De voorbije dagen worden we overstelpt door nieuwsberichten over conflicten tussen de Turkse en de Koerdische gemeenschappen in onze stad. Nadat op donderdag 21 maart een eerste conflict tussen Turken en Koerden maar net kon vermeden worden aan Dok Noord zijn de gemoederen jammer genoeg nog niet bedaard.
Op maandag 25 maart toen we net klaar waren met de gemeenteraad heeft een groep van een 50-tal gemaskerde Turken de trap van ons stadhuis ingepalmd voor een manifestatie.
Daarna volgden enkele laakbare gevallen van geweld en intimidatie. Dinsdagnacht werd een Koerdische horecazaak in de Bevrijdingslaan kapotgeslagen door de Grijze Wolven en woensdagnacht gingen de ramen van een Koerdische bakkerij aan diggelen.
Dat ook Erdogan zelf zich moeit in de kwestie door naar Gentse jongeren te bellen zou alle alarmbellen moeten doen rinkelen.
De politie is al enkele dagen in hoge staat van paraatheid. Er zijn extra agenten op straat, het waterkanon stond woensdagnacht al klaar en bij controles arresteerde de politie 22 personen en nam ze onder andere messen, boksbeugels en zelfs molotovcocktails (!) in beslag.
Ondertussen wordt het vuur volgens de pers verder opgepookt in zowel Turkse als Koerdische chatgroepen. Er zouden lijsten rondgaan van Koerdische handelszaken die geviseerd zullen worden, er zou sprake zijn van ‘strijders uit het buitenland die gewapend naar Gent zouden komen’ en de woordvoerder van vzw Vrede zou zelfs bedreigd worden met lynching voor de organisatie van het Koerdische nieuwjaarsfeest aan Dok Noord.
Tot slot konden we op donderdag 28 maart vernemen dat er een nachtelijk samenscholingsverbod wordt afgekondigd op bepaalde van de hotspots.
Graag had ik hierover volgende vragen gesteld:
Bedankt voor jullie vragen. Ik heb naar aanleiding van een schriftelijke vraag van raadslid Sadik Karanfil hierover ook reeds informatie bezorgd. Maar ik zal nog eens globaal antwoorden op de verschillende vragen.
Naar aanleiding van de aangehaalde incidenten in onze stad nam ik het initiatief om op 26 maart met de Dienst Preventie voor Veiligheid, politiediensten en een delegatie van de beide gemeenschappen samen te zitten.
Dezelfde avond ontmoette ik op vraag van verschillende jongeren en sleutelfiguren een 300-tal jongeren waar ik mee in gesprek ging.
Mijn boodschap was tijdens die verschillende ontmoetingen duidelijk:
“Mensen mogen een vrije mening en vrije gedachten hebben, maar uitingen ten voordele van terroristische organisaties tolereren we niet. De PKK is een erkende terreurgroep in Europa. Provocaties vanuit die kant mogen de harmonieuze samenleving tussen de Koerdische en de Turkse gemeenschap in Gent niet verstoren.”
De twee gemeenschappen waren het hier unaniem mee eens. Ook het merendeel van de jongeren begrepen en aanvaardden die boodschap, maar toch hebben een aantal heethoofden diezelfde en de volgende avond vernielingen aangebracht aan twee Koerdische handelszaken.
Donderdagavond 28 maart kwamen op initiatief van de Turkse gemeenschap leden van de Koerdische en Turkse gemeenschap bijeen om jongeren op te roepen het geweld te stoppen en de kalmte te bewaren. De pers was uitgenodigd en een tekst werd voorgelezen in het Turks en nadien in het Nederlands.
Daarnaast bezocht ik, op woensdagavond 27 maart, de twee Gentse leerlingen die gewond geraakten in een betoging in Brussel. Dat werd geapprecieerd door beide families. Ook de twee Koerdische handelszaken die slachtoffer waren van vernielingen, bracht ik op 29 maart een bezoek.
Alle slachtoffers zijn in contact gebracht met de Dienst Slachtofferbejegening van de Politie. Maatschappelijke assistenten zijn rechtstreeks in gesprek met alle slachtoffers en worden verder opgevolgd.
Uit de diverse overlegmomenten en contacten kwam telkens naar voor dat de overgrote meerderheid van onze inwoners met Turkse en Koerdische roots of banden, vreedzaam wil samenleven en niet is opgezet met geweld of vernielingen.
Vanuit de gemeenschappen was er een groot vertrouwen in de politie merkbaar. Dit werd bevestigd door het feit dat de politie ook zeer snel ruchtbaarheid kreeg van een lijst die circuleerde met geviseerde handelszaken. Deze lijst werd gedeeld door een aantal personen via sociale mediakanalen en applicaties. Die info werd verrijkt dankzij de goede contacten die de politie en diensten onderhouden met verschillende sleutelfiguren uit de gemeenschappen.
Naast goed luisteren naar elkaar en inzetten op dialoog, hebben we als bestuurlijke overheid gevraagd aan de politie om zichtbare aanwezigheid op het terrein in uniform te voorzien, wat een ontradend effect heeft, en hebben we op vraag van de politie een samenscholingsverbod uitgevaardigd. De politie was geen vragende partij voor cameratoezicht. Ten slotte werd ook voorzien in een doelgerichte gerechtelijke opvolging van de leidende figuren die tot onrust aanzetten.
Deze aanpak heeft niet alle schade kunnen voorkomen, maar heeft ertoe geleid dat de incidenten niet verder escaleerden en bijdroegen tot een snelle bedaren van de gemoederen.
Volgens de politie dateert het laatste feit van de nacht van zaterdag 30/03 op zondag 31/03.
De minderjarige personen die tijdens de diverse ordediensten bestuurlijk van hun vrijheid werden beroofd, kregen daags nadien het bezoek van een jeugdinspecteur voor een gesprek met de ouders. Ook de ouders moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Dit noemen we de voordeurgesprekken. De inhoud van deze gesprekken blijft confidentieel. Voor minderjarigen die gerechtelijk van hun vrijheid werden beroofd, verwijzen wij naar de perswoordvoerder van het Parket van Oost-Vlaanderen.
Vanuit de politie kunnen we meegeven dat iets meer dan 80% van de personen die gecontroleerd werden tijdens de spanningen afkomstig zijn uit Gent; van de andere 20% waren de meeste uit de omgeving van Gent of verder in Oost-Vlaanderen. Er waren er slechts 2 van buiten de provincie en niemand uit het buitenland.
Zowel de politiediensten als onze verschillende stadsdiensten, die een goede verstandhouding hebben met beide gemeenschappen, stonden in nauw contact met elkaar. De lijnen worden kort gehouden en er werd ingegrepen waar nodig.
Er heeft ook een extra LIVC-R plaats gevonden, dit is de Lokale Integrale Veiligheidscel inzake Radicalisme, Extremisme en Terrorisme, om het conflict te bespreken en acties op te zetten. Er wordt ingezet op grenzen aangeven, nabij blijven bij de gemeenschap en voldoende zorg bieden. Met de leden van het LIVC-R wordt ook nagedacht over een hersteltraject. Het LIVC-R komt hierrond deze week samen. Het blijft belangrijk om in dialoog te blijven gaan, aanwezig te zijn op het terrein en verbindende projecten en acties op te zetten.
De verschillende diensten komen tot de vaststelling dat er vaak emotioneel wordt gereageerd op bepaalde symbolen, of iets als provocatie wordt ervaren zonder de betekenis ervan goed te kennen. Er is bijvoorbeeld redelijk wat onwetendheid over de Koerdische vlag die niet dezelfde is als de PKK vlag. Die onwetendheid is potentieel gevaarlijk en wij geloven dat kennis als basis kan dienen voor wederzijds begrip en samenleven.
In het kader van die kennisdeling wordt er op 25 april een webinar gegeven voor ons stadspersoneel en voor de politie. Professor internationale politiek Dries Lesage verbonden aan de UGent is eenTurkije kenner en zal meer uitleg geven over de geschiedenis en het ontstaan van het conflict en de impact op de gemeenschappen in onze stad. Op die manier kunnen we eerstelijnswerkers informeren en versterken en als maatschappij kort op de bal spelen bij onrust.
Een aantal van jullie vragen hebben betrekking tot diverse lopende gerechtelijke en opsporingsonderzoeken. De politie garandeert mij dat er naar de verschillende feiten gerechtelijke onderzoeken lopen.
Wat betreft de vraag over de ‘geviseerde woordvoerder” is niet mogelijk om in te gaan op maatregelen rond individuele personen. Naar de chatgroepen loopt een gerechtelijk onderzoek. In dat kader werden diverse personen verhoord. Hetzelfde geldt voor de vraag over de beschadiging aan een particuliere bewakingscamera dat eveneens deel uitmaakt van een opsporingsonderzoek waar we verder niet over kunnen communiceren.
Ik wil benadrukken dat er in Gent al jaren een goed contact tussen beide gemeenschappen en ik heb er alle vertrouwen in dat dat in de toekomst zo zal blijven.
Dit samen-leven mogen we niet kapot laten gaan door de provocaties van een klein groep mensen. Hun acties kunnen niet veralgemeend worden naar de volledige gemeenschappen.
Polarisatie is een complex fenomeen waarbij het belangrijk is dat we signalen snel oppikken, deze analyseren en acties opzetten op korte en lange termijn die ook de voedingsbodems aanpakken.
In Gent hebben we reeds verschillende jaren verschillende acties lopen om preventief te werken aan polarisering en radicalisering. Actief contact houden met diverse groepen in onze stad om zo goed mogelijk te weten wat leeft en waar burgers van wakker liggen is cruciaal.
We kunnen dit doen door blijvend te investeren in laagdrempelige initiatieven die jongeren of groepen bereiken die binnen reguliere werkingen minder aansluiting vinden, op die manier komen ook hun signalen tot bij het beleid.
Tot slot m.b.t. de telefoon door de Turkse president naar één van de stadscompagnons. Dit is door de PZ Gent in mijn opdracht doorgegeven tijdens de LTF aan de staatsveiligheid die op zijn beurt de andere overheden informeert.
Om te besluiten.
Ik wil iedereen bedanken, in het bijzonder de gemeenschappen zelf, die hebben bijgedragen om de rust te laten weer keren, om de kalmte te bewaren. We hebben alles op alles ingezet om verdere escalatie te vermijden, om elkaar niet te provoceren. Onze politie was heel sterk aanwezig op het terrein en blijft uiteraard de vinger aan de pols houden.
Gent is een stad waar Turken en Koerden over het algemeen goed samenleven. Belangrijk dat onze goede Gentse manier van samenleven in al onze verscheidenheid behouden blijft.
di 23/04/2024 - 08:22Gent werd de afgelopen weken opgeschrikt door enkele incidenten tussen Turken en Koerden. Het probleem begon toen er tijdens een pre-islamitisch lentefeest Koerdische PKK-vlaggen te zien waren en het bijna tot rellen kwam met Turkse jongeren.
Daarna kregen twee Turkse jongeren uit Gent klappen op een Koerdische betoging in Brussel. Diezelfde dag was er al een proteststoet tegen de PKK in Gent. Hierbij zakte een groep Turkse jongeren af naar het stadhuis. Wat er de dagen erna gebeurde, heeft iedereen kunnen lezen in de pers. Drie Koerdische zaken werden vernield en er volgden een reeks arrestaties. Vele gearresteerden bleken minderjarig te zijn en kunnen volgens de burgemeester een huisbezoek verwachten. De stad heeft ook een samenscholingsverbod ingesteld in verschillende straten.
In dit opzicht heb ik de volgende vragen:
- Zijn alle betrokkenen en daders van de 3 incidenten waarbij Koerdische horecazaken zijn vernield, reeds geïdentificeerd door de politie? Indien nee, hoeveel mensen zijn er precies geïdentificeerd door de politie?
- Welke maatregelen heeft de stad genomen om de veiligheid van de Turkse en Koerdische gemeenschap te waarborgen?
- Zijn er ondertussen nog nieuwe feiten gepleegd?
- Zijn er al huisbezoeken geweest bij de minderjarige daders? Zo ja, wat werd daar gezegd? Zo nee, waarom werd er nog niet langs geweest?
- Er zou sprake zijn van inmenging van ver buiten Gent. Wat gaat de stad nog meer doen om het conflict te bedaren?
Bedankt voor jullie vragen. Ik heb naar aanleiding van een schriftelijke vraag van raadslid Sadik Karanfil hierover ook reeds informatie bezorgd. Maar ik zal nog eens globaal antwoorden op de verschillende vragen.
Naar aanleiding van de aangehaalde incidenten in onze stad nam ik het initiatief om op 26 maart met de Dienst Preventie voor Veiligheid, politiediensten en een delegatie van de beide gemeenschappen samen te zitten.
Dezelfde avond ontmoette ik op vraag van verschillende jongeren en sleutelfiguren een 300-tal jongeren waar ik mee in gesprek ging.
Mijn boodschap was tijdens die verschillende ontmoetingen duidelijk:
“Mensen mogen een vrije mening en vrije gedachten hebben, maar uitingen ten voordele van terroristische organisaties tolereren we niet. De PKK is een erkende terreurgroep in Europa. Provocaties vanuit die kant mogen de harmonieuze samenleving tussen de Koerdische en de Turkse gemeenschap in Gent niet verstoren.”
De twee gemeenschappen waren het hier unaniem mee eens. Ook het merendeel van de jongeren begrepen en aanvaardden die boodschap, maar toch hebben een aantal heethoofden diezelfde en de volgende avond vernielingen aangebracht aan twee Koerdische handelszaken.
Donderdagavond 28 maart kwamen op initiatief van de Turkse gemeenschap leden van de Koerdische en Turkse gemeenschap bijeen om jongeren op te roepen het geweld te stoppen en de kalmte te bewaren. De pers was uitgenodigd en een tekst werd voorgelezen in het Turks en nadien in het Nederlands.
Daarnaast bezocht ik, op woensdagavond 27 maart, de twee Gentse leerlingen die gewond geraakten in een betoging in Brussel. Dat werd geapprecieerd door beide families. Ook de twee Koerdische handelszaken die slachtoffer waren van vernielingen, bracht ik op 29 maart een bezoek.
Alle slachtoffers zijn in contact gebracht met de Dienst Slachtofferbejegening van de Politie. Maatschappelijke assistenten zijn rechtstreeks in gesprek met alle slachtoffers en worden verder opgevolgd.
Uit de diverse overlegmomenten en contacten kwam telkens naar voor dat de overgrote meerderheid van onze inwoners met Turkse en Koerdische roots of banden, vreedzaam wil samenleven en niet is opgezet met geweld of vernielingen.
Vanuit de gemeenschappen was er een groot vertrouwen in de politie merkbaar. Dit werd bevestigd door het feit dat de politie ook zeer snel ruchtbaarheid kreeg van een lijst die circuleerde met geviseerde handelszaken. Deze lijst werd gedeeld door een aantal personen via sociale mediakanalen en applicaties. Die info werd verrijkt dankzij de goede contacten die de politie en diensten onderhouden met verschillende sleutelfiguren uit de gemeenschappen.
Naast goed luisteren naar elkaar en inzetten op dialoog, hebben we als bestuurlijke overheid gevraagd aan de politie om zichtbare aanwezigheid op het terrein in uniform te voorzien, wat een ontradend effect heeft, en hebben we op vraag van de politie een samenscholingsverbod uitgevaardigd. De politie was geen vragende partij voor cameratoezicht. Ten slotte werd ook voorzien in een doelgerichte gerechtelijke opvolging van de leidende figuren die tot onrust aanzetten.
Deze aanpak heeft niet alle schade kunnen voorkomen, maar heeft ertoe geleid dat de incidenten niet verder escaleerden en bijdroegen tot een snelle bedaren van de gemoederen.
Volgens de politie dateert het laatste feit van de nacht van zaterdag 30/03 op zondag 31/03.
De minderjarige personen die tijdens de diverse ordediensten bestuurlijk van hun vrijheid werden beroofd, kregen daags nadien het bezoek van een jeugdinspecteur voor een gesprek met de ouders. Ook de ouders moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Dit noemen we de voordeurgesprekken. De inhoud van deze gesprekken blijft confidentieel. Voor minderjarigen die gerechtelijk van hun vrijheid werden beroofd, verwijzen wij naar de perswoordvoerder van het Parket van Oost-Vlaanderen.
Vanuit de politie kunnen we meegeven dat iets meer dan 80% van de personen die gecontroleerd werden tijdens de spanningen afkomstig zijn uit Gent; van de andere 20% waren de meeste uit de omgeving van Gent of verder in Oost-Vlaanderen. Er waren er slechts 2 van buiten de provincie en niemand uit het buitenland.
Zowel de politiediensten als onze verschillende stadsdiensten, die een goede verstandhouding hebben met beide gemeenschappen, stonden in nauw contact met elkaar. De lijnen worden kort gehouden en er werd ingegrepen waar nodig.
Er heeft ook een extra LIVC-R plaats gevonden, dit is de Lokale Integrale Veiligheidscel inzake Radicalisme, Extremisme en Terrorisme, om het conflict te bespreken en acties op te zetten. Er wordt ingezet op grenzen aangeven, nabij blijven bij de gemeenschap en voldoende zorg bieden. Met de leden van het LIVC-R wordt ook nagedacht over een hersteltraject. Het LIVC-R komt hierrond deze week samen. Het blijft belangrijk om in dialoog te blijven gaan, aanwezig te zijn op het terrein en verbindende projecten en acties op te zetten.
De verschillende diensten komen tot de vaststelling dat er vaak emotioneel wordt gereageerd op bepaalde symbolen, of iets als provocatie wordt ervaren zonder de betekenis ervan goed te kennen. Er is bijvoorbeeld redelijk wat onwetendheid over de Koerdische vlag die niet dezelfde is als de PKK vlag. Die onwetendheid is potentieel gevaarlijk en wij geloven dat kennis als basis kan dienen voor wederzijds begrip en samenleven.
In het kader van die kennisdeling wordt er op 25 april een webinar gegeven voor ons stadspersoneel en voor de politie. Professor internationale politiek Dries Lesage verbonden aan de UGent is eenTurkije kenner en zal meer uitleg geven over de geschiedenis en het ontstaan van het conflict en de impact op de gemeenschappen in onze stad. Op die manier kunnen we eerstelijnswerkers informeren en versterken en als maatschappij kort op de bal spelen bij onrust.
Een aantal van jullie vragen hebben betrekking tot diverse lopende gerechtelijke en opsporingsonderzoeken. De politie garandeert mij dat er naar de verschillende feiten gerechtelijke onderzoeken lopen.
Wat betreft de vraag over de ‘geviseerde woordvoerder” is niet mogelijk om in te gaan op maatregelen rond individuele personen. Naar de chatgroepen loopt een gerechtelijk onderzoek. In dat kader werden diverse personen verhoord. Hetzelfde geldt voor de vraag over de beschadiging aan een particuliere bewakingscamera dat eveneens deel uitmaakt van een opsporingsonderzoek waar we verder niet over kunnen communiceren.
Ik wil benadrukken dat er in Gent al jaren een goed contact tussen beide gemeenschappen en ik heb er alle vertrouwen in dat dat in de toekomst zo zal blijven.
Dit samen-leven mogen we niet kapot laten gaan door de provocaties van een klein groep mensen. Hun acties kunnen niet veralgemeend worden naar de volledige gemeenschappen.
Polarisatie is een complex fenomeen waarbij het belangrijk is dat we signalen snel oppikken, deze analyseren en acties opzetten op korte en lange termijn die ook de voedingsbodems aanpakken.
In Gent hebben we reeds verschillende jaren verschillende acties lopen om preventief te werken aan polarisering en radicalisering. Actief contact houden met diverse groepen in onze stad om zo goed mogelijk te weten wat leeft en waar burgers van wakker liggen is cruciaal.
We kunnen dit doen door blijvend te investeren in laagdrempelige initiatieven die jongeren of groepen bereiken die binnen reguliere werkingen minder aansluiting vinden, op die manier komen ook hun signalen tot bij het beleid.
Tot slot m.b.t. de telefoon door de Turkse president naar één van de stadscompagnons. Dit is door de PZ Gent in mijn opdracht doorgegeven tijdens de LTF aan de staatsveiligheid die op zijn beurt de andere overheden informeert.
Om te besluiten.
Ik wil iedereen bedanken, in het bijzonder de gemeenschappen zelf, die hebben bijgedragen om de rust te laten weer keren, om de kalmte te bewaren. We hebben alles op alles ingezet om verdere escalatie te vermijden, om elkaar niet te provoceren. Onze politie was heel sterk aanwezig op het terrein en blijft uiteraard de vinger aan de pols houden.
Gent is een stad waar Turken en Koerden over het algemeen goed samenleven. Belangrijk dat onze goede Gentse manier van samenleven in al onze verscheidenheid behouden blijft.
di 23/04/2024 - 08:23Op zaterdag 6 april brak een spontane staking uit bij De Lijn. De avond ervoor gebeurden immers jammer genoeg enkele gevallen van agressie tegenover het personeel. Een controleur geraakte gewond bij het overmeesteren van een persoon met een alarmpistool. Een andere controleur werd door twee minderjarigen in elkaar getimmerd omdat ze geen geldig vervoersbewijs hadden. Ook het jaarrapport van de politie toonde aan dat gevallen van agressie tegen bus- en trampersoneel jammer genoeg stijgt.
Graag had ik hierover volgende vragen gesteld:
Inderdaad heel concreet vernam ik via de pers de drieste incidenten waarmee het personeel van De Lijn net voor het weekend van 6 april werd geconfronteerd.
Hierop heb ik een reeds initieel op 7 mei gepland overleg met de vakbonden vervroegd, en zaten we op woensdag 10 april samen met onze lokale politie en de teamverantwoordelijke van de gemeenschapswachten en de drie respectievelijke vakbonden bij de Lijn.
Het was een constructief overleg, waar ik in eerste instantie goed heb geluisterd naar de grieven van de afgevaardigden. We waren het er over eens dat er een maatschappelijke tendens waargenomen wordt waar het respect voor het uniform is afgenomen bij de bevolking, dat de vele hervormingen bij De Lijn een impact hebben op de dagelijkse veiligheid van de chauffeurs en controleurs, en dat sommige vormen van sociale controle de laatste jaren is gedaald.
We mogen niet vergeten dat de laatste jaren het aantal controleurs voor Gent en omstreken is gehalveerd en hun werkgebied groter is geworden, wat er noodgedwongen voor zorgt dat er minder controles zijn. Daarnaast wordt het verdwijnen van bemande controleposten ervaren als een van de elementen die voor een verhoogd onveiligheidsgevoel bij het personeel heeft geleid.
De vakbonden hadden een aantal concrete vragen omtrent het uitblijven van de uitrol van de afgesloten stuurposten en de mogelijkheid voor controleurs tot het dragen van een bodycam. Dit valt niet onder mijn bevoegdheid, maar ik heb brieven laten opmaken naar de betrokken ministers, respectievelijk minister Peeters en minister Verlinden welke de deur uitgaan, om hun vragen op die manier mee te ondersteunen.
Op lokaal vlak hebben we de gemeenschapswachten met lijnopdrachten die de chauffeurs, begeleiders en controleurs ondersteunen tijdens hun controle op de voertuigen. Zij controleren de reizigers niet op vervoersbewijzen, maar wel op specifiek gedrag, zoals bijvoorbeeld voeten op de bank, te luide muziek of telefoon, eten op de voertuigen, storend gedrag naar medereizigers, …
Hierop spreken zij geregeld reizigers aan. Als een reiziger te ver over de schreef gaat, blijft het de beslissing van de chauffeur om de reiziger al dan niet op “zijn voertuig” te laten mee rijden.
Bij agressie naar andere reizigers, chauffeurs en begeleiders nemen de gemeenschapswachten een ondersteunende rol aan. Zij zullen hierin tussenkomen indien nodig, dispatch oproepen of politie bellen bij escalatie. Incidenten worden doorgegeven via hun meldingsapp, zodat de bevoegde personen bij De Lijn voor de nodige opvolging kunnen zorgen.
Vaak ventileren chauffeurs de dagen nadien ook bij onze gemeenschapswachten over de gebeurde feiten. Dit zowel op de voertuigen als in de accommodatie van De Lijn.
De gemeenschapswachten worden ingezet volgens de afspraken van het convenant met De Lijn. Voor die inzet wordt rekening gehouden met prioritaire lijnen, vaak gekoppeld aan prioritaire wijken. De planning kan flexibel worden aangepast volgens de noden op het terrein.
De rol van de lokale politie is het “verlenen van de sterke arm” bij controleurs van De Lijn. Het laatste overleg om zulke acties te ondersteunen, dateert van 26 maart. Tijdens dat overleg werden de nodige afspraken gemaakt om de acties te gaan verfijnen en te verdiepen. Er worden voor die acties 4 à 8 personeelsleden in uniform ingezet à rato van 2 keer per maand. De acties worden door de politie vooraf niet gecommuniceerd of aangekondigd.
Los van deze specifieke acties zijn op –en afstapplaatsen van bussen bevoorrechte locaties tijdens de patrouilles van de wijkpolitie en van de jeugdinspecteurs en jeugdrechercheurs. Deze laatste werken niet in uniform, en zijn minder zichtbaar voor het grote publiek maar wel noodzakelijk om hun doelstelling op het terrein zo goed mogelijk te kunnen volbrengen.
De voorbije jaren werd ook extra ingezet op de lijnen van en naar de Blaarmeersen. Op dagen waar het druk is, kunnen de chauffeurs rekenen op extra ondersteuning van de politie, aan zowel de bushaltes als van een patrouillevoertuig dat meerijdt met de bussen.
Uiteraard kan informatie doorgegeven worden over lijnen waar veel problemen op zijn of die extra aandacht vragen zodat de politie gerichter kan optreden. De politie garandeert te blijven investeren in zichtbare acties, in samenwerking met De Lijn.
Ik heb met de vakbonden afgesproken om een vervolgoverleg te hebben voor de zomer, om de situatie te evalueren en indien nodig bij te sturen. We hebben snel ingespeeld op de vraag van de vakbonden, we zijn als lokale overheid beperkt, maar zelfs binnen die beperktheid doen we het maximale (met de politie die extra zal patrouilleren en extra zichtbare controles zal uitvoeren, met de doorgedreven inzet van onze gemeenschapswachten).
Dus m.b.t. het gesprek kan ik meegeven dat het gesprek goed is verlopen, ik heb goed geluisterd, Ik heb veel begrip voor het personeel van De Lijn en veroordeelt het geweld ten sterkste.
Ik heb duidelijk gemaakt dat hij een partner is van de vakbonden tegen het geweld.
Ik onderschrijf de vraag van de vakbonden voor de uitrol van afgesloten bestuurderscabines en het gebruik van bodycams. Ik heb beide bevoegde ministers hierover gevat.
De politie zal extra patrouilleren en extra zichtbare controles doen op het openbaar vervoer samen met lijncontroleurs.
Ik heb voorgesteld om nog voor de zomer een vervolgoverleg te houden.
di 23/04/2024 - 08:31Op vrijdag 5 april werden personeelsleden van De Lijn geconfronteerd met twee gevallen van agressie. Volgens de vakbonden is er al geruime tijd een opmerkelijke stijging van het aantal meldingen van agressie in de stad. Die stijging is dan ook terug te vinden in de cijfers van de politie.
Op 7 mei zouden de vakbonden samenzitten met de burgemeester om te kijken hoe de golf van agressie kan worden aangepakt.
Graag had ik van de burgemeester een antwoord gekregen op volgende vragen:
Inderdaad heel concreet vernam ik via de pers de drieste incidenten waarmee het personeel van De Lijn net voor het weekend van 6 april werd geconfronteerd.
Hierop heb ik een reeds initieel op 7 mei gepland overleg met de vakbonden vervroegd, en zaten we op woensdag 10 april samen met onze lokale politie en de teamverantwoordelijke van de gemeenschapswachten en de drie respectievelijke vakbonden bij de Lijn.
Het was een constructief overleg, waar ik in eerste instantie goed heb geluisterd naar de grieven van de afgevaardigden. We waren het er over eens dat er een maatschappelijke tendens waargenomen wordt waar het respect voor het uniform is afgenomen bij de bevolking, dat de vele hervormingen bij De Lijn een impact hebben op de dagelijkse veiligheid van de chauffeurs en controleurs, en dat sommige vormen van sociale controle de laatste jaren is gedaald.
We mogen niet vergeten dat de laatste jaren het aantal controleurs voor Gent en omstreken is gehalveerd en hun werkgebied groter is geworden, wat er noodgedwongen voor zorgt dat er minder controles zijn. Daarnaast wordt het verdwijnen van bemande controleposten ervaren als een van de elementen die voor een verhoogd onveiligheidsgevoel bij het personeel heeft geleid.
De vakbonden hadden een aantal concrete vragen omtrent het uitblijven van de uitrol van de afgesloten stuurposten en de mogelijkheid voor controleurs tot het dragen van een bodycam. Dit valt niet onder mijn bevoegdheid, maar ik heb brieven laten opmaken naar de betrokken ministers, respectievelijk minister Peeters en minister Verlinden welke de deur uitgaan, om hun vragen op die manier mee te ondersteunen.
Op lokaal vlak hebben we de gemeenschapswachten met lijnopdrachten die de chauffeurs, begeleiders en controleurs ondersteunen tijdens hun controle op de voertuigen. Zij controleren de reizigers niet op vervoersbewijzen, maar wel op specifiek gedrag, zoals bijvoorbeeld voeten op de bank, te luide muziek of telefoon, eten op de voertuigen, storend gedrag naar medereizigers, …
Hierop spreken zij geregeld reizigers aan. Als een reiziger te ver over de schreef gaat, blijft het de beslissing van de chauffeur om de reiziger al dan niet op “zijn voertuig” te laten mee rijden.
Bij agressie naar andere reizigers, chauffeurs en begeleiders nemen de gemeenschapswachten een ondersteunende rol aan. Zij zullen hierin tussenkomen indien nodig, dispatch oproepen of politie bellen bij escalatie. Incidenten worden doorgegeven via hun meldingsapp, zodat de bevoegde personen bij De Lijn voor de nodige opvolging kunnen zorgen.
Vaak ventileren chauffeurs de dagen nadien ook bij onze gemeenschapswachten over de gebeurde feiten. Dit zowel op de voertuigen als in de accommodatie van De Lijn.
De gemeenschapswachten worden ingezet volgens de afspraken van het convenant met De Lijn. Voor die inzet wordt rekening gehouden met prioritaire lijnen, vaak gekoppeld aan prioritaire wijken. De planning kan flexibel worden aangepast volgens de noden op het terrein.
De rol van de lokale politie is het “verlenen van de sterke arm” bij controleurs van De Lijn. Het laatste overleg om zulke acties te ondersteunen, dateert van 26 maart. Tijdens dat overleg werden de nodige afspraken gemaakt om de acties te gaan verfijnen en te verdiepen. Er worden voor die acties 4 à 8 personeelsleden in uniform ingezet à rato van 2 keer per maand. De acties worden door de politie vooraf niet gecommuniceerd of aangekondigd.
Los van deze specifieke acties zijn op –en afstapplaatsen van bussen bevoorrechte locaties tijdens de patrouilles van de wijkpolitie en van de jeugdinspecteurs en jeugdrechercheurs. Deze laatste werken niet in uniform, en zijn minder zichtbaar voor het grote publiek maar wel noodzakelijk om hun doelstelling op het terrein zo goed mogelijk te kunnen volbrengen.
De voorbije jaren werd ook extra ingezet op de lijnen van en naar de Blaarmeersen. Op dagen waar het druk is, kunnen de chauffeurs rekenen op extra ondersteuning van de politie, aan zowel de bushaltes als van een patrouillevoertuig dat meerijdt met de bussen.
Uiteraard kan informatie doorgegeven worden over lijnen waar veel problemen op zijn of die extra aandacht vragen zodat de politie gerichter kan optreden. De politie garandeert te blijven investeren in zichtbare acties, in samenwerking met De Lijn.
Ik heb met de vakbonden afgesproken om een vervolgoverleg te hebben voor de zomer, om de situatie te evalueren en indien nodig bij te sturen. We hebben snel ingespeeld op de vraag van de vakbonden, we zijn als lokale overheid beperkt, maar zelfs binnen die beperktheid doen we het maximale (met de politie die extra zal patrouilleren en extra zichtbare controles zal uitvoeren, met de doorgedreven inzet van onze gemeenschapswachten).
Dus m.b.t. het gesprek kan ik meegeven dat het gesprek goed is verlopen, ik heb goed geluisterd, Ik heb veel begrip voor het personeel van De Lijn en veroordeelt het geweld ten sterkste.
Ik heb duidelijk gemaakt dat hij een partner is van de vakbonden tegen het geweld.
Ik onderschrijf de vraag van de vakbonden voor de uitrol van afgesloten bestuurderscabines en het gebruik van bodycams. Ik heb beide bevoegde ministers hierover gevat.
De politie zal extra patrouilleren en extra zichtbare controles doen op het openbaar vervoer samen met lijncontroleurs.
Ik heb voorgesteld om nog voor de zomer een vervolgoverleg te houden.
di 23/04/2024 - 08:32De handhaving van het verkeersreglement is één van de kerntaken van de politie. Voor wat betreft plaatselijk verkeer is dat een hele uitdaging.
In januari werd bekendgemaakt dat er aan de randen van de wijk Rijvissche in Zwijnaarde ANPR-camera's geplaatst zullen worden om toe te zien op de handhaving van de verkeersborden "uitgezonderd plaatselijk verkeer." Wie op een korte tijdspanne door de wijk rijdt, krijgt een boete. Dat is niet zo voor wie uit de wijk vertrekt of ergens stopt.
Ook op andere plekken doorheen onze stad kan het handhaven van plaatselijk verkeer door middel van camera's bijzonder waardevol zijn, zeker in tijdelijke situaties zoals bijvoorbeeld bij wegenwerken. Het gaat dan niet om vaste, maar om mobiele camera's. Mechelen investeerde bijvoorbeeld in mobiele ANPR-camera's die aan het begin en einde van een straat kunnen worden opgesteld. Op die manier kan de politie plaatselijk verkeer afdwingen, en dit met flexibiliteit op vlak van locatie en tijdsduur.
Graag had ik van de burgemeester een antwoord gekregen op volgende vragen:
Het handhaven van verkeersborden “uitgezonderd plaatselijk verkeer” door het inzetten van politiepersoneel is zeer tijds- en capaciteitsintensief. Dit neemt niet weg dat zo’n controles wel degelijk plaatsvinden, waarbij in eerste instantie wordt ingezet op sensibilisering.
Bij de ingang van zo’n verbod worden tijdens controleacties bestuurders aangesproken, want men stelt vast dat bestuurders een zekere aanpassingstijd nodig hebben.
Bij aanhoudende inbreuken wordt er repressief opgetreden door een gemeentelijke administratieve sanctie toe te passen.
Ik sta daarom positief tegenover deze mogelijkheid die deze technische ondersteuning kan bieden aan de politie op het terrein en vroeg de korpschef dit te onderzoeken.
Onze lokale politie is hiermee gestart en uit een eerste analyse van een toepassing hiervan in Leuven, blijkt dat de inzet van mobiele ANPR-camera's technisch haalbaar is, maar het vraagt ook een specifieke aanpak.
Een van de voorwaarden is dat de toegang tot de zone voorbehouden voor plaatselijk verkeer, afdoend wordt afgedekt. In het geval van de toepassing in de PZ Leuven plaatste men 12 ANPR-camera’s om dat te garanderen. Het aantal camera’s moet uiteraard steeds in functie van de plaatsgesteldheid aangepast worden maar alle toegangswegen moeten volledig onder controle van een camera staan.
Binnen de afgebakende zone werkt het systeem met een tijdsinterval gekoppeld aan de maximum toegelaten snelheid, in dit geval 30 km/uur. De software maakt een GAS-overtreding aan en filtert de nummerplaten van bewoners en bewoners van omliggende straten op basis van een lijst er uit. Enkel diegene die niet op de lijst staan en boven de ingestelde intervaltijd blijven, worden ter validatie voorgelegd aan de GAS-ambtenaar.
Het risico is dat de toepassing een interpretatie blijft aan de hand van een arbitraire intervaltijd, en dit kan aanleiding geven tot discussie. Daarom adviseert de politie om in een eerste fase te starten met een testopstelling in combinatie met een sensibilisering.
In afwachting van dit verder onderzoek wordt er door de politie alvast blijvend ingezet op snelheidscontroles en sensibiliseringsacties specifiek gericht op plaatselijk verkeer.
di 23/04/2024 - 08:26In maart werd Gent meegetrokken in het internationale conflict tussen de Turkse en de Koerdische gemeenschappen. We waren getuigen van manifestaties, gericht vandalisme en bedreigingen. De Politie, de Burgemeester, het middenveld en bekommerde ouders zelf, namen ook verschillende initiatieven om de situatie onder controle te krijgen en niet verder te laten escaleren. Bij samenkomsten met diverse vertegenwoordigers van de Turkse en Koerdische gemeenschappen in Gent waarbinnen ook meerdere onderlinge familiale banden zijn opgebouwd in de vele jaren dat ze samen in Gent wonen, konden we ook zien hoe de overgrote meerderheid van hen vooral verder vredevol wil samenleven in Gent.
Bedankt voor jullie vragen. Ik heb naar aanleiding van een schriftelijke vraag van raadslid Sadik Karanfil hierover ook reeds informatie bezorgd. Maar ik zal nog eens globaal antwoorden op de verschillende vragen.
Naar aanleiding van de aangehaalde incidenten in onze stad nam ik het initiatief om op 26 maart met de Dienst Preventie voor Veiligheid, politiediensten en een delegatie van de beide gemeenschappen samen te zitten.
Dezelfde avond ontmoette ik op vraag van verschillende jongeren en sleutelfiguren een 300-tal jongeren waar ik mee in gesprek ging.
Mijn boodschap was tijdens die verschillende ontmoetingen duidelijk:
“Mensen mogen een vrije mening en vrije gedachten hebben, maar uitingen ten voordele van terroristische organisaties tolereren we niet. De PKK is een erkende terreurgroep in Europa. Provocaties vanuit die kant mogen de harmonieuze samenleving tussen de Koerdische en de Turkse gemeenschap in Gent niet verstoren.”
De twee gemeenschappen waren het hier unaniem mee eens. Ook het merendeel van de jongeren begrepen en aanvaardden die boodschap, maar toch hebben een aantal heethoofden diezelfde en de volgende avond vernielingen aangebracht aan twee Koerdische handelszaken.
Donderdagavond 28 maart kwamen op initiatief van de Turkse gemeenschap leden van de Koerdische en Turkse gemeenschap bijeen om jongeren op te roepen het geweld te stoppen en de kalmte te bewaren. De pers was uitgenodigd en een tekst werd voorgelezen in het Turks en nadien in het Nederlands.
Daarnaast bezocht ik, op woensdagavond 27 maart, de twee Gentse leerlingen die gewond geraakten in een betoging in Brussel. Dat werd geapprecieerd door beide families. Ook de twee Koerdische handelszaken die slachtoffer waren van vernielingen, bracht ik op 29 maart een bezoek.
Alle slachtoffers zijn in contact gebracht met de Dienst Slachtofferbejegening van de Politie. Maatschappelijke assistenten zijn rechtstreeks in gesprek met alle slachtoffers en worden verder opgevolgd.
Uit de diverse overlegmomenten en contacten kwam telkens naar voor dat de overgrote meerderheid van onze inwoners met Turkse en Koerdische roots of banden, vreedzaam wil samenleven en niet is opgezet met geweld of vernielingen.
Vanuit de gemeenschappen was er een groot vertrouwen in de politie merkbaar. Dit werd bevestigd door het feit dat de politie ook zeer snel ruchtbaarheid kreeg van een lijst die circuleerde met geviseerde handelszaken. Deze lijst werd gedeeld door een aantal personen via sociale mediakanalen en applicaties. Die info werd verrijkt dankzij de goede contacten die de politie en diensten onderhouden met verschillende sleutelfiguren uit de gemeenschappen.
Naast goed luisteren naar elkaar en inzetten op dialoog, hebben we als bestuurlijke overheid gevraagd aan de politie om zichtbare aanwezigheid op het terrein in uniform te voorzien, wat een ontradend effect heeft, en hebben we op vraag van de politie een samenscholingsverbod uitgevaardigd. De politie was geen vragende partij voor cameratoezicht. Ten slotte werd ook voorzien in een doelgerichte gerechtelijke opvolging van de leidende figuren die tot onrust aanzetten.
Deze aanpak heeft niet alle schade kunnen voorkomen, maar heeft ertoe geleid dat de incidenten niet verder escaleerden en bijdroegen tot een snelle bedaren van de gemoederen.
Volgens de politie dateert het laatste feit van de nacht van zaterdag 30/03 op zondag 31/03.
De minderjarige personen die tijdens de diverse ordediensten bestuurlijk van hun vrijheid werden beroofd, kregen daags nadien het bezoek van een jeugdinspecteur voor een gesprek met de ouders. Ook de ouders moeten hun verantwoordelijkheid opnemen. Dit noemen we de voordeurgesprekken. De inhoud van deze gesprekken blijft confidentieel. Voor minderjarigen die gerechtelijk van hun vrijheid werden beroofd, verwijzen wij naar de perswoordvoerder van het Parket van Oost-Vlaanderen.
Vanuit de politie kunnen we meegeven dat iets meer dan 80% van de personen die gecontroleerd werden tijdens de spanningen afkomstig zijn uit Gent; van de andere 20% waren de meeste uit de omgeving van Gent of verder in Oost-Vlaanderen. Er waren er slechts 2 van buiten de provincie en niemand uit het buitenland.
Zowel de politiediensten als onze verschillende stadsdiensten, die een goede verstandhouding hebben met beide gemeenschappen, stonden in nauw contact met elkaar. De lijnen worden kort gehouden en er werd ingegrepen waar nodig.
Er heeft ook een extra LIVC-R plaats gevonden, dit is de Lokale Integrale Veiligheidscel inzake Radicalisme, Extremisme en Terrorisme, om het conflict te bespreken en acties op te zetten. Er wordt ingezet op grenzen aangeven, nabij blijven bij de gemeenschap en voldoende zorg bieden. Met de leden van het LIVC-R wordt ook nagedacht over een hersteltraject. Het LIVC-R komt hierrond deze week samen. Het blijft belangrijk om in dialoog te blijven gaan, aanwezig te zijn op het terrein en verbindende projecten en acties op te zetten.
De verschillende diensten komen tot de vaststelling dat er vaak emotioneel wordt gereageerd op bepaalde symbolen, of iets als provocatie wordt ervaren zonder de betekenis ervan goed te kennen. Er is bijvoorbeeld redelijk wat onwetendheid over de Koerdische vlag die niet dezelfde is als de PKK vlag. Die onwetendheid is potentieel gevaarlijk en wij geloven dat kennis als basis kan dienen voor wederzijds begrip en samenleven.
In het kader van die kennisdeling wordt er op 25 april een webinar gegeven voor ons stadspersoneel en voor de politie. Professor internationale politiek Dries Lesage verbonden aan de UGent is eenTurkije kenner en zal meer uitleg geven over de geschiedenis en het ontstaan van het conflict en de impact op de gemeenschappen in onze stad. Op die manier kunnen we eerstelijnswerkers informeren en versterken en als maatschappij kort op de bal spelen bij onrust.
Een aantal van jullie vragen hebben betrekking tot diverse lopende gerechtelijke en opsporingsonderzoeken. De politie garandeert mij dat er naar de verschillende feiten gerechtelijke onderzoeken lopen.
Wat betreft de vraag over de ‘geviseerde woordvoerder” is niet mogelijk om in te gaan op maatregelen rond individuele personen. Naar de chatgroepen loopt een gerechtelijk onderzoek. In dat kader werden diverse personen verhoord. Hetzelfde geldt voor de vraag over de beschadiging aan een particuliere bewakingscamera dat eveneens deel uitmaakt van een opsporingsonderzoek waar we verder niet over kunnen communiceren.
Ik wil benadrukken dat er in Gent al jaren een goed contact tussen beide gemeenschappen en ik heb er alle vertrouwen in dat dat in de toekomst zo zal blijven.
Dit samen-leven mogen we niet kapot laten gaan door de provocaties van een klein groep mensen. Hun acties kunnen niet veralgemeend worden naar de volledige gemeenschappen.
Polarisatie is een complex fenomeen waarbij het belangrijk is dat we signalen snel oppikken, deze analyseren en acties opzetten op korte en lange termijn die ook de voedingsbodems aanpakken.
In Gent hebben we reeds verschillende jaren verschillende acties lopen om preventief te werken aan polarisering en radicalisering. Actief contact houden met diverse groepen in onze stad om zo goed mogelijk te weten wat leeft en waar burgers van wakker liggen is cruciaal.
We kunnen dit doen door blijvend te investeren in laagdrempelige initiatieven die jongeren of groepen bereiken die binnen reguliere werkingen minder aansluiting vinden, op die manier komen ook hun signalen tot bij het beleid.
Tot slot m.b.t. de telefoon door de Turkse president naar één van de stadscompagnons. Dit is door de PZ Gent in mijn opdracht doorgegeven tijdens de LTF aan de staatsveiligheid die op zijn beurt de andere overheden informeert.
Om te besluiten.
Ik wil iedereen bedanken, in het bijzonder de gemeenschappen zelf, die hebben bijgedragen om de rust te laten weer keren, om de kalmte te bewaren. We hebben alles op alles ingezet om verdere escalatie te vermijden, om elkaar niet te provoceren. Onze politie was heel sterk aanwezig op het terrein en blijft uiteraard de vinger aan de pols houden.
Gent is een stad waar Turken en Koerden over het algemeen goed samenleven. Belangrijk dat onze goede Gentse manier van samenleven in al onze verscheidenheid behouden blijft.
di 23/04/2024 - 08:24Er werd me recent gemeld dat drugs dealen al een hele tijd een probleem is in het Wolterspark en omgeving. Dat is extra problematisch omdat het park uiteraard ook bezocht wordt door kinderen en jongeren om er te spelen en elkaar te ontmoeten. Daarnaast wordt het park ook voor vakantiekampen en -activiteiten gebruikt.
De politie is op de hoogte van de problematiek en ondernam al verschillende acties. Voor de zomer van 2023 werd bijvoorbeeld een drugsbende die actief was in het park opgerold. In mijn vraag in de commissie van november vorig jaar verwees de burgemeester naar deze actie en ook naar het feit dat er in dit kader geregeld en gericht gepatrouilleerd wordt.
Desondanks blijft drugs dealen klaarblijkelijk een probleem in het park. Relevent ook in dit kader is de uitspraak van de korpschef vorige maand – bij de voorstelling van de politie-jaarcijfers – dat er minstens 10 VTE extra nodig zijn om de drugsproblematiek in de parken beter te kunnen aanpakken.
1. Welke maatregelen kunnen er nog genomen worden om drugs uit het Wolterspark te bannen?
2. Welke opvolging zal er gegeven worden aan de vraag van de korpschef?
Het is belangrijk dat alle klachten officieel aan de politie worden gemeld. De politie beschikt hiertoe over een schitterend meldpunt.
De politie meldt mij immers dat er op heden weinig tot geen overlastklachten omtrent drugsdealen op deze locatie hen bereiken.
Druggerelateerde overlast wordt tweewekelijks besproken op het drugcasusoverleg, het Wolterspark kwam op dit overleg al maanden niet meer aan bod. Hetzelfde geldt voor het tweewekelijks overlastoverleg met verschillende actoren.
De buurtinspecteur die dicht bij de bevolking staat en goede contacten heeft met de bewoners, bevestigt dit. Ook de signalen vanuit jeugdwerk en overlastregie wijzen erop dat, na de grote inzet vanuit de verschillende diensten, het probleem van drugsdealen serieus is afgenomen.
Het Wolterspark is inderdaad een tijd een plaats geweest waar werd gedeald. Er werd hier intensief op gewerkt aan de hand van een multidisciplinaire aanpak waar zowel politie, justitie als sociale actoren, elk vanuit hun specifieke rol, bijgedragen hebben aan een kentering op die locatie.
Naar aanleiding van de sluiting van het jeugdhuis en het drugsdealen, is gezocht naar alternatieven voor de jongeren uit de buurt.
Dat werd gevonden in de hernieuwde werking van ‘Jong Gent in Actie’, vertrekkende vanuit het Heilig Hartplein. Zij bereiken de jongeren die vroeger in het jeugdhuis en/of het park te vinden waren. Dankzij hun aanpak lukt het om de jongeren uit de vroegere dynamiek van het park te halen. Ook vanuit jeugdstraathoekwerk is er wat deze groep betreft een positief bereik, dikwijls in nauwe samenwerking met de outreachende werker van Jong Gent in Actie.
Vandaag zijn de werken voor de heraanleg van het Wolterspark gestart. Het park krijgt een nieuwe inrichting die een positieve evolutie zal geven naar vrijetijdsbesteding in het park.
Vanuit de politie is vooral ingezet op juiste beeldvorming en aanwezigheid en aanspreekbaarheid op het terrein. De korpschef heeft tijdens de themacommissie de nood aan toekomstige inzet op het thema drugs geduid. Deze casus toont die aan maar de vraag van de korpschef is veel breder dan politie inzet in parken.
Op druggerelateerde criminaliteit en overlast wordt korpsbreed gewerkt. Zowel personeelsleden van het overlastteam, de wijkdiensten, interventiedienst en lokale recherche werken rond dit fenomeen, zowel tijdens hun reguliere werking als specifiek tijdens acties. Voor sommige personeelsleden is het aanpakken van druggerelateerd geweld en overlast een voltijdse job, denk maar aan de rechercheurs van het team drugs van de lokale recherche.
De vraag voor 10 bijkomende personeelsleden om te werken rond het fenomeen drugs is ter versterking van alle geledingen van het korps. Het operationeel kader van de politie is ondertussen een 25-tal hoger dan voorzien was. Het zal een keuze zijn voor het volgende bestuur om dit te bestendigen. De korpschef kan van die huidige marge gebruik maken om in te spelen op bepaalde noden.
Dit stadsbestuur is het stadsbestuur dat het meest ooit geïnvesteerd heeft in politie . en Als het van mij afhangt als ik aan Z blijf als burgemeester zal ik ingaan op de vraag van de korpschef om de politiecapaciteit uit te breiden. U zal dit in het programma van Voor Gent terugvinden. U mag daar gerust in zijn.
Deze casus toont nog maar eens aan hoe belangrijk het is om te blijven investeren in sociale actoren zoals jeugdzorg, die een sterk preventieve werking hebben, in politie die repressief kunnen optreden indien nodig, en in de contacten met justitie die vaak het sluitstuk vormen van een multidisciplinaire veiligheidsketen. di 23/04/2024 - 08:27Op sociale media circuleert een publieke oproep aan de burgemeester van Gent met de vraag een onderzoek op te starten over de feiten van wat als ongerechtvaardigd politiegeweld beschouwd wordt.
Het betreft een zaak van begin deze maand (1 april) waar een slachtoffer van geweld bij een conflict aan een bar op de Korenmarkt bij de politie-interventie volgend op die feiten zelf gearresteerd werd en hierbij hardhandig door de politie zou aangepakt zijn. Het slachtoffer getuigt van geweld door de politie, vernedering en het schenden van zijn rechten bij de arrestatie. De politie zou bij hun tussenkomst zonder veel vragen te stellen de kant van de agressors gekozen hebben.
( zie deze link voor de betreffende oproep: https://www.instagram.com/reel/C5TFgiINo1q/?igsh=MTZsNTNkN2dtNzh4eA%3D%3D )
Politieambtenaren handelen bij hun tussenkomsten conform de Wet op het Politieambt in combinatie met het naleven van de deontologische code.
Hoe moet opgetreden worden tijdens een interventie blijft, binnen de krijtlijnen van het wettelijk kader, een inschatting van het moment. Er zijn verschillende elementen zoals de inhoud van de oproep, de vast te stellen omstandigheden ter plaatse, wie op dat moment kan aangetroffen worden en het gedrag van de personen ter plaatse.
Voor tussenkomende ploegen is dan vaak hun eerste zorg om de rust te doen weerkeren. Er wordt van hen verwacht snel te handelen, zonder te beschikken over alle informatie en de exacte omstandigheden.
Naar aanleiding van de berichten op sociale media, waar de korpsleiding kennis van genomen heeft, werd het initiatief genomen door de leiding om het verloop van de interventie na te gaan.
Volgens hun inzichten is deze correct is verlopen. De Gentse politie deelt me mee dat ze tot op heden geen klachten hebben ontvangen, ondanks suggestie daartoe.
Indien mensen zich misnoegd voelen naar aanleiding van een politieoptreden, kan er op verschillende manieren klacht ingediend worden. Klachten die betrekking hebben op een tussenkomst van de lokale politie kunnen ingediend worden bij het Comité P, bij de Algemene Inspectie of rechtstreeks tot de betrokken politiezone. Een klacht met burgerlijke partijstelling bij de onderzoeksrechter is nog een andere optie.
Op de respectievelijke website van de verschillende instanties kan meer informatie gevonden worden over de te hanteren procedures.
Ook op de website van politiezone Gent vinden burgers op een eenvoudige en snelle manier diverse tips terug, wanneer zij met vragen zitten of een klacht wensen in te dienen.
Men vindt er eveneens een link naar een klachtenformulier. De Gentse politie garandeert dat alle vragen en klachten worden behandeld en de klagers ontvangen altijd feedback.
Indien de klager aangeeft nood te hebben aan nazorg of er vanuit de politie wordt ingeschat dat dit nodig is, kan de dienst maatschappelijke zorg worden ingeschakeld. Ook doorverwijzing naar andere instanties behoort tot de mogelijkheden. di 23/04/2024 - 08:28