Geachte mevrouw de schepen
De Vlaamse regering voorziet in 2024 2000 extra plaatsen in de kinderopvang. De plekken worden verdeeld over 106 steden en gemeenten. Het gaat om plaatsen met de meeste subsidies, waar ouders betalen volgens hun inkomen.
Ik had daarover volgende vraag:
Bedankt voor uw vraag. Inderdaad, ook voor Gent betekent dit bijkomende subsidiëring en extra plaatsen.
De uitbreidingsronde kadert in de bijkomende budgetten die de Vlaamse Regering voorziet voor de kinderopvang. Een inhaalbeweging die ingezet is, dankzij het jarenlange protest vanuit de sector, ouders, vakbonden, … Dat is een belangrijke stap vooruit, hoewel deze stap niet voldoende is om het tekort in de kinderopvang op te vangen.
Deze uitbreidingsronde voor de Gentse kinderopvang zorgt dus voor extra opvangplaatsen en daar zijn we natuurlijk blij mee. Zoals in het convenant met Stad Gent van 2021 bepaald, zal 2/3de van de beschikbare budgettaire ruimte ingezet worden op nieuwe plaatsen, en voor 1/3de voor de omschakeling van bestaande plaatsen. Dat laatste betekent dat deze plaatsen, die nu een vrije prijs aan ouders vragen, in de toekomst - ook zeer belangrijk - volgens het inkomen van de ouders zullen werken. Ook kunnen de kinderbegeleiders aan betere arbeidsomstandigheden werken op basis van deze subsidies in geval van omschakeling.
In totaal gaat het over 112 opvangplaatsen, waarvan 65 nieuwe, en 47 een omschakeling dus naar inkomensgerelateerde opvang.
Waar die opvangplaatsen zullen komen in onze stad, is nog niet bepaald. De oproep van Vlaanderen zal binnenkort verschijnen. De toekenning wordt gepland voor de zomervakantie.
De voorrangscriteria zijn in 2021 in samenwerking tussen de Vlaamse Regering en onze stad bepaald en samen ook met de sector afgesproken.
De voorrangscriteria focussen onder andere op die wijken in onze stad met een tekort aan opvangplaatsen en hoge kansarmoedeindex. Zo komen die plaatsen in die wijken waar de noden het hoogst zijn. In welke wijken precies, dat zal afhangen van in welke wijken organisatoren hun aanvraag indienen. do 08/02/2024 - 10:50Het stelsel van flexi-jobs werd uitgebreid. De regering besliste om het aantal sectoren dat er reeds gebruik van maakt, uit te breiden met 12 sectoren, waaronder het onderwijs en de kinderopvang.
Dus met ingang van 1 januari 2024 zullen flexi-jobbers ook aan de slag kunnen binnen het onderwijs en kinderopvang.
Deze uitbreiding is een maatregel om het personeelstekort in bepaalde sectoren aan te pakken. Ze bieden de mogelijkheid om op een flexibele manier extra personeel in te zetten.
Bedankt voor uw vraag.
Ik sta, net zoals mijn partij, kritisch ten opzichte van het systeem van flexi-jobs, mede omwille van de impact op de sociale zekerheid en het streven naar volwaardige werknemersstatuten, met een volledige sociale bescherming. Met een gelijke behandeling voor elke werknemer op dezelfde werkvloer.
Ik denk dat het belangrijk is dat we ons ook de vraag stellen of flexi-jobs in kinderopvang en onderwijs wel een geschikte maatregel zijn. Is het in het belang van kinderen om met de inzet van flexi-jobs in te binden op de zo belangrijke continuïteit en band met hun begeleiders en leerkrachten? Moeten we niet eerder werken aan de zo nodige opwaardering juist van deze beroepen zelf? Is het verstandig om te werken met verschillende statuten en belasting voor medewerkers met hetzelfde takenpakket in sectoren waar de werkvloer het al zo moeilijk heeft? Kortom: Is het inzetten van flexijobs het meest geschikte antwoord op de uitdagingen en noden die er zijn, zeker in sectoren in crisis, zoals de kinderopvang en het onderwijs?
Dit zijn sectoren waar men met kinderen werkt. Dat is toch ook nog iets anders dan opdienen in de horeca of bijklussen in een grootwarenhuis.
Ik ben ervan overtuigd dat in die sectoren meer en andere zaken nodig zijn om goed personeel aan te trekken en te houden. Dat weten we. Dat gaat over een deftige verloning, goede arbeidsvoorwaarden, degelijke opleiding, … Kortom, we hebben vooral nood aan een opwaardering van de reguliere arbeidsvoorwaarden, zeker in sectoren in crisis zoals het onderwijs en de kinderopvang.
Wat de kinderopvang betreft: de hogere overheden hebben nu inderdaad de mogelijkheid gecreëerd om flexijobs in de kinderopvang in te zetten.
Maar er is nu, dankzij het vele protest, ook _en eindelijk_ meer budget vrijgemaakt om meer kinderbegeleiders op de vloer te hebben. Om een echt aanvaardbare kind-begeleider ratio te hebben, zullen deze middelen nog niet voldoende zijn, maar ze zijn wel een stap in de goede richting. Met het verhoogde budget zijn ook de vergunningscriteria aangepast waaraan kinderopvang moet voldoen. Dan spreken we over een lager aantal kinderen per kinderbegeleider, in de leefgroep en dat op alle momenten van de dag.
Om aan die voorwaarden te voldoen, zullen we nu vooral op zoek moeten gaan naar heel wat mensen die structureel, met reguliere arbeidscontracten, fulltime dus, ingezet kunnen worden op de vloer.
Dat is waar ik nu wil op focussen voor onze kinderopvang: ervoor zorgen dat er regulier mensen worden aangeworven met de bijkomende budgetten van de Vlaamse Overheid.
Wat het onderwijs betreft: daar is er nood aan een fundamentele aanpak van het lerarentekort. We hebben nood aan een moedige volgende Vlaamse regering, die het debat moet voeren over het lerarenambt, en daar met structurele oplossingen moet komen. Trouwens, voor onderwijs is er nog geen verdere regelgeving uitgewerkt voor de inzet van flexijobs. Daarover blijft alles op Vlaams niveau nog onduidelijk.
Conclusie: ik ben geen fan van flexijobs, zeker niet in deze sectoren. Het is geen antwoord op de crisis die we nu meemaken. Voor de kinderopvang zet ik nu, en dat is echt mijn prioriteit en ik zal daar nauw op toezien, in op de structurele aanwerving van extra kinderbegeleiders, met de extra budgetten die we vanuit de Vlaamse Overheid ontvangen, om aan de nieuwe vergunningsvoorwaarden te kunnen voldoen. Voor het onderwijs verwacht ik een degelijk plan van onze Vlaamse Overheid om het lerarentekort aan te pakken.
do 08/02/2024 - 10:48Op 3 februari 2024, “Dag van de academies”, zetten alle academies voor het deeltijds kunstonderwijs naar jaarlijkse traditie hun werking in de kijker.
Ook in onze stad zijn er verschillende academies voor deeltijds kunstonderwijs actief. Het deeltijds kunstonderwijs is heel waardevol, niet in het minst voor kinderen en jongeren.
Het voorbije weekend was er inderdaad feest op de verschillende academies. Het was een ideaal moment om hun deuren open te gooien voor wie geïnteresseerd was, en ook familie en vrienden uit te nodigen. Een dag dus om de werking in de kijker te zetten met toonmomenten en workshops.
Gent is gezegend met maar liefst 5 academies voor Deeltijds Kunstonderwijs die getuigen van een grote diversiteit in domeinen, disciplines, locaties en doelgroepen. Er zijn de drie stedelijke academies: Academie De Kunstburg, Academie voor Podiumkunsten en de Academie voor Beeldende Kunst. Het gemeenschapsonderwijs heeft de GO! Kunstacademie met als hoofdplaats De Poel, en tot slot is er ook de Sint-Lucasacademie.
Al bij de oprichting van Onderwijscentrum Gent werd een structureel overleg tussen deze academies in het leven geroepen. Samen met de stad en haar verschillende diensten, vertegenwoordigers van de Vlaamse Overheid en experten bouwen ze aan een constructieve samenwerking met oog op het wegwerken van de drempels voor de meest kwetsbaren.
In 2022 startte een tijdelijke projectmedewerker bij OCG (in samenwerking met de dienst stedelijke vernieuwing) om die werking nog te versterken en te verdiepen. Deze collega heeft als opdracht om de kennis van de academies te verenigen met de expertise van Onderwijscentrum Gent en specifiek de Brede School-werking. Zo kan intensief gewerkt worden aan gelijke onderwijskansen, ook binnen het DKO. Die gezamenlijke aanpak richt zich tot de meest kwetsbaren en de implementatie van concrete tools om drempels weg te werken.
Die drempels zijn samen te vatten onder de noemers: bereikbaarheid, betaalbaarheid, beschikbaarheid en begrijpbaarheid.
Ik geef graag een overzicht van de acties.
In eerste instantie is die gehele aanpak nauw verweven met de Brede School-werking. Brede School stond destijds aan de wieg van de gedecentraliseerde Gentse DKO ateliers in de wijken. Ondertussen zijn er maar liefst 75 locaties. We kunnen dus zeggen dat het grootste deel van de Gentse basisscholen rechtstreeks of zijdelings verbonden is aan een academie voor deeltijds kunstonderwijs. Deze wijkateliers worden ondersteund door de krachtige netwerken van de Gentse Brede School. De inzet van dit duurzaam netwerk biedt heel wat voordelen. Zo zijn er de kunstrijen (of ‘voetbussen’, waarbij kinderen onder begeleiding tot de wijkateliers gaan), is er de inzet van vrijwilligers in de klas. Maar er is ook overleg – niet in het minst over deelgebruik – met de partners uit onderwijs, jeugd, welzijn, cultuur en beleidsparticipatie. Ik vermeld graag dat dit ook zorgt voor een sterker sociaal weefsel in de Gentse wijken.
Hoewel de Brede School-wijken kunnen starten vanuit de bestaande werking, richten we ons vanzelfsprekend tot alle kinderen en wijken in de stad.
Er werden heldere communicatiemiddelen ontwikkeld. Zo is er een gezamenlijke folder en website waarop de vijf academies netoverschrijdend vertegenwoordigd zijn. We ondersteunen ook ouders in het online inschrijvingsproces met een instructievideo en begeleide inschrijfmomenten. Ook de brugfiguren spelen hierbij een cruciale rol om de meest kwetsbaren toe te leiden naar het DKO-aanbod.
Er is ook het project Kunstkuur. Daarbij wordt met Vlaamse middelen een samenwerking opgezet tussen een academie en een school. De inzet van onze projectmedewerker heeft er mee toe geleid dat een bijzonder groot aantal Kunstkuren werden goedgekeurd voor Gent. Er lopen 31 projecten, toch wel fier om te kunnen zeggen dat dat meer dan 1 op 9 is van alle projecten in Vlaanderen.
Het leidt ertoe dat er niet enkel een samenwerking is met DKO en scholen, maar dat ook cultuurhuizen worden betrokken.
Onderwijscentrum Gent maakte ook een data-analyse van de spreiding en blinde vlekken binnen het DKO in Gent. Dat moet leiden tot een gericht aanbod verspreid over de stad.
Er blijft ook de financiële drempel. Vanuit armoedebeleid van OCG werd er een subsidie voorzien zodat ook de niet stedelijke academies de organisatiepas van Uitpas kunnen aanvaarden zonder financieel risico. Daardoor kunnen nog meer kinderen en jongeren aan kansentarief deelnemen. Tegelijk loopt ook een onderzoek naar de mogelijkheid voor een sociale instrumentenbank waar instrumenten goedkoop kunnen worden ontleend of gekocht.
Vanuit deze werking en de opgebouwde expertise worden de drempels helder geïdentificeerd. We nemen dat uiteraard ook op met Vlaanderen in het pleidooi voor een toegankelijk deeltijds Kunstonderwijs voor iedereen.
Ik geloof heel erg in de kansen die liggen bij onze academies. Het verrijkende aanbod kan kinderen versterken in hun talenten en zelfvertrouwen. Het is aan ons om ervoor te zorgen dat de toegankelijkheid voor iedereen gewaarborgd is. Gelijke onderwijskansen zijn immers niet beperkt tot het leerplichtonderwijs. Ik wil daarom ook uitdrukkelijk de academies en Onderwijscentrum Gent bedanken voor hun inspanningen in dit toch wel heel mooie verhaal dat we hier in Gent schrijven.
do 08/02/2024 - 10:46In de beleidsnota ‘Gent, leeftijdsvriendelijke stad’ wordt terecht ingezet op ‘intergenerationele contacten’. Onder de terechte doelstelling ‘We streven naar een inclusieve samenleving waar elke oudere in Gent een volwaardige plaats heeft en zich gerespecteerd en betrokken voelt’ worden een reeks actiepunten opgesomd:
o We werken intergenerationele methodieken uit en ondersteunen partners om intergenerationeel verbindende initiatieven te nemen.
o We brengen goede voorbeelden van intergenerationele initiatieven in beeld. We waarderen en stimuleren intergenerationeel ondernemen in Gent via de wedstrijd ‘Jongenoudingent.be’.
o We zetten in samenwerking met partners (bijkomende) intergenerationele initiatieven op.
De gedeeltelijke neerslag van deze actiepunten is na te lezen en bekijken via de webpagina https://participatie.stad.gent/nl-BE/folders/jong-en-oud-in-gent.
Graag had ik u hierover volgende vragen gesteld:
1. Hoe evalueert de schepen dit aspect van het ouderenbeleid tot dusver? Wat zijn de belangrijkste initiatieven die werden opgezet?
2. Welke pijnpunten of bijzondere uitdagingen zijn er op dit vlak eventueel?
Bedankt voor uw vraag. Het is altijd fijn in het laatste deel van de legislatuur ook al eens voorzichtig te kunnen terugkijken wat we al hebben gerealiseerd. Ook al zullen we in 2024 blijven verder inzetten op dit thema en ik hoop nog vele jaren daarna.
Ik wil graag starten met de zeggen dat ik een enorm tevreden schepen ben als ik kijk naar de vele intergenerationele initiatieven en keuzes die we hebben gemaakt, niet enkel deze legislatuur maar ook al de jaren voordien. We hebben hier in Gent al een jarenlange traditie om hierop in te zetten.
Jonge mensen en oudere mensen samenbrengen in initiatieven die leeftijden mixen en daar zo vroeg mogelijk mee starten in een mensenleven, kan de cultuur en de samenleving in Gent warmer maken en moeilijke zaken aanpakken voor de volgende generaties.
Elke euro die gaat naar intergenerationele initiatieven verdubbelt in waarde zowel van een mensenleven als voor onze samenleving als geheel.
En ik kan hier een hele avond vullen om alle intergenerationele initiatieven van onze stad uit de doeken te doen maar ik zal het proberen wat korter te houden en een selectie te vernoemen, zonder afbreuk aan al andere dat we doen:
Mijn conclusie is dat we dus enorm veel doen en ik zie geen specifieke uitdagingen voor de toekomst. Ik kan enkel hopen dat we deze trend verderzetten en zo verder doen.
do 08/02/2024 - 12:52Het participatief onderzoek van prof Oosterlynck ea naar de verhouding tussen Stad en middenveld - waarvan de resultaten hier trouwens in de commissie gepresenteerd werden - mondde uit in een zestal werven, engagementen om de relatie tussen de middenvelders onderling en hun relatie tot de stad te versterken.
Een van deze werven was de installatie van een middenveldparlement als dialoog- en overlegmodel, dat ook reeds in de beleidsnota voor deze legislatuur aangekondigd werd.
De focus van het middenveldparlement zou volgens het eindrapport "moeten liggen op een collectief debat over de verhouding tussen overheid en middenveld en middenveld onderling". Het zou zich moeten bezighouden met de brede ecosysteemvragen van het middenveld en overheid.
In uw antwoord op eerdere vragen en in de communicatie van de verantwoordelijke dienst is het middenveldparlement verdwenen en wordt er gesproken over een netwerkmoment.
Jullie hebben hier in de commissie inderdaad de bevindingen meegekregen van het participatief en praktijkgericht onderzoek naar het Gentse sociale middenveld, van o.a. prof Oosterlynck. Eén van de werven die daaruit voortkwam, was inderdaad die van het middenveldparlement als nieuw overlegmodel. Hoe dat er precies zou uitzien, zouden we samen vormgeven. In de beleidsnota hebben we het omschreven als (en ik citeer) “zoeken naar mogelijke vormen om het gesprek tussen de diverse initiatieven onderling en tussen die initiatieven en het stadsbestuur, sterker te maken. In samenspraak met de sociale middenveldorganisaties die betrokken zijn bij het proces, zullen we het kader en het doel van dit nieuw dialoog- en overlegmodel vormgeven. Het is de bedoeling om transparant en kritisch het gesprek aan te gaan met het sociale middenveld over elkaars rol en over thema’s of uitdagingen die de stad aanbelangen.”
Duidelijk handvat dus, maar werk aan de winkel. Na het onderzoek, zijn we aan de slag gegaan om uit te zoeken hoe dat er op Gentse maat kon uitzien. Uiteraard mét het sociale middenveld. En zoals je weet zijn is dat in Gent zeer divers: maar liefst 566 sociale middenveldorganisaties waren in scope van het onderzoek. Er zijn grote, gevestigde waarden, die al jaren met de Stad samenwerken en in netwerken of adviesraden mee beleidsmatig nadenken. Maar er zijn ook hele kleine organisaties, feitelijke verengingen en starters. Ook zij zijn belangrijk in die structurele dialoog met het middenveld. Het was dus belangrijk om gefaseerd op te bouwen, op het tempo en haalbaarheid voor de verschillende soorten organisaties.
Op de kick-off van 27 november 2021 kwamen al duidelijke lijnen naar voor: ‘nood aan vertrouwen’, ‘nood aan gelijkwaardige dialoog’, ‘nood aan netwerking’ en ‘nood aan actie’.
Er is een ambassadeursgroep samengesteld, van middenveldvertegenwoordigers en vertegenwoordigers van enkele stadsdiensten. In het voorjaar van 2022 hebben zij het traject getrokken om het middenveldparlement verder vorm en inhoud te geven.
Zoals bij vele trajecten, heeft corona ook hier een stempel gedrukt op het middenveldparlement. Veel middenveldorganisaties hebben hun werking in de Gentse wijken moeten heruitvinden. Er was een grote nood om opnieuw basiscontacten op te bouwen. Met mekaar – met de Stad – maar eerst en vooral met de mensen voor wie ze het doen, de Gentenaars, én hun vrijwilligersequipe.
Het traject in het voorjaar leverde drie focussen op: de nood aan steun, aan uitwisseling van ideeën en aan netwerking. Het eerste concreet voorstel was het organiseren van een jaarlijks moment waarbij we organisaties samenbrengen, waarbij nieuwe linken kunnen worden gelegd. Want laat ons wel wezen: pas dan kunnen ideeën, initiatieven in samenwerking beginnen ontstaan.
Het eerste netwerkmoment (dat men inderdaad ook zo heeft genoemd, kwestie van de verwachtingen juist te stellen) vond plaats in het najaar 2022.
In de loop van 2023 zagen we al nieuwe samenwerkingen ontstaan. De ambassadeursgroep werkte verder op de signalen die ze meekreeg. Zo is in 2023 opnieuw een netwerkmoment georganiseerd over ‘de kracht van het delen’. Middenveldorganisaties en de Stad bespraken hoe ze efficiënter kunnen werken, onder andere door een beter gedeeld ruimtegebruik. Er startte een werkgroep rond het delen van materiaal en administratie.
We stellen vast dat er steeds duidelijkere gemeenschappelijke agenda’s ontstaan – in het programma van de netwerkmomenten en in de samenwerkingen die eruit voortvloeien.
Ook dit jaar werkt men verder: samen met enkele nieuwe ambassadeurs en organisaties werkt de ambassadeursgroep een moment uit in het najaar.
We kiezen er bewust voor om het middenveldparlement te ontwikkelen met het middenveld mee aan het stuur. En dus ook op het tempo en met de prioriteiten die van onderuit worden aangegeven. De initiatieven die men tot nu toe nam, zijn volgens mij interessante stapstenen richting zo’n middenveldparlement als overlegmodel met de Stad en met organisaties onderling.
Ik ben ervan overtuigd dat we zo op een duurzame manier bouwen aan een overleg. Een overleg waarin er ruimte is om van gedachten te wisselen, maar ook om elkaar bij de les te houden. Stad en middenveld, maar ook middenveld onderling. Als er ruimte is voor inspraak en tegenspraak, maakt dat de keuzes voor Gent scherper en beter voor Gentenaars. En dat blijft de inzet.
do 08/02/2024 - 12:50Eind vorig jaar gaf Vlaanderen te kennen verder te willen inzetten op het project 'zorgzame buurten': ieder project krijgt de kans één jaar verder te kunnen werken, onder voorbehoud van bevestiging voor 1 februari 2024; ieder project zou in functie van verduurzaming 28.000 euro voor komend jaar krijgen.
Ik kwam in deze commissie al eerder tussen op de bijkomende waarde van een aantal projecten om van Gent een 'warme' stad te maken.
Ik ben dan ook erg benieuwd naar hoe de schepen kijkt naar verderzetting van deze projecten.
Er lopen in Gent 6 projecten ‘Zorgzame buurten’. Drie van die projecten worden uitgevoerd in de schoot van onze eigen stadsorganisatie, dus daarvan zijn wij projectpromotor. Drie andere projecten worden door andere organisaties uitgevoerd.
Die projecten hebben inderdaad onverwachts het bericht gekregen dat ze een jaar langer gebruik kunnen maken van Vlaamse financiering. Het zijn uiteindelijk de projectpromotoren zelf die, in overleg met de projectpartners, moeten afwegen of ze gebruik maken van ie mogelijkheid tot verlenging. Alle projecten hebben beslist om de werking te verlengen. Om de 28.000 euro projectsubsidie te kunnen ontvangen moet er niet meer voorzien worden in een cofinanciering.
Deze verlenging is een onverwachte meevaller voor de projecten. Het is de expliciete bedoeling van de verlenging om de projecten de kans te geven om te werken aan de verduurzaming van de reeds gerealiseerde resultaten.
U stelde ook een vraag naar de meerwaarde van deze projecten. In Gent gaat het over zes zeer diverse projecten en er is nog geen eindevaluatie. Het is dan ook moeilijk om over algemene conclusies te maken. Maar ik moet vaststellen dat de projecten een bijdrage geleverd hebben tot een meer zorgzame stad, een doelstelling die ik ook zelf persoonlijk zeer genegen ben.
De projecten bevestigen het belang van een aanpak in de buurt, dicht bij de mensen. Het belang om te blijven investeren in nabije dienst- en hulpverlening. Dus dat er mensen van onze stadsorganisatie, welzijnsorganisaties en hulpverleners aanwezig zijn als aanspreekpersonen en vertrouwenspersonen in de buurt. Daarnaast toont het duidelijk aan dat je moet blijven investeren in sociale cohesie in de buurten en verbinding tussen Gentenaars, opdat buren mekaar kunnen ondersteunen.
Wij blijven op deze ingeslagen weg doorgaan gaan. We zijn in Gent al langer trendsetter. We zetten al lang in op burenhulp en buurtgerichte zorg. We experimenteren bijvoorbeeld ook met de mobiele werkers geestelijke gezondheidszorg. We mogen dus best fier zijn op de werking, de inzichten en de expertise die we in Gent reeds opgebouwd hadden.
Maar zorgzame buurten komen niet zomaar uit de lucht vallen. Een tijdelijke stimulans vanuit Vlaanderen lijkt me dan ook nogal mager. Dit vergt een structureel beleid op meerdere niveaus. Enkel op deze manier kunnen we duurzaam en breder stappen vooruit blijven zetten naar zorgzame buurten.
do 08/02/2024 - 12:53