Terug
Gepubliceerd op 03/05/2024

2024_CBS_04563 - OMV_2024007322 R - aanvraag omgevingsvergunning voor het regulariseren van een oprit - met openbaar onderzoek - Keuzekouter, 9031 Gent - Weigering

college van burgemeester en schepenen
do 02/05/2024 - 08:32 College Raadzaal
Datum beslissing: do 02/05/2024 - 09:03
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Filip Watteeuw

Aanwezig

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter; Filip Watteeuw, schepen; Sofie Bracke, schepen; Tine Heyse, schepen; Sami Souguir, schepen; Bram Van Braeckevelt, schepen; Isabelle Heyndrickx, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Rudy Coddens, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur; Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Afwezig

Astrid De Bruycker, schepen; Evita Willaert, schepen

Secretaris

Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Voorzitter

Sofie Bracke, schepen
2024_CBS_04563 - OMV_2024007322 R - aanvraag omgevingsvergunning voor het regulariseren van een oprit - met openbaar onderzoek - Keuzekouter, 9031 Gent - Weigering 2024_CBS_04563 - OMV_2024007322 R - aanvraag omgevingsvergunning voor het regulariseren van een oprit - met openbaar onderzoek - Keuzekouter, 9031 Gent - Weigering

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.

 

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

 

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

De heer Nicolas Vantomme met als contactadres Keuzekouter 4, 9000 Gent heeft een aanvraag (OMV_2024007322) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 18 januari 2024.

 

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:

Onderwerp: het regulariseren van een oprit

• Adres: Keuzekouter 4, 9031 Gent

Kadastrale gegevens: afdeling 27 sectie C nr. 1320P

 

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 12 februari 2024.

De aanvraag volgde de gewone procedure.

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 22 april 2024.

 

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1.       BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT

De aanvraag omvat het regulariseren van opritverharding op een perceel langs Keuzekouter in Baarle. De wijk ‘Keuzekouter’ bevindt zich ten oosten van de oude kern van Baarle en vult de ruimte op tussen Leievallei en E40. De wijk bestaat in hoofdzaak uit vrijstaande woningen op vrij ruime percelen.

 

De aanvraag tot regulariseren van de opritverharding werd eenmaal geweigerd (ref. OMV_2021110787) en eenmaal voorwaardelijk vergund (ref. OMV_2022103699).

 

In de laatste vergunning werd de verharding in de voortuin gereduceerd tot ca. 110 m² grindverharding (er werden twee plantvakken van 20 m² en 8 m² aangelegd). De verharding in polybeton (22 m²) blijft behouden. Ook in de linker zijtuin blijft de verharding in polybeton behouden (ca. 36,50 m²). De grindverharding in de linker zijtuin wordt verwijderd waarvan 45 m² aangelegd wordt als groenmassief en 32 m² in boomschors. Het pad in grind naar de tuinberging blijft behouden (12 m²). De totale verharding op het perceel wordt gereduceerd van 319 m² tot 227,50 m².

Als voorwaarde werd echter wel opgelegd dat de oppervlakte verharding in de voortuin moet gereduceerd worden tot de oppervlakte die werd vergund volgens stedenbouwkundige vergunning 2017/05167. De verharding in de zijtuin werd vergund zoals toen (en ook nu) werd aangevraagd.

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Huidige aanvraag betreft enkel het regulariseren van 138 m² grindverharding in de voortuin. Deze verharding dient als parkeerplaats (5 stuks) bij een nevenfunctie (50 m²) in de woning.

 

Op de plannen wordt echter enkel gevraagd de verharding in de linkerzijtuin te regulariseren. Deze verharding werd reeds vergund/geregulariseerd in de vorige aanvraag (ref. OMV_2022103699) en maakt geen deel uit van de huidige aanvraag.

2.       HISTORIEK

Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:

Omgevingsvergunningen

* Op 31/03/2022 werd een weigering afgeleverd voor het regulariseren van opritverharding (wijziging ten opzichte van 2017/05167) (OMV_2021110787).

* Op 03/11/2022 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het regulariseren van de opritverharding door ontharding (OMV_2022103699).

 

Stedenbouwkundige vergunningen

* Op 11/02/2016 werd een vergunning afgeleverd voor de nieuwbouw van een villa. (2015/05212)

* Op 07/09/2017 werd een weigering afgeleverd voor een nieuw te bouwen villa. (2017/05072 Dig)

* Op 08/02/2018 werd een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een villa. (2017/05167 Dig)

 

Verkavelingsvergunningen

* Op 31/01/2013 werd een vergunning afgeleverd voor het verkavelen van een perceel in 4 loten voor open bebouwing. (2012 DR 488/00)

* Op 18/02/2016 werd een weigering afgeleverd voor het wijzigen van de verkavelingsvoorschriften voor lot 2. (2015 DR 488/01/W)

3.       BOUWMISDRIJVEN

* Op 10/03/2023 werd aangemaand om OMV_2022084472 met voorwaarden, voor aanpassen verharding in voor en zijtuin, uit te voeren.

 

 

BEOORDELING AANVRAAG

4.       EXTERNE ADVIEZEN

Volgend extern advies is gegeven:  

 

Geen bezwaar advies van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio West afgeleverd op 27 maart 2024 onder ref. AB/2024/191:
In antwoord op uw adviesvraag, deel ik u mee dat De Vlaamse Waterweg nv – afdeling Regio West aan vermelde omgevingsvergunningsaanvraag voor het regulariseren van een oprit te Keuzekouter 4 te 9031 Gent-Drongen geen bezwaar heeft.

 

Het projectgebied ligt op meer dan 50 m van de Leie. Het projectgebied stroomt af naar de Leie (beheerder: De Vlaamse Waterweg nv), maar de aangevraagde bijkomende verharding/bebouwing is niet groter dan 1 hectare. Het goed is niet gelegen in een fluviaal overstromingsgevoelig gebied. Het goed is gelegen in een pluviaal overstromingsgevoelig gebied met kleine overstromingskans onder klimaatsverandering.

De inrit is aangelegd in een waterdoorlatend materiaal. Gezien de aard van de aanvraag kan in alle redelijkheid verwacht worden dat er geen significante effecten op het watersysteem zullen optreden. Er wordt door de aangevraagde werken evenmin een impact op het beheer en/of de exploitatie van de waterweg en het patrimonium van De Vlaamse Waterweg nv verwacht.

5.       TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

5.1.   Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg

Het project ligt in woongebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.


De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.

5.2.   Vergunde verkavelingen

De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling (ref. nr. 2012 DR 488/00 van 31 januari 2013). De aanvraag heeft betrekking op lot 2. De zonering volgens deze verkaveling is voortuinstrook, bouwoppervlakte en niet bebouwbaar gedeelte.

 

De aangevraagde handelingen zijn getoetst op hun conformiteit met de stedenbouwkundige voorschriften van de geldende plannen. De aanvraag is niet in overeenstemming met volgende stedenbouwkundige voorschriften:

 

1/ art. 2.3. VOORSCHRIFTEN DUURZAAM BOUWEN EN KWALITEITSASPECTEN

De verhardingen in de voortuin dienen waterdoorlatend te zijn en zich tot een minimum te beperken. Ze dienen enkel om de toegang tot het gebouw te verlenen.

 

Er wordt ca. 138 m² grindverharding (waterdoorlatend) in de voortuinstrook voorzien in functie van parkeren en toegang tot de woning en ca. 22 m² verharding in polybeton (niet-waterdoorlatend) in functie van paden en een terras.

 

2/ art. B2. BIJZONDERE VOORWAARDEN IVM, OPRITTEN, RIOLERING, WATERHUISHOUDING EN GROENAANLEG

Ter hoogte van de inrit van lot 2 wordt de bestaande toestand van de bodem (steenslag of grond) tot op minstens 2 m van de aanwezige beuk ongewijzigd gelaten, zodoende de wortels van de boom niet te beschadigen.

 

De verharding is tot op ca. 1 m van de boom gelegd.

 

Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan beperkt afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften van een goedgekeurde, niet vervallen verkavelingsvergunning, wat betreft de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van de constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.

 

De afwijking op de voorschriften van de verkaveling zijn niet aanvaardbaar:

 

-      Er is geen oneigenlijke wijziging van de voorschriften van de verkaveling. De afwijking geeft geen aanleiding tot een bestemmingswijziging.

-      De algemene strekking van het BPA wordt niet geëerbiedigd. Het is de bedoeling om het groene karakter van de verkaveling te behouden. Door meer verharding te leggen dan strikt noodzakelijk, doet men hieraan teniet.

-      Een afwijking mag niet worden toegestaan als de voorziene gebouwen of werken onverenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. De toetsing aan de goede ruimtelijke ordening kan teruggevonden worden onder paragraaf 9 van dit verslag.

 

De gevraagde afwijkingen op de verkavelingsvoorschriften kunnen niet gezien worden als beperkte afwijkingen.

5.3.   Verordeningen

Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.

 

Het ontwerp is niet in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement, het wijkt af op volgende punten:

 

-      Artikel 3.2 – Beperken van verhardingen

Dit artikel bepaalt dat het verharden van oppervlaktes moet tot een minimum beperkt worden. Verhardingen moeten waar mogelijk als verharding met natuurlijke infiltratie of als waterdoorlatende verharding aangelegd worden.

 

Voorliggend voorstel voorziet ca. 48 m² niet strikt noodzakelijke grindverharding in de voortuin (totale oppervlakte verminderd met wat vergund is) en ca. 8 m² betonverharding (totale oppervlakte verminderd met vergund terras in de voortuin), dit is niet aanvaardbaar.

 

De verharding in de voortuin moet beperkt worden tot de oppervlakte die werd vergund volgens 2017/05167.

 

Gewestelijke verordening hemelwater

De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)

Zie waterparagraaf.

5.4.   Uitgeruste weg

Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

6.       WATERPARAGRAAF

 

6.1. Ligging project

Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West. Het project ligt niet in de nabije omgeving van de waterloop.

 

Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:

-      Vooraan het perceel gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal). De overstromingskans is middelgroot (gebied waar er jaarlijks meer dan 1% kans is op overstroming).

-      Vooraan het perceel gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal). De overstromingskans is klein (gebied waar er jaarlijks 0,1 tot 1 % kans is op overstroming).

-      Achteraan het perceel en ter hoogte van de woning gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal). De overstromingskans is klein onder klimaatverandering.

-      Niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).

 

Het perceel is momenteel bebouwd.

 

6.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem

Droogte

Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.

 

Er werden op het perceel een aantal verhardingen aangelegd. De verhardingen worden waterdoorlatend aangelegd (en hebben geen helling van meer dan 2%) en de niet-waterdoorlatende verhardingen kunnen afwateren naar een voldoende grote onverharde groenzone (die minstens ¼ van de afwaterende oppervlakte is) waardoor er voldaan wordt aan de gewestelijke hemelwaterverordening.

 

Het verharden van oppervlaktes moet echter wel tot een minimum beperkt worden. De verharding in de voortuin moet beperkt worden tot de oppervlakte die werd vergund volgens 2017/05167.

 

Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

Overstromingen

Om impact op het overstromingsregime te vermijden dienen de voorwaarden uit de gewestelijke verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater strikt toegepast te worden.

 

Ruimten met kwetsbare functies kunnen extra beschermd worden tegen wateroverlast door het volgen van de richtlijnen omtrent overstromingsveilig bouwen https://www.vmm.be/water/overstromingen/hoe-je-woning-beschermen.

 

Ernstiger overstromingen dan in het verleden zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast meer zal voordoen.

 

Waterkwaliteit

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

6.3. Conclusie

Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag mits toepassing van bovenstaande maatregelen de watertoets doorstaat.

7.       PROJECT-M.E.R.-SCREENING

De aanvraag heeft geen milieueffectrapport of project-MER-screening nodig.

8.       OPENBAAR ONDERZOEK

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 20 februari 2024 tot en met 20 maart 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.

9.       OMGEVINGSTOETS

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Deze aanvraag is derde aanvraag voor het regulariseren van de verharding in de voortuin, waarvan de eerste werd geweigerd en de tweede werd vergund onder voorwaarden. Deze laatste is nog uitvoerbaar tot 03/11/2024. Gezien in de huidige aanvraag hetzelfde wordt gevraagd als toen, zal deze aanvraag ongunstig beoordeeld worden en blijft de laatst afgeleverde vergunning van toepassing.

 

Voor de volledigheid wordt hieronder nog eens gemotiveerd waarom we dergelijke oppervlakte verharding niet kunnen vergunnen:

 

De stedenbouwkundige voorschriften van de verkaveling zijn voldoende gedetailleerd opgesteld en worden geacht de criteria van de goede ruimtelijke ordening weer te geven. Omdat het voorstel niet overeenstemt met deze voorschriften, getuigt het dus ook niet van een goede ruimtelijke ordening.

 

In 2021 nam de bouwheer contact op met de balie bouwen waarbij aan hun is meegegeven dat bij een regularisatieaanvraag ook duidelijk gemotiveerd moet worden waarom deze verharding nodig is.

In het Omgevingsloket werd wel ingevuld dat er een kantoorfunctie/vrij beroep aanwezig is die een oppervlakte van 50 m² inneemt in de woning. Deze oppervlakte is kleiner dan 100 m² en vrijgesteld van vergunning waardoor deze ook onder de drempelwaarde valt voor de parkeernormen van de Stad Gent. We hanteren een drempelwaarde om kleine projecten niet op te zadelen met een verplichting tot het realiseren van een minimum fiets- en autoparkeeraanbod. En anderzijds gaan we er van uit dat nevenfuncties waarvan de oppervlakte kleiner is dan 100 m² geen grote parkeervraag hebben.

 

Wanneer er wel parkeerplaatsen voorzien worden op locaties waar dit niet verplicht of gewenst is, moet dit gemotiveerd worden, zeker als dit er meer dan 1 zijn bij een eengezinswoning met nevenfunctie. Er wordt nog steeds niet gemotiveerd voor welke activiteiten er zoveel verharding voorzien moet worden en waarvoor deze verharding zal dienen. Bij de plannenset zit noch een grondplan van de woning om aan te tonen dat er een nevenfunctie aanwezig is noch een aanduiding van eventuele parkeerplaatsen op het bijgevoegde grondplan.

 

De plannen bijgevoegd aan het dossier zijn tevens niet correct. Het plan van de bestaande toestand is helemaal geen weergave van wat er nu op het terrein aangelegd is. Dit is het plan van de oorspronkelijke vergunning (ref. 2017/05167). Bij een regularisatie moet er ook steeds een plan van de laatst vergunde toestand toegevoegd worden, dit ontbreekt. De aanvraag is zeer onduidelijk en kan niet beoordeeld worden.

 

Tenslotte is er in het formulier van de hemelwaterverordening ingevuld dat het perceel niet in overstromingsgevoelig gebied ligt, dit klopt niet. Er wordt ook gezegd dat de werken nog niet gestart zijn, maar ook dat is niet correct. De werken zijn aangevat en zelfs volledig uitgevoerd.

 

Omwille van bovenstaande redenen komt de aanvraag niet voor vergunning in aanmerking. De laatst afgeleverde vergunning (ref. OMV_2022103699) blijft geldig.

 


CONCLUSIE 

Ongunstig, de aanvraag is strijdig met de verkavelingsvoorschriften en artikel 12 van het Algemeen Bouwreglement. De aanvraag is niet in overeenstemming te brengen met de goede ruimtelijke ordening.

 

Waarom wordt deze beslissing genomen?

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

 

 

Communicatie

 

 

Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor het regulariseren van een oprit aan de heer Nicolas Vantomme gelegen te Keuzekouter 4, 9031 Gent.