is, voor alle duidelijkheid, niet gericht op de staat Israël, maar op producten en/of producenten die gevestigd zijn in Israël, én die winsten genereren uit de illegale bezetting en blokkades van de Palestijnse Gebieden.
Daarover straks wat meer.
Maar eerst toch even duiden, mevrouw Van Bossuyt, dat acties tegen bedrijven of tegen staten heel verschillend zijn. Dat is een open deur intrappen, maar toch vermengt u beide in uw vraagstelling.
Voor overheidsaankopen is de Stad gebonden door de (voornamelijk) Europese regelgeving. Aankopen gebeuren bij bedrijven, niet bij overheden.
In alle bestekken van de Stad Gent zijn al vele jaren clausules opgenomen die toelaten bedrijven uit te sluiten die ‘bij kracht van gewijsde’ veroordeeld zijn voor inbreuken op heel wat wetgeving, waaronder ook arbeidsrechten en mensenrechten. Dat geldt voor alle leveranciers ongeacht waar ze gevestigd zijn. Hierin zit dus ook reeds een hefboom om een bedrijf dat veroordeeld is voor inbreuken op arbeids- of mensenrechten te weren uit de procedure.
Daarnaast wordt ook al vele jaren een mensenrechtenclausule opgenomen die bedrijven wijst op hun verantwoordelijkheden doorheen de productieketen voor de mensenrechten van de arbeiders die er in betrokken zijn.
De clausule waarvan sprake is niet van toepassing op de staat Israël maar op eventuele leveranciers, bedrijven dus, die in Israël gevestigd zijn én een verdienmodel hebben dat verbonden is aan de illegale bezettingen en blokkades van de Palestijnse gebieden. Het kan dan gaan om productie in bezet gebied, of om het houden van een de-facto monopolie op een marktsegment in Palestijns Gebied waarbij abnormale prijzen worden gehanteerd omdat er een situatie is van ‘captive market’.
U verwijst, mevrouw Van Bossuyt, naar landen en dus naar overheden. Daarmee hebben we geen aankoper-leverancier relaties. Institutionele relaties tussen de Stad en andere overheden zijn niet aan eenzelfde strikte regelgeving onderworpen. De Stad kan dus vrijer kiezen met wie samenwerking wordt aangesloten. Daarvoor hebben we een mensenrechtentoets op internationale relaties. Elk potentieel partnerschap of ontvangst van officiële delegaties wordt door een expertenpanel (mensenrechtenraad) gescreend en geadviseerd. De eerste stap daarbij is een check van de score van het land op de World Social Justice Index die objectieve gegevens bijhoudt van de staat van de democratie, mensenrechten. Indien een potentiële partner in een land gevestigd is dat ondergemiddeld scoort, moet een advies gevraagd worden aan de mensenrechtenraad.
De insinuatie dat de Stad Gent enkel dergelijke principes hanteert voor Israël of Israëlische bedrijven klopt dus niet : we toetsen alle overheden aan hun prestaties op vlak van mensenrechten en ook bij alle leveranciers doen we dat. Maar met de vreselijke situatie in Israël en Palestina op dit moment, willen we als Stad op geen enkele manier betrokken zijn via onze aankopen. En daarom dus deze clausule, zoals ook gevraagd door de gemeenteraad – zij het zonder steun van uw fractie, mevrouw Van Bossuyt.
Wat het uitvoeren van de clausule betreft: we gaan dit toepassen in alle bestekken. Inschrijvers zijn zo van voor de start van een contract goed op de hoogte wat de verwachtingen zijn op dit vlak. Onze aankopers hebben in het besluit van het college de werkinstructie gekregen wat te doen als er toch een Israëlisch product zou aangeboden worden – ofwel een Israëlische leverancier die intekent, ofwel Israëlische producten die aan ons zouden geleverd worden. Om de taaklast te beperken én om hier voldoende objectiviteit in te bouwen zullen onze diensten nagaan of dit bedrijf voorkomt in de online database WhoProfits.org.
WhoProfits.org is een online database van een onafhankelijk, Israëlische, onderzoeksgroep die met een transparante methodiek bedrijven screent. Ze doen dit continu, dus een bedrijf dat bijvoorbeeld productie zou weghalen uit de bezette gebieden, of niet langer ongeoorloofde winsten maakt uit de situatie van de Captive Market die er heerst, zal er ook niet op blijven staan.
Indien een leverancier hier niet op voorkomt, kan het aankoopdossier gewoon verder lopen.
Komt een leverancier hier wél op voor, dan zullen de aankopers in overleg gaan met de inschrijver op het bestek en zal die moeten aantonen dat er inspanningen gedaan worden om producten van deze leverancier te vermijden. In de meeste gevallen zijn er equivalente producten van andere toeleveranciers mogelijk.
Dit is iets dat moeilijker af te dwingen is in lopende contracten, daar wordt het gesprek wél aangegaan en hebben onze contractanten al enkele aanpassingen gedaan als dat in hun operationele organisatie.
Vandaar dus dat het belangrijk is dat dit aan de start van nieuwe contracten correct en transparant gebeurt.
We hebben op de agenda van deze commissie ook reeds de eerste twee grote contracten (in bestek-fase) waarin we deze clausule toepassen : het contract voor de maaltijden in de woon-zorg-centra en het raamcontract medicatie voor diezelfde woon-zorgcentra.
do 21/03/2024 - 09:31Afgelopen zomer werd via de pers bekend dat de hoogdringende renovatie van het Groot Vleeshuis ook door het Vlaamse niveau wordt gesteund, subsidies werden immers vrijgemaakt.
Gezien we meer dan een half jaar verder zijn, vraag ik graag een update over de restauratiewerken aan het Vleeshuis. De renovaties waren immers zeer dringend en de nood aan extra fietsstallingen in het centrum is hoog.
Nadat de gemeenteraad het bestek voor de restauratie van het groot vleeshuis heeft goedgekeurd in zitting van april 2023, hebben onze diensten de procedure doorlopen en heeft het college op 8 februari dit jaar de opdracht gegund. Momenteel zijn de gesprekken lopend met de aannemer om deze toch wel complexe werf op te starten.
De werf is complex omwille van het gegeven dat er wordt gewerkt aan een gebouw dat stamt uit de middeleeuwen, een gebouw waarbij voor de gevel en raamkapellen aan de waterkant zorgen zijn rond stabiliteit, en dat alles in het hart van onze stad – dus met veel passanten, openbaar vervoer, handel, horeca en… niet te vergeten een populair Gentse-Feesten-Plein.
Daarom werken we nu naar een opstart na het bouwverlof van deze zomer. Concreet dus zal de werfopstelling starten in augustus. Op die manier ondervinden de activiteiten van de Gentse Feesten geen hinder dit jaar. Er zal gewerkt worden van boven naar onder en van de tramsporen naar de Hooiaard. Zo hopen we dat tegen volgende lente de werf al kan opgeschoten zijn zodat het terras dat aan het gebouw paalt opnieuw open kan en dat ook de volgende Gentse Feesten op de Groentenmarkt opnieuw zonder teveel hinder kunnen doorgaan. De markt op de Groentenmarkt zou gedurende de hele werf zonder probleem kunnen doorgaan.
U vraagt ook naar de financiering van het project. De geraamde kost ligt, zoals u weet, boven de 7 miljoen euro. Een enorm bedrag, maar het is nu eenmaal een heel groot gebouw en, zoals gezegd, een technisch complexe opdracht.
Hoewel de minister bevoegd voor het Vlaamse Erfgoed zich vorig jaar negatief over het dossier heeft uit te laten kunnen we nu melden dat de Vlaamse administratie de verwachte subsidie heeft toegekend. Dat lijkt ons ook nogal normaal: het gaat hier om een heel belangrijk erfgoedgebouw. Met historisch belang dat Gent overstijgt.
Hoe dan ook, de Vlaamse Overheid voorziet een subsidie van 900.000 euro. Dat is een significante bijdrage uiteraard. Maar blijft dat de Stad uit eigen middelen meer dan 85% van de totale kost op zich neemt. Dat is dan weer mogelijk omdat we twee doelstellingen combineren: zorg voor ons onroerend erfgoed en de nood aan meer fietsparkeerplaatsen in de binnenstad. We houden ons uiteraard ook aan het plan om in het Groot Vleeshuis een fietsonthaalpunt te realiseren zodat veel meer dan vroeger de Gentenaars het gebouw zullen binnengaan en de dakstructuur in alle glorie kunnen bewonderen.
do 21/03/2024 - 09:33Uit de wijk Malpertuuswijk – tussen de Brugsesteenweg en de Isegrimstraat – blijven ons signalen van bewoners bereiken over hardnekkig sluikstorten. Hoewel Ivago en de politie inspanningen doen en bewoners ook geïnformeerd worden over de resultaten van acties, lijkt het tegelijk veelal op dweilen met de kraan open. Dit ondermijnt vanzelfsprekend de leefbaarheid van de buurt.
Het stadsbestuur nam al een aantal maatregelen om de strijd tegen sluikstorten op te voeren, o.a. het vermeerderen van het aantal antisluikstortcamera’s voor hotspots. Ook kwam er een aanpassing van de aangerekende opruimkosten voor sluikstorten, naar aanleiding van mijn voorstel voor een verhoging van de tarieven in de gemeenteraad van maart 2022: de opruimkost voor een ‘klein’ sluikstort werd verhoogd van 125 euro naar 147 euro en – vreemd genoeg – die voor een groot sluikstort werd verlaagd van 250 euro naar 204 euro.
1. Wat zal de schepen doen om het hardnekkig sluikstorten op de Malpertuussite een halt toe te roepen? In welke mate konden hier al daders gevat worden (via camera’s, doorzoeken vuilnis, …)?
2. Hoe evalueert de schepen de tariefaanpassing voor opruimkosten? Wat is de verhouding tussen ‘kleine’ en ‘grote’ sluikstorten?
Bedank voor je vragen. Je eerste vraag gaat over handhaving, wat de bevoegdheid is van de burgemeester. Via verschillende diensten kreeg ik input over handhavingscijfers en over de methodiek. Ik licht die zo meteen ook toe. Maar uiteraard kan ik je maar het antwoord meegeven dat ik via de diensten van de burgemeester heb meegekregen rond handhaving. Indien je na dit antwoord het gevoel hebt dat de visie rond camera's en handhaven in het algemeen onvoldoende is, dan raad ik je aan om deze vraag ook te stellen aan de burgemeester en zijn bevoegde diensten.
In de hele beleidslijn, stadsbreed, blijft handhaving voor mij het sluitstuk. Het is helaas nodig om onze twee eerste pijlers, opruimen en sensibiliseren, voldoende te ondersteunen. Handhaving is en blijft een belangrijke pijler om stappen te blijven zetten in het netheidsbeleid, maar valt dus onder de bevoegdheid van de burgemeester qua invulling en opvolging.
Via de Cel Regie Netheid en IVAGO kreeg ik het signaal dat de data, en vergelijkbaar data in de buurt, niet meteen een grote problematiek in deze buurt aantoont. Laat ons het zo zeggen, deze situatie is niet oké, maar er zijn plekken in de Brugse Poort die structureel grotere uitdagingen slechter zijn. Maar, ik benadruk: Er is in Gent geen reden om te sluikstorten, dus ook dit voorbeeld is wat mij betreft onaanvaardbaar. We zijn het er samen over eens, niks is zo vervelend als en vuile straat of buurt en een paar mensen die sluikstorten en het zo verprutsen voor de buurt.
In 2023 waren er 78 sluikstortmeldingen (Foketstraat, Cantecleerstraat, Grimbergpad, Isegrimstraat en Malpertuusplein). En ook de gemeenschapswacht-vaststeller geeft aan dat hij over deze buurt weinig signalen ontving in 2023. Ook gaf de vaststeller aan dat hij tijdens de structurele sluikstortrondes met IVAGO, een 8-tal per jaar, en doorheen het jaar regelmatig in deze buurt passeert.
Enkel voor Isegrimstraat en de volledige Brugsesteenweg, dus niet enkel Malpertuuswijk, zijn er in totaal 14 vaststellingen opgemaakt. Slechts twee ervan waren in de Isegrimstraat, de andere twaalf verspreid over de volledige steenweg die op bepaalde plekken sluikstortgevoelig is. Denk hierbij aan bushaltes, blinde gevels … Voor Cantecleerstraat, Firapeelpad, Malpertuusplein, Grimbertpad, Amanda Foketstraat, Lucienne Herman Michielsensstraat, Koning Nobelplein zijn er geen vaststellingen.
De diensten van de burgemeester lieten me weten dat door de afloop van het huurcontract van de camera’s in 2023, heeft de politie momenteel twee inzetbare camera’s. De aankoop van een derde camera is lopende. Eén van de inzetbare camera's werd in maart 2024 in de Brugse Poort ingezet. Vorig jaar werd die vijf keer ingezet in de Brugse Poort. Het is de bedoeling dat de sluikstortcamera’s zo gespreid mogelijk in sluikstortgevoelige wijken aan bod komen.
Voor de 14 vaststellingen maakte IVAGO een opruimkostennota aan. Deze viel allemaal in de categorie ‘1-100 kilogram’, dan bedraagt de opruim- en verwerkingskost in 2023 153 euro. In 2024 is dit al 156,06 euro. De onkosten worden jaarlijks, net zoals de andere retributies, geïndexeerd zoals aangegeven in het retributiereglement van IVAGO. Grote sluikstorten kunnen enkel worden doorgeven door de politie, om dit moment gebeurt dit amper gezien de GDPR-wetgeving.
Indien er een sluikstort wordt vastgesteld door de politie dan wordt er een pro-formafactuur opgesteld en doorgestuurd naar de inspecteur die de vaststelling deed. Voor een sluikstort meer dan 100 kilogram was dit in 2023 214,20 euro. In 2024 bedraagt de opruim- en verwerkingskost 222,85 euro.
We blijven natuurlijk wat gelimiteerd bij camera's waarbij een dader in beeld niet altijd geïdentificeerd. In die zin heb ik nooit gesteld dat ze een wonderoplossing zijn, want de inzet en de verwerking van de beelden blijft een arbeidsintensief proces. Als we daar resultaten uit kunnen halen, dan moeten we dat zeker doen. Maar we weten dat doorzoekacties nog steeds het meeste resultaat opleveren.
Volgende maand stellen we het Netheidsrapport voor en daarin worden o.a. het aantal vaststellingen en ook de inningsgraad geduid van de GAS-boete. Het is te vroeg om vooruit te lopen op het rapport van 2023. Maar de voorbije jaren zagen we dat pakkans voor sluikstorten en de inningsgraad voor de GAS-boetes niet hoog is. IVAGO gaf aan dat de inningsgraad van de onkostennota IVAGO rond 65% ligt, dat is het cijfer nadat er een incassobureau werd gestuurd. En ik denk dat je het met mij eens bent, dat we dat cijfer liever hoger zouden zien, maar tegelijk ook vaststellen dat daar weinig evolutie in zit.
Ik vind het nog steeds een goede zaak dat we de onkostennota van IVAGO onder de loep namen en dat de opruim- en verwerkingskost ingeschat wordt naar de reële kost, want sluikstorten brengt een maatschappelijke kost, de opruimkost aan de ene kant en de overlast aan de andere kant, met zich mee en daarvoor moet de sluikstorter zelf opdraaien. Maar los van het financiële moeten de boetes een duidelijk signaal geven en moeten 'recidivisme' vermijden. Voor mij ligt niet de focus op de onkostennota, maar wel op de boete. De pakkans verhogen, is daarom zeker nodig. Op dat vlak zijn er inderdaad nog grote uitdaging, want is de pakkans verhogen gemakkelijk? Neen. Maar is dat de focus? Voor mij zeker wel.
Ook al slaagt IVAGO erin om zeer snel na een melding op te ruimen, meer opruimen is geen duurzame oplossing. Het is noodzaak om de juiste opruimfrequentie te vinden. Maar vooral om Gentenaren maximaal mee te krijgen in ons verhaal, hen ervan bewust te maken dat netheid een gedeelde verantwoordelijkheid is. Als lokale overheid kunnen we ook het verschil maken door de implementatie van sociale maatregelen, zoals onze tegemoetkoming in de afvalfactuur, de pop-uprecyclageparken, grofvuil aan huis … En door te wegen op preventie, statiegeld voor zwerfvuil en een betere UPV’s. En vergeet niet, zowel opruim- als handhavingsacties hebben pas nut als ze hand in hand gaan met sensibiliseren. Dus daar blijven we op inzetten.
wo 20/03/2024 - 10:55