Het college van burgemeester en schepenen geeft gunstig advies voor het uitvoeren van bodemsaneringswerken.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Sweco Belgium nv heeft een aanvraag voor het uitvoeren van een bodemsaneringsproject ter hoogte van Kuhlmannkaai 1, 9940 Ertvelde ingediend bij OVAM.
Het ingediende bodemsaneringsproject bevat activiteiten of inrichtingen die vergunningsplichtig zijn overeenkomstig het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid. Daarom heeft OVAM het bodemsaneringsproject op 23 februari 2024 doorgestuurd aan het college van burgemeester en schepenen om overeenkomstig artikel 83 van het Vlarebo advies uit te brengen.
Het project handelt over:
• Onderwerp: Eerste gefaseerd bodemsaneringsproject voor de ondiepe verontreinigingskern, terrein Resilium, Kuhimannkaai 1 te Ertvelde
• Adres: Kuhlmannkaai 1, 9940 Ertvelde
• Kadastrale gegevens: Ertvelde (afd. 14) sectie X 662 F, (afd. 14) sectie X 662 G, (afd. 14) sectie X 662 H en (afd. 14) sectie X 662 K
• Aangevraagde rubrieken:
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 11 april 2024.
OMSCHRIJVING PROJECT
Het (eerste gefaseerd) bodemsaneringsproject behandelt de ondiepe verontreiniging van DCP en DCIPE in de ondiepe kernzone ter hoogte van de site Resilium. Doelstelling is de ondiepe verontreiniging van DCP en DCIPE (tot 3 meter diepte) weg te nemen zodat toekomstige herontwikkelingen op en rond de site van Resilium niet gehypothekeerd worden door de aanwezigheid van DCP en DCIPE in de ondiepe bodem. De doelstelling van het gefaseerd bodemsaneringsproject is om de concentraties aan DCP en DCIPE in het ondiepe grondwater (tot 3 meter diepte) terug te brengen tot minder dan 10% van de maximale oplosbaarheid voor de componenten DCP en DCIPE. De terugsaneerwaarden voor het ondiepe grondwater bedragen respectievelijk 280 mg/l aan DCP en 170 mg/l aan DCIPE.
Samengevat worden volgende werken voorzien:
• Uitgraving van de verontreinigde grond
• Onttrekking van het grondwater, teneinde de werken in den droge te kunnen uitvoeren
• Het onttrokken grondwater wordt na zuivering opnieuw geïnfiltreerd en afhankelijk van de
infiltratiecapaciteit gedeeltelijk geloosd op het oppervlaktewater
• Aanvulling van de ontgravingszone tot aan het oorspronkelijk maaiveldniveau
• Optioneel de aanleg van een lozingsleiding en elektriciteitsvoorziening.
De werken zullen naar schatting 2 à 4 maanden duren.
Na de sanering zijn gebruiksadviezen nog van toepassing.
RUIMTELIJKE SITUERING
De inrichting is gelegen in een gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven van het gewestplan Gentse en Kanaalzone, goedgekeurd bij Koninklijk Besluit van 14 september 1977 en latere wijzigingen.
De inrichting is gelegen in een van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, genaamd Afbakening Zeehavengebied Gent - Inrichting R4-oost en R4-west, definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005;
De aanvraag is in overeenstemming met de planologische bestemming en de voorschriften van het geldende gewestplan/RUP. Voor deze aanvraag is er geen stedenbouwkundige vergunning vereist, bijgevolg is een ruimtelijke afweging niet aan de orde.
MER-SCREENING
De aanvraag heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage I en II van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit).
De aanvraag heeft betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III van het MER-besluit. Er werd een project-MER-screening opgemaakt met als conclusie:
Op basis van fysieke kenmerken van het project, de locatie en de analyse van de mogelijke milieueffecten zijn er geen waarschijnlijke aanzienlijke milieueffecten te verwachten. Er wordt bijgevolg voor de voorziene werken geen milieueffectrapportage (project-MER) voorzien. Dit kan aanvaard worden.
OPENBAAR ONDERZOEK
De vergunningsaanvraag kreeg zoals bepaald in artikel 86 van het Vlarebo de vereiste publiciteit.
Het dossier lag van 18 maart 2024 tot 17 april 2024 ter inzage van het publiek op de Dienst Milieu en Klimaat.
Op het moment van opmaak van het advies werden er geen bezwaarschriften ingediend.
MILIEUHYGIENISCHE EN VEILIGHEIDSASPECTEN
Aspect afvalwater
Voor de afvalwaterzuiveringsinstallatie en de lozing wordt rubriek 3.6.3.2° aangevraagd.
De componenten DCP en DCIPE worden gezuiverd tot beneden de lozingsnormen van respectievelijk 400 μg/l en 1.200 μg/l.
De grondwaterzuiveringsinstallatie omvat volgende stappen:
1. Zandfiltratie voor verwijdering van de neerslag van ijzer en mangaan
2. Fysico-chemische behandeling
3. Stripping met behandeling van de luchtstroom (aktief kool)
4. Aktief koolbehandeling.
De saneringsinstallatie, inclusief alle leidingen en ondergrondse infrastructuur, moet op een dusdanige wijze uitgerust en gebruikt worden dat ze geen aanleiding kunnen geven tot bodem- en grondwaterverontreiniging. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
Tijdens de grondwateronttrekking zal het opgepompte water geloosd worden met een debiet van maximaal 6 m³/u.
Er wordt verkozen het onttrokken en gezuiverde grondwater te herinfiltreren. Indien de infiltratiecapaciteit niet voldoet, zal optioneel worden overgeschakeld op een (gedeeltelijke) lozing van het grondwater. De lozing zal gebeuren op het kanaal Gent-Terneuzen.
Voor de beoordeling van de afvalwaterlozing (lozingsnormen, debiet, …) en de mogelijke herinfiltratie nabij de ontgravingszone wordt verwezen naar het advies van de VMM.
Bij lozing van het gezuiverd grondwater op het Kanaal Gent-Terneuzen dient toestemming gevraagd te worden aan de waterbeheerder. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
Aspect bodem en grondwater
Voor de grondwateronttrekking inclusief drijflaagverwijdering wordt rubriek 53.8.2 aangevraagd.
Bij de uitvoering van bemaling is het aangewezen om maatregelen te nemen om de verspreiding van de grondwaterverontreiniging tegen te gaan.
Voor de beoordeling van deze rubriek wordt er verwezen naar het advies van de VMM.
Aspect geluid
Tijdens de werken (afgravingen, werking WZI, …) is er een zekere geluidshinder te verwachten evenals bij het aan- en afvoer van materieel, grond, ….
Er wordt overdag gewerkt zodat de impact van de werken op vlak van geluid en verkeer beperkt blijft tot de dag-uren. Gelet op de aard van de werken, de industriële omgeving en verkeersassen in de nabije omgeving, wordt de impact op de omgeving op vlak van geluid en verkeer zeer beperkt geacht.
Tijdens de periode van de werken zal er een waterzuiveringsinstallatie aanwezig zijn. De hinder naar de omgevingslucht is beperkt aangezien het afgas van de zuiveringen door luchtzijdig actieve koolfilters wordt gezuiverd. De onttrekkingspomp bevindt zich in het open veld, produceert geluid maar bevindt zich op ruime afstand van woon- en werkgelegenheden.
Er dient steeds voldaan te worden aan de Vlarem II-geluidsnormen. Dit wordt als opmerking opgenomen.
Aspect verkeershinder
Tijdens de werken zal een klein deel van het perceel worden ingenomen voor werfinrichting en ontgravingswerken. Tijdens de aan- en afvoer van materieel, grond, … zal er een verhoogd transport zijn van vrachtwagens.
De mobiliteit in de buurt moet verzekerd blijven. Verkeershinder dient te allen tijde voorkomen te worden. Er dient de nodige aandacht besteed te worden aan de zwakke weggebruikers. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
Aspect afval
De verontreinigde grond, afval/afvalproducten van de waterzuivering dienen te worden afgevoerd naar een erkende verwerkingseenheid. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
Aspect stof
Tijdens de graafwerken, althans bij droog weer, kan stofhinder ontstaan. In de mate dat dit stof de omgeving kan storen dient stofvorming beperkt te worden door bijvoorbeeld te besproeien. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
Er dienen maatregelen genomen te worden om verspreiding van de verontreinigde grond op de openbare weg te vermijden. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
Er dient te allen tijde een folie voorzien te worden indien de grond tijdelijk gestockeerd wordt. De uitgegraven grond moet worden afgedekt indien deze ’s avonds niet afgevoerd wordt. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
De verontreinigde grond en materialen moeten afgevoerd worden in transportmiddelen met een lekdichte laadbak en voorzien zijn van een waterdicht dekzeil. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
Aspect geur
Alle nodige voorzieningen moeten getroffen worden zodat de werknemers/omwonende geen geurhinder kunnen ervaren. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
Aspect veiligheid
Voorafgaand aan de werken moet de plaatselijke brandweer (Brandweerzone Centrum) op de hoogte gebracht worden van de geplande werken. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
CONCLUSIE
Dit advies heeft als bedoeling om de OVAM zo correct mogelijk te adviseren met betrekking tot de milieuvergunningsaspecten van het bodemsaneringsproject. Het advies heeft betrekking op de mogelijke impact naar bodem-, water- en luchtverontreiniging alsook de potentiële hinder door lawaai, geur, stof en andere mogelijk hinderlijke effecten van de bodemsaneringswerken op mens en milieu.
Dit advies doet geen uitspraak met betrekking tot het bodemsaneringsaspect zelf, bijvoorbeeld de keuze van de saneringstechniek, nazorgverplichtingen of de te behalen terugsaneerwaarden.
Het behoort OVAM toe om erover te waken dat eigenaars en gebruikers van omliggende gronden die al of niet rechtstreeks betrokken zijn bij de vervuiling/sanering tijdig en duidelijk te informeren over de juridische toestand en mogelijk negatieve praktische of financiële impact ten gevolge van de aanwezige verontreiniging en/of geplande saneringswerken. Dit advies behandelt deze aspecten niet.
De risico's voor de externe veiligheid, de hinder, de effecten op het leefmilieu, op de wateren, op de natuur en op de mens buiten de inrichting, kunnen tot een aanvaardbaar niveau beperkt worden, mits het naleven van de algemene en sectorale milieuvoorwaarden en van de in dit besluit opgenomen bijzondere vergunningsvoorwaarden.
De aanvraag wordt gunstig geadviseerd.
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij OVAM over de activiteiten of inrichtingen die vergunningsplichtig zijn binnen het ingediende bodemsaneringsproject.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
De aanvraag tot het uitvoeren van bodemsaneringswerken betreffende het eerste gefaseerd bodemsaneringsproject voor de ondiepe verontreinigingskern, terrein resilium, kuhimannkaai 1 te ertvelde wordt gunstig geadviseerd voor volgende rubrieken:
De maatregelen, lozingsnormen, monitorplan, nazorg plan en volgende bijzondere voorwaarden dienen te worden nageleefd:
1. De saneringsinstallatie, inclusief alle leidingen en ondergrondse infrastructuur, moet op een dusdanige wijze uitgerust en gebruikt worden dat ze geen aanleiding kunnen geven tot bodem- en grondwaterverontreiniging.
2. Bij lozing van het gezuiverd grondwater op het Kanaal Gent-Terneuzen dient toestemming gevraagd te worden aan de waterbeheerder.
3. De mobiliteit in de buurt moet verzekerd blijven. Verkeershinder dient te allen tijde voorkomen te worden. Er dient de nodige aandacht besteed te worden aan de zwakke weggebruikers.
4. De verontreinigde grond, afval/afvalproducten van de waterzuivering dienen te worden afgevoerd naar een erkende verwerkingseenheid.
5. Tijdens de graafwerken, althans bij droog weer, kan stofhinder ontstaan. In de mate dat dit stof de omgeving kan storen dient stofvorming beperkt te worden door bijvoorbeeld te besproeien.
6. Er dienen maatregelen genomen te worden om verspreiding van de verontreinigde grond op de openbare weg te vermijden.
7. Er dient te allen tijde een folie voorzien te worden indien de grond tijdelijk gestockeerd wordt. De uitgegraven grond moet worden afgedekt indien deze ’s avonds niet afgevoerd wordt.
8. De verontreinigde grond en materialen moeten afgevoerd worden in transportmiddelen met een lekdichte laadbak en voorzien zijn van een waterdicht dekzeil.
9. Alle nodige voorzieningen moeten getroffen worden zodat de werknemers/omwonende geen geurhinder kunnen ervaren.
10. Voorafgaand aan de werken moet de plaatselijke brandweer (Brandweerzone Centrum) op de hoogte gebracht worden van de geplande werken.
1. Er dient steeds voldaan te worden aan de Vlarem II-geluidsnormen.