Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 24 en 42.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen geeft gunstig advies.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Taminco BV met als contactadres Pantserschipstraat 207, 9000 Gent heeft een aanvraag (OMV_2024022515) ingediend bij de deputatie op 15 maart 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:
• Onderwerp: het veranderen van een chemisch bedrijf (IIOA en SH)
• Adres: Pantserschipstraat 207, 9000 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 13 sectie S nrs. 320G2, 320X2, 374X2, 431N, 435H2 en 435Y2
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 8 april 2024.
De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 8 april 2024.
De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 23 april 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
De aanvraag betreft een gecombineerde omgevingsvergunningsaanvraag met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
Het veranderen van een chemisch bedrijf (IIOA en SH)
Deze noord-zuid georiënteerde straat vormt de verbinding tussen de omgeving van Meulestedebrug en de omgeving van Stora Enso op de linkeroever van het kanaal Gent-Terneuzen. De omgeving van de bouwplaats wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van grondstofverwerkende- en technisch producerende bedrijven.
De aanvraag omvat het slopenvan en overkapping met asbestdak. De vloer van de overkapping, die dient als inkuiping, blijft behouden.
Fabriekscomplex, vastgesteld bouwkundig erfgoed van 20-06-2023.
Enorm fabriekscomplex van UCB, voorheen fabriek van zwavelzuur, chloorzuur en soda van Th. Verstraete. Huidige gebouwen in beton opklimmend tot eind van de jaren 20. https://id.erfgoed.net/aanduidingsobjecten/135836
Een gebouw op het bouwperceel is opgenomen als 'Fabriekscomplex' in de inventaris van het bouwkundig erfgoed (relictid: 135836).
Beschrijving van de aangevraagde inrichtingen of activiteiten
Het betreft het veranderen van een chemisch bedrijf (IIOA en SH).
Taminco BV is één van de grootste wereldproducenten van mono-, di-, en trimethylamines en afgeleide producten (agrochemicals, veevoederadditieven, waterbehandelingsproducten, ...). Op de site van Gent worden methylamines en afgeleiden geproduceerd. De methylamines (mono-, di- en trimethylamines) worden geproduceerd op hogedruk en hoge temperatuur op basis van methanol en ammoniak. Op basis van één van de gevormde methylamines worden op dezelfde site een aantal afgeleiden geproduceerd waaronder voedingsadditieven en fungiciden.
De basismilieuvergunning voor deze inrichting werd afgeleverd bij het besluit van de deputatie van de Provincie Oost-Vlaanderen dd. 08/12/2005. Deze basismilieuvergunning werd ondertussen door verschillende besluiten gewijzigd. Het laatste besluit, een omgevingsvergunningsbesluit, dateert van 03.08.2023 (kenmerk: OMV_2023000089). De site vormt een hoogdrempelige Seveso-inrichting.
Het voorwerp van de aanvraag betreft de afbraak van een overkapping. Ten gevolge van deze sloop zal de opslag van gevaarlijke producten die plaatsvond onder deze overkapping verplaatst worden naar het gebouw “Voorbereiding Niro 5”.
Het betreft de opslag van corrosieve, schadelijke, op lange termijn gezondheidsgevaarlijke en giftige producten gekenmerkt door H301 (geen Seveso-stoffen). Er wordt niet geraakt aan de totale opslagcapaciteit van deze gevaarlijke stoffen. De verandering betreft enkel een verplaatsing van een deel van de activiteiten die ondergebracht zijn onder de Vlarem-rubrieken 17.3.4., 17.3.5.,17.3.6. en 17.3.7.
Volgende rubrieken worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
17.3.4.3° | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton | Verplaatsing van de opslag van bijtende vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 door het slopen van overdekte inkuiping. | klasse 1 | Verandering | 0 ton |
17.3.5.3° | giftige vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 5 ton | Verplaatsing van de opslag van giftige vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 door het slopen van overdekte inkuiping. | klasse 1 | Verandering | 0 ton |
17.3.6.3° | schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering met gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton | Verplaatsing van de opslag van schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 door het slopen van overdekte inkuiping. | klasse 1 | Verandering | 0 ton |
17.3.7.3° | op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS08 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton | Verplaatsing van de opslag van op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS08) door het slopen van overdekte inkuiping. | klasse 1 | Verandering | 0 ton |
Volgende rubrieken zijn ongewijzigd:
2.2.2.b)1° | De opslag en mechanische behandeling van kunststoffen met een totale opslagcapaciteit van 20 ton | 20 ton
2.2.2.h) | Breker voor de mechanische behandeling van inerte afvalstoffen waarvan minstens 50% van de stoffen na behandeling nuttig wordt aangewend met een maximale opslagcapaciteit van 400 m³. | 400 m³
2.3.4.1.k) | Verbranding met energierecuperatie van maximaal 4500 ton/jaar distillatieresidu’s met een thermische capaciteit van 3,5 MW | 3,5 MW
3.4.2° | Lozen van maximaal 96 m³/uur, 1800 m³/dag en 500.000 m³/jaar bedrijfsafvalwater dat één of meer van de in bijlage 2C van VLAREM II bedoelde gevaarlijke stoffen bevat in het kanaal Gent-Terneuzen, zijnde het lekwater van de voorfiltratie, het terugspoelwater van de ultrafiltratie en het concentraat van de ontzouting bij de omgekeerde osmose, evenals het bedrijfsafvalwater van een back-up demi-installatie. | 96 m³/uur
3.5.3° | Lozen van koelwater in het kanaal Gent-Terneuzen met een debiet van maximaal 700 m³/uur en 16.800 m³/dag | 700 m³/uur
3.6.3.3° | Afvalwaterzuiveringsinstallaties (fysico-chemie, biologie en slibbehandeling) en lozen in het kanaal Gent-Terneuzen van max. 125 m³/uur, 3.000 m³/dag en 900.000 m³/jaar bedrijfsafvalwater dat één of meer van de in bijlage 2C van Vlarem II bedoelde gevaarlijke stoffen bevat. Afvalwaterzuiveringsinstallaties (filtratie en ionenwisselaars) en tijdelijk lozen in het kanaal Gent-Terneuzen van max 1 m³/u, 24 m³/dag en 840 m³/jaar bemalingswater dat één of meer van de in bijlage 2C van Vlarem II bedoelde gevaarlijke stoffen bevat. | 126 m³/uur
5.1. | Inrichtingen voor het formuleren en verpakken van biociden (fungiciden), maximum 22.000 ton per jaar eigen producten en loonwerk voor andere bedrijven, in zes droogtorens met thermisch vermogen 1 x 550 kW, 1 x 1.080 kW, 1 x 1.440 kW, 1 x 2.300 kW en 1 x 2.200 kW, 1 x 2.000 kW. | 22000 ton/jaar
5.4.2° | Productie van pesticiden (fungiciden) met een capaciteit van: - 30.000 ton per jaar vaste stoffen: thiram, ziram, ferbam (uitgedrukt als 100% actieve stof). - 35.000 ton per jaar vloeistoffen: metam sodium, metam kalium, vloeibare dithiocarbamaten (uitgedrukt als 100% actieve stof). | 65000 ton/jaar
5.5. | Productie van basisproducten voor gewasbescherming en van biociden met een capaciteit van: - 30.000 ton per jaar vaste stoffen: thiram, ziram, ferbam (uitgedrukt als 100% actieve stof). - 35.000 ton per jaar vloeistoffen: metam sodium, metam kalium, vloeibare dithiocarbamaten (uitgedrukt als 100% actieve stof). | 65000 ton/jaar
6.4.2° | Opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale maximale opslagcapaciteit van 2.690.000 liter. | 2690000 liter
6.5.1° | 1 mazoutverdeelslang | 1 verdeelslang
7.1.3° | Productie van MMA + DMA + TMA: 128.000 ton/jaar; alkyldimethylamines: 60.000 ton/jaar; dimethylacetamide en dimasol: 16.000 ton/jaar; trimethylaminechloorhydraat : 50.000 ton/jaar; choline chloride: 60.000 ton/jaar; TMG: 5.000 ton/jaar; uitvoeren van diverse ethoxyleringen, hydrogeneringen en amineringen voor de productie van benzyldimethylamine en/of N-ethylpyrrolidone en/of choline base (batchgewijs) en/of TMP.3EO en/of dimethylcyclohexylamine en/of hexahydrotriazine en/of EO-piperazine en/of oCl-BDMA (WTS lijn 1) en choline base op continue wijze (in WTS lijn 7), zodat de productie in WTS lijn 1 en lijn 7 is: 25.000 ton/jaar; alkylalkanolamines: 100.000 ton/jaar (WTS lijn 2 en lijn 5); pyrrolidones C0-C14: 18.000 ton/jaar (WTS lijn 3); aminopropylderivaten: 30.000 ton/jaar (WTS lijn 4); TETD: 2.500 ton/jaar; mengen van fenylmaleïmide in acrylonitrile: 9.000 ton/jaar. | 503500 ton/jaar
7.2. | Rubriek 7.2.1. GeIntegreerde chemische installatie voor de fabricage van organische (methylamines en afgeleiden): 503 500 ton/jaar Rubriek 7.2.4: GeIntegreerde chemische installatie voor de fabricage van basisproducten voor gewasbescherming en biociden: 65.000 ton/jaar | 568500 ton/jaar
7.4.b)2° | Inrichtingen voor het bereiden van amines en geamineerde organische verbindingen: productie van methylamines (MMA + DMA + TMA), 128.000 ton/jaar - productie van alkyldimethylamines, 60 000 ton/jaar (omvat het vetamide deel) - productie van benzyldimethylamine en/of dimethylcyclohexylamine en/of - orthochloordimethylbenzylamine (WTS-lijn 1): 25.000 ton/jaar - productie van alkylalkanolamines (+ menging met piperazine) 100 000 ton/jaar (WTS - lijn 2 en lijn 5) - pyrrolidones C0-C14, 18.000 ton/jaar (WTS lijn 3) - productie van aminopropyldervaten zoals DMAPA en MOPA, 30.000 ton/jaar (WTS lijn 4). | 361000 ton/jaar
7.11.1°c) | Chemische installaties voor de fabricage van zwavelhoudende koolwaterstoffen: - 30.000 ton/jaar vaste stoffen: thiram, ziram, ferbam (uitgedrukt als 100% actieve stof). - 35.000 ton/jaar vloeistoffen: metam sodium, metam kalium, vloeibare dithiocarbamaten (uitgedrukt als 100% actieve stof). - productie van 2.500 ton/jaar tetraethylthiuram disulfide (TETD) | 67500 ton/jaar
7.11.1°d) | Chemische installaties voor fabricage van organisch-chemische basisproducten: stikstofhoudende koolwaterstoffen, zoals beschreven in 7.1.3°. De totale productiecapaciteit is 503.500 ton/jaar. | 503500 ton/jaar
7.12.1°a) | Chemische installaties voor de productie van organische chemicaliën met een productiecapaciteit van 100.000 ton/jaar of meer, zoals beschreven in rubriek 7.1.3° De totale productiecapaciteit is 503.500 ton/jaar. | 503500 ton/jaar
7.12.2°a) | Chemische installaties voor de productie van bestrijdingsmiddelen met een productiecapaciteit van 30.000 ton/jaar of meer, zoals beschreven in de rubrieken 5.1, 5.4.2 en 5.5. De totale productiecapaciteit is 65.000 ton/iaar. | 65000 ton/jaar
12.1.1.1°a) | Diverse noodgeneratoren (2 x 110 kVA, 200 kVA en 250 kVA) met een totaal geïnstalleerd elektrisch schijnbaar vermogen van 670 kVA, waarvan 50% wordt in rekening gebracht: 335 kVA. | 335 kVA
12.2.2° | 6 transformatoren met individuele nominale vermogens: 1 x 1600 kVA en 5 x 2500 kVA | 14100 kVA
15.1.2° | Vijf stalplaatsen voor in het totaal maximum 58 autovoertuigen, andere dan personenwagens | 58 voertuigen
16.3.2°b) | 13 luchtcompressoren, met bijhorende persluchtvaten (1 x 4 kW, 1 x 3 kW, 3 x 5,5 kW, 1 x 7,5 kW, 1 x 45 kW, 1 x 50 kW en 1 x 110 kW, 1 x 123kW, 1 x 75 kW, 1 x 2.2 kW en 1 x 5.5 kW) met een totaal geïnstalleerd vermogen van 441,7 kW. 131 airco-installaties met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 862,44 kW, 3 warmtepompen (85 kW, 45 kW en 7,7 kW), 2 compressoren voor koelmachines werkend met ammoniak, vermogen 2 x 132 kW. 2 gascompressoren (productieproces Dimla en DMAPA) met vermogen 200 en 45 kW. 1 gascompressor binnen de methylamineproductie van 350 kW. | 2300,84 kW
16.4.1° | 2 inrichtingen voor het vullen verplaatsbare recipiënten met vloeibaar gemaakte ontvlambare gassen. | 2 inrichtingen
17.1.2.1.3° | De opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 37.050 liter | 37050 liter
17.1.2.2.3° | Opslagplaatsen van gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 2.832.290 liter | 2832290 liter
17.2.2. | VR-plichtige inrichting met aanwezigheid van gevaarlijke producten. Niet met naam genoemde stoffen: H2: 2.894,2 ton, H3: 39,71 ton, P2: 35,05 ton, P5a: 2.140,6 ton, P5c: 4.616,8 ton, E1: 12.028,8 ton, E2: 1.642,9 ton, O1: 110 ton en O2: 2,5 ton. Met naam genoemde stoffen: 15 Waterstof: 0,23 ton, 18 Ontvlambare vloeibare gassen cat. 1 of 2 (incl. LPG) en aardgas: 2.672,27 ton. 19 Acetyleen: 0,174 ton; 20 Ethyleenoxide: 1.421,66 ton, 22 Methanol: 2.343,05 ton, 25 Zuurstof: 33,23 ton, 34 Aardolieproducten: 37,69 ton, 35 Watervrije ammoniak: 1.374,78 ton; 37 Waterstofsulfide: 0,034 ton. | 1 inrichting
17.3.2.1.1.2° | Brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS02): opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van categorie 3: gasolie, diesel, stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt > 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 37,688 ton. | 37,688 ton
17.3.2.1.2.3° | Brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS02): opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van categorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 3.834,874 ton. | 3834,874 ton
17.3.2.2.3°b) | Brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS02): opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van categorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 5.731,752 ton. | 5731,752 ton
17.3.2.3.2°a) | De opslag van 2.500 kg van overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen | 2,5 ton
17.3.8.3° | Opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS09) met een gezamenlijke opslagcpaciteit van 12.727,628 ton. | 12727,628 ton
17.4. | Opslag van 5.000 kg of liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen, bij het laboratorium en in het algemeen magazijn. | 5000 kg
19.6.1°a) | Opslagplaats voor hout (transportpaletten) van 100 m³ in een lokaal | 100 m³
19.6.1°b) | De opslag van 700 m³ hout in open lucht. | 700 m³
24.4. | Laboratoria: kwaliteitscontrole, opzoeking en pilootinstallatie | 3 labo's
29.5.2.2°a) | Onderhoudswerkplaats met diverse werktuigmachines voor metaalbewerking met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 268 kW. | 268 kW
31.1.1°a) | 7 stationaire verbrandingsmotoren: 2 x 260 kW voor pompen in interventiewaternet; 1 x 131 kW noodvoorziening drijfkracht voor pompen opvang verontreinigd interventiewater; 2 x 220 kW, 400 kW en 500 kW voor aandrijving noodgeneratoren. Het totaal nominaal thermisch ingangsvermogen is 1.991 kW, waarvan 50% wordt in rekening gebracht: 995,5 kW. | 995,5 kW
33.4.1°a) | Opslagplaats voor verpakkingen uit papier en karton met capaciteit 200 ton in een lokaal | 200 ton
39.1.3° | Stoomgeneratoren met een totaal waterinhoudsvermogen van 121.100 liter: - vlampijpstoomketel Mahy 1, inhoud 43.000 liter. 15 bar - vlampijpstoomketel Mahy 2, inhoud 48.000 liter, 15 bar - waterpijpstoomketel Mahy 3 met economiser, inhoud 19.000 liter, 32 bar - recuperatiestoomgenerator verbrandingsoven (NT250) met economiser, inhoud 11.100 liter, 16 bar | 121100 liter
39.2.1° | 27 stoomvaten met een individuele inhoud van 300 liter tot 5.000 liter: 2 x 300, 320, 335, 410, 420, 432, 442, 454, 2 x 500, 590, 670, 723, 840, 2 x 890, 960, 1.100, 1.580, 2.128, 2.320, 3.270, 2 x 3.400, 3.800 en 4.500 liter | 35474 liter
39.2.2° | Een stoomvat met een individuele inhoud van meer dan 5.000 liter: 11.000 liter. | 11000 liter
39.4.1° | 2 warmtewisselaars met een individuele inhoud van de secundaire ruimte van 25 liter tot 5.000 liter: 3.750 en 4.700 liter. | 8450 liter
39.4.2° | 2 warmtewisselaars met een individuele waterinhoud van de secundaire ruimte van meer dan 5.000 liter: 2 x 10.000 liter | 20000 liter
43.1.3° | Installaties voor het stoken met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 62.051,2 kW. | 62051,2 kW
43.3.2° | Installaties voor het stoken, inclusief stationaire motoren en gasturbines, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 64,04 MW. | 64,04 MW
43.4. | BKG verbrandingsinstallatie met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 64,04 MW. | 64,04 MW
53.2.1°a) | Bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken met een opgepompt debiet van 300 m³/jaar. | 300 m³/jaar
HISTORIEK
Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:
Milieuvergunningen
* Op 13/03/2014 werd door de deputatie een vergunning afgeleverd voor het veranderen (door uitbreiding) van een chemisch bedrijf. (436/E/36)
* Op 14/08/2014 werd door de deputatie een vergunning afgeleverd voor een mededeling van een kleine verandering voor het veranderen van een chemisch bedrijf. (436/E/37)
* Op 16/07/2015 werd door de deputatie een vergunning afgeleverd voor het veranderen (door wijziging/uitbreiding) van een chemisch bedrijf. (436/E/38)
* Op 29/10/2015 werd door de deputatie een vergunning afgeleverd voor een mededeling van een kleine verandering (door uitbreiding) van een chemisch bedrijf. (436/E/39)
Afwijkingen
* Op 03/08/2004 werd door het vlaams minister van leefmilieu een goedkeuring verleend voor aanvraag afwijking exploitatievoorwaarden. (436/E/21)
* Op 11/08/2008 werd door het vlaams minister van leefmilieu de afwijking geweigerd voor afwijkingsaanvraag titel ii van het vlarem artikel 5.2.3bis.1.26, §1. (436/E/26)
* Op 30/09/2009 werd door het vlaams minister van leefmilieu de afwijking geweigerd voor aanvraag tot afwijking van artikel 5.2.3bis.1.26, §1, 1° van titel ii van het vlarem (chemisch bedrijf). (436/E/29)
* Op 14/01/2010 werd door de deputatie een goedkeuring verleend voor het wijzigen van bijzondere voorwaarden m.b.t. de lozingsvoorwaarden, opgelegd bij besluit van de deputatie van 8 december 2005. (436/E/28)
Omgevingsvergunningen
* Op 12/04/2018 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen (door wijziging en uitbreiding) van een chemisch bedrijf + bouwen van een nieuw operations center. (OMV_2017010195)
* Op 20/06/2018 werd door de deputatie een akte genomen voor een bemaling. (OMV_2018051932)
* Op 24/01/2019 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen door uitbreiding en wijziging van een chemisch bedrijf + bijstelling + bouwen van een uf-ro, pantserschipstraat 207 te 9000 gent.. (OMV_2018109587)
* Op 25/04/2019 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen door wijziging en uitbreiding van een chemisch bedrijf + bijstelling + nieuwbouw van de portierswoning, rooien van bomen, terreinaanleg voor parkeerterrein. (OMV_2018152169)
* Op 23/05/2019 werd door de deputatie een vergunning afgeleverd voor het veranderen door uitbreiding van een chemisch bedrijf. (OMV_2019024090)
* Op 13/06/2019 werd door de deputatie een akte genomen voor een tijdelijke bronbemaling in functie van het plaatsen van een nieuwe bufferput.. (OMV_2019058111)
* Op 03/10/2019 werd door de deputatie een vergunning gedeeltelijk voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een chemisch bedrijf: uitbreiding van het contractorpark, plaatsen van boogloodsen en uitbreiding van de vergunde productiecapaciteit van methylamines en choline base.. (OMV_2019033714)
* Op 09/01/2020 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor verzoek tot bijstelling van de bijzondere voorwaarden door een niet-exploitant, in dit geval de provinciale omgevingsvergunningscommissie voor de inrichting. (OMV_2019105595)
* Op 20/02/2020 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor de bijstelling milieuvoorwaarden bij een chemisch bedrijf, voor de ufro installatie en lozen koelwater. (OMV_2019126980)
* Op 20/02/2020 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen door uitbreiding van een chemisch bedrijf (iioa+sh). (OMV_2019149452)
* Op 14/05/2020 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen door wijziging en uitbreiding - bouwen bijgebouw -van een chemisch bedrijf. (OMV_2020019281)
* Op 15/10/2020 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een chemisch bedrijf: het uitbreiden van de dimla productie met bijbehorende staalbouw + bijstelling. (OMV_2020030057)
* Op 03/12/2020 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een chemisch bedrijf - plaatsing inkuiping + opslagtank. (OMV_2020112693)
* Op 09/11/2021 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een chemisch bedrijf (iioa). (OMV_2020157570)
* Op 20/10/2022 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een chemisch bedrijf(OMV_2022088908).
* Op 11/05/2023 werd er door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een chemisch bedrijf (OMV_2022121968).
* Op 03/08/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het veranderen van een chemisch bedrijf (OMV_2023000089).
BEOORDELING AANVRAAG
2. EXTERNE ADVIEZEN
Wettelijk verplichte externe adviezen worden opgevraagd door de vergunningverlenende overheid.
3. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
3.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in een gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
Dit gebied is uitsluitend bestemd voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, distributiebedrijven, logistieke bedrijven en opslag- en overslaginrichtingen evenals toeleveringsbedrijven en synergiebedrijven van de watergebonden bedrijven en de bestaande gevestigde productiebedrijven. In dit gebied worden ook de volgende dienstverlenende bedrijven toegelaten, voor zover zij complementair zijn met de voornoemde bedrijven: bankagentschappen, benzinestations en collectieve restaurants ten behoeve van de in de zone gevestigde bedrijven. Er wordt een bufferzone aangelegd aan de grens met de omliggende gebieden. In deze bufferzone worden geen handelingen en werken toegelaten die afbreuk doen aan de bufferfunctie, of aan de bestemming en/of de ruimtelijke kwaliteiten van het aangrenzend gebied. Het gebied en de bufferzone die het omvat, kunnen slechts worden gerealiseerd en beheerd door de overheid.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening Zeehavengebied Gent - Inrichting R4-oost en R4-west' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
3.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
3.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.
Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)
Zie waterparagraaf.
3.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gewestweg
3.5. Archeologienota
De aanvraag situeert zich in een gebied waarvan op basis van waarnemingen en wetenschappelijke argumenten onderbouwd kon worden dat het met hoge waarschijnlijkheid geen archeologische waarde heeft.
4. WATERPARAGRAAF
De vergunningverlenende overheid staat in voor de opmaak van de waterparagraaf. Met betrekking tot de waterparagraaf wordt volgend advies uitgebracht:
De bestaande betonverharding waarop de overkapping staat wordt behouden. Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied, zodat in alle redelijkheid wordt geoordeeld dat geen schadelijk effect op de waterhuishouding van dit gebied wordt veroorzaakt.
5. BEKENDMAKING
De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.
6. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De werken staan in teken van de functionering van dit bedrijf. Het slopen van dit gebouw is ruimtelijk en stedenbouwkundig te verantwoorden binnen het industriële landschap van de Gentse zeehaven.
Afval en stofemissies
Er worden een aantal opmerkingen gegeven over afval en stofemissies.
Afval
De verplichting om selectief te slopen, renoveren en/of te ontmantelen staat in artikel 4.3.3 van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema).
Het dossier bevat een sloopopvolgingsplan. De specifieke aandachtspunten en aanbevelingen uit het sloopopvolginsplan dienen opgevolgd te worden.
Elke afvoer van afvalstoffen moet gedocumenteerd worden met een identificatieformulier of een afgiftebewijs. De uitvoerder van de bouw-, infrastructuur-, sloop- en ontmantelingswerken bezorgt deze documenten aan de houder van de omgevingsvergunning. Deze dienen 5 jaar bijgehouden te worden.
Bij de sloop moet de nodige aandacht besteed worden aan de aanwezigheid van asbest. Meer informatie over het correct omgaan met asbest is terug te vinden op de website van OVAM: https://www.ovam.be/omgaan-met-asbest.
Stofemissies
De uitvoerder van bouw-, sloop- en infrastructuurwerken moet de emissie van stof zo laag mogelijk houden en moet hiertoe maatregelen treffen.
De verplichte maatregelen staan opgesomd in hoofdstuk 6.12 van Vlarem II.
De aandacht wordt gevestigd op artikel 6.12.3 van deze regelgeving. Dit artikel vermeldt vier concrete maatregelen om stofemissies te voorkomen:
1. afscherming met doeken of zeilen,
2. beneveling van de locatie waar de werken worden uitgevoerd,
3. bevochtiging ter hoogte van de apparatuur,
4. rechtstreekse stofafzuiging op breekhamers, polijstmachines, slijpschijven, boormachines, freesmachines en schuurmachines.
Minimaal één van deze vier maatregelen moet genomen worden.
Als er visueel waarneembare stofverspreiding optreedt kan bijkomende verneveling verplicht zijn.
Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten
Er wordt geen advies gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.
CONCLUSIE
De gevraagde omgevingsvergunning is stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar met de onmiddellijke omgeving, bijgevolg is het verslag gunstig.
Er wordt geen advies gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.
De aanvraag wordt beslist door de deputatie (art. 15 van het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014).
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij de deputatie over omgevingsvergunningsaanvragen die door de deputatie worden behandeld (klasse 1 inrichtingen en/of provinciale projecten).
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen brengt gunstig advies uit over de omgevingsaanvraag voor het veranderen van een chemisch bedrijf (IIOA en SH) van Taminco bv, gelegen te Pantserschipstraat 207, 9000 Gent.
Verzoekt de deputatie om volgende aandachtspunten op te leggen aan de aanvrager:
Afval
De verplichting om selectief te slopen, renoveren en/of te ontmantelen staat in artikel 4.3.3 van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema).
Het dossier bevat een sloopopvolgingsplan. De specifieke aandachtspunten en aanbevelingen uit het sloopopvolginsplan dienen opgevolgd te worden.
Elke afvoer van afvalstoffen moet gedocumenteerd worden met een identificatieformulier of een afgiftebewijs. De uitvoerder van de bouw-, infrastructuur-, sloop- en ontmantelingswerken bezorgt deze documenten aan de houder van de omgevingsvergunning. Deze dienen 5 jaar bijgehouden te worden.
Bij de sloop moet de nodige aandacht besteed worden aan de aanwezigheid van asbest. Meer informatie over het correct omgaan met asbest is terug te vinden op de website van OVAM: https://www.ovam.be/omgaan-met-asbest.
Stofemissies
De uitvoerder van bouw-, sloop- en infrastructuurwerken moet de emissie van stof zo laag mogelijk houden en moet hiertoe maatregelen treffen.
De verplichte maatregelen staan opgesomd in hoofdstuk 6.12 van Vlarem II.
De aandacht wordt gevestigd op artikel 6.12.3 van deze regelgeving. Dit artikel vermeldt vier concrete maatregelen om stofemissies te voorkomen:
1. afscherming met doeken of zeilen,
2. beneveling van de locatie waar de werken worden uitgevoerd,
3. bevochtiging ter hoogte van de apparatuur,
4. rechtstreekse stofafzuiging op breekhamers, polijstmachines, slijpschijven, boormachines, freesmachines en schuurmachines.
Minimaal één van deze vier maatregelen moet genomen worden.
Als er visueel waarneembare stofverspreiding optreedt kan bijkomende verneveling verplicht zijn.