Vorige week mocht ik het antwoord ontvangen op mijn schriftelijke vraag omtrent nachtwinkels. Uit de aangeleverde cijfers van de flexcontroles blijkt toch wel duidelijk dat er een probleem zit bij de nachtwinkels. Bij de flexcontrole van september 2022 waren er maar 17 van de 58 gecontroleerde locaties waar geen inbreuken werden vastgesteld. Ook bij de flexcontrole van december 2023 werden er door de diverse inspectiediensten inbreuken vastgesteld.
Verder ging het antwoord in op de vermindering van het aanvragen van licenties voor nachtwinkels en de vermeerdering in aanvragen voor dagbladhandels. Dit omwille van verschillende regelgeving zoals minder strikte openingsuren.
Er is een wijziging aan de wet rond dagbladhandels (om die misbruiken aan te pakken) die op 30 december 2023 in werking is getreden en die bepaalt dat ook krantenwinkels en videotheken die voor 5.00u openen of na 21.00u sluiten vanaf nu onderworpen kunnen worden aan een voorafgaande vergunning verleend door het College van burgemeester en schepenen (geldt niet voor zij die na 5.00u openen en voor 21.00u sluiten).
Graag had ik hierover volgende vragen gesteld:
Bedankt voor uw vraag. Zoals in mijn antwoord op uw schriftelijke vraag meegegeven, wordt er wel degelijk al sterk ingezet op controles van handelszaken, waaronder nachtwinkels.
In een eerste fase gebeurt dit in de vergunningsprocedure, waarbij er onder andere een advies van de lokale politie wordt gevraagd rond de mogelijke verstoring door de aangevraagde handelszaak van de openbare orde, veiligheid en rust.
Daarnaast zijn er de controleacties op het terrein zelf. Dit kan gaan om reguliere controles door bijvoorbeeld de Wijkdienst.
Er zijn kleinere controleacties, met één of meerdere inspectiediensten rond één bepaalde problematiek of een afgebakend gebied.
En er zijn ook de zogenaamde flexacties, waarbij handels- en horecazaken worden gecontroleerd op verschillende aspecten, zoals het al of niet in orde zijn met de vergunningen, veiligheid, tewerkstelling, sociale regelgeving,….
Dit zijn multidisciplinaire controles met naast de politiediensten, ook verschillende andere betrokken inspectiediensten, zoals de FOD Financiën, de FOD Volksgezondheid, de RSZ, de RVA, en noem maar op.
Dergelijke controleacties kunnen voortvloeien uit bijvoorbeeld overlastklachten. De korpschef benadrukt dat de samenwerking met de inspectiediensten tijdens grote en kleinere flexacties verder wordt bestendigd.
Ik wil in uw vraagstelling wel nog één iets nuanceren. De cijfers met de resultaten die ik in mijn schriftelijk antwoord heb meegegeven, betreffen niet louter nachtwinkels. Dus u maakt een aanname die niet juist is. Dus zomaar concluderen op basis van de cijfers dat er een duidelijk en groot probleem is met nachtwinkels, is niet correct, zeker niet als het gaat over aspecten rond openbare rust. Vaak gaat het eerder, maar daarom niet minder belangrijk, om specifieke soorten van inbreuken zoals op de economische wetgeving.
Bijvoorbeeld bij de actie van 2022 werden er 11 nachtwinkels gecontroleerd: 3 waren volledig in orde, voor de andere 8 ging het om inbreuken op prijsaanduidingen.
Bij de actie van 2023 werden 9 nachtwinkels gecontroleerd: 4 waren volledig in orde, bij 4 andere ging het eerder om een aantal economische inbreuken, waaronder bijvoorbeeld inbreuken rond prijsaanduidingen.
Indien de politie klachten ontvangt, inbreuken op de diverse wetgevingen vaststelt of uit andere politionele info blijkt dat er sprake is van een problematische uitbating, wordt er een gerechtelijke of bestuurlijke dossieropbouw gestart.
In geval van een bestuurlijk dossier ontvang ik als bestuurlijke overheid een bestuurlijk verslag van de politie. Er kan momenteel enkel een bestuurlijke maatregel volgen bij effectieve verstoring van de openbare orde in en rond de nachtwinkel.
Een intrekking van een vestigingsvergunning op basis van bv. financiële, sociale en economische inbreuken, vastgesteld door politie of inspectiediensten, of op basis van negatieve moraliteit van de uitbater, is niet voorzien in de huidige regelgeving.
Nu de zeer recente Wet betreffende de Gemeentelijke Bestuurlijke Handhaving, de instelling van een gemeentelijk integriteitsonderzoek en de oprichting van een Directie Integriteitsonderzoek voor Openbare Besturen van 15 januari 2024, kan misschien bijkomende opportuniteiten creëren bij de aanpak van de nachtwinkels. Maar dat zal onder meer nog moeten blijken uit de nog te publiceren uitvoeringsbesluiten.
Wat uw tweede vraag betreft, kan ik meegeven dat de bevoegde stadsdiensten op mijn vraag momenteel bezig zijn met het opstellen van een gemeentelijk reglement, zoals voorzien in art. 18 van de wet betreffende de openingsuren. De bedoeling hierbij is om het principe van de vestigingsvergunning, zoals we dat nu kennen voor nacht – en belwinkels, uit te breiden naar dagbladhandels die hun activiteiten willen verderzetten na 21u. Ik wil dat eigenlijk wel doen.
Echter vanuit het VVSG ontving onze juridische dienst recent het bericht dat er momenteel geen eensgezindheid bestaat over de exacte draagwijdte van het vernieuwde artikel 18 van de wet Openingsuren. Er wordt op korte termijn een vergadering belegd waarin het VVSG samen met de centrumsteden en een verantwoordelijke van de FOD-economie de kwestie verder zal bespreken.
Bijgevolg zal ik het resultaat van dit overleg afwachten, alvorens het gemeentelijk reglement te finaliseren en ons stedelijk beleid verder uit te werken. Want ik wil daar wel voor gaan voor alle duidelijkheid. Ik zal hier dus later op terugkomen.
di 27/02/2024 - 13:55