Conflicten in andere landen, zoals de oorlog in Gaza en Oekraïne, hebben ook directe gevolgen is onze stad. Denk maar aan de emotionele stress, onzekerheid en onmacht van Gentenaars die familie en vrienden hebben in de conflictgebieden. Maar ook de polarisering tussen bevolkingsgroepen kunnen hierdoor toenemen.
Ook op onze lagere en middelbare scholen lijkt dit tot wel eens tot voorvallen te leiden. Zo hoorde ik over een voorval waarbij een Israëlische vlag door een leerling werd zwart gekleurd in de klasatlas, waarop de hele klas werd gestraft tot de ‘dader’ zich zou bekend maken. In een ander geval werd een begeleider met hoofdoek in de buitenschoolse opvang aangewezen als ‘oorzaak’ van het conflict in Gaza.
Deze cases tonen vooral aan hoe belangrijk het is dat leerkrachten en andere medewerkers op lagere en middelbare scholen geïnformeerd zijn over de historische achtergrond van dit soort internationale conflicten en begeleid worden in hoe om te gaan met hieraan gelinkte polariserende voorvallen.
Bedankt om met uw vraag de aandacht hierop te vestigen. In de commissie van november stelde collega Ben Chikha ook al vragen over de impact van internationale conflicten op de scholen. De situatie is sindsdien eigenlijk niet gewijzigd.
De gruwel van de oorlog, het geweld en de onrechtvaardigheid beroeren vele mensen en hun harten. Ook dat van mij en dat van jullie, ik weet dat.
Scholen staan daar niet los van. We horen hoe die emoties en ook de gesprekken de scholen binnenkomen. Dat lijkt me zeer normaal te zijn. De verhalen die je noemt, zijn daarvan een voorbeeld. En inderdaad, het is belangrijk dat we dat omkaderen en een aanbod doen vanuit de stad om daar op een goede manier mee om te gaan. Het is misschien goed om te horen wat er allemaal bestaat, want dat kader is er wel degelijk. Daar wordt hard op ingezet.
Wat we niet horen, zijn verontrustende signalen over hoe dit evolueert. Enkel bij de start van de oorlog in het Midden-Oosten waren er twee signalen. Er is toen vanuit de dienst Preventie voor Veiligheid ook een gesprek gestart met die scholen. Dat gesprek bleek op dat moment voldoende te zijn. Scholen slagen er blijkbaar in om het gesprek met hun leerlingen aan te gaan, en hen ook met elkaar in dialoog te laten gaan. Dat is niet eenvoudig, en het is een blijvende opdracht. Ik wil hen daarvoor bedanken. Dat ze dat erbij nemen. Maar het lijkt me logisch als je met jongeren en kinderen werkt, dat je dat doet. Dan neem je alles wat in die hoofdjes zit mee. Dat is wat leerkrachten doen.
Dat betekent niet dat we stilgezeten hebben. Sta me toe om kort toe te lichten wat we er gebeurd is, en ook te verwijzen naar het antwoord dat ik gaf op de commissie in november.
We maakten het aanbod bekend aan de scholen. Ze kunnen bij de stad terecht met vragen voor info en ondersteuning. Maar vanuit de verschillende onderwijsnetten zelf is ook een aanbod samengesteld om de scholen te ondersteunen. U ziet, collega Peeters, dat er een heel uitgebreid aanbod bestaat. We houden de vinger aan de pols, in nauw overleg met de diensten en de scholen.
De scholen geven op dit moment aan dat ze weten bij wie ze terecht kunnen. Ze hebben daar beleid rond. Er is heel wat waar ze informatie kunnen uithalen, welke trajecten ze kunnen lopen.
Ik denk dat heel belangrijk is dat we weten: ‘one size doesn’t fit all. Elk conflict is ook anders. Het is moeilijk om naar één leidraad te gaan. Het is belangrijk dat er een breed aanbod is zodat je op maat kan werken, en dat er ook een groot aanbod is.
En dat we de vinger aan de pols houden in de regiegroep. Als er iets, dan hebben die mensen de reflex om daarrond te schakelen en dat te gaan bevragen in het Gentse onderwijsveld.
do 14/03/2024 - 15:35