De bouw van nieuwe fietsbrug richting Eiland Zwijnaarde kan eindelijk hervat worden nadat de werken ongeveer een jaar stilgelegen hebben. Voor het vraagstuk rond de verlichting is echter nog steeds geen oplossing gevonden. De verlichting van de fietsbrug zou de vleermuispopulatie aan de Tijarm van de Schelde te veel verstoren. Nochtans bestaan er voorbeelden in de praktijk waar vleermuisvriendelijke verlichting geplaatst werd. In het Fort van Duffel bijvoorbeeld werd rode verlichting geplaatst waar de vleermuizen zich veel minder aan storen. Ook langs een weg door natuurgebied De Belse Bossen plaatste Fluvius om dezelfde reden straatverlichting met rood licht (zie foto als bijlage).
Meer algemeen biedt de het feit dat de stad Gent een versnelling hoger schakelt bij het verledden van de openbare straatverlichting opportuniteiten om op die manier niet alleen te besparen op energiekosten, maar ook slimmer te verlichten. Het doven van de straatverlichting tijdens de energiecrisis maakte in ieder geval duidelijk dat het gebrek aan verlichting een grote impact heeft op de veiligheid en het veiligheidsgevoel. Dat neemt niet weg dat de verledding heel wat bijkomende mogelijkheden creëert om dit op een meer flexibele manier te garanderen.
Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) formuleert een reeks aanbevelingen om het effect van openbare verlichting op de biodiversiteit te beperken:
LED-verlichting maakt deze ingrepen alvast technisch mogelijk. Het gebruik van een aangepast kleurenspectrum en meer bepaald het gebruik van rood of amberkleurig licht kan alvast een oplossing bieden voor locaties waar rekening gehouden moet worden met vleermuispopulaties, zoals aan de fietsbrug naar Eiland Zwijnaarde.
Het gaat echter niet enkel over het verstoren van fauna en flora. We moeten bijvoorbeeld ook oog hebben voor openbare verlichting die door hun positionering in woningen schijnt en zo de nachtrust van de bewoners verstoort. Ook volkssterrenwachten klagen regelmatig de lichtvervuiling aan waardoor hun waarnemingen sterk gehinderd worden.
Kortom: de verledding biedt heel wat bijkomende technische mogelijkheden om op verschillende vlakken hinder door openbare verlichting te beperken zonder daarom in te boeten op de veiligheid.
Er is intussen een oplossing voor de verlichting van de nieuwe fietsbrug Eiland Zwijnaarde, eigendom van de Vlaamse Waterweg. Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek ging intussen akkoord met de voorgestelde verlichting. Deze brug (totale lengte 88 m) wordt voorzien van doorlopende lijnverlichting in de handgreep van de borstwering met een LED strip (20 % gedimd). De modellering toont dat de borstwering een gunstig effect heeft op het verdonkeren van het wateroppervlak. De verlichtingssterkte op het wateroppervlak zal nergens de 0,4 lux overstijgen. Door deze uitvoering zijn er geen betekenisvolle effecten te verwachten op beschermde soorten. Dat is dus goed nieuws.
Om verstoring van verlichting in groen- en natuurgebieden te beperken bekijken we altijd om overbodige verlichting te verminderen. Het fietspad aan de Wallebeekmeers, nabij de Bourgoyen, werd uitgerust met verzonken reflectoren op zonne-energie. Op deze locatie werden geen standaard lichtmasten en verlichtingstoestellen toegelaten. Op het grondgebied Gent is er ook al amberkleurige verlichting opgesteld bv.: aan het Verzetspad (Tragel, fietspad richting Merelbeke), en aan het fietspad aan de Proeftuinstraat richting Hamerlandtragel. Amberkleurig of rood licht kan als faunavriendelijke maatregel dus zeker oplossingen bieden.
Verlichting met bewegingssensoren passen we voorlopig nog niet toe voor de openbare verlichting in Gent. Deze technologie blijkt toch nog niet volledig ontwikkeld te zijn en vereist aanzienlijk onderhoud, wat resulteert in hoge kosten. Daarnaast werkt de lichtcel momenteel aan een aanvulling op het lichtplan, gericht op de nieuwe mogelijkheden voor faunavriendelijke verlichting.
Momenteel werken we volop aan de verledding van de openbare verlichting. Hiervoor vervangen we de oudere armaturen door een interactief verlichtingstoestel (3de generatie LED). Momenteel moeten nog 24.000 functionele openbare verlichtingstoestellen worden omgebouwd. Hiervoor is een impulsinvestering voorzien van 5 miljoen € in 2024 en de daaropvolgende jaren ’25-’29 telkens 1,85 miljoen euro.
Verledding is veel voordeliger in verbruik en zal ook toelaten om de openbare verlichting in Gent flexibeler te organiseren. De lichtintensiteit zal kunnen afgestemd worden op het gebruik van de openbare ruimte naargelang de uren van de nacht of het gebruik van de plaats waar de lichtpunten staan. De investering in verledding verdienen we terug in maximaal 7 jaar.
Voor elke integrale heraanleg van een straat, plein of voor elk nieuw project dat wij als stad opstarten wordt er voorzien in een nieuwe lichtstudie. Deze lichtstudies houden rekening met de nieuwste verlichtingstechnieken en daar worden palen verzet, verharding opgebroken, leidingen aangepast en de verlichting geoptimaliseerd in functie van de nieuwe aanleg.
Om vaart te maken worden in dossiers waar geen heraanleg voorzien is enkel de armaturen vervangen. Je zou kunnen zeggen dat we opteren voor de 80-20 regel. Hierdoor kunnen we op korte termijn veel verledden én hebben we alle voordelen en de besparing van de verledding. Als we overal eerst studiewerk, kabel- en grondwerken moeten uitvoeren zou dit veel langer duren en veel meer investeringen vergen voor veel minder of trager resultaat.
Momenteel zijn er dossiers uitgevoerd of klaar voor uitvoering voor een bedrag van 4 milj euro. Er waren ook nog een 900.000€ subsidies van het LEKP. Hiermee kunnen 7.270 armaturen vervangen worden door een interactieve led verlichting. Dit zorgt voor een besparing van 1.618.000 kWh. Jaarlijks zorgt dit voor een besparing van 372.088,97 €/jaar op de elektriciteitsfactuur voor openbare verlichting.
Interactieve verlichtingstoestellen (3de generatie LED) zijn ledtoestellen die uitgerust zijn met een communicatiemodule. Die module is op afstand instelbaar door Fluvius en biedt daardoor de nodige flexibiliteit. Deze nieuwe verlichtingstoestellen communiceren dus één keer per dag via beveiligde servers. Dan wordt kortstondig technische informatie over de verlichting en de lichthoeveelheden en de bijhorende tijdsvensters doorgestuurd.
Dus, daar waar interactieve ledverlichtingstoestellen geplaatst zijn (3de generatie LED) kunnen lichtpunten afzonderlijk aangestuurd worden. Als wegbeheerder hebben we de verantwoordelijkheid om de straat steeds zo egaal mogelijk uit te lichten. Het aansturen van interactieve ledverlichtingstoestellen zal dus voornamelijk op niveau van straten en clusters gebeuren.
wo 10/04/2024 - 10:42Sinds september vorig is op vier locaties in onze stad bij wijze van proefproject het zogenaamde “flexparkeren” van kracht. Dezelfde parkeerplaats kan daarbij gebruikt worden door zowel fietsen als auto’s op verschillende tijdstippen die aangeduid staan op het nieuwe verkeersbord E9j.
Het proefproject loopt op vier locaties in onze stad:
Het afdwingen van dit nieuwe parkeerregime is alles behalve evident. Autobestuurders riskeren een GAS-boete van 58 euro voor foutparkeren als ze de parkeervakken gebruiken op de momenten die voorbehouden zijn voor fietsparkeren. De eigenaar van een fiets die op het verkeerde moment geparkeerd staat in het vak, kan echter niet zomaar gesanctioneerd worden, aangezien identificatie via het kenteken uiteraard niet mogelijk is bij een fiets. Het laten verwijderen van de foutgeparkeerde fiets door de Fietsambassade werd dan als alternatief aangereikt.
Het flexparkeren zou geëvalueerd worden na een proefperiode van 6 maanden die ondertussen verstreken is.
Dankuwel collega Vanden Eynden. Sta mij toe om vooraf het concept ‘flexparkeren’ nog eens kort te duiden. Flexparkeren beoogt inderdaad dat er efficiënter met de publieke ruimte wordt omgegaan. Het is ook zo dat dit concept enkel op locaties met een duidelijk aantoonbaar piekmoment en een nood aan bijkomende fietsparkeerplaatsen kan worden toegepast. Omdat het aantal parkeerplaatsen bij flexparkeren beperkt is, is het drastisch verlagen van de parkeerdruk voor een totale buurt bijna onmogelijk.
Het gebruik van de flexparkeerplaatsen geeft momenteel geen aanleiding tot een grote verwarring bij het parkeren of een toegenomen foutief parkeergedrag. Het is wel zo dat de flexparkeervakken nog niet optimaal worden gebruikt. Als stad zullen we dan ook extra op communicatie en sensibilisatie naar de betrokken scholen, kinderopvang en de moskee moeten inzetten.
Laat me nu effen concreet het vastgestelde foutparkeren bij fietsen en wagens behandelen.
De Fietsambassade ontving tot op heden geen meldingen van foutief gestalde fietsen. Dit betekent ook dat de Fietsambassade nog geen handhavingsacties diende te ondernemen. In het geval er gehandhaafd zou moeten worden, kan de Fietsambassade de fiets verplaatsen of - indien dit niet mogelijk is - meenemen naar het fietsendepot. Tussen 1 januari en 7 maart werden er 10 GAS-boetes voor foutparkeren van wagens uitgeschreven. Al bij al is het foutparkeren dus vrij beperkt. Het gaat over 1 boete op de locatie Balsamierenstraat, 1 boete op de locatie Gravin Johannastraat, 7 boetes op de locatie Theresianenstraat en 1 boete op de locatie Kazemattenstraat. Op basis van dit geringe aantal GAS-boetes is het ook niet mogelijk om aan te geven in welke mate dit aantal hoger of lager ligt dan bij de gewone parkeerplaatsen in de respectievelijke wijken.
Dit brengt me tot de conclusie van het proefproject. Gelet op het geringe foutparkeren en gelet de overwegend positieve burgervragen – 6 burgervragen, waarvan 4 positieve vragen naar informatie en bijkomende flexparkeerplaatsen – mogen we concluderen dat het concept flexparkeren door de Gentenaar goed wordt onthaald. Ik ben dan ook van mening dat de bestaande flexparkeervakken in hun huidige vorm behouden kunnen blijven en dat het concept naar andere en goed gekozen locaties zou kunnen worden uitgebreid. wo 10/04/2024 - 10:44De gebrekkige bereikbaarheid van de Pantserschipstraat blijft een aanhoudend probleem voor de bewoners en lokale bedrijven. Op 9 augustus 2023 berichtte AVS dat de bewoners van de Pantserschipstraat zich opgesloten voelen. Even leek er een oplossing in zicht, maar op 23 augustus 2023 kopte AVS "Bewoners Pantserschipstraat opnieuw gegijzeld in eigen straat."
Door een nieuwe fase van de werken in de omgeving moeten bewoners die richting Gent willen naar Langerbrugge en de R4: een omleiding van 16 kilometer. De berichtgeving van AVS van 22 maart 2024 hoeft dan ook niet te verbazen: "Afsluiten Pantserschipsstraat zet kwaad bloed bij bewoners." Tijdens het vragenuurtje van 25 maart 2024 meldde de schepen dat er werd geconcludeerd dat het niet mogelijk is om in deze fase van de werken dubbelrichtingsverkeer via de Wondelgemkaai toe te laten.
Graag had ik van de schepen een antwoord gekregen op volgende vragen:
Eerst en vooral wil ik toch even aangeven dat we daar zelf een stukje leidend voorwerp zijn als stad. De ingrepen zijn nodig naar aanleiding van twee Vlaamse werven. Meulestedebrug is een werf van het Agentschap De Vlaamse Waterweg, en de Werken aan de Kluizensesteenweg zijn in het beheer van De Vlaamse Landmaatschappij. Het zijn dus geen werken van de stad Gent. Het is bovendien voornamelijk wegeninfrastructuur in beheer van de Vlaamse Overheid.
Belangrijk is om aan te geven dat er eigenlijk niets is veranderd aan de officiële omleiding. De officiële omleiding blijft immers zoals ze eerder was, nl via het Ovaal van Wippelgem. Alleen blijkt een veel gebruikte doorsteek, nl de Kluizensesteenweg, nu ingenomen door de werken van de VLM, en daardoor is er wel wat commotie.
Bij de opmaak van de signalisatieplannen en bijhorende lichtenregeling van het kruispunt Zeeschipstraat x Wondelgemkaai is gebleken dat de huidige en tijdelijke inrichting van het kruispunt een zeer complexe lichtenregeling vereist om veilige bewegingen op het kruispunt mogelijk te maken. Zo zouden er 6 fases nodig zijn om alle takken van het kruispunt beschikbaar te houden. Dit zou verregaande files langs beide kanten van het kruispunt genereren. Maar echt wel met zeer zware impact. Dit is natuurlijk niet wenselijk en daarom is ervoor gekozen om het kruispunt te vereenvoudingen en er een rijrichting uit te halen. Op die manier blijft het aantal fases in de lichtenregeling beperkt en is een behoorlijke afwikkeling van dit kruispunt mogelijk.
Verder was het de expliciete vraag van De Lijn om deze as voornamelijk voor hen beschikbaar te houden zodat zij een vlottere doorstroming vanuit het noorden kennen. Hier niet op ingaan zou kunnen betekenen dat De Lijn zich in de toekomst genoodzaakt voelt om de bediening naar het noorden van Gent en de buurgemeentes terug af te schaffen waardoor een grote groep reizigers in de kou zou blijven staan.
Na het zomerbouwverlof zullen de werken zich terug verplaatsen en gaat vermoedelijk eenzelfde inrichting zoals deze tijdens de vorige fase terug voorzien worden in de Pantserschipstraat.
Het lichtengeregeld kruispunt komt dan terug in de Pantserschipstraat te liggen en zal eenzelfde 'filter' ter hoogte van het kruispunt Pantserschipstraat x Wondelgemkaai voorzien worden. Enkel bussen en prioritaire voertuigen zullen uit de Pantserschipstraat naar de Zeeschipstraat kunnen rijden. Moest er door een snellere voortgang van de werken toch meer ruimte vrijkomen, zullen we het wel mogelijk maken, of toch vragen om dit mogelijk te maken, voor bewoners om ook via de zuidelijke zijde van de Pantserschipstraat dus via de Zeeschipstraat te ontsluiten. wo 10/04/2024 - 10:45In verschillende deelgemeenten en wijken worden er sinds 2018 geleidelijk aan zone 30's uitgerold.
Recent werd een deel van de Westergemstraat heraangelegd. Waar men vroeger langs beide kanten van de straat kon parkeren, werd er nu gekozen voor afwisselend parkeren langs één zijde van de straat. De asverschuiving zou daarbij een snelheidsremmend effect moeten creëren.
Met geparkeerde wagens aan één kant van de rijbaan is de straat nu wel breed genoeg om tegenliggende wagens elkaar te laten kruisen zonder dat een snelheidsmatiging nodig is. Op momenten met weinig verkeer nodigt dit mogelijks uit tot hogere snelheden.
Graag had ik van de schepen een antwoord gekregen op volgende vragen:
Sta mij toe om voorafgaand aan mijn antwoord toch effen kort op je vraagstelling in te gaan. In je vraag lijk je te suggereren, dat er een één-op-één-relatie is tussen enerzijds snelheidsregime en anderzijds weginrichting. Dat is natuurlijk niet zo. Zo kan je op de snelweg met een sportbolide schaamteloos 200 km/h rijden, maar de wettelijke snelheidslimiet is op de meeste snelwegen in België nog altijd maar 120 km/h. Zo’n snelheidsbeperking is er voor de verkeersveiligheid. Het ‘afdwingen van de snelheid’ – zoals vermeld in de vraagstelling– is vooral een gevolg van een hoffelijke naleving door weggebruikers en een gedegen handhaving. Infrastructurele ingrepen dwingen geen snelheid af. Een volledig overzicht van straten in Gent, die als gevolg van een gewijzigd snelheidsregime werden aangepast, is – zoals je uit mijn uitleg hebt begrepen–niet te geven. Het is immers geen beleidsdoel om elke straat met een gewijzigd snelheidsregime een nieuwe weginrichting te bezorgen. Gewoon ter illustratie: toen het Vlaamse Gewest in 2016 de snelheid op de Gewestwegen van 90 km/h naar 70 km/h herleidde, werden ook niet alle Gewestwegen opnieuw ingericht of aangelegd.
Het is natuurlijk wel zo, dat het vastleggen van robuuste contouren van een weginrichting bij een snelheidsplan een belangrijke uitdaging is. Dit betekent dat het geldende snelheidsregime altijd een belangrijke insteek is bij een integrale heraanleg of bij het formuleren van tijdelijke maatregelen. Bij de analyse van straten worden dan telkens de verschillende inrichtingsopties afgewogen. Het kan gaan over punctuele ingrepen, een integrale aanpak van de straat of een beperkt aantal circulatiemaatregelen.
Recente realisaties (2023) in Gent met punctuele snelheidsremming zijn Buitensingel, Jan Delvinlaan, Schuurstraat, kruispunt Gentstraat /Eikstraat, Noorderlaan, Paradijskouter en Pacificatielaan. Voorbeelden van realisaties waarbij de hele straat werd aangepakt, zijn Voordries (zone 30), Land Van Rodelaan (zone 50) en Westergemstraat (zone 30).
Situering
In het begin van de legislatuur vroeg ik om werk te maken van het screenen en ‘ontpalen’ van de hoofdfietsroutes in Gent. Op mijn vraag werd deze problematiek ook expliciet opgenomen in de beleidsnota : “We herbekijken paaltjes en andere hindernissen op de hoofdfietsroutes om eenzijdige ongevallen te voorkomen. Waar paaltjes nodig zijn, zetten we ze zoveel mogelijk tussen het gemotoriseerd verkeer en de fietser, in plaats van tussen de fietsers. We kiezen ook voor vergevingsgezinde paaltjes.”
Daar werd werk van gemaakt. De bekendste voorbeelden zijn ongetwijfeld het Westerringspoor (deel van F400) en de Vlaanderenstraat.
De indruk bestaat dat het wat stilgevallen is op het vlak van ontpalen, of wegwerken obstakels langs hoofdfietsroutes.
Vraag
Bedankt voor uw vraag. We startten hiermee in de vorige legislatuur en vonden dit zo belangrijk dat we hiervoor een beleidslijn hebben opgestart. Dit stond reeds in de eerste versie van onze beleidsnota. We vinden het belangrijk dat er niet alleen wordt gescreend en dikke rapporten worden opgemaakt maar dat er ook effectief palen worden verwijderd, verplaatst of vervangen door vergevingsgezinde palen.
Intussen werden heel wat fietsroutes gescreend:
De maatregelen op het Westerringspoor zijn uitgevoerd, de andere worden in de loop van 2024 uitgevoerd (dit is ingepland vanaf half augustus).
De Voskenslaan wordt meegenomen in de momenteel lopende screening. Er staan hier inderdaad hinderlijke palen die we zullen verwijderen. Deze palen en allerlei attributen staan er al sinds de heraanleg, dit is al lang geleden.
Dit werk was niet voorzien om te eindigen in ’22, dat is een misvatting. Mogelijks gaat het over een bepaalde screening met einddatum ’22. We blijven aandacht besteden aan de ‘ontpaling’, ook na de screenings. Bij nieuwe plannen worden palen vermeden waar het kan. Indien een paal nog nodig blijkt, wordt een vergevingsgezinde paal gebruikt op de juiste locatie. Toeleidende markering maakt ze zichtbaarder. Daarnaast blijven we ook bij klachten van burgers op specifieke locaties ontpalen.
Wat betreft de bijkomende vraag van mevrouw Van Bossuyt kan ik meegeven dat we gestart zijn met de heraanleg van de Petercelle-as. De paaltjes worden bij de nutswerken verwijderd. wo 10/04/2024 - 10:47Situering
In de 19e eeuwse Dampoortwijk, m.b. het deel tussen de Antwerpsesteenweg en de sporenbundel en de Louis Clocquetstraat, werden heel wat straten heraangelegd en heringericht (Spitaalpoortstraat en Serafijnstraat, en binnenkort ook de Spijkstraat). De straten worden leefbaarder en ook veiliger. Het is evenwel een zeer dichtbevolkte wijk. Gezinnen hebben in vele gevallen nog een gezinswagen, daar is niets mis mee. Door de heraanleg zijn wel minstens 25% van de parkeerplaatsen verdwenen. Dit zorgt natuurlijk voor een nog veel grotere parkeerdruk dan er al was, en moeten mensen die van hun werk komen s avonds soms 20’ rondrijden om die ene gezinswagen alsnog ‘kwijt’ te geraken. In de beleidsnota Mobiliteit wordt hierover gesteld : “Voor het parkeren van auto’s in deze omgeving kijken we vooral naar het gedeeld gebruik van bestaande parkeerinfrastructuur via de parkeermakelaar. Bij herinrichtingsprojecten wordt ook de parkeermakelaar ingezet om het bestaande parkeerareaal beter in beeld te brengen en actief te promoten. Via een website wordt het aanbod en de vraag naar parkeerplaatsen bij elkaar gebracht.”
We evolueren als stad gestaag naar minder autobezit. Dat is goed, daartegenover staat immers dat we naar meer gedeeld autogebruik gaan. Maar de situatie is nu, en minstens nog de komende 2 decennia, in dat soort wijken van die aard dat de parkeervraag de capaciteit ruimschoots overstijgt.
Vragen
Parkeren
Fietsstraat Spijkstraat
Communicatie naar de buurt
Sta mij toe om eerst de historiek van dit dossier in herinnering te brengen. Voor een goede fietsontsluiting in de richting van de Hogeweg en de Sint-Bernadettestraat werd initieel een strook langs het spoor naar voor geschoven. Deze strook – ook bekend als de Groene Banaan – bood de garantie op een veilige en ook vrijliggende infrastructuur. Omdat de Groene Banaan ook een belangrijke groenstructuur vormt, werd binnen de schoot van het college op een evenwaardig alternatief doorheen de wijk aangedrongen. Zo’n alternatief betekent ook dat sommige straten, zoals de Spijkstraat, moeten worden heringericht. Laat me duidelijk zijn: bij de heraanleg van elke straat wordt er altijd met verschillende factoren rekening gehouden. De verkeersveiligheid voor actieve weggebruikers, zoals fietsers, is hier een zeer belangrijke factor en staat voorop. Zeker omdat de infrastructuur in de Groene Banaan niet kon doorgaan. Ook de evaluatie van de parkeerproblematiek is zo’n factor, dat in rekening wordt gebracht.
In het geval van de Spijkstraat werd er dus een afweging gemaakt tussen enerzijds het relatieve ongemak van een eindje verder parkeren en anderzijds de verkeersonveilige situatie met openzwaaiende deuren of met parkeerzoekend autoverkeer in een smalle straat.
Bij het ontwerpen van de straat werd het parkeren in de Spijkstraat door het Mobiliteitsbedrijf wel degelijk bekeken. In het najaar van 2022 ontwierp het Mobiliteitsbedrijf op basis hiervan de Spijkstraat als fietsstraat. Dit ontwerp werd op 30 maart 2023 door het college van Burgemeester en Schepenen goedgekeurd. Met het oog op het verkrijgen van subsidies via het Kopenhagenplan werd het ontwerp van de fietsstraat ook voorgelegd aan de projectstuurgroep. De projectstuurgroep, met daarbij ook vertegenwoordigers van het Vlaamse MOW en ook de provincie Oost-Vlaanderen, gaf op 19 april 2023 haar goedkeuring aan dit plan. Ook voor deze projectstuurgroep primeerde de verkeersveiligheid, waarbij een aangepaste parkeerinfrastructuur noodzakelijk was.
In het Vlaamse fietsvademecum, u hebt er ook naar verwezen, raadt de Vlaamse Overheid aan om een schuwafstand van minstens 0,75 meter ten opzichte van geparkeerde wagens te respecteren. Daarnaast is een rijloper van vier meter wenselijk. Door het aantal autoparkeerplaatsen met 14 ter verminderen, kunnen de nodige schuwafstanden voor fietsers worden gerespecteerd. Als het autoparkeren langs beide zijden wordt behouden, dan was er naast de 4,30 meter van de parkeervakken – 2 x 2,15 meter voor de door het Mobiliteitsberdijf gehanteerde standaardbreedte – nog plaats voor een rode loper van 3,60 meter en een schuwafstand van 0,40 meter. Daarom werd er besloten om over te gaan tot éénzijdig parkeren op deze strook.
De herinrichting van de Spijkstraat werd niet enkel op 20 oktober 2023 gecommuniceerd. Al op 20 september 2021 – ruim voor de beslissing van het college van burgmeester en schepenen was er een inloopmoment voor de buurt. Op dit moment werd de zogenaamde Groene Banaan en de parallelle as Spijkstraat – Halvemaanstraat - Visitatiestraat aan de buurt voorgesteld. Hierbij werd ook een ontwerp van de Spijkstraat als fietsstraat en de al bestaande fietsstraat in de Halvemaanstraat – Visitatiestraat voorgesteld. Eén van de maatregelen die toen al in het ontwerp was opgenomen, was het verhogen van de verkeersveiligheid voor de fietsers én het verminderen van een aantal parkeerplaatsen in de Spijkstraat.Conform collegebesluit 2024_CBS_01613 op het college van 24 februari werd de gemeentelijke lijst van leegstaande en/of verwaarloosde bedrijfsruimtes geactualiseerd. 10,2% van onze handelspanden werden als leegstaand gerapporteerd. (557 van de 5463) Naast het fiscaal gebruik van deze gegevens, is het ook een belangrijk instrument in het economisch beleid van de stad.
De stad is weliswaar geen makelaarskantoor, maar onderneemt toch een aantal acties om de leegstand zoveel mogelijk te beperken, zoals het proberen matchen van aanbod en vraag. De ruimte in de stad is immers schaars, het is dus cruciaal om die zo goed mogelijk te gebruiken. Gegeven de actualisatie van de cijfers, hadden wij bij deze cijfers en het beleid, de volgende vragen:
1) Hoe kijkt het college naar de recente update en evolutie van het aantal leegstaande handelspanden in Gent?
2) Hoe evalueert men het beleid om leegstand te voorkomen en/of op te lossen? Hoeveel succesvolle matchings werden uitgevoerd door het college? Welke successen kon men hierop boeken?
3) Een van de doelstellingen is om ook plaats te voorzien voor maakbedrijven te voorzien in de bouwblokvisie. Wordt hierbij gekeken of dit mogelijk is in panden die structureel leegstaan?
4) Hoe kijkt men naar de toekomstige invulling van bedrijfsruimtes, zoals bv. in het RUP Afrikalaan of aan de arsenaalsite? Welke stappen zal men ondernemen om leegstand zoveel mogelijk te voorkomen?
De leegstand van de Gentse handelspanden in 2023 is verder gedaald tot 10,2% (2022 = 11,7%). Hiermee zitten we perfect op het Vlaamse gemiddelde en scoren we een stuk beter dan de rest van de centumsteden. We merken net als in Vlaanderen een daling van de winkelvloeroppervlakte en aantal winkelpanden.
Grafiek : Evolutie aantal en winkelvloeroppervlakte leegstaande handelspanden in Gent (2013-2023)
Bron : Locatus | provincies.incijfers.be
Tabel en grafiek : Evolutie leegstaande handelspanden per type leegstand in Gent (2013-2023)
Bron : Locatus | provincies.incijfers.be
Vraag 2:
Het actieplan leegstand omvat verschillende aspecten die we hier graag in meer detail toelichten.
Tussen 2021 en 2023 kreeg de Dienst Economie 1.334 ruimtevragen van ondernemers (of pre-starters). Dit zijn de vragen die ons bereiken via het OOG of op bepaalde events waarop medewerkers van de Dienst aanwezig zijn.
Daarnaast weten we ook dat de Stad Gent voor vele ondernemers niet de eerste partner is die wordt bevraagd in de zoektocht naar ruimte. De vastgoedsector en makelaars blijven onze primaire partners in het matchen van economische vraag en aanbod. Onderstaand overzicht heeft wel een duidelijk beeld over de omvang en diversiteit van deze ruimtevragen. We tellen in totaal 1.334 ruimtevragen voor een oppervlakte van 945.450m².
Aantal ruimtevragen per sector – bron: Stad Gent
| 2021 | 2022 | 2023 | totaal |
Detailhandel | 150 | 223 | 275 | 648 |
Atelier/bedrijfsruimte | 85 | 166 | 119 | 370 |
Horeca | 61 | 73 | 60 | 194 |
Kantoor | 18 | 44 | 44 | 106 |
Landbouwgrond; Serre | 0 | 1 | 8 | 9 |
Projectgrond | 0 | 0 | 4 | 4 |
Industriegrond | 1 | 2 | 0 | 3 |
Oppervlakte ruimtevragen per sector – Bron: Stad Gent
| 2021 | 2022 | 2023 | totaal |
Detailhandel | 19.028 | 43.803 | 38.312 | 101.142 |
Atelier/bedrijfsruimte | 138.590 | 217.848 | 234.569 | 591.007 |
Horeca | 6.330 | 9.703 | 13.828 | 29.860 |
Kantoor | 12.590 | 49.663 | 15.689 | 77.941 |
Landbouwgrond; Serre |
| 22.500 | 101.150 | 123.650 |
Projectgrond |
|
| 12.000 | 12.000 |
Industriegrond | 5.000 | 4.850 |
| 9.850 |
Elk van deze 1334 ondernemers/pre-starters kreeg van de Dienst Economie van de Stad Gent een overzicht van de mogelijkheden die de markt te bieden heeft. Via onze infosteward wordt het economisch aanbod in kaart gebracht door de live-screening van makelaarswebsites aangevuld met de terrein-vaststelling van leegstand. Zo komen we tot een aanbod van 471 (07/12/2023) unieke beschikbare handelspanden, horecazaken, ateliers/magazijnen, kantoren, landbouwgronden, … . Daarnaast spelen we ook een actieve rol in de creatie, uitgifte en beheer van economische ruimte. Enkele voorbeelden zijn o.a. de uitgifte van het bedrijventerrrein Wiedauwkaai, de Pop-up panden van The Box, … . Deze info is noodzakelijk om een antwoord te bieden op de uiteindelijke ruimtevraag.
Doelstelling van dit matchmakingproces voor de Stad is ondernemers op weg te helpen in de zoektocht naar een geschikte locatie. We verkleinen de connectie tussen de vastgoedsector, eigenaars van panden en de ondernemers maar het zijn uiteindelijk zij die de definitieve huur/verkoop van het pand moeten regelen. Er volgt hierna geen automatische terugkoppeling naar de Stad. Ook uit de lage responsgraad uit bevragingen kunnen we niet met zekerheid zeggen hoeveel van deze 1334 ondernemers uiteindelijk door toedoen van de Stad Gent zijn geholpen. Wel krijgen we regelmatig zeer positieve feedback en we delen geslaagde cases regelmatig via onze social media.
Op 7 juli 2023 organiseerden we een eerste vastgoedtafel waarin we samen met makelaars en retailprofessionals in dialoog gaan naar oorzaken van leegstand en hoe deze aangepakt kunnen worden. De 2de vastgoedtafel wordt voor de zomer ingepland en zal ook al klankbord dienen voor thema’s als: visie op steenwegen, ontwikkeling site Zuid, ....
Verder geven we ook mee dat we streven naar kwaliteit boven kwantiteit wat de invulling van leegstaande panden betreft. De laatste jaren is er steeds minder nood aan winkelvloeroppervlakte. Bij het herzien van de visienota Detailhandel en Horeca in 2023 hebben we het volledige kernwinkelgebied van het centrum, de kernwinkelgebieden buiten het centrum en de kernwinkelgebieden van de deelgemeentes straat per straat geëvalueerd om na te gaan welke straten in de toekomst het potentieel van winkelstraat behouden. Op basis daarvan werden een aantal straten geschrapt uit het kernwinkelgebied. Bij panden die buiten het kernwinkelgebied vallen mag een functiewijziging van winkel/horeca naar wonen gebeuren. Op die manier maken we het kernwinkelgebied compacter, bestrijden we de leegstand en bereiken we meer kwaliteit.
Sinds 2020 heeft de Stad Gent een verweefcoach in dienst met als doelstellingen het verlagen van drempels rond verweving, het uitwerken van een verwevingsstrategie ism met stakeholders én het begeleiden van ondernemers op en naar verweefbare locaties. Zo begeleidde en adviseerde de verweefcoach in 2023 op 73 ruimtelijke projecten. Hiervoor gaan we in dialoog met zowel de ontwikkelaars, eigenaars als potentiële gebruikers om meer verweefbare economische functies weer een plek te geven in het centrum van onze stad.
Onze wijkwerker economie is actief in de stadsvernieuwingsprojecten van de Brugse Poort en Nieuw Gent.
Daar werden o.a. 4 dossiers rond de subidie verfraaiing begeleidt, 3 x werd advies gegeven ifv het starterscontract.
De infosteward van de Dienst Economie gaat op zeer regelmatige basis op het hele Gentse grondgebied actief op zoek naar leegstaande handelspanden. De eigenaars van panden die hun pand actief op de markt aanbieden, worden door de Dienst Economie gecontacteerd en krijgen de nodige info over hoe de Stad Gent hen hierin kan ondersteunen.
Daarnaast wordt de lijst van structureel leegstaande panden door controleurs van Dienst Toezicht bezocht en indien ze voldoen aan de definitie van structureel leegstaande panden, worden deze opgenomen in het leegstandsregister. Al deze eigenaars krijgen een brief met hierin alle ondersteuningsmogelijkheden die de Stad Gent hen te bieden heeft. We gaan met hen in gesprek zoeken naar de juiste oplossing op maat van de straat/wijk.
Het subsidiereglement ‘Verfraaiing en renovatie van handelspanden’ is niet alleen een tool om bestaande handelspanden te renoveren of te verfraaien maar de subsidie kan ook een steunmaatregel zijn om leegstaande handelspanden terug op de markt te brengen.
Bij leegstand worden de courant geldende subsidiepercentages verhoogt met 10 %.
Dit kan een bijkomende incentive zijn om een handelspand te reactiveren.
Jaarlijks worden 50 dossiers goedgekeurd met een totaal bedrag van 250.000euro.
Het retail- en horecalandschap is in de laatste jaren nog meer onderhevig aan verschillende factoren op socio-demografisch, maatschappelijk en technologisch vlak zoals de toename van de digitalisering en e-commerce, wijzigende koopkracht, toename van de commerciële leegstand,… Dit zijn geen typische Gentse factoren maar hebben desondanks een reële impact op het aanbod in onze stad.
Stad Gent heeft de ambitie om Gentenaars en de bezoekers een zo hoog mogelijke verzorgingskwaliteit te bieden door een mix van authentieke zaken, ketens, handel & horeca, … Kwaliteit staat hierbij boven kwantiteit. Het nastreven van de maximale marktruimte is niet onze ambitie, wel het kwalitatief versterken van het winkel- en horeca aanbod op vlak van diversiteit en verwevenheid.
Daarom laten we de commerciële functie in buurtwinkelgebieden ook los wanneer dat aangewezen is.
Om leegstaande handelspanden tegen te gaan en een wijk op te waarderen stimuleren we het gebruik van pop-up locaties. We informeren ondernemers over de mogelijkheden van een pop-up, creëren een duidelijke stedenbouwkundig kader en tonen ook zelf het voorbeeld. Zo werken we in de Dampoortstraat en Nederkouter als Stad Gent samen met Stebo cvba om 2 pop-up panden (The Box) uit te baten. Zo stimuleren we ondernemers om eens een handelspand uit te baten en nadien eventueel zelf een pand te zoeken, anderzijds krijgt ook de winkelstraat veel elan door nieuwe klanten/passage. In Gent zien we effectief een doorstroom van ‘box-gebruikers’ naar handelspanden in de buurt.
We heffen op vandaag al een lokale belasting op structureel leegstaande panden (< 500 m²) en heffen opcentiemen op de heffing leegstaande bedrijfsruimtes (>500 m²) van Vlaanderen. Door een actieve communicatie met de eigenaars en een oplopende belastingsvoet, krijgen we eigenaars aangezet tot activatie van hun pand. We moeten de komende jaren nog verder werken aan de optimalisatie van deze lokale belasting.
VRAAG 3:
Het beleidskader “bouwblokvisie” heeft tot doel om de activatie van binnengebieden te faciliteren en te sturen waarbij er grote aandacht moet gaan naar ontpitten en verweven. Hierdoor ontstaan meer kansen om in deze binnengebieden voorzieningen (o.a. maakeconomie) te stimuleren. Binnen de bouwblokvisie wordt ook steeds gekeken naar de mogelijkheid om bestaande (structureel gezonde), leegstaande gebouwen te hergebruiken. We gaan actief met de eigenaar in gesprek over de activatie van de leegstand.
Als het gaat over de activatie van leegstaande handelspanden, houden we vooral rekening met de visienota handel en horeca. Terwijl we handelsactiviteiten maximaal willen behouden in de kernwinkelgebieden, willen we in schakelstraten en kernwinkelgebieden vooral uitgaan van de principes van levendige plint.
VRAAG 4:
Er zijn een aantal stappen die ervoor moeten zorgen dat toekomstige bedrijfsruimte duurzaam wordt ontwikkeld. De Stad Gent speelt op een aantal van deze aspecten een cruciale rol.
Het is ontzettend belangrijk om een gezond evenwicht te creëren tussen vraag en aanbod. Niet alleen op korte termijn maar ook op langere termijn. Daarom monitort de Stad Gent op regelmatige basis die toekomstige ruimtevraag en ruimte-aanbod. In 2021 voerde Idea Consult in opdracht van de Stad Gent een opdracht uit om de ruimtebalans voor 2030 voor 6 economische sectoren te onderzoeken. Hierbij de resultaten:
Op basis van deze bevindingen kunnen we keuzes maken over welke soort economische ruimte we tekorten en overschot zullen hebben in 2030. Op basis van deze inzichten kunnen we als beleid een duidelijke keuze maken.
Bij de opmaak van een RUP is ontzettend belangrijk om de dialoog met de grondeigenaars aan te gaan. Via verschillende data, praktijkvoorbeelden, inspiratietours, workshops, … gaan we samen met de eigenaars aan de slag om een werkbaar masterplan op te maken die plek biedt aan ondernemingen. Het is hierbij belangrijk om naar de uitdagingen van de vastgoedsector te luisteren maar eveneens om de maatschappelijke noden zeer goed en zeer helder kenbaar te maken.
De Vlaamse Economie (en dus ook de lokale) is ontzettend snel aan het veranderen. De 4de en 5de industriële revolutie zorgen ervoor dat de ruimtenoden van vandaag misschien niet meer dezelfde zijn als deze binnen 10 jaar. Daarom is het ontzettend belangrijk om bij de opmaak van het RUP ervoor te zorgen dat er voldoende flexibiliteit wordt voorzien om aan de tand des tijds te weerstaan.
Voor de Arsenaalsite is het RUP Spoorwegsites Moscou-Vogelhoek pas opgestart. Het college van burgemeester en schepenen keurde de startnota en de procesnota goed op 21 maart 2024. Van 22 april tot en met 21 juni loopt er een raadplegingsperiode. In het kader van de opmaak van het masterplan, is de Stad in gesprek met de eigenaar van de Arsenaalsite waarbij voor wat de economische invulling betreft, inzicht geven wordt in het type van ruimtevragen die we momenteel capteren.
De 2 sites die worden opgenoemd (RUP Afrikalaan en Arsenaalsite) zullen plek bieden voor verweefbare economie. Door de nabijheid van woongelegenheid zullen deze activiteit meer rekening moeten houden met hun omgeving. Daarom is het ontzettend belangrijk om de plekken waar hinderlijke activiteiten wel kunnen (vb. bedrijventerreinen) maximaal worden voorbehouden voor deze activiteiten. Ook merken we dat er op vandaag op onze bedrijventerreinen heel wat ‘niet-hinderlijke’ bedrijven zitten. Op termijn moeten we deze ruimte maximaal vrijwaren en een actief locatiebeleid voeren. Op die manier zorgen we ervoor dat het juiste bedrijf op de juiste locatie terecht komt.
We hebben op vandaag al een constructieve en professionele relatie opgebouwd met de grondeigenaars. Deze band zullen we ook na de realisatie van het RUP en ontwikkelingsproces niet loslaten. We willen hen maximaal ondersteunen door in te zetten op matchmaking tussen vraag en aanbod.
De Stad moedigt eigenaars aan om een tijdelijke invulling te voorzien. Zo wordt de tijdelijke afsluiting voorkomen en wordt tegemoetgekomen aan ruimtenoden.
Wat de Arsenaalsite betreft: vandalisme, inbraken, diefstal, verloedering en helaas ook enkele branden troffen deze site. Dit resulteerde in een zeer onveilige situatie op de site. In het kader van de algemene veiligheid legde de burgemeester een betredingsverbod op.
De huidige eigenaar nam de nodige tijd om een plan voor tijdelijke invulling op te maken alsook op zoek te gaan naar de nodige middelen om de site veilig en betreedbaar te maken.
Gezien de grootte van de site werd momenteel beslist om een deel, ongeveer de helft, van de site open te stellen en toegankelijk te maken. Deze tijdelijke invulling wordt gecoördineerd door de eigenaar en dient te passen binnen de bestemming van het gebied. In de tijdelijke invulling zijn ook economische functies opgenomen, het geeft een inkijk van wat er in de toekomst kan op de site.
do 11/04/2024 - 08:29Zoals u weet liggen fietsveiligere tramsporen mij nauw aan het hart. Ik stelde u al vaker in deze commissie vragen hierrond, de recentste keer in december van vorig jaar. U liet toen weten dat De Lijn in het voorjaar van 2024 verdere tests zou uitvoeren met de halfopvulling. Op dinsdag 2 april konden we via een persbericht vernemen dat deze tests uitgevoerd worden aan de haltes Duivelsteen en Cataloniëstraat.
Graag had ik hierover volgende vragen gesteld:
Momenteel loopt inderdaad een test van de halfvulling in onze straten, met dagelijks gebruik van fietsers, voertuigen en trams op het openbaar domein.
Stad Gent en De Lijn zochten samen naar een geschikte locatie om de halfvulling aan te brengen.
Enerzijds moet de locatie nuttig zijn vanuit fietsoogpunt. Het moet op een plek liggen waar dus voldoende, liefst veel fietsers passeren in gemengd verkeer én waar zich een versmalling voordoet, waardoor fietsers de tramsporen vaak kruisen. Anderzijds moet de locatie ook gunstig zijn vanuit technisch oogpunt. Zo kan er geen halfvulling aangebracht worden in een spoorwisselzone, waar de rijweg onvoldoende vlak is of waar de spoorslijtage reeds te ver gevorderd is.
Bijkomend is er ook gezocht naar locaties waar het mogelijk is om camerabeelden te maken. Zo kan de Lijn het gebruik observeren. Het budget dat De Lijn vrij maakte om dit project te realiseren, laat toe om aan ongeveer 3 locaties enkele meters halfvulling te voorzien.
De combinatie van deze randvoorwaarden leidde tot de keuze voor deze twee haltes. Aan het Gerard de Duivelsteen werd de halfvulling in beide richtingen aangebracht. In de Cataloniëstraat werd de halfvulling enkel richting Korenmarkt aangebracht.
Na analyse van de beelden wordt verwacht dat de evaluatie kort voor de zomer afgewerkt zal zijn.
Voor de opruwing van de wisseldeksels vroeg De Lijn offertes op. Momenteel wachten zij nog op de verschillende inschrijvingen van mogelijke uitvoerders. Dus ik denk dat het goed is dat deze test gebeuren en men ook bezig is met de wisseldeksels. Ik heb het zelf getest op de stelplaats. Het voelt wat vreemd aan maar is wel veel veiliger. Dus ik hoop dat ook de praktijktest gunstig is. wo 10/04/2024 - 11:09Bewoners van de Begijnhofdries contacteerden me over geplande wijzigingen aan hun straat. Het stuk van hun straat aan de kerk zou permanent worden toegekend aan de school in plaats van de huidige regeling die ontstaan in tijdens covid waarbij de school overdag de straat mocht gebruiken maar deze ’s avonds weer beschikbaar wordt gemaakt voor de buurt. De bewoners zijn verrast over de maatregel want er is niet over gecommuniceerd.
Graag had ik hierover volgende vragen gesteld:
Op basis van uw vraagstelling vermoed ik, dat u niet volledig juist bent ingelicht. Door het vervangen van de losse hekkens door vaste draaibomen, ontstaat er bij sommigen wellicht de indruk dat het hier over een permanente inname van de publiek ruimte betreft. Dat is niet zo. Zoals ook nu voor de losse hekkens het geval is, zullen ook de nieuwe draaibomen enkel tijdens de schooluren worden gesloten. Voor en na de schooluren, tijdens de weekends en tijdens de schoolvakanties kunnen bewoners dus nog steeds in de Begijnhofdries parkeren. In functie van het plaatsen van de draaibomen zullen er in de Begijnhofdries ook groenvakken worden aangelegd. Hierdoor zullen er 2 langsparkeerplaatsen verdwijnen. Deze twee parkeerplaatsen worden ook niet gecompenseerd. De werken voor deze groenvakken en draaibomen zijn voor de maand mei gepland en zullen ongeveer twee weken voor de aanvang van de werken aan de buurt worden gecommuniceerd. Eigenlijk wijzigt er weinig aan de huidige situatie behalve de groenvakken.
wo 10/04/2024 - 11:12Op de commissie van februari hadden we het al over de verkeersproblematiek rond de Planet Group Arena. In de krant konden we in maart lezen dat de gemeente Merelbeke extra maatregelen neemt om foutparkeerders in de buurt van het stadion zwaarder te beboeten en extra parkeerverboden in te stellen.
Graag had ik hierover volgende vragen gesteld:
Hoewel Stad Gent en gemeente Merelbeke op regelmatige basis over de parkeerproblematiek rondom het voetbalstadion samenzitten, moest ikzelf - net als u - de bijkomende verkeersmaatregelen in Merelbeke via de sociale media en de pers vernemen. Voor alle duidelijkheid het gaat over 2 maatregelen, die recent in maart 2023 in Merelbeke werden goedgekeurd:
Het bestaande parkeerbeleid (blauwe zone) in de Liedermeerswijk blijft dus ongewijzigd. Daar verandert er niks. De parkeerduur in deze blauwe zone blijft beperkt tot 1 uur op wedstrijddagen van KAA Gent of evenementen in het stadion.
In welke mate dit bijkomende en tijdelijke parkeerverbod over een afstand van amper 250 meter een impact op het parkeergedrag zal hebben, is op dit ogenblik nog niet objectief vast te stellen. Zo is het voor mij ook nog niet duidelijk in welke mate de gemeente Merelbeke zelf flankerende maatregelen op haar grondgebied zal nemen. Gezien de genomen beslissingen nog geen maand oud zijn, lijkt het me in elk geval te vroeg om nu maatregelen uit te werken.
In de Pijkestraat, Achtenkouterstraat, Oudebareelstraat en Goedlevenstraat verschenen ineens rijen E1-borden in het straatbeeld. Hiermee wordt langs grote delen van deze straten een parkeerverbod ingevoerd.
Sinds de invoering van het nieuwe vervoersplan van De Lijn liggen deze straten op de route van de nieuwe buslijnen 12a en 12b. De parkeerverboden moeten ervoor zorgen dat de bussen elkaar gemakkelijker kunnen kruisen.
De nieuwe maatregel wordt mee gemotiveerd door de lage parkeerdruk in deze straten. Desondanks heeft dit een grote impact op de parkeermogelijkheden voor buurtbewoners, niet in het minst voor bewoners die moeilijker te been zijn en noodgedwongen veel verder moeten parkeren van de eigen woning.
Bovendien viel de bewonersbrief die de maatregel aankondigt bij veel bewoners pas in de bus nadat de verkeersborden al geplaatst waren, wat tot extra ongenoegen leidt.
Misschien eerst even duidelijk stellen: als we willen dat er goede en gebiedsdekkende bediening van het openbaar vervoer is, zal dat openbaar vervoer ergens moeten rijden. En zoals altijd: mensen willen graag openbaar vervoer in de buurt, maar niet in de straat en liefst geen halte voor de deur. Maar die bus of die tram moet wel ergens rijden, dus moet hiervoor plaats gemaakt worden.
De nieuwe parkeerregeling zijn in de eerste plaats maatregelen om de veiligheid te garanderen: als er niet voldoende plaats is voor twee grote voertuigen om elkaar te kruisen, dan is er een te groot risico op aanrijdingen. Uiteraard zorgt dat ook voor betere doorstroming van de bus doorheen deze straten. Doordat de exacte datum van invoering van het nieuwe net lang onzeker is geweest, was het niet mogelijk om deze maatregelen en de invoering perfect op elkaar af te stemmen.
Dat de bewoners hun wagen nu verder van hun woning moeten parkeren, klopt maar voor een klein deel van het traject. In de Pijkestraat en Achtenkouterstraat hebben de meeste woningen een eigen oprit. Op de plaatsen waar dat niet het geval is, hebben we zoveel als mogelijk parkeerplaatsen op straat voorzien. In de Goedlevenstraat was dit bij 7 woningen zonder eigen oprit niet mogelijk, en ook in het deel Oudebareelstraat tussen de Antwerpsesteenweg en de Goedlevenstraat is parkeren op eigen oprit niet mogelijk voor een deel van de woningen. Bij de keuze voor deze maatregelen zijn de diensten zorgvuldig tewerk gegaan, en hebben ze rekening gehouden met de parkeernoden van bewoners die geen eigen oprit hebben, en met de parkeerbezetting op straat.
Bij het bepalen van de routes voor het nieuwe net werd uiteraard rekening gehouden met de vraag of bussen deze route technisch gezien zouden kunnen rijden: is de rijweg voldoende breed, zijn de draaicirkels haalbaar? Het herschikken van parkeerplaatsen is daarbij soms nodig. Dat geldt ook op andere plekken in onze stad: parkeren is geen statisch gegeven. Voortdurend worden er in ons openbaar domein zaken verschoven of anders ingericht, bijvoorbeeld voor nieuwe inritten bij bouwprojecten, voor laadpalen of voor terrassen. En soms komen er zelfs nieuwe parkeerplaatsen bij doordat de bus een andere route heeft, zoals aan de Trekweg. De route van bus 12a en 12b verloopt op zo’n manier dat -binnen de krijtlijnen van het decreet basisbereikbaarheid- zoveel mogelijk bewoners bediend worden met openbaar vervoer. Ook de verknoping met de buslijnen 76-77-78 ter hoogte van de Antwerpsesteenweg is cruciaal.
Trouwens, als ik me niet vergis waren er hier in deze commissie zelfs vragen van raadsleden om deze bus langs deze route te laten rijden? Ik zou dat even helemaal moeten opzoeken.
Dat de bewoners deze brief zo laat ontvangen hebben, valt te betreuren. We streven ernaar om inwoners te informeren voor de uitvoering plaatsvindt, maar dat is in dit geval misgelopen. Dat gaan we opnemen met de directeurs en het departementshoofd. wo 10/04/2024 - 11:22Sinds kort zijn er naast de zogenaamde standplaatstaxi’s ook ‘straattaxi’s’. Aan het Sint-Pietersstation leidt dit vaak tot conflicten, omdat de straattaxi’s klanten oppikken op de oude taxistandplaatsen aan de zijde van de Koningin Astridlaan. Dit gaat ten koste van de standplaatstaxi’s, die sinds enkele jaren wat verborgen zitten ondergronds aan de K&R.
Ik verwijs hier ook naar vroegere vragen over die standplaats. De taxi’s zijn voor reizigers die het station verlaten, nauwelijks te vinden. Bovendien hebben de chauffeurs daar geen toegang tot sanitair. De oude, bovengrondse standplaats wordt momenteel louter gebruikt als private parking voor de NMBS/Infrabel.
Ik begrijp de problemen van de standplaatstaxi’s goed. Ik hoor die ook vaak in overleg met de taxisector. De basis van de moeilijkheden is het Vlaams taxidecreet, geinitieerd door de ministers Ben Weyts, en later Lydia Peeters. Met de komst van dat decreet hebben we als lokaal bestuur nauwelijks greep op de nieuwe categorie straattaxi’s. Dat is het probleem. We ontvangen regelmatig klachten van standplaatstaxi’s en de concurrentie met straattaxi’s.
Ook de specifieke problematiek rond Gent-Sint Pieters ken ik redelijk goed. Ik heb zelf initiatief genomen voor meer overleg tussen de standplaatstaxi’s en de NMBS. Als stad zijn we vaak de intermediair. We kunnen enkel de problemen aankaarten bij de NMBS en aandringen op een goede oplossing.
De locatie van de huidige standplaatsen op -1 is een beslissing van de NMBS. De NMBS heeft echter besloten om de locatie niet meer te veranderen.
Taxichauffeurs kunnen zeker gebruik maken van het sanitair voorzien in het station. In het verleden is er bekeken om taxichauffeurs daar gratis gebruik van te laten maken. De NMBS gaf mee dat zij werken met concessiecontracten voor uitbating van het sanitair. De NMBS kan daarbij geen voorkeursrecht vragen aan hun concessionarissen wat betreft het gratis aanbieden van hun goederen en diensten. De taxidienst heeft ook geen enkel contractueel verband met NMBS of hun concessionaris. Dit toestaan zou tegen verschillende contractuele voorwaarden ingaan.
Wat betreft de aanduiding van taxistandplaatsen in het station. Ook hier is enkel de NMBS bevoegd. Ook hier weer is de vraag gesteld om extra borden en vloerstickers aan te brengen. De NMBS laat - opnieuw - weten dat zij hierop niet zullen ingaan en geven aan dat de route naar de taxistandplaatsen voldoende en duidelijk wordt aangegeven. Men beweert dat, “Als je de borden volgt, kom je er vlot op uit”.
We vroegen ook om aan de voormalige taxistandplaatsen bovengronds een signalisatiebord te plaatsen met een routeplan naar de huidige standplaatsen. De NMBS bekijkt dit momenteel.
Op dit moment wordt eveneens onderzocht of de voormalige taxistandplaats, bovengronds kan worden afgesloten met een slagboom. Deze vraag werd voor het eerst gesteld in juni 2023. Het Mobiliteitsbedrijf onderzoekt of de zone laden en lossen anders kan ingericht worden op het plein. Tevens bekijkt men of het wettelijk mogelijk is om een aangepast verkeersbord te plaatsen bij de oude taxi zone met de tekst “verboden laden en lossen” en “enkel toegankelijk voor diensten NMBS”, wat een extra hulpmiddel zou zijn voor het handhaven. De politie is op de hoogte van het probleem en voert extra controles uit. Tijdens deze controles stelt men vast dat ook houders van een “Gentse Machtiging standplaatstaxi” als straattaxi bovengronds stationeren.
Je merkt, we zijn in intensief overleg met NMBS om de problemen van de taxistandplaatsen te verbeteren. Helaas moet ik wel vaststellen dat we hier niet makkelijk komen tot uitvoering van verbeteringen. En het Vlaams taxidecreet heeft dit niet makkelijker gemaakt. wo 10/04/2024 - 11:25In de commissie MEO van december 2022 stelde ik al een vraag over vertragingen bij het aanbrengen van wegmarkeringen. Eén van de concrete voorbeelden waarbij dit in de praktijk tot problemen leidt, waren toen al de locaties waar nieuwe laadpalen voorzien worden. Het feit dat de noodzakelijke belijning bij een nieuwe laadpaal vaak veel later aangebracht wordt dan de laadpaal operationeel wordt, zorgt ervoor dat deze laadfaciliteiten al te vaak niet beschikbaar zijn voor elektrische voertuigen.
In zijn antwoord vermeldde de schepen toen een termijn van maximum 5 à 7 weken tussen het plaatsen van de laadpaal en het aanbrengen van de bijhorende wegmarkering. Recente concrete voorbeelden leren ons dat de stadsdiensten zelf in communicatie met burgers die klagen over dergelijke situaties een termijn van 3 maanden vermelden en steevast verwijzen naar “de beperkte capaciteit en middelen waarmee we op dit moment binnen onze organisatie worden met geconfronteerd”.
Gent is koploper als het gaat over de uitrol van een netwerk aan publieke laadinfrastructuur voor elektrische voertuigen. Het is jammer dat de al gerealiseerde infrastructuur dan niet meteen ten volle benut kan worden door het uitblijven van de noodzakelijke bijhorende signalisatie.
We zijn op dit moment koploper met betrekking tot de uitrol van publieke laadinfrastructuur. En daar zijn we trots op. In 2023 hebben we 185 laadpalen geplaatst. In 2024 ambiëren we om 187 extra laadpalen te plaatsen. Helaas heeft deze positie een keerzijde als het gaat om het plaatsen van signalisatie.
Bij nieuwe dossiers kan de termijn tussen de plaatsing van een laadpaal en het aanbrengen van markeringen oplopen tot verschillende maanden. Dat is idd. behoorlijk lang. De oorzaak hiervan is een combinatie van de grote vraag naar laadpalen en capaciteitsproblemen veroorzaakt door oplopende en daardoor langdurige afwezigheden binnen het Mobiliteitsbedrijf.
Na plaatsing van een laadpaal, werkt het Mobiliteitsbedrijf het signalisatieplan af en dienen ze een aanvullend reglement in. Na goedkeuring in het college ontvangt Dienst Wegen het uitvoeringsdossier. DWBW tracht binnen maximaal 7 weken de signalisatie aan te brengen. Onder toevloed aan een groot aantal gelijktijdige signalisatie-opdrachten kan deze termijn uitzonderlijk uitlopen, zoals rond de Gentse Feesten.
Het Mobiliteitsbedrijf herorganiseert zich intern om deze achterstand weg te werken en in te zetten op een versnelde opmaak van de aanvullende reglementen. Eigenaars van elektrische voertuigen kunnen hun wagens opladen aan operationele laadpalen, met of zonder signalisatie. Afhankelijk van de parkeerdruk lukt dat al beter op de ene plek tegenover de andere plek.
Het is essentieel dat er een check van de correcte plaatsing van de laadpaal gebeurt, vooraleer een signalisatieplan wordt opgemaakt. Het gaat immers vaak over centimeterwerk op vlak van belijning, en dus moet het correct zijn met de situatie op het terrein. Zonder deze controle zou de Wegendienst heel wat foutieve dossiers ontvangen. Wel zet het Mobiliteitsbedrijf in op voorbereidend werk, zoals het (voorlopige) signalisatieplan opmaken, zodat het definitieve signalisatieplan snel kan worden afgewerkt.
Het plaatsen van de nodige signalisatie duurt inderdaad lang, te lang. We bekijken samen met het Mobiliteitsbedrijf en de DWBW hoe we deze termijn kunnen inkorten. wo 10/04/2024 - 11:26Als antwoord op mijn schriftelijke opvolgvraag over de staat van het wegdek in de Dublinstraat, werden herstellingen in gietasfalt in het vooruitzicht gesteld die op 14 of 15 maart 2024 zouden uitgevoerd worden. De foto’s als bijlage schetsen toch een ander beeld:
Het duurzaam herstellen met gietasfalt van een voldoende ruime zone – zoals ook aangekondigd – is toch echt het minimum-minimorum om een ietwat comfortabele bereikbaarheid voor bewoners, handelaars, bezoekers en klanten te garanderen in afwachting van de definitieve heraanleg van de Dublinstraat.
We bespraken dit reeds meermaals. Ik heb al verschillende keren toegelicht hoe het komt dat deze verharding in slechte toestand is. Eerder werd door de projectontwikkelaar zelf in beroep gegaan tegen de plannen voor de heraanleg. De kasseiverhardingen zijn beschermd en er mogen enkel plaatselijke herstellingen gebeuren. Het budget voor de heraanleg werd vanwege de besparingen naar 2026 verschoven. Bovendien zijn de kasseiverhardingen door het werfverkeer van de private bouwprojecten snel verslechterd en wordt er op deze site her en der geparkeerd in onverharde bermen. Dit alles heeft de situatie niet verbeterd of makkelijker gemaakt. De diensten hebben hier al herhaaldelijk herstel uitgevoerd.
Voor het aanbrengen van koudasfalt hebben we een stabiele en droge ondergrond nodig. Zoals we allemaal weten heeft het de voorbije maanden zeer veel geregend en is de ondergrond te nat en te verzadigd.
Het gepland herstel in koudasfalt kon door de natte weersomstandigheden en ondergrond nog niet uitgevoerd worden. De hechting zou niet goed zijn en dit zou onmiddellijk weer loskomen.
Als tijdelijke oplossing zijn aan de uitrit de grootste putten genivelleerd met een cementgebonden steenslag type 2a. De diensten geven me mee dat zo gauw de weersomstandigheden het toelaten de inritten worden hersteld met koudasfalt. We hopen dat dit eind deze week of volgende week wordt uitgevoerd.
In onze eerdere antwoorden is altijd meegegeven dat we lokaal en plaatselijk herstel doen van de grootste putten thv de oprit en de rijweg. Voor een volledige heraanleg van de omgeving en de parkeerplaatsen is het wachten op het dossier voor de heraanleg.
wo 10/04/2024 - 11:27Een jaar geleden is het ondertussen dat voor de schoolpoort van basisschool De Wijze Eik in Mariakerke een nieuwe verkeersfilter verscheen. Er leefden enkele heel terechte bezorgdheden over de verkeersveiligheid in de onmiddellijke omgeving van de school die ook ons deden pleiten voor enkele maatregelen: omvormen van een reeks parkeerplaatsen van haaksparkeren naar parallel parkeren, fietssuggestiestroken en een parkeerverbod voor de schoolpoort. De verkeersfilter was echter een maatregel waar niemand om gevraagd had en al helemaal niemand zat op te wachten.
Niet alleen zorgt deze nieuwe verkeersfilter buiten de schooluren voor frustraties bij autobestuurders die niet meer rechtdoor kunnen rijden ter hoogte van de school. Vooral bij het begin en einde van de schooluren creëert de nieuwe situatie met verkeersfilter pure chaos die de verkeersveiligheid voor de schoolgaande jeugd en hun ouders alles behalve ten goede komt.
Wijzigingen aan de weginrichting hebben altijd een zekere periode van gewenning nodig. Na een jaar mogen we stellen dat deze gewenning stilaan een feit had moeten zijn en mogen we concluderen dat de nieuwe opstelling simpelweg niet werkt.
De aangekondigde evaluatie van de nieuwe maatregelen werd ook keer op keer uitgesteld. Enkele probleempunten zijn nochtans kristalhelder:
De hele situatie leeft ook een jaar later nog heel sterk bij ouders, schooldirectie en omwonenden, leert een bezoek ter plaatse net op het moment dat kinderen opgehaald werden na afloop van de schooltijd. Er waren daar echter meteen ook heel wat constructieve voorstellen te horen:
Kortom, ideeën genoeg die het overwegen waard zijn en die ongetwijfeld ook opgedoken zijn in de langverwachte evaluatie.
De gegevens van de evaluatie zijn verwerkt en de resulaten en conclusies worden binnenkort op het college gebracht. De voornaamste conclusies zijn de volgende:
De meningen over de maatregel zijn verdeeld. Er zijn voorstanders en er zijn tegenstanders. Het is echter onmogelijk om te bepalen welke van de respondenten bewoners, ouders of passanten zijn. We kunnen ook niet traceren of mensen de enquete meermaals hebben ingevuld en of ze effectief betrokken partij zijn.
Het klopt dat er foutgeparkeerd wordt. De stelling mensen ‘gedwongen worden’ om fout te parkeren is wel wat kort door de bocht. Dat is nooit zo. Een beetje verder stappen en correct parkeren is perfect mogelijk. We bekijken wat we kunnen doen om het foutparkeren rond de Wolvengracht aan te pakken. Dit zou kunnen door het parkeerverbod dichter bij de Wolvengracht te plaatsen zodat het leesbaar is voor iedereen. Hierop extra handhaven zou ook niet overbodig zijn.
De wettelijke anderhalve meter tussen geparkeerde wagen en perceelsgrens wordt niet gerespecteerd. We bekijken of in de Eeklostraat de politie/ GAS 4 ambtenaren extra kunnen handhaven.
De schoolbus heeft nog steeds problemen met in- en uitrijden, meestal door foutparkerende voertuigen. We bekijken om een extra paaltje te plaatsen.
Er is hier een belangrijke fietsas, waarvan de leesbaarheid niet optimaal is. Een voorrangsregeling invoeren zal de leesbaarheid verhogen.
De suggestie kwam om het Kollekasteel te contacteren en samen met de school een begeleide rij te voorzien. Dit wordt verder onderzocht en besproken, samen met de wijkregisseur.
Is daarmee de situatie ideaal? Helaas niet. Zoals bijna overal, kan het ook hier nog beter. Nog steeds komen veel ouders (zeker bij slecht weer) hun kinderen afzetten met de wagen. Ook bij het ophalen is dit te zien, waar ouders al een half uur voor het einde van de schooltijd staan te wachten (al dan niet op een legitieme parkeerplaats). We moeten dus blijven werken op die modal shift.
Wat de suggesties betreft:
Bovendien is dit stuk een sterke fietsas richting fietsersbrug, waardoor er een enorm grote hoeveelheid aan fietsers ook zal moeten omrijden via de Wolvengracht, iets wat we net willen voorkomen. Kortom, de weerhouden aanpassingen die zullen worden voorgesteld aan het college – te samen met het evaluatierapport – zijn:
In een arrest van 3 april heeft de Raad van State beslist dat het gecontesteerde wijkmobiliteitsplan voor de Dampoort en Oud-Gentbrugge wel degelijk een administratieve handeling uitmaakt en niet louter een beleidsmatig document is. Dit betekent dat het ingestelde beroep tot vernietiging van het plan ontvankelijk is en dat de zaak nu verder ten gronde zal behandeld worden.
In een brief van 5 april vragen de partijen die het beroep hebben ingesteld aan het college om, met als argumenten redelijkheid en deugdelijk bestuur, de op 29 april voorziene invoering van het wijkmobiliteitsplan niet door te voeren en de beslissing ten gronde door de Raad van State af te wachten. In geval van een vernietiging van het plan door de raad zou alles immers opnieuw moeten teruggeschroefd worden. Bovendien dreigen in dat geval ook schadevergoedingen te moeten worden betaald.
Motivering hoogdringendheid: De aanmaning aan de leden van het college (met kopie aan de voorzitter en de fractievoorzitters) waarvan sprake in de vraagstelling (en een arrest van de raad van state van woensdag 3 april betreffend) dateert van vrijdag 5 april. Dit is na het verstrijken van de deadline voor vragen voor de commissie MEO van april. Het debat over de aanmaning – met de vraag om het wijkmobiliteitsplan Dampoort/Oud -Gentbrugge niet in te voeren op 29 april – en het arrest kan niet worden uitgesteld aangezien volgende commissie MEO pas plaatsvindt in mei (na de momenteel voorziene datum van invoering). De discussie over het mobiliteitsplan in kwestie leeft bovendien sterk bij de bevolking en de nieuwe elementen nopen onmiskenbaar tot publiek debat in de context van de gemeenteraadscommissie binnen de kortst mogelijke termijn.
1. Wat is de reactie van het college op het arrest en op de aanmaning?
2. Zal de invoering van het wijkmobiliteitsplan (opnieuw) worden uitgesteld in afwachting van de uitspraak ten gronde van de Raad van State?
Mijn antwoord is ook met de juridische doorgenomen. Eerst en vooral wil ik graag duiden dat de Raad geen enkele beslissing heeft genomen over de grond van de zaak en dus enkel heeft geoordeeld dat het plan wel rechtsgevolgen met zich mee brengt.
Dit betekent dus enkel dat de Raad zich bevoegd acht om uitspraak te doen over de grond van de zaak (i.c. de wettigheid van het plan). Dit betreft dus een tussenarrest zonder enige uitspraak over de grond van de zaak.
De enige, finale rechterlijke beslissing die momenteel voorligt en waar we ons als Stad met de nodige zekerheid op kunnen baseren, is de beslissing van het Hof van Beroep inzake het kort geding waarin dit Hof tot het besluit is gekomen dat het wijkmobiliteitsplan wel degelijk op rechtsgeldige wijze tot stand is gekomen en derhalve wettig is.
De tegenpartijen proberen in hun betoog de legitimiteit van dit arrest van het Hof in twijfel te trekken door te stellen dat ook het Hof verkeerd was in zijn oordeel omtrent de vraag of het wijkmobiliteitsplan al dan niet een zuiver beleidsplan betreft. Dit doet echter niets af aan, en staat ook los van, de overige onderdelen van het voormeld arrest waarin het Hof ingegaan is op de andere aspecten van het wijkmobiliteitsplan waaronder het luik van de totstandkoming, de wijze van participatie,…. Daaromtrent was het Hof zeer duidelijk dat er geen redenen waren om te twijfelen aan de wettigheid van het wijkmobiliteitsplan.
Met de aanmaning proberen de betrokken partijen eigenlijk nogmaals te bekomen wat zij middels het kort geding niet hebben kunnen bekomen, nl. het doen tegenhouden van de invoering van het plan.
Gezien het Hof van Beroep hen hierin ongelijk heeft gegeven, zien wij geen reden om de invoering van het plan tegen te houden. Het is immers louter en alleen een tussenarrest waarin op geen enkele wijze een uitspraak wordt gedaan over (de grond van) het wijkmobiliteitsplan. We blijven immers ten volle staan achter de visie en het belang van het wijkmobiliteitsplan.
wo 10/04/2024 - 10:41