Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 24 en 42.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen geeft geen advies.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
De heer Luigi Neirynck met als contactadres Nederzwijnaarde 2, 9052 Gent en Soliver NV met als contactadres Groene-Herderstraat 18, 8800 Roeselare hebben een aanvraag (OMV_2022069270) ingediend bij de deputatie op 16 januari 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:
• Onderwerp: het veranderen van een inrichting voor de productie van gehard en gelaagd glas
• Adres: Nederzwijnaarde 2, 9052 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 24 sectie B nrs. 391B2, 675B en 675A
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 2 mei 2024.
De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 2 mei 2024.
De aanvraag volgde de gewone procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 6 juni 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
Het betreft het veranderen van een inrichting voor de productie van gehard en gelaagd glas.
Volgende rubrieken worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
3.2.2°a) | lozen van huishoudelijk afvalwater (niet afkomstig van woongelegenheden) zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, in een lozingspunt gelegen in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied of buiten het zoneringsplan (meer dan 600 m³/jaar) | Een vermeerdering van het lozen van huishoudelijk afvalwater met een totale hoeveelheid van 23080 m³/jaar. | klasse 3 | Verandering | 23080 m³/jaar |
3.4.2° | lozen, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, van bedrijfsafvalwater dat al dan niet één of meer gevaarlijke stoffen (lijst 2C, VLAREM I) bevat in concentraties hoger dan het indelingscriterium (meer dan 2 m³/u tot en met 100 m³/u) | Een vermeerdering van het lozen van bedrijfsafvalwater met een totale hoeveelheid van 2,13 m³/uur - 51,08 m³/dag - 38528,4 m³/jaar en aanvraag om te lozen in oppervlaktewater in plaats van de openbare riolering | klasse 2 | Verandering | 2,13 m³/uur |
4.4. | inrichtingen voor het thermisch behandelen (bij 100° C of meer) van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen - inwendig volume van de ovens > 0,25 m³ | Inrichtingen voor het thermisch behandelen van voorwerpen bedekt met bedekkingsmiddelen met een inwendig volume van 165 m³ (France Etuves oven) | klasse 2 | Nieuw | 165 m³ |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (meer dan 200 kW) | Uitbreiding diverse koelinstallaties, luchtcompressoren, airconditioninginstallaties met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 2731,98 kW | klasse 2 | Verandering | 2731,98 kW |
17.1.2.1.2° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 1000 liter tot en met 10.000 liter | De opslag van: - 1280 L Zuurstof - 3940 L Argon Arcal Prime - 320 L Stikstof - 60 L Helium | klasse 2 | Nieuw | 5600 liter |
17.3.2.1.2.1° | overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 10 ton | De opslag van overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 1500 kg. | klasse 3 | Nieuw | 1,5 ton |
17.3.2.2.2°b) | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 50 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders | De opslag van ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 3700 kg. | klasse 2 | Nieuw | 3,7 ton |
17.3.4.1°a) | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 200 kg tot en met 20 ton, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied | De opslag van bijtende vloeistoffen met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 300 kg | klasse 3 | Nieuw | 0,3 ton |
17.3.6.2°a) | schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied | De opslag van schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 42,275 ton | klasse 2 | Nieuw | 42,275 ton |
17.3.7.3° | op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS08 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton | De opslag van vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gevaarlijk zijn voor de gezondheid met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 60,12 ton. | klasse 1 | Nieuw | 60,12 ton |
17.3.8.2° | voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS09 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton | De opslag van vloeistoffen en vaste stoffen die gevaarlijk zijn voor het aquatisch milieu met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 23 ton | klasse 2 | Nieuw | 23 ton |
23.2.2°a) | behandelen van kunststoffen en vervaardigen van voorwerpen uit kunststoffen - andere dan rubriek 41, volledig gelegen in een industriegebied (meer dan 200 kW) | installaties voor de productie van PUR afdichting en lijm voor de componenten vast te maken aan het glas. | klasse 2 | Nieuw | 410 kW |
29.5.4.1°a) | fysisch behandelen van metalen of voorwerpen uit metaal of stralen met zand of andere producten, volledig gelegen in industriegebied - uitgezonderd stralen van een gebouw of vaste constructie (van 5 kW tot en met 200 kW) | Zandstraalinstallatie | klasse 3 | Nieuw | 17 kW |
30.8.3°a) | vervaardigen en behandelen van voorwerpen uit glas met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 1000 kW, als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied | uitbreiding van diverse toestellen voor het vervaardigen van voorwerpen uit glas met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 4834,28 kW | klasse 1 | Verandering | 4834,28 kW |
39.2.2° | stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van meer dan 5000 l | verhoging met 12 m3 naar een inhoud van 165m3 | klasse 2 | Verandering | 12000 liter |
Volgende rubrieken zijn ongewijzigd:
6.4.1° | de maximale opslag van 1.000 liter brandbare vloeistoffen in verplaatsbare recipiënten. | 1000 liter
11.1.2°a) | 7 zeefdruklijnen met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 528,2 kW. | 528,2 kW
12.2.2° | 8 transformatoren met een individueel nominaal vermogen van respectievelijk 2 x 2.000 kVA – 4 x 2.500 kVA en 2 x 3.150 kVA. | 20300 kVA
15.1.1° | het stallen van maximaal 5 voertuigen andere dan personenwagens. | 5 voertuigen
17.4. | de maximale opslag van 5 ton diverse gevaarlijke stoffen in kleine verpakkingen. | 5000 kg
23.3.1°a) | de maximale opslag van 48 ton kunststoffen. | 48 ton
24.4. | een labo voor kwaliteitscontrole. | 1 labo
29.5.2.1°a) | diverse metaalbewerkingstoestellen met een totaal geïnstalleerde drijfkracht van 10 kW. | 10 kW
Volgende rubrieken zijn niet meer van toepassing:
12.3.2° | diverse batterijladers met een totaal geïnstalleerd vermogen van 30 kW. | 30 kW
16.3.1.2° | Luchtcompressoren | 465 kW
Volgende bijstelling van de bijzondere voorwaarden wordt aangevraagd:
Omschrijving: In tegenstelling tot de mogelijke beperking van de exploitatie-uren in de sectorale voorwaarden mag de inrichting worden geëxploiteerd 24 u op 24 u van maandag tot vrijdag.
Motivatie: Soliver N.V. zou graag een volcontinu systeem werken met een weekendploeg. De reden hiervoor is de toegenomen werkdruk, de nieuwe projecten te kunnen uitvoeren en zo energie-efficiënt te kunnen werken. Daarom vragen ze en bijstelling aan om 24/24, 7/7 te kunnen produceren
Aanvulling: In tegenstelling tot de mogelijke beperking van de exploitatie-uren in de sectorale voorwaarden mag de inrichting worden geëxploiteerd 24 u op 24 u van maandag tot zondag.
Volgende bijstelling van de sectorale voorwaarden wordt aangevraagd:
Artikel: bijlage 5.3.2.15°
Omschrijving: Aanvraag tot sectorale voorwaarden voor het lozen van bedrijfsafvalwater op oppervlaktewater volgens 15°b fabricatie en gebruik van plat glas. (zie Vlarem II, bijlage 5.3.2.15°)
Motivatie: Soliver N.V. vraagt voor deze site ook dezelfde sectorale voorwaarde aan omdat het dezelfde activiteit is als in de site Roeselare, het bewerken van vlak glas. Voor de heffing wordt dan ook de specifieke sector ‘03°’ gebruikt i.p.v. de sector ‘61°’. (uit 6. Afdeling 5.3.2 – Bedrijfsafvalwaters en bijlage 5.3.2, sector 61°,) Dit zijn de ‘overige bedrijvigheden ‘ in de Vlarem II wetgeving
2. HISTORIEK
De vergunningverlenende overheid staat in voor de historiek van de inrichting.
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Wettelijk verplichte externe adviezen worden opgevraagd door de vergunningverlenende overheid.
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in industriegebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de ander industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005). De locatie is volgens dit RUP gelegen in Artikel 0: Afbakeningslijn grootstedelijk gebied Gent.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
5. OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 12 mei 2024 tot en met 10 juni 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend.
De vergunningverlenende overheid staat in voor de behandeling van de bezwaren.
6. OMGEVINGSTOETS
Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten
Er wordt geen advies gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.
CONCLUSIE
Er wordt geen advies gegeven.
De aanvraag wordt beslist door de deputatie (art. 15 van het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014).
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij de deputatie over omgevingsvergunningsaanvragen die door de deputatie worden behandeld (klasse 1 inrichtingen en/of provinciale projecten).
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen geeft geen advies over de omgevingsaanvraag voor het veranderen van een inrichting voor de productie van gehard en gelaagd glas van de heer Luigi Neirynck en Soliver nv, gelegen te Nederzwijnaarde 2, 9052 Gent.
Er worden geen aandachtspunten meegegeven.