Terug
Gepubliceerd op 14/03/2024

2024_MV_00159 - Mondelinge vraag van raadslid Mieke Bouve: Schooluitval nog nooit zo hoog

commissie onderwijs, welzijn en participatie (OWP)
wo 13/03/2024 - 19:00 Gemeenteraadszaal
Datum beslissing: wo 13/03/2024 - 21:41
Behandeld

Samenstelling

Aanwezig

Karin Temmerman; Jef Van Pee; Mieke Bouve; Carl De Decker; Evita Willaert; Anita De Winter; Yüksel Kalaz; Bert Misplon; Caroline Persyn; Fourat Ben Chikha; Rudy Coddens; Astrid De Bruycker; Alana Herman; Cengiz Cetinkaya; Hafsa El-Bazioui; Christiaan Van Bignoot; Els Roegiers; Emilie Peeters; Helga Stevens; Martine Verhoeve; Jeroen Paeleman; Toon Mertens; Neelke Vernaillen; Jordy Sabels; Christel Verleyen; Ineke Van Nieuwenhove; Inge Dellaert; Nathalie  Dullemont; Jan Schiettekatte; Stephanie Cooman; Brecht Demeulenaere; Sofie Rédelé; Ingeborg (tolk); Reine de Laat; Adelbrecht Haenebalcke; Eva Vanhullebusch

Afwezig

Gabi De Boever; Sven Taeldeman; Mehmet Sadik Karanfil; Zeneb Bensafia; Karlijn Deene; Karla Persyn; Patricia De Beule; Tom De Meester; Stijn De Roo; Joris Vandenbroucke; Sonja Welvaert; Ronny Rysermans; Anton Vandaele; Nikolaas Schuiten; Tom Van Dyck; Anneleen Schelstraete; Emmanuelle Mussche; Bart Tembuyser; Sherley Blomme; Maarten De Grauw

Secretaris

Jeroen Paeleman
2024_MV_00159 - Mondelinge vraag van raadslid Mieke Bouve: Schooluitval nog nooit zo hoog 2024_MV_00159 - Mondelinge vraag van raadslid Mieke Bouve: Schooluitval nog nooit zo hoog

Motivering

Toelichting/Motivering/Aanleiding

De afgelopen tien jaar was de schooluitval nooit zo hoog : 1 op de 7 leerlingen verlaat het secundair onderwijs zonder diploma. In centrumsteden verlaat zelfs 1 op de 5 jongeren vroegtijdig de schoolbanken. Dat blijkt uit de meest recente cijfers van het Vlaams Ministerie van Onderwijs. 

Vaak gaat het over leerlingen in het beroepsonderwijs of over leerlingen die zijn blijven zitten. Ook de thuistaal en het diploma van de moeder spelen een rol : tieners die thuis geen Nederlands spreken of van wie de moeder ongeschoold is, hebben meer kans om te stoppen met school zonder diploma. 

Een correcte oriëntering van de leerlingen die het zesde leerjaar verlaten, is van essentieel belang. De leerlingen moeten terecht komen op het niveau volgens hun capaciteiten/talenten. Indien dit niet zo is, veranderen ze meerdere keren van richting, geraken ze gedemotiveerd en haken dan vroegtijdig af. 

Indiener(s)

Mieke Bouve

Gericht aan

Evita Willaert

Tijdstip van indienen

di 05/03/2024 - 13:57

Toelichting

Ervaart men dit ook in de stedelijke secundaire scholen ? 

Hoe begeleidt men de leerlingen die het zesde leerjaar verlaten en de stap naar het secundair onderwijs moet maken ? Wat is de aanpak in het  stedelijk onderwijs ? 

Bespreking

Antwoord

Bedankt, collega’s Ben Chikha en Bouve, voor jullie vragen.

Ze duiden op een terechte bezorgdheid over de toekomstkansen van onze jongeren. Zo’n carrière op de schoolbanken, da’s niet voor iedereen een evidentie. 

Laat me starten met de cijfers. 

In centrumsteden verlaat 1 op 5 jongeren vroegtijdig de schoolbanken” berichtten de media. Dat is inderdaad verontrustend, want elke vroegtijdige schoolverlater is er een te veel. 1 op 5 is wel een gemiddelde voor de verschillende centrumsteden. In Antwerpse scholen verlaat bijvoorbeeld 1 op 4 leerlingen de schoolbanken vroegtijdig, in Gentse scholen is dit 1 op 6 (16,9%). Ik minimaliseer daarmee de ernst niet. Het duidt er wel op dat we het beter, of zo u het wil ‘minder slecht’, doen dan in andere centrumsteden. 

De meest recente cijfers die beschikbaar zijn, gaan over schooljaar 2021-2022. In bijvoorbeeld Antwerpen, Mechelen en Hasselt is er een stijging van het aantal vroegtijdig schoolverlaters met 3-5 procentpunten t.o.v. het schooljaar ervoor. In Gent is de stijging eerder gering: een half procentpunt t.o.v. het schooljaar ervoor (in 2020-2021: 16,4%). 

In absolute cijfers betekent dat dat we in Gentse scholen evolueren van 682 leerlingen in 2020-2021 naar 714 leerlingen in 2021-2022.  

Er zijn een aantal zaken die van belang zijn om die cijfers goed te begrijpen, en die een verdere aanpak bepalen.

  • Schoolse vertraging (of ‘blijven zitten’ zoals we zeggen) verhoogt het risico op schooluitval aanzienlijk. Bij meer dan 2 jaar schoolse achterstand is de kans op vroegtijdig schoolverlaten: 56,3%. Dit wijst ons erop dat er nood is aan een sterke brede basiszorg doorheen de ganse schoolloopbaan en dit dus zeker en vast van bij de start in het kleuteronderwijs. Zittenblijven moet in dit licht steeds weloverwogen worden met aandacht voor de eventuele winst op korte en de mogelijke gevolgen op lange termijn. 
  • Ook de loopbaantypologie is mee bepalend voor de kans op vroegtijdig schoolverlaten. Daarbij wordt in kaart gebracht in welke richting een leerling start, en waar hij of zij eindigt. Van de leerlingen die bijvoorbeeld starten in 1A en het vierde jaar en eindjaar in arbeidsmarktgerichte finaliteit volgen, stroomt 27.3% uit zonder kwalificatie. Dat is het watervalsysteem dat zich dus ook op deze manier laat voelen. Een goed geïnformeerde en weloverwogen studiekeuze van bij de start en bij elk transitiemoment is van belang. 
  • Er zijn ook grote verschillen tussen de onderwijsvormen wat vroegtijdig schoolverlaten betreft: in het dbso gaat het over bijna 60% (162 leerlingen). In het bso bedraagt het bijna 1 op de drie leerlingen (262 leerlingen) en in het kso, het tso en het aso respectievelijk 19% (47 leerlingen), 14,4% en 3,3%. 

Een belangrijke verklaring is de kansarmoede-indicator (OKI). Voor elk risicokenmerk waarop leerlingen aantikken, verhoogt immers de kans op vroegtijdig schoolverlaten.  

We moeten benadrukken dat deze cijfers een gedeelde verantwoordelijkheid zijn van alle onderwijsvormen. Heel wat leerlingen starten immers in de eerste graad A-stroom en stromen door naar dubbele en/of arbeidsmarktgerichte finaliteit (dat is het watervalsysteem). Het zijn de ervaringen die ze opdoen doorheen hun volledige leerloopbaan die mee hun slaagkansen bepalen.  

Ik wil ook graag mijn bezorgdheid over de leerlingen binnen de huidige centra deeltijds onderwijs herhalen. Dit heeft te maken met het meermaals aangekondigde risico van de inkanteling van het deeltijds onderwijs in het duaal leersysteem. Duaal leren heeft absoluut een meerwaarde, maar het   kent zeer hoge drempels is en matcht heel vaak niet met de doelgroep die, na vaak al een woelig onderwijspad, in het deeltijds onderwijs terecht is gekomen. Ik vrees dat deze inkantelingsbeweging zich zal vertalen in een stijging van de ongekwalificeerde uitstroom. Die vrees wordt breed gedeeld door het onderwijsveld. 

Als stad strijden we actief beleid tegen vroegtijdig schoolverlaten. We noemen dat omgekeerd: inzetten op meer gekwalificeerd uitstroom. We doen dat vanuit een geïntegreerde aanpak. Scholen kunnen dit niet alleen. Onderwijs kan dit niet alleen. Het is belangrijk om de krachten te bundelen over domeinen heen: onderwijs, welzijn, werk, vrije tijd …. 

Onder de vlag van Operatie Geslaagd werken we daarom samen met Gentse (secundaire) schoolteams en partners binnen en buiten onderwijs aan meer gekwalificeerde uitstroom. Met Operatie Geslaagd hebben we hier in Gent met heel wat partners projecten en initiatieven uitgewerkt. Ik geloof graag dat het die aanpak is die zich vertaalt in de cijfers waardoor we het beter doen dan het gemiddelde cijfer van de centrumsteden. 

Bij het ontwikkelen en implementeren van concrete acties en initiatieven hebben we oog voor preventie, interventie en compensatie en hebben we aandacht voor een brede waaier aan thema’s: o.a. autonomieversterkend en verbindend schoolklimaat (ABC), preventief spijbelbeleid, partnerschap school-gezin, competentiegericht onderwijs, brede leer- en leefomgeving, talenbeleid en meertalenbeleid … 

Ik noem graag de belangrijkste acties van die aanpak. Omdat veel daarvan al eerder aan bod kwamen in deze commissie, noem ik ze kort. 

  1. Denk bijvoorbeeld aan het Gentse spijbelactieplan waarin heel wat Gentse actoren zich verbinden tot een gezamenlijke visie en aanpak. 
  2. We zijn in Gent bovendien niet bang om te experimenteren. Met Iedereen gekwalificeerd – The challenge richten we ons op klasgroepen in de eerste en tweede graad van het secundair onderwijs dubbele of arbeidsmarktgerichte finaliteit. Een projectteam werkt samen met het schoolteam, de leerlingen en de ouders om leerlingen een opstap te bieden voor een kwalificatie. 
  1. Ook Samen in blok is een goed voorbeeld van zo’n experimenteel en domeinoverschrijdend project. We doen dat met een partnerschap tussen de Brede Schoolwerking, Koninklijke voetbalclub Hou ende Trou Zwijnaarde en vzw LEJO. Ze slaan de handen in mekaar om preventief en vindplaatsgericht jongeren te ondersteunen in hun onderwijsloopbaan. 
  2. Ik  geloof in de kracht van duaal leren. Vandaar dat we het belangrijk vinden om scholen gericht te ondersteunen in de implementatie daarvan. 
    1. Dit doen we onder meer door het organiseren en faciliteren van het provinciaal overlegforum duaal leren waar Gentse scholen met een duale opleiding samenkomen. Onderwijscentrum Gent vervult sinds het begin de voorzittersrol van dit forum. 
    2. Daarnaast hebben we ervoor gekozen om de drie centra deeltijds onderwijs extra ondersteuning te bieden in het uitbouwen van een voltijds engagement voor leerlingen die momenteel nog niet arbeidsrijp zijn en waarvoor het externe ondersteuningsaanbod onvoldoende blijkt.
  1. We hebben ook een convenant gestart voor ondersteuning van stages
  2. We hebben het Steunpunt Leerrecht-Leerplicht dat zich richt op leerlingen met een verhoogd risico op schooluitval door een langdurige, aanklampende begeleidingstraject voor leerlingen in het topje van het zorgcontinuüm. 
  3. Ook het bieden van informatie is cruciaal.  Twee projecten staan centraal.
    1. Via Word Wijs bieden we begeleiding aan ongekwalificeerde jongeren tussen 16 en 22 jaar die wonen, werken of studeren in Gent - gratis en op vrijwillige basis - informatie en coaching. We helpen hen bij het kiezen, studeren en behalen van een kwalificatie of diploma secundair onderwijs.
    2. Binnen TOPunt werd i.s.m. de brugfiguren De grote stap: De puzzel ontwikkeld. Dat is een interactieve tool die ouders en leerlingen wegwijs maakt in de structuur van het secundair onderwijs. 
  4. En ook. We inspireren ook schoolteams en partners via de Actiedag Operatie Geslaagd, waar we de deelnemers inspiratie en tips bieden voor hun werking.

Tot slot. Werken aan grotere gekwalificeerde uitstroom doen we niet enkel via deze gerichte projecten. Het flankerend onderwijsbeleid dat vorm krijgt vanuit het Onderwijscentrum heeft indirect en direct ook haar impact. Een goede samenwerking met het gezin vergroot vanzelfsprekend de slaagkansen van kinderen, dus ook de brugfiguren, de initiatieven rond kleuterparticipatie, studieondersteuning, de opvoedingswinkel zijn belangrijke schakels. Inzetten op kostenbewust onderwijs en een brede leer- en leefomgeving (cf. brede school) biedt kinderen en jongeren een belangrijke opstap om gelijke onderwijskansen te realiseren!

We blijven zoeken hoe we scholen nog sterker kunnen ondersteunen en ontzorgen in samenwerking met andere beleidsdomeinen, zoals welzijn en werk. Door een krachtige, domeinoverschrijdende samenwerking kunnen we ervoor zorgen dat meer jongeren gekwalificeerd uitstromen.  

Mevrouw Bouve. Onze stedelijke scholen kunnen van dit aanbod allemaal gebruik maken. Daarnaast hebben ze nog een aantal specifieke acties.

Er zijn meerdere initiatieven, waarvan ik de belangrijkste opsom. Dat gaat over informatie en begeleiding voor studiekeuze en ondersteuning.

  • Leerlingen lager onderwijs bezoeken secundaire scholen en kunnen deelnemen aan snuffelstages. 
  • Er zijn contacten tussen de schoolteams lager onderwijs en de leerkrachten van de eerste graad om wederzijdse verwachtingen op mekaar af te stemmen. 
  • Er zijn informatiesessies voor ouders.
  • We pionieren in   het SOG met een time-in project om leerlingen die dreigen op te geven, op adem te laten komen en met meer zelfinzicht terug te laten aansluiten bij de lessen. 
  • Scholen werken nauwgezet samen met partners zoals het iclb om een passende begeleiding voor jongeren te voorzien. 
  • De schoolcultuur, houding van leerlingbegeleiders, leerkrachten zijn belangrijke factoren. Het SOG zet in op het professionaliseren en samenbrengen van mensen die mee het schoolklimaat uitmaken.
  • Leerkrachten uit de B-stroom worden extra ondersteund om hun leerlingen goed te begeleiden en te motiveren. 

Dat was een uitgebreid antwoord, maar we doen ook veel. Ik benadruk het belang van de blijvende nood aan nog extra aandacht voor deze jongeren. We zetten belangrijke stappen, maar het is nog niet genoeg. Scholen moeten sterken kunnen inzetten op preventie en brede basiszorg, de samenwerking tussen onderwijs en welzijn kan versterking gebruiken en jongeren die afgehaakt zijn of dreigen af te haken, verdienen een sterker vangnet om alsnog de bocht weer in te zetten.

Veel leerlingen - in welke uitstroomfinaliteit dan ook - krijgen nu niet de ondersteuning die ze nodig hebben en ook verdienen. 

Dit is dus een blijvende opdracht voor deze stad, maar ook het bevoegde niveau.

do 14/03/2024 - 15:39