De afgelopen tien jaar was de schooluitval nooit zo hoog : 1 op de 7 leerlingen verlaat het secundair onderwijs zonder diploma. In centrumsteden verlaat zelfs 1 op de 5 jongeren vroegtijdig de schoolbanken. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van het Vlaams Ministerie van Onderwijs.
Vaak gaat het over leerlingen in het beroepsonderwijs of over leerlingen die zijn blijven zitten. Ook de thuistaal en het diploma van de moeder spelen een rol : tieners die thuis geen Nederlands spreken of van wie de moeder ongeschoold is, hebben meer kans om te stoppen met school zonder diploma.
Een correcte oriëntering van de leerlingen die het zesde leerjaar verlaten, is van essentieel belang. De leerlingen moeten terecht komen op het niveau volgens hun capaciteiten/talenten. Indien dit niet zo is, veranderen ze meerdere keren van richting, geraken ze gedemotiveerd en haken dan vroegtijdig af.
Ervaart men dit ook in de stedelijke secundaire scholen ?
Hoe begeleidt men de leerlingen die het zesde leerjaar verlaten en de stap naar het secundair onderwijs moet maken ? Wat is de aanpak in het stedelijk onderwijs ?
Bedankt, collega’s Ben Chikha en Bouve, voor jullie vragen.
Ze duiden op een terechte bezorgdheid over de toekomstkansen van onze jongeren. Zo’n carrière op de schoolbanken, da’s niet voor iedereen een evidentie.
Laat me starten met de cijfers.
“In centrumsteden verlaat 1 op 5 jongeren vroegtijdig de schoolbanken” berichtten de media. Dat is inderdaad verontrustend, want elke vroegtijdige schoolverlater is er een te veel. 1 op 5 is wel een gemiddelde voor de verschillende centrumsteden. In Antwerpse scholen verlaat bijvoorbeeld 1 op 4 leerlingen de schoolbanken vroegtijdig, in Gentse scholen is dit 1 op 6 (16,9%). Ik minimaliseer daarmee de ernst niet. Het duidt er wel op dat we het beter, of zo u het wil ‘minder slecht’, doen dan in andere centrumsteden.
De meest recente cijfers die beschikbaar zijn, gaan over schooljaar 2021-2022. In bijvoorbeeld Antwerpen, Mechelen en Hasselt is er een stijging van het aantal vroegtijdig schoolverlaters met 3-5 procentpunten t.o.v. het schooljaar ervoor. In Gent is de stijging eerder gering: een half procentpunt t.o.v. het schooljaar ervoor (in 2020-2021: 16,4%).
In absolute cijfers betekent dat dat we in Gentse scholen evolueren van 682 leerlingen in 2020-2021 naar 714 leerlingen in 2021-2022.
Er zijn een aantal zaken die van belang zijn om die cijfers goed te begrijpen, en die een verdere aanpak bepalen.
Een belangrijke verklaring is de kansarmoede-indicator (OKI). Voor elk risicokenmerk waarop leerlingen aantikken, verhoogt immers de kans op vroegtijdig schoolverlaten.
We moeten benadrukken dat deze cijfers een gedeelde verantwoordelijkheid zijn van alle onderwijsvormen. Heel wat leerlingen starten immers in de eerste graad A-stroom en stromen door naar dubbele en/of arbeidsmarktgerichte finaliteit (dat is het watervalsysteem). Het zijn de ervaringen die ze opdoen doorheen hun volledige leerloopbaan die mee hun slaagkansen bepalen.
Ik wil ook graag mijn bezorgdheid over de leerlingen binnen de huidige centra deeltijds onderwijs herhalen. Dit heeft te maken met het meermaals aangekondigde risico van de inkanteling van het deeltijds onderwijs in het duaal leersysteem. Duaal leren heeft absoluut een meerwaarde, maar het kent zeer hoge drempels is en matcht heel vaak niet met de doelgroep die, na vaak al een woelig onderwijspad, in het deeltijds onderwijs terecht is gekomen. Ik vrees dat deze inkantelingsbeweging zich zal vertalen in een stijging van de ongekwalificeerde uitstroom. Die vrees wordt breed gedeeld door het onderwijsveld.
Als stad strijden we actief beleid tegen vroegtijdig schoolverlaten. We noemen dat omgekeerd: inzetten op meer gekwalificeerd uitstroom. We doen dat vanuit een geïntegreerde aanpak. Scholen kunnen dit niet alleen. Onderwijs kan dit niet alleen. Het is belangrijk om de krachten te bundelen over domeinen heen: onderwijs, welzijn, werk, vrije tijd ….
Onder de vlag van Operatie Geslaagd werken we daarom samen met Gentse (secundaire) schoolteams en partners binnen en buiten onderwijs aan meer gekwalificeerde uitstroom. Met Operatie Geslaagd hebben we hier in Gent met heel wat partners projecten en initiatieven uitgewerkt. Ik geloof graag dat het die aanpak is die zich vertaalt in de cijfers waardoor we het beter doen dan het gemiddelde cijfer van de centrumsteden.
Bij het ontwikkelen en implementeren van concrete acties en initiatieven hebben we oog voor preventie, interventie en compensatie en hebben we aandacht voor een brede waaier aan thema’s: o.a. autonomieversterkend en verbindend schoolklimaat (ABC), preventief spijbelbeleid, partnerschap school-gezin, competentiegericht onderwijs, brede leer- en leefomgeving, talenbeleid en meertalenbeleid …
Ik noem graag de belangrijkste acties van die aanpak. Omdat veel daarvan al eerder aan bod kwamen in deze commissie, noem ik ze kort.
Tot slot. Werken aan grotere gekwalificeerde uitstroom doen we niet enkel via deze gerichte projecten. Het flankerend onderwijsbeleid dat vorm krijgt vanuit het Onderwijscentrum heeft indirect en direct ook haar impact. Een goede samenwerking met het gezin vergroot vanzelfsprekend de slaagkansen van kinderen, dus ook de brugfiguren, de initiatieven rond kleuterparticipatie, studieondersteuning, de opvoedingswinkel zijn belangrijke schakels. Inzetten op kostenbewust onderwijs en een brede leer- en leefomgeving (cf. brede school) biedt kinderen en jongeren een belangrijke opstap om gelijke onderwijskansen te realiseren!
We blijven zoeken hoe we scholen nog sterker kunnen ondersteunen en ontzorgen in samenwerking met andere beleidsdomeinen, zoals welzijn en werk. Door een krachtige, domeinoverschrijdende samenwerking kunnen we ervoor zorgen dat meer jongeren gekwalificeerd uitstromen.
Mevrouw Bouve. Onze stedelijke scholen kunnen van dit aanbod allemaal gebruik maken. Daarnaast hebben ze nog een aantal specifieke acties.
Er zijn meerdere initiatieven, waarvan ik de belangrijkste opsom. Dat gaat over informatie en begeleiding voor studiekeuze en ondersteuning.
Dat was een uitgebreid antwoord, maar we doen ook veel. Ik benadruk het belang van de blijvende nood aan nog extra aandacht voor deze jongeren. We zetten belangrijke stappen, maar het is nog niet genoeg. Scholen moeten sterken kunnen inzetten op preventie en brede basiszorg, de samenwerking tussen onderwijs en welzijn kan versterking gebruiken en jongeren die afgehaakt zijn of dreigen af te haken, verdienen een sterker vangnet om alsnog de bocht weer in te zetten.
Veel leerlingen - in welke uitstroomfinaliteit dan ook - krijgen nu niet de ondersteuning die ze nodig hebben en ook verdienen.
Dit is dus een blijvende opdracht voor deze stad, maar ook het bevoegde niveau.
do 14/03/2024 - 15:39