Bij besluit van 25 maart 2024 werd door de gemeenteraad van stad Gent het voorlopig rooilijnplan betreffende de Jean-Baptiste de Gieylaan, waaraan het voorlopig onteigeningsbesluit werd gekoppeld, goedgekeurd.
Bij besluit van 25 maart 2024 werd door de gemeenteraad van stad Gent het voorlopig onteigeningsbesluit betreffende de Jean-Baptiste de Gieylaan goedgekeurd.
Bij besluit van 24 juni 2024 werd door de gemeenteraad van stad Gent het rooilijnplan betreffende de Jean-Baptiste de Gieylaan, waaraan onderhavig definitief onteigeningsbesluit wordt gekoppeld, definitief goedgekeurd.
Huidig dossier heeft betrekking op de Jean-Baptiste de Gieylaan en het gedeelte van de Hemelrijkstraat, gelegen tussen de rotonde Drie Sleutels (Kortrijksesteenweg) en de J.B. de Gieylaan.
De gemeentegrens met De Pinte ligt in de as van de rijweg van de J.B. de Gieylaan tot aan kruispunt Klossestraat waar de rijweg weer volledig op grondgebied Gent ligt. Op grondgebied De Pinte betreft dit de Baron de Gieylaan.
De stad Gent en de gemeente De Pinte wensen over te gaan tot de aanleg van een veilige fietsinfrastructuur en terzelfdertijd te voorzien in een gescheiden rioleringsstelsel in de Hemelrijkstraat en de J.B. de Gieylaan (deel met bebouwing).
Binnen de huidige rooilijnbreedte is het niet mogelijk om, rekening houdend met een geïntegreerde en duurzame visie op de uitbouw van het lokaal wegennet, een veilige fietsinfrastructuur te voorzien.
Ter verwezenlijking van een verbreding van het huidige gabariet van het openbaar domein dienen er in de J.B. de Gieylaan en de Hemelrijkstraat grondverwervingen te worden gerealiseerd.
Dit besluit zal aantonen waarom de verwerving noodzakelijk is en dient samen te worden gelezen met de motiveringsnota van de gewijzigde rooilijn in de Hemelrijkstraat en de Jean-Baptiste De Gieylaan waarvoor dit onteigeningsbesluit ter uitvoering wordt opgemaakt.
De stad heeft reeds onderhandelingen gevoerd met de betrokken aanpalende eigenaars sinds september 2022 om een akkoord te bekomen over de overdracht van de grond.
Met de eigenaars van de verder in dit definitief onteigeningsbesluit vermelde onroerende goederen kon immers nog geen minnelijk akkoord bereikt worden over de minnelijke aankoop van hun onroerend goed.
Bijgevolg dient de stad voor de realisatie van de rooilijn met heraanleg van wegenis, aanleg van fietsinfrastructuur en het voorzien van een gescheiden rioleringsstelsel over te gaan tot onteigening voor het algemeen nut, onder de verder in dit definitief onteigeningsbesluit vermelde modaliteiten en voorwaarden.
Dit weerhoudt de stad er niet van om te blijven onderhandelen in de hoop alsnog een minnelijk akkoord te bereiken met de betreffende bewoners.
1. PROBLEMATIEK
1.1. Afwezigheid veilige fietsinfrastructuur:
Momenteel is er gemengd dubbelrichtingsverkeer in de Hemelrijkstraat (50 km zone). Er is een rijweg aanwezig met een breedte van 6,5 m met aan beide zijden een voetpad in kiezels.
Zie foto’s 1 & 2 in bijgevoegde nota met afbeeldingen.
Vanaf de J.B. de Gieylaan is er aan de oneven zijde (kant De Pinte) een aanliggend (grotendeels verhoogd) enkelrichtingsfietspad met een breedte van ca. 1,5 m. Aan de even zijde (kant Gent) start er een aanliggend enkelrichtingsfietspad (op éénzelfde niveau) met een breedte van ca. 1,0 m net voorbij de woning nr. 12 richting De Pinte.
Zie foto 3 in bijgevoegde nota met afbeeldingen.
De J.B. de Gieylaan doorkruist het Parkbos. Er bevinden zich hier 2 doorsteken van het Parkbos voor de zwakke weggebruiker.
Deze oversteken zijn momenteel gesignaleerd met een zebrapad (+verkeersbord F49 oversteekplaats voor voetgangers) en kunststoffen verkeerskussens op de rijbaan in beide rijrichtingen voor het kruisend autoverkeer.
Zie foto's huidige doorsteken (foto's Google streetview april 2023) in bijgevoegde nota met afbeeldingen.
Vandaag kenmerkt de JB De Gieylaan en het begin van de Hemelijkstraat zich als één van de belangrijke verbindingswegen vanaf De Pinte naar het centrum van Sint-Denijs-Westrem en de N43 richting Gent en Kortrijk, waardoor er een hoge intensiteit aan autoverkeer is.
1.2. Fietsinfrastructuur niet conform het Bovenlokaal Functioneel Fietsroutenetwerk (BFF):
De as vormt de verbinding tussen de kern van De Pinte en de kern van Sint-Denijs-Westrem en is opgenomen op het bovenlokaal functioneel fietsroutenetwerk (BFF). Het BFF is een gemeente overschrijdend fietsroutenetwerk dat zich richt op doelgerichte verplaatsingen van meer dan 5 km. Het BFF focust zich op fietsverkeer naar woonkernen, scholen, stations, winkelcentra, bedrijventerreinen,…
Op deze as wensen we een kwalitatieve fietsinfrastructuur uit te bouwen. Fietsen dient hier veilig, uitnodigend en laagdrempelig te zijn, in een leesbare publieke ruimte.
Zie figuur 1 BFF in bijgevoegde nota met afbeeldingen.
1.3. Afwezigheid gescheiden rioleringsstelsel:
Het huidige rioleringsstelsel bevindt zich in de Hemelrijkstraat en het bebouwde gedeelte van de JB de Gieylaan volledig naast de rijweg onder de berm/opritten/voetpaden en is in slechte staat en niet gescheiden. De nutsleidingen zijn bovengronds aanwezig.
De Europese Richtlijn Stedelijk Afvalwater (RL 91/271/EEG, gewijzigd bij RL 98/15/EG) legt aan de Europese lidstaten modaliteiten op met betrekking tot de sanering van stedelijk afvalwater. Deze doelstellingen werden eveneens opgenomen in Vlarem II. Vlarem II (artikel 2.3.6.4) bepaalt dat bij aanleg en heraanleg van riolering, ongeacht het gebied, een gescheiden stelsel moet worden aangelegd.
De milieuwetgeving (Vlarem II) legt tevens de ‘ladder van Lansink’ op voor de afvoerwijze van hemelwater. Zie ‘ladder van Lansink’ in bijgevoegde nota met afbeeldingen.
Deze probleemstelling is onrechtstreeks verbonden met de onteigeningsprocedure. De aanpak van de fietsinfrastructuur loopt samen met de slechte staat en het niet gescheiden karakter van de riolering. De slechte staat van de riolering dwingt de heraanleg op. Deze heraanleg brengt ook de heraanleg van de wegenis in het vizier. Het geeft blijk van goed bestuur beide zaken simultaan worden aangepakt.
1.4. Behoud en inrichten grachten:
Ter hoogte van het niet bebouwde gedeelte van de JB De Gieylaan (innemingen 13A en B, 14 t.e.m. 21) bevindt zich vandaag reeds een gracht. In navolging van het bovenvermelde punt is waterinfiltratie de norm bij elke nieuwe wegenaanleg. Het belang van waterinfiltratie is prioritair. Bijgevolg is het dempen van de grachten absoluut geen optie. Dit maakt dan ook dat bijkomende fietsinfrastructuur altijd moet worden geïntegreerd met deze bestaande of een nieuwe gracht.
2 OMSCHRIJVING VAN DE TE ONTEIGENEN GOEDEREN
Het te onteigenen onroerend goed, zoals aangeduid op bijgevoegd onteigeningsplan, is het volgende:
Met de eigenaars van deze onroerende goederen zijn onderhandelingen gevoerd en nog lopende over de minnelijke aankoop van het betreffende onroerend goed.
3. ONTEIGENDE INSTANTIE
Het te onteigenen onroerend goed is gelegen op het grondgebied van de stad Gent.
Bijgevolg is de onteigenende overheid de stad Gent, ingeschreven in de kruispuntbank der ondernemingen onder het nummer 0207.451.227, met zetel te 9000 Gent, Botermarkt 1.
3.1. Juridische grond:
Het Decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het Decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut (“Onteigeningsdecreet”).
Het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017 tot uitvoering van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
Het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen, zoals in werking getreden op 1 september 2019 (“Gemeentewegendecreet”).
De Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening van 15 mei 2009.
Het besluit van 25/03/2024 van de gemeenteraad van de stad Gent houdende voorlopige goedkeuring van het Rooilijnplan, met projectnummer ROOIL31 en bestaande uit plannen met nummers 1 t.e.m. 2.
Het besluit van 25/03/2024 van de gemeenteraad van de stad Gent houdende het voorlopig onteigeningsbesluit;
Het besluit van 24/06/2024 van de gemeenteraad van de stad Gent houdende definitieve goedkeuring van het rooilijnplan, met projectnummer ROOIL31 en bestaande uit plannen met nummers 1 t.e.m. 2.
3.2. Rechtsgrond voor de onteigening:
De onteigeningsprocedure zal worden gevoerd in toepassing van het Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 in samenloop met het Decreet houdende de Gemeentewegen van 3 mei 2019.
Op grond van art. 6, 1° en art. 7, 3e alinea van het Decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut zijn gemeenten bevoegd om tot onteigening over te gaan in de gevallen waarin ze oordelen dat de onteigening noodzakelijk is voor de uitwerking van de infrastructuur of het beleid inzake de gemeentelijke aangelegenheden.
Op grond van art. 7, 4e alinea van voormeld decreet moeten gemeenten, waar decretaal of wettelijk een specifieke rechtsgrond voor onteigening wordt bepaald, echter op grond van die rechtsgrond tot onteigening overgaan.
Het te onteigenen onroerend goed maakt het voorwerp uit van het rooilijnplan met projectnummer ROOIL31 en bestaande uit plannen met nummers 1 t.e.m. 2, voorlopig goedgekeurd bij besluit van 25/03/2024 van de gemeenteraad van de stad Gent en definitief goedgekeurd bij gemeenteraadsbesluit van 24/06/2024.
Art. 2 van het decreet van 3 mei 2019 houdende de gemeentewegen definieert de rooilijn als de huidige toekomstige grens tussen de openbare weg en de aangelande eigendommen, vastgelegd in een rooilijnplan.
Op grond van art. 27 van voormeld decreet kan elke verwerving van onroerende goederen vereist voor de aanleg, wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en voor de realisatie van de rooilijnplannen door onteigening tot stand worden gebracht, conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
4. MOTIVERING
4.1. Onteigeningsdoel van algemeen nut:
Op het grondgebied van de stad Gent wordt de heraanleg, het beheer en het onderhoud van de publieke infrastructuur binnen de rooilijn voorzien.
Onderhavig onteigeningsdossier kadert binnen de inrichting van veilige fietsinfrastructuur en heraanleg van wegenis zaken die behoren tot de bevoegdheden van een gemeentelijke overheid en die overduidelijk het algemeen belang nastreven. Het aanbieden van veilig fietsinfrastructuur is aspect dat elke burger aanbelangt.
Verder wordt voorzien in nieuwe gescheiden riolering en wordt in het ontwerp rekening gehouden met het behoud van grachten in het wegenontwerp. Vanzelfsprekend een zaak ten bate van het algemeen belang.
Op grond van art. 27 van het Gemeentewegendecreet en voor inwerkingtreding van het gemeentewegendecreet dd. 1 september 2019 art. 11 van het Rooilijnendecreet, kan elke verwerving van onroerende goederen vereist voor de aanleg van nieuwe gemeentewegen of voor de wijziging of verplaatsing van gemeentewegen en voor de realisatie van de rooilijnplannen door onteigening tot stand worden gebracht, conform de bepalingen van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017.
De heraanleg en het verbreden van een bestaande gemeenteweg, het beheer en het onderhoud van de hierboven vermelde publieke infrastructuur, de realisatie van het met het oog op die publieke infrastructuur opgemaakte rooilijnplan en de ter realisatie van die infrastructuur en dat rooilijnplan beoogde onteigening, zijn van algemeen nut.
Dit laatste vloeit ook voort uit art. 4.4.7, §2 jo. art. 5.6.7, §3 Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO). Volgens art. 4.4.7, §2 VCRO mag in een vergunning voor handelingen van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact hebben, worden afgeweken van stedenbouwkundige voorschriften.
Op grond van het Besluit van de Vlaamse Regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, § 2, en artikel 4.7.1, § 2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening zijn handelingen van algemeen belang:
Volgens art. 5.6.7, §3 VCRO gelden de mogelijkheden om af te wijken van stedenbouwkundige voorschriften op grond van art. 4.4.7, §2 VCRO onder dezelfde voorwaarden ten aanzien van de instanties en organen die adviseren of beslissen over een onteigeningsplan.
4.2. Onteigeningsnoodzaak:
De beoogde onteigening dient het algemeen nut. Daarnaast is het ook noodzakelijk dat (a) hoger vermeld onteigeningsdoel effectief verwezenlijkt wordt, (b) dat dit onteigeningsdoel gerealiseerd wordt middels onteigening en (c) dat het onteigeningsdoel verwezenlijkt wordt op het te onteigenen onroerend goed.
4.2.1. Noodzaak van het doel van de onteigening:
De realisatie van het Rooilijnplan van de stad Gent is noodzakelijk. Aangezien de Jean-Baptiste de Gieylaan een zeer druk befietste fiets-as betreft tussen De Pinte en Gent, maar er reeds van 2013 klachten en mails binnenkomen over de onveilige situatie ter plaatse voor fietsers, wenst zij deze bestaande gemeenteweg te verbreden en her aan te leggen om zodoende een apart liggend fietspad te realiseren zodat de weg veiliger en comfortabeler wordt voor fietsers en wordt meteen ook in een gescheiden rioleringsstelsel te voorzien in de Hemelrijkstraat en aan het bebouwde deel van de Jean-Baptiste de Gieylaan.
Deze noodzaak vloeit in de eerste plaats voort uit art. 26, §1 van het Gemeentewegendecreet. Volgens dit artikel heeft de vastlegging van een gemeenteweg tot gevolg dat op de gemeente de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg. Op de stad Gent rust derhalve een wettelijke realisatieplicht wanneer zij haar gemeenteweg verbreedt.
De realisatie van de rooilijn is verder noodzakelijk om voldoende ruimte te creëren voor de heraanleg van de gemeenteweg en infrastructuur, de verbreding van de gemeenteweg voor het voorzien in veilige en comfortabele fietsvoorziening, de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en om in de toekomst te allen tijde het beheer en het onderhoud ervan te verzekeren.
Voor de aanleg van de veilige fietsinfrastructuur opgenomen in het BFF en conform de richtlijnen van het Fietsvademecum, wordt verwezen naar de projectnota.
4.2.2. Noodzaak van de onteigening als middel:
Voor de realisatie van het Rooilijnplan op het grondgebied van de stad Gent is het noodzakelijk dat gebruik gemaakt wordt van het instrument van de onteigening.
Art. 26 Gemeentewegendecreet stelt als algemene regel de verwerving voorop van de onroerende goederen vereist voor de realisatie van een gemeenteweg.
“§1 De vastlegging van een gemeenteweg heeft tot gevolg dat op de stad de rechtsplicht rust om over te gaan tot de realisatie, de vrijwaring en het beheer van de gemeenteweg overeenkomstig de in dit decreet opgenomen instrumenten en handhavingsmaatregelen.”
In hoofde van de stad bestaat dan ook een wettelijke verwervingsplicht. In de mate dat de verwerving niet minnelijk kan bereikt worden, is de onteigening het enige overblijvende alternatief.
Daarnaast is het voor infrastructuurwerken zoals openbare verkeerswerken in het algemeen belang vereist dat de overheid, in dit geval de stad, deze zelf ontwikkelt.
Volgende zaken moeten immers absoluut vermeden worden:
De stroken die moeten worden ingenomen om de wegenis te kunnen realiseren met verbeterde fietsvoorziening aan de hand van een apart liggend fietspad zijn in eigendom van verschillende langs de Jean-Baptiste de Gieylaan aanpalende eigenaars, waardoor de eigendomsstructuur versnippert is, wat absoluut moet worden vermeden, zo blijkt uit de memorie van toelichting van het Vlaams Onteigeningsdecreet.
Het (her)aanleggen, beheren en onderhouden van gemeentewegeninfrastructuur behoort tot de basistaken van de stad en vereist een coherent en doelmatig beheer en beleid, ook naar eventuele aansprakelijkheden en verantwoordelijkheden toe.
Van de infrastructuur moet onder alle omstandigheden een veilig en doelmatig gebruik kunnen gemaakt worden. Dit kan enkel indien de stad kan instaan voor de realisatie ervan. Een zo eenduidig mogelijke grondpositie waarborgt de publieke beheerstaken, onder meer naar onderhoud, verlenen van vergunningen, advisering in het kader van stedenbouwkundige vergunningen, toestaan van afwijkingen van de rooilijn, aansprakelijkheden, etc.
Ook in het licht van het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (“RSV”) is de ontwikkeling van weginfrastructuurwerken door de stad vereist. Zo stelt het RSV voor wegeninfrastructuur voorop dat er een duidelijke en geïntegreerde visie op de verschillende vervoerswijzen moet zijn, waarvoor een algemene consensus tussen betrokken partners noodzakelijk is.
Het is overigens om al deze redenen dat de alle weginfrastructuur en de daarmee onlosmakelijk samenhangende ingrepen in art. 24, §3 van het Onteigeningsdecreet uitdrukkelijk zijn uitgesloten van het recht om een verzoek tot zelfrealisatie in te dienen.
Ook bij gebrek aan minnelijk akkoord, is gelet op het bovenstaande het middel van onteigening noodzakelijk zijn. Onteigening is in dat geval het laatste redmiddel.
Het ontwerp van de JB De Gieylaan kende reeds zijn start in 2014 met de eerste adviesvraag en conceptontwerpen. Het project van heraanleg was steeds een project met inspraak van de buurt.
De stad heeft reeds onderhandelingen gevoerd met de betrokken aanpalende eigenaars sinds september 2022 om een akkoord te bekomen over de overdracht van de grond.
Dit weerhoudt de stad er niet van om te blijven onderhandelen in de hoop alsnog een minnelijk akkoord te bereiken met de betreffende bewoners.
4.2.3. Noodzaak van het voorwerp van de onteigening:
De noodzaak van het voorwerp van onteigening, namelijk de hoger opgelijste te onteigenen percelen, schuilt in het feit dat de realisatie van het rooilijnplan van de stad Gent is noodzakelijk. Aangezien de Jean-Baptiste de Gieylaan een zeer druk befietste fiets-as betreft tussen De Pinte en Gent. Er zijn reeds sinds 2013 klachten en mails binnenkomen over de onveilige situatie ter plaatse voor fietsers. Daarom wenst de stad deze bestaande gemeenteweg te verbreden en her aan te leggen om zodoende een apart liggend fietspad te realiseren zodat de weg veiliger en comfortabeler wordt voor fietsers en wordt meteen ook in een gescheiden rioleringsstelsel te voorzien in de Hemelrijkstraat en aan het bebouwde deel van de Jean-Baptiste de Gieylaan.
De realisatie van de rooilijn is verder noodzakelijk om voldoende ruimte te creëren voor de heraanleg van de gemeenteweg en infrastructuur, de verbreding van de gemeenteweg voor het voorzien in veilige en comfortabele fietsvoorziening, de aanleg van een gescheiden rioleringsstelsel en om in de toekomst te allen tijde het beheer en het onderhoud ervan te verzekeren.
De heraanleg van de Jean-Baptiste de Gieylaan en de Hemelrijkstraat gebeurt op een manier waarbij er zo min mogelijk impact is op de omwonenden en zo min mogelijk moet onteigend worden.
4.2.3.1. Voor het bebouwde gedeelte van de Hemelrijkstraat en de JB de Gieylaan (innemingen 1, 4, 9, 11 en 26):
Bij de opmaak van de plannen werd gezocht naar de optimale fietsinfrastructuur met een zo min mogelijke impact op de percelen van de aanpalende eigenaars. Impactgewijs heeft een dubbelrichtingsfietspad minder ruimte nodig doch naar veiligheid is, in stedelijke omgeving met veel erf-opritten, dit sterk af te raden.
Daarom wordt hier gekozen voor een enkelrichtingsfietspad.
Bij de opmaak van de plannen is getracht om de impact op de private percelen tot het minste te beperken.
Ter hoogte van woningen Hemelrijkstraat 2–4–6–8 is terug gekozen voor het minimaal noodzakelijke wegprofiel (2x voetpad, 2x fietspad en dubbelrichtingsrijbaan). Door de positie van de waardevolle bomen aan de overzijde van het straat kon niet geschoven worden met dit profiel. Hierdoor zijn beperkte stroken voortuin nodig om het wegprofiel te kunnen realiseren.
4.2.3.2. Voor het (bijna) niet bebouwde gedeelte van de JB de Gieylaan (innemingen 11, 13 t.e.m. 21):
Vanuit de visie om de impact op de onteigenden te gaan beperken doch met behoud van veiligheid en kwaliteit kon voor dit traject wel worden gekozen voor een dubbelrichtingsfietspad.
Het verschil tussen noodzakelijk ruimte voor de aanleg van een dubbel of enkelvoudig fietspad wordt meegegeven in een tabel uit het oude Vademecum Fietsvoorzieningen. Zie tabel in bijgevoegde nota met afbeeldingen.
Vanuit het zorgvuldigheidsbeginsel is het aangewezen dat een overheid de impact op de onteigende zo veel mogelijk beperkt. Indien we de minimale breedte respecteren dienen we voor 2 enkelrichtingsfietspaden 3,5 m in het totaal extra te voorzien zonder rekening te houden met eventuele schrik stroken. Zone tussen rijweg en fietspad. Door het gebruik van een tweerichtingsfietspad wordt deze breedte beperkt tot 2,5 meter.
Er wordt gekozen om de verbreding aan de Gentse zijde van de straat te doen. Er staat meer kostbaar groen en bomen aan de kant van De Pinte, en op deze manier vermijden we een nieuw conflict aan de aansluiting met de rotonde aan de Keistraat. Zowel in het verlengde van de straat en de Keistraat is er een dubbelrijrichtingsfietspad, zie afbeelding rotonde aan de Keistraat in bijgevoegde nota.
De fietsers van en naar de Keistraat rijden op een 2 richtingsfietspad en dienen geen auto’s meer te kruisen aan de rotonde. De fietsers in het verlengde van de JB De Gieylaan dienen enkel de Keistraat te kruisen.
Het bestaande fietspad aan de zijde van De Pinte wordt omgevormd tot voetpad door middel van signalisatie.
4.3. De minnelijke onderhandelingstermijn:
Op grond van art. 10, §1 en art. 15, 2e alinea van het Decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut onderneemt de onteigenende instantie binnen een minnelijke onderhandelingstermijn een aantoonbare poging om via onderhandelingen het te onteigenen onroerend goed minnelijk te verwerven.
De minnelijke onderhandelingstermijn werd vermeld in het voorlopig onteigeningsbesluit, goedgekeurd op de gemeenteraad van de stad Gent van 25/03/2024.
Met de eigenaars van de hoger in dit besluit vermelde onroerende goederen zijn reeds onderhandelingen lopende over de minnelijke aankoop sinds september 2022. Er kan in redelijkheid geoordeeld worden dat een relatief korte termijn moet volstaan om definitief uit te maken of een minnelijk akkoord al dan niet kan bereikt worden.
De minnelijke onderhandelingstermijn werd in het voorlopig onteigeningsbesluit bepaald op vier maanden die aanvangt op de derde dag na de postdatum van de kennisgeving vermeld in artikel 15 onteigeningsdecreet. De kennisgeving werd verstuurd op 26/03/2024, waarna de termijn is beginnen lopen vanaf 29/03/2024. Na het verstrijken van deze termijn kan de eigenaar niet langer vereisen van de stad dat er nog verder onderhandeld wordt. Omgekeerd belet echter niets dat de stad na deze termijn blijft verder onderhandelen.
5. HET OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek zal conform artikel 17-23 van het decreet van 24 februari 2017 betreffende onteigening voor het algemeen nut en artikel 10-13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 27 oktober 2017 tot uitvoering van het Vlaams Onteigeningsdecreet van 24 februari 2017 verlopen van 6/04/2024 tot en met 6/05/2024.
Ter info wordt het besluit van 25/03/2024 van de gemeenteraad van de stad Gent betreffende het rooilijnplan met nummer 1 en 2 na goedkeuring eveneens als bijlage bijgevoegd.
Er werden standpunten, opmerkingen of bezwaren ingediend, deze werden voor de eenvoud behandeld in het verslag van openbaar onderzoek dat als bijlage wordt toegevoegd bij onderhavig definitief onteigeningsbesluit en eveneens bij het definitief rooilijnbesluit.
Er werd geen verzoek tot zelfrealisatie ingediend.
De gemeenteraad neemt kennis van het verslag van het openbaar onderzoek dat heeft plaatsgevonden van 6 april 2024 tot en met 6 mei 2024 tijdens welke de standpunten, opmerkingen of bezwaren zijn ingediend en in het verslag werden besproken en behandeld.
De gemeenteraad keurt het onteigeningsbesluit en de bijlagen (onteigeningsplan, projectnota, nota met afbeeldingen), opgesteld overeenkomstig het Vlaams Onteigeningsdecreet dd. 24 februari 2017 omvattende voornoemde 15 innames definitief goed:
De gemeenteraad belast de gemeentelijke diensten om op basis van de bovenstaande grondslagen, overwegingen en motivering, het voorwerp van onteigening te verwerven hetzij via minnelijke onderhandelingen, hetzij via de opstart van de gerechtelijke fase van de onteigening wanneer blijkt dat minnelijke verwerving niet mogelijk is.