Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 24 en 42.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen geeft geen advies.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Belgian Shell NV met als contactadres Kantersteen 47, 1000 Brussel heeft een aanvraag (OMV_2023139449) ingediend bij de deputatie op 21 maart 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:
• Onderwerp: het veranderen van een inrichting voor de productie van smeermiddelen (IIOA) + bijstelling
• Adres: Pantserschipstraat 108 en 301, 9000 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 13 sectie S nrs. 320G2 en 358S
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 2 mei 2024.
De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 2 mei 2024.
De aanvraag volgde de gewone procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 12 juni 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
Het betreft het veranderen van een inrichting voor de productie van smeermiddelen (IIOA) + bijstelling.
Belgian Shell produceert in Gent zeep-, klei en PU-vetten.
De totale capaciteit van de vetfabriek bedraagt 17.000 ton op jaarbasis.
Met voorliggende aanvraag wenst Belgian Shell de volgende wijzigingen door te voeren:
Afvoeren Stamina-project
In 2022 werd er een vergunning afgeleverd aan Belgian Shell voor het bouwen van een nieuwe PU-unit (U0500) (Stamina -project) en een uitbreiding van Unit 0200 (tankenpark).
Deze vergunning werd verleend op 25/11/2022, OMV nummer OMV_2022026170_EA.
Belgian Shell kreeg echter van het General Management het bericht dat deze projecten niet in uitvoering konden gaan.
Naar aanleiding van het afvoeren van het Stamina Project heeft Belgian Shell beslist:
Om de vergunning luik stedenbouw van bovenvermeld dossier vergund te houden, gezien er in de toekomst nieuwe projecten worden gelanceerd waar dit gebouw voor zal worden gebruikt. Indien nodig zullen aanpassingen aan de vergunning gevraagd worden, indien deze projecten concreet worden.
Om de vergunning deel IIOA aan te passen, met name de opslag van gevaarlijke producten die specifiek voor het Stamina project waren bedoeld en die niet voor toekomstige projecten zullen worden gebruikt, uit de vergunning te verwijderen.
Concreet worden de volgende wijzigingen doorgevoerd:
- De productie van de PU afdeling werd opgetrokken van 1.800 ton/jaar naar 4.000 ton/jaar. Deze stijging van 2.200 ton PU- vetten op jaarbasis worden terug uit rubriek 7.1.3° verwijderd, waardoor de totale productie binnen deze rubriek terug daalt van 19.200 ton/jaar naar 17.000 ton/jaar.
- Rubriek 7.11.1°d) was een nieuwe rubriek voor de productie van 4.000 ton PU-vetten per jaar. Gezien de verhoogde productie niet langer doorgaat wegens het annuleren van het Stamina project, brengen we deze totale productie terug naar 1.800 ton/jaar; zijnde de maximale capaciteit van de oude PU-fabriek.
- De toename in vermogen door de komst van deze nieuwe fabriek steeg met 4.096,95 kW, gezien de infrastructuur niet zal geplaatst worden, brengen we het vermogen van rubriek 44.2.3°a) terug naar 2.733,65 kW.
- De inkuiping waar 2 nieuwe tanks (V585- 60 m3 en V590-24 m3) geplaatst zouden worden, zal niet gebouwd worden, waardoor deze 2 tanks uit de vergunning kunnen verwijderd worden. Gezien beide producten ingedeeld werden onder GHS07 en GHS 09 zullen deze rubrieken beiden dalen met 78 ton (rubrieken 17.3.6.3° en 17.3.8.3°).
- De IBC’s die zouden dienen voor het overschot van het blending product, zullen ook niet langer gestockeerd worden op de site. Het gaat over 16 IBC’s (of 14 ton) die werden ingedeeld onder rubrieken 17.3.6.3° en 17.3.8.3°, deze 2 rubrieken zullen hierdoor dalen met 14 ton.
- De locatie voor de opslag van TDI wordt niet gewijzigd en blijft op zijn oorspronkelijke locatie staan. Aan de hoeveelheid van TDI (met naam genoemd Seveso-product) wordt niets gewijzigd.
- De 2 airco’s die voorzien waren in het gebouw mogen ook verwijderd worden, aangezien deze voorlopig niet zullen geïnstalleerd worden, het betreft 20 kW die in rubriek 16.3.2°a) werd opgenomen.
- Ook de uitbreiding van tankenpark U200 werd afgevoerd. Hierdoor kunnen de tanks V217, V218, V219 en V225 uit de vergunning verwijderd worden. De producten die in deze tanks zouden worden opgeslagen, waren ingedeeld onder de rubrieken 17.3.6.3°, 17.3.7.3° en 17.3.8.3°. Ook de vermogens van de pompen (4x7,5 kW) mogen uit de vergunning verwijderd worden.
Voor tanks V217 en V218 die ingedeeld waren onder rubriek 6.4 wordt de vergunde hoeveelheid niet in mindering gebracht, omdat in het hoogbouwmagazijn geregeld een grotere hoeveelheid producten worden opgeslagen die zijn ingedeeld onder rubriek 6.4, waardoor deze 150.000 liter aangewend wordt als reserve. De tanks V217 en V218 worden dus effectief niet geplaatst, maar we behouden het volume van 150 m3 in de vergunning wel aan voor opslag van brandbare vloeistoffen in het hoogbouwmagazijn.
Wijziging Pilot Line:
Daarnaast zal er een nieuwe Pilot Line geplaatst worden op de site.
Voor het stedenbouwkundig luik werd een vergunning aangevraagd in 2023, OMV nummer 2023010117. Hiertoe werd een vergunning verleend op 01/06/2023.
Voor de IIOA wordt met deze aanvraag de wijzigingen die leiden tot een aanpassing van de vergunning, mee in de vergunning opgenomen.
Er wordt een elektrisch hot oil fornuis geplaatst voor de pilot Line. Het elektrisch hot oil fornuis heeft een vermogen van 300 kW en is niet ingedeeld.Het hot oil fornuis dient om thermische olie te verwarmen. Deze thermische olie zal opgeslagen worden in 2 tanks T601 en T613 met een respectievelijk volume van 3m3 en 2,5 m3. De thermische olie die hierin opgeslagen zal worden heeft geen CLP indeling, maar wordt ingedeeld op basis van het vlampunt (220°C) onder rubriek 6.4. De tanks zijn enkelwandig en voorzien van een inkuiping of een opstaande rand.
Naast het hot Oil fornuis komt een elektrische chiller te staan met een koelvermogen van 233 kW. Deze delen we in onder rubriek 16.3.2°a). De chiller heeft als koudemiddel R454B (GWP 467), in totaal zal er 28,9 kg koelmiddel in het toestel aanwezig zijn.
De rubriek 16.3.2°a) werd integraal gereviseerd en het vermogen werd aangepast naar 1.272,1 kW, een toename met 196,78 kW.
Overige wijzigingen aan de vergunning
- Belgian Shell heeft in 2023 zijn heftrucks vervangen naar elektrische heftrucks. De oude heftrucks die door propaan werden aangedreven, zijn niet langer aanwezig op de site. Hierdoor daalt de totale opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten met 3.875 l naar 6.030 l (wijziging rubriek 17.1.2.1).
- Transformatoren tot en met 1.000 kVA zijn niet langer ingedeeld, waardoor rubriek 12.2.1° (2 transformatoren van elk 1.000 kVA) komt te vervallen.
- Batterijladers zijn niet langer ingedeeld, zodat rubriek 12.3.2° komt te vervallen
- Bijkomend wordt rubriek 23.3.1°a) voor de opslag van kunststoffen aangevraagd. De lege, nieuwe verpakkingen waar de uiteindelijke geproduceerde vetten in verhandeld worden, worden momenteel opgeslagen in het laagbouwmagazijn. Het betreft lege pails, emmers, vaten en cartouches. De totale maximale hoeveelheid kunststof verpakkingen die gestockeerd zal worden in het magazijn is 50 ton. Het betreft een nieuwe klasse 3 rubriek.
Bijkomend werd de lijst met gevaarlijke producten gereviseerd.
De aanwezige hoeveelheden werden herbekeken en aangepast aan een meer reële hoeveelheid, nieuwe producten werden geïntroduceerd en bestaande producten werden vervangen door nieuwe producten. Producten die exclusief gelinkt waren aan het Stamina project worden ook uit de vergunning verwijderd.
Hierdoor wijzigen de volgende rubrieken voor de opslag van gevaarlijke producten (overzicht nieuwe toestand):
- Rubriek 6.4.2° stijgt van 2.100.000 l naar 2.105.500 l (toename tanks T601 en T613, 5.500 l).
- Rubriek 17.3.2.1.1.2° blijft ongewijzigd (34,414 ton).
- Rubriek 17.3.2.1.2 daalt van 31,35 ton naar 25 ton (daling met 6,35 ton).
- Rubriek 17.3.2.2.2°b) blijft ongewijzigd (2,612 ton).
- Rubriek 17.3.4.3° daalt van 300 ton naar 290 ton, een daling van 10 ton;
- Rubriek 17.3.5 wordt 1 locatie voor de opslag van TDI verwijderd, de totale hoeveelheid TDI blijft behouden (10 ton) was vergund voor 10 ton voor de opslag van TDI. De 12 ton acuut giftige stoffen categorie 3 die er bij kwamen door het Stamina project (2 x 6 ton) worden terug uit de vergunning verwijderd zodat deze rubriek daalt van 22 ton naar 10 ton.
- Rubriek 17.3.6.3° daalt van 1.150 ton naar 980 ton, een daling van 170 ton.
- Rubriek 17.3.7 daalt van 420 ton naar 340 ton, een daling met 80 ton.
- Rubriek 17.3.8.2° daalt van 420 ton naar 175 ton, een daling van 245 ton.
De klassen van bovenvermelde rubrieken blijven ongewijzigd, met uitzondering van rubriek 3.8.2° die voordien een klasse 1 rubriek was en door de grote daling in opslag van gevaarlijk producten nu klasse 2 wordt.
Volgende rubrieken worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
6.4.2° | opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van meer dan 50.000 l tot en met 5.000.000 l | Bijkomende opslag van olie in 2 tanks T601 (3 m³) en T613 (2,5 m³) | klasse 2 | Verandering | 5500 liter |
7.1.3° | productie of behandeling van organische of anorganische chemicaliën (jaarcapaciteit van meer dan 10 000 ton) | Een daling in de totale productie met 2.200 ton nav van het annuleren van het Stamina project | klasse 1 | Verandering | -2200 ton/jaar |
7.11.1°d) | de fabricage van organisch-chemische producten, zoals stikstofhoudende koolwaterstoffen, zoals: aminen amiden nitroso-, nitro- en nitraatverbindingen nitrillen cyanaten isocyanaten | Een vermindering in PU-vetten wegens het annuleren van het Stamina project | klasse 1 | Verandering | -2200 ton/jaar |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (meer dan 200 kW) | Toename in vermogens airco's | klasse 2 | Verandering | 196,78 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1000 liter tot en met 10.000 liter | Verminderen van de opslag van gassen in verplaatsbare recipiënten | klasse 2 | Verandering | -3875 liter |
17.2.1. | inrichting waar gevaarlijke producten aanwezig zijn in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 2, bij dit besluit - lagedrempelinrichting | Verwijderen van nieuwe locatie TDI naar aanleiding van het annuleren van het Stamina project | klasse 1 | Verandering | 0 ton |
17.3.2.1.2.2° | overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 10 ton tot en met 200 ton | Vermindering van de opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 | klasse 2 | Verandering | -6,35 ton |
17.3.4.3° | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton | Een daling in de opslag van diverse bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (GHS05). | klasse 1 | Verandering | -10 ton |
17.3.5.3° | giftige vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS06 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 5 ton | Verwijdering in opslag van giftige stoffen | klasse 1 | Verandering | -12 ton |
17.3.6.3° | schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering met gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton | Een daling in de opslag van diverse schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS07). | klasse 1 | Verandering | -170 ton |
17.3.7.3° | op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS08 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton | Een daling in de opslag van diverse op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS08). | klasse 1 | Verandering | -80 ton |
17.3.8.2° | voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS09 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton | Een daling in de opslag van diverse voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS09). | klasse 2 | Verandering | -245 ton |
23.3.1°a) | opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, volledig gelegen in een industriegebied (meer dan 10 ton tot en met 200 ton in een lokaal) | Opslag van lege kunststof verpakkingen (emmers, cartouches, ....) in het laagbouwmagazijn | klasse 3 | Nieuw | 50 ton |
44.2.3°a) | andere inrichtingen voor het vervaardigen of behandelen van plantaardige of dierlijke oliën en vetten, wassen, of andere niet-eetbare vetstoffen dan de inrichtingen, vermeld in rubriek 44.1, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 1000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied | Daling in het vermogen door het wegvallen van de nieuwe PU fabriek | klasse 1 | Verandering | -4096,95 kW |
Volgende rubrieken zijn ongewijzigd:
3.4.2° | Lozen van max. 50 m³/uur- 500 m³/dag- 36.500 m³/jaar bedrijfsafvalwater met gevaarlijke stoffen in Kanaal Gent-Terneuzen.
De lozing van maximum 50 m³/uur, 1.200 m³/dag en 30.000 m³/jaar afvalwater van de bronbemaling ofwel op de riolering van de Pantserschipstraat (lozingspunt 1) ofwel het kanaal Gent-Terneuzen (lozingspunt 2) | 50 m³/uur
3.5.3° | Lozen van max. 120 m³/uur- 2.800 m³/dag- 375.000 m³/jaar koelwater in het Kanaal Gent-Terneuzen | 120 m³/uur
3.6.1. | Het lozen van max. 2.200 m³/jaar huishoudelijk afvalwater via een IBA op lozingspunt F op de openbare riolering die uitmondt in Kanaal Gent-Terneuzen. | 2200 m³/jaar
3.6.3.2° | De lozing van maximum 50 m³/uur, 1.200 m³/dag en 30.000 m³/jaar afvalwater van de bronbemaling via een waterzuiveringsinstallatie ofwel op de riolering van de Pantserschipstraat (lozingspunt 1) ofwel het kanaal Gent-Terneuzen (lozingspunt 2). | 50 m³/uur
12.1.2.1°a) | Twee dieselpompen van elk 220 kW en 1 effluentpomp van 21,78 kW, allen voor 50% inbrengbaar. Totaal 230,89 kW. | 230,89 kW
12.2.2° | 1 transformator van 2.500 kVA | 2500 kVA
15.1.1° | Het stallen van max. 25 voertuigen | 25 voertuigen
15.2. | Werkplaats voor het nazicht, herstellen en onderhouden van motorvoertuigen zonder schouwput of hefbrug | 1 werkplaats
16.2.1° | Een stikstofgenerator voor afscheiding van stikstof uit lucht met bijhorend drukvat van 900 l | 900 liter
17.3.2.1.1.2° | De opslag van 34.414 kg gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt >=55°C (GHS02). | 34,414 ton
17.3.2.2.2°b) | De opslag van 2.612 kg diverse ontvlambare vloeistoffen van categorie 1 en 2 | 2,612 ton
17.4. | De opslag van maximaal 5.000 liter diverse gevaarlijke producten in kleine verpakkingen | 5000 liter
19.6.1°c) | De opslag van maximum 1.500 m³ houten paletten in een magazijn | 1500 m³
24.3. | Laboratorium | 1 stuk
29.5.2.1°a) | Diverse metaalbewerkingstoestellen met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 50 kW | 50 kW
29.5.7.1°a)1) | Twee ontvettingsbaden van in totaal 190 liter (100 liter en 90 liter). | 190 liter
31.1.2°a) | Een tijdelijk stoomgenerator van 2.316 kW die ingezet wordt gedurende een beperkte periode op de plaats van noodzaak | 2316 kW
43.1.2°a) | Drie verbrandingsinstallaties met een thermisch vermogen van 2 x 1.163 kW en 1 x 200kW, 1 tijdelijke stoomgenerator van 2.316 kw, totaal 4.842 kW | 4842 kW
44.3. | De opslag van max. 4.000 ton oliën en vetten in een hoogbouwmagazijn en van max. 2.000 ton oliën en vetten in het laagbouwmagazijn | 6000 ton
53.2.2°a) | Een bronbemaling met een maximum debiet van 30.000 m³/jaar (Oligoceen Aquifer, HCOV 0100). | 30000 m³/jaar
Volgende rubrieken zijn niet meer van toepassing:
12.2.1 | 2 transformatoren van elk 1.000 kVA. | 2000 kVA
12.3.2° | Diverse batterijladers en AGV’s met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 14,01 kW. | 14,01 kW
Volgende bijstelling van de bijzondere voorwaarden wordt aangevraagd:
Omschrijving:
Er wordt een hogere lozingsnorm voor de parameter zink aangevraagd.
Motivatie:
Belgian Shell stelt vast dat vanaf 2023 er verhoogde concentraties werden gedetecteerd voor de parameter zink (waarde 18/01/2023).
Voorheen waren de waarden voor deze parameter steeds beneden de lozingsnorm.
De laatst gemeten waarde was 1,39 een overschrijding van de lozingsnorm (norm is 1 mg/l).
Aanvulling:
Belgian Shell heeft onderzoek gedaan naar een mogelijke oorzaak, maar voorlopig is er geen verband terug te vinden tussen de productie en de vastgestelde waarden. Uiteraard zal Belgian Shell deze parameter blijven opvolgen en blijven analyseresultaten verzamelen.
Voorstel nieuwe lozingsnorm: 2 mg/l
2. HISTORIEK
De vergunningverlenende overheid staat in voor de historiek van de inrichting.
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Wettelijk verplichte externe adviezen worden opgevraagd door de vergunningverlenende overheid.
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 28 oktober 1998).
Dit gebied is uitsluitend bestemd voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, distributiebedrijven, logistieke bedrijven en opslag- en overslaginrichtingen evenals toeleveringsbedrijven en synergiebedrijven van de watergebonden bedrijven en de bestaande gevestigde productiebedrijven. In dit gebied worden ook de volgende dienstverlenende bedrijven toegelaten, voor zover zij complementair zijn met de voornoemde bedrijven: bankagentschappen, benzinestations en collectieve restaurants ten behoeve van de in de zone gevestigde bedrijven.
Er wordt een bufferzone aangelegd aan de grens met de omliggende gebieden. In deze bufferzone worden geen handelingen en werken toegelaten die afbreuk doen aan de bufferfunctie, of aan de bestemming en/of de ruimtelijke kwaliteiten van het aangrenzend gebied. Het gebied en de bufferzone die het omvat, kunnen slechts worden gerealiseerd en beheerd door de overheid.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening Zeehavengebied Gent - Inrichting R4-oost en R4-west' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005). De locatie is volgens dit RUP gelegen in Artikel 1: Afbakeningslijn zeehavengebied Gent.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
5. WATERPARAGRAAF
De vergunningverlenende overheid staat in voor de opmaak van de waterparagraaf.
6. OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 10 mei 2024 tot en met 8 juni 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.
7. OMGEVINGSTOETS
Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten
Er wordt geen advies gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.
CONCLUSIE
Er wordt geen advies gegeven.
De aanvraag wordt beslist door de deputatie (art. 15 van het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014).
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij de deputatie over omgevingsvergunningsaanvragen die door de deputatie worden behandeld (klasse 1 inrichtingen en/of provinciale projecten).
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen geeft geen advies over de omgevingsaanvraag voor het veranderen van een inrichting voor de productie van smeermiddelen (IIOA) + bijstelling van Belgian Shell nv, gelegen te Pantserschipstraat 108 en 301, 9000 Gent.
Er worden geen aandachtspunten meegegeven.