Terug
Gepubliceerd op 02/02/2024

2024_CBS_00870 - OMV_2023151988 K - aanvraag omgevingsvergunning voor wijzigen van zij- en achtergevel - zonder openbaar onderzoek - Visserij, 9000 Gent - Vergunning

college van burgemeester en schepenen
do 01/02/2024 - 08:32 College Raadzaal
Datum beslissing: do 01/02/2024 - 08:56
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Filip Watteeuw

Aanwezig

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter; Filip Watteeuw, schepen; Tine Heyse, schepen; Astrid De Bruycker, schepen; Sami Souguir, schepen; Bram Van Braeckevelt, schepen; Isabelle Heyndrickx, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Evita Willaert, schepen; Rudy Coddens, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur; Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Verontschuldigd

Sofie Bracke, schepen

Secretaris

Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Voorzitter

Filip Watteeuw, schepen
2024_CBS_00870 - OMV_2023151988 K - aanvraag omgevingsvergunning voor wijzigen van zij- en achtergevel - zonder openbaar onderzoek - Visserij, 9000 Gent - Vergunning 2024_CBS_00870 - OMV_2023151988 K - aanvraag omgevingsvergunning voor wijzigen van zij- en achtergevel - zonder openbaar onderzoek - Visserij, 9000 Gent - Vergunning

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.

 

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

 

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

Het college van burgemeester en schepenen verleent de vergunning en legt bijzondere voorwaarden op.

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

Mevrouw Ann Godderis-Coene met als contactadres Visserij 139, 9000 Gent heeft een aanvraag (OMV_2023151988) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 22 november 2023.

 

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:

• Onderwerp: wijzigen van zij- en achtergevel

• Adres: Visserij 139, 9000 Gent

• Kadastrale gegevensafdeling 4 sectie D nr. 3630K4

 

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 13 december 2023.

De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 22 januari 2024.

 

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1.       BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Het te verbouwen pand bevindt zich in de Visserij, achteraan in een steegbeluik, in de wijk Heernis.
De steeg ligt tussen 2 waterlopen : naast de straat ‘Visserij’ ligt de waterloop ‘Visserij’. Aan de achterzijde van de steeg, net naast de bouwplaats ligt een tweede waterloop ‘Vertakking van De Pauw’.

 

Het betreffende pand ligt paalt aan het looppad ‘Achtervisserij’ naast de ‘Vertakking van de Pauw’. Het pand in kwestie betreft een eengezinswoning in rijbebouwing. De straatbreedte van het perceel binnen de steeg meet 3,80m en het hoofdgebouw heeft een diepte van 9,03m langsheen het jaagpad. 
Het hoofdgebouw telt 2 bouwlagen met een zadeldak.

De voorgevelbekleding bestaat uit rode baksteen, het dak is bekleed met donkere pannen.
Achter het hoofdgebouw is geen bijgebouw aanwezig, er ligt een koer met een oppervlakte van 19,8m².

 

Gewenste toestand:

Deze aanvraag voorziet wijzigen van de gevelopeningen op de gelijkvloerse bouwlaag : meer bepaald in de zijgevel (gericht naar het jaagpad en de waterloop) en de achtergevel (gericht naar de koer).

Intern worden geen vergunningsplichtige werken voorzien en blijft ook de indeling van de ruimten behouden.
In de zijgevel komt 1 raam (breedte: 1,15m en hoogte: 2,15m).  In de achtergevel wordt een deur verbreed (van 0,93m naar 1,60m) en 1 nieuw raam geplaatst ter hoogte van de sanitaire cel (breedte: 0,86m, hoogte: 0,82m)
De verbouwingswerken voorzien geen wijzigingen aan de bestaande voorgevelopeningen, ook de gevelmaterialen van de gevels blijven behouden.

 

Erfgoed

Het perceel met adres Visserij 139, 9000 Gent is gelegen binnen een op het gewestplan ingekleurd woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Binnen deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden gegrond op de wenselijkheid van behoud.

Het pand is ook opgenomen op de vastgestelde inventaris van het onroerend erfgoed als deel van ‘Twee Steegbeluiken’. Voor de volledige beschrijving, zie: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/aanduidingsobjecten/137254

De steeg wordt gekenmerkt als arbeiderswoningen met identieke voorgevels en bouwvolumes:
- hoofdgebouw van 3 bouwlagen hoog aan de Visserij en 2 bouwlagen binnen de steeg
- identieke bouwdiepte van de hoofdgebouwen en zadeldaken
- gevelmetselwerk in rood/bruine baksteen
- achter het hoofdgebouw een ondiepe strook met kleine gelijkvloerse bijgebouwen en/ of kleine koertjes.
- perceelsscheidingen in baksteen.
 

2.       HISTORIEK

Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:

Omgevingsvergunningen

* Op 20/02/2020 werd een weigering afgeleverd voor het uitbreiden van de woning (OMV_2019150060).

* Op 04/02/2021 werd een weigering afgeleverd voor het verbouwen van een eengezinswoning in gesloten bebouwing (OMV_2020097047).

* Op 20/10/2023 werd een melding wegens ongegrond/niet rechtsgeldig niet afgeleverd voor het aanbrengen van wijzigingen aan de zij- en achtergevel (OMV_2023116775).

 

 

BEOORDELING AANVRAAG

3.       EXTERNE ADVIEZEN

Volgend extern advies is gegeven:  

 

Voorwaardelijk gunstig advies van De Vlaamse Waterweg afgeleverd op 11 januari 2024 onder ref. AB/2023/1134:
Het advies verleend op 5/01/2024:
 

In antwoord op uw adviesvraag en in aanvulling van het advies verleend op 5/01/2024, deel ik u mee dat De Vlaamse Waterweg nv – afdeling Regio West aan vermelde omgevingsvergunningsaanvraag voor het wijzigen van zij- en achtergevel in de Visserij 139 (kadaster: Afd: 4 Sec:  D 3660K4) te 9000 Gent een voorwaardelijk gunstig advies verleent. 

De voorwaarden waaraan voldaan moet worden, zijn:

• Voor het jaagpad geldt een overeenkomst van 20 mei 1996 over het beheer tussen stad Gent en De Vlaamse Waterweg nv

• Voor alle werken en inname van het openbaar domein (waterweg, kaaimuur, deksteen, wandelpad) van de Vlaamse Waterweg NV zijn onderworpen aan een vergunningsplicht bij De Vlaamse Waterweg NV. Bijvoorbeeld watercaptatie, ligplaats, steiger, afvoerbuis, uitstroomconstructie, plaatsen van een stelling, … . Het jaagpad mag niet met gemotoriseerd verkeer betreden worden. Naast een vergunning bij de Vlaamse Waterweg nv dient de aanvrager te beschikken over een vergunning voor inname publieke ruimte van stad Gent.

• Tussen de perceelgrens en het wandelpad worden geen beplantingen toegelaten. Deze zone mag niet geprivatiseerd worden. Op het openbaar domein mogen geen materialen gestapeld worden.

Tijdens de verbouwingswerken mogen de gebruikers van het jaagpad en de waterweg niet gehinderd worden.

• Gezien de nabijheid van de waterweg dienen bij werken aan de zijgevel stofdoeken of gelijkwaardig alternatief goedgekeurd door de Vlaamse Waterweg nv te worden gebruikt.

• Het is verboden omligplaats te nemen met gemotoriseerde vaartuigen

• Het is verboden om niet-gemotoriseerde vaartuigen (kano, kajak, SUP, pedalo, roeiboot, …) in de waterweg, aan kaaimuur, op het jaagpad of het openbaardomein achter te laten

• Het raam dient inpandig open te draaien.

 

A) Advies m.b.t. het beheer en de exploitatie van de waterweg en het patrimonium van De Vlaamse Waterweg nv

 

De zijgevel met nieuwe raamopening is gelegen naast het jaagpad Achtervisserij. Bovenstaande voorwaarden zijn hieraan verbonden.

 

B) Watertoetsadvies

1) Beschrijving van het project en de kenmerken van het watersysteem die door het project kunnen beïnvloed worden:
Het projectgebied is gelegen langs en stroomt af naar de Coupure (beheerder: De Vlaamse Waterweg nv). 

 

Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten 2023 niet overstromingsgevoelig: het terrein kent geen overstroming gemodelleerd voor fluviale, pluviale overstromingen en voor overstromingen vanuit de zee.

 

2) Op het project toepasselijke voorschriften uit het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde:
Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde formuleert maatregelen om wateroverlast (en watertekort) in het bekken te voorkomen. De strategie "vasthouden-bergen-afvoeren" is hierbij van toepassing. Dit kan door het vermijden van de toename van verharde oppervlakte, het afkoppelen van hemelwater van de riolering, hergebruik ter plaatse, infiltreren waar mogelijk, bufferen, vertraagd afvoeren, vermijden van inbuizingen, aanleggen van groendaken, ... Via het instrument van de watertoets worden schadelijke effecten van nieuwe plannen, programma’s en vergunningen vermeden door het opleggen van gepaste maatregelen of het niet toestaan van nieuwe ontwikkelingen.

 

Er zijn geen acties opgenomen in het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde (2022-2027) die betrekking hebben op de vergunningsaanvraag.

 

3) Beoordeling van verenigbaarheid met het watersysteem:
Er worden geen bijkomende gebouwen, verhardingen, lozingen of relevante reliëfwijzigingen voorzien. Het gaat om het verbouwen van een zij- en achtergevel. Gezien de aard van de aanvraag kan in alle redelijkheid verwacht worden dat er geen negatieve effecten op het watersysteem zullen optreden. De aanvraag is verenigbaar met het watersysteem en de doelstellingen en beginselen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’.

 

4) Toetsing aan doelstellingen en beginselen DIWB:

Het project voldoet aan het standstillbeginsel. De aanvraag is onder hoger vermelde voorwaarden verenigbaar met de beginselen en doelstellingen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’. 

 

 

4.       TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

4.1.   Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg

Het project ligt in woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).

 

Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.

 

Het project ligt in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'STEDELIJK WONEN' (Definitieve vaststelling door de Gemeenteraad op 27 juni 2017).
De locatie is volgens dit RUP gelegen in ‘stedelijk woongebied’.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.

 

4.2.   Vergunde verkavelingen

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

 

4.3.   Verordeningen

Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.

Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.

 

Gewestelijke verordening hemelwater

De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)

Zie waterparagraaf.

 

Gewestelijke verordening voetgangersverkeer

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.

 

4.4.   Uitgeruste weg

Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

 

5.       WATERPARAGRAAF

5.1. Ligging project

Het project ligt in een afstroomgebied in de waterloop ‘Vertakking De Pauw’, beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West. Het project ligt in de nabijheid van waterloop in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West.

 

Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:

- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.

- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).

- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).

- niet gelegen in een signaalgebied.

 

Het perceel is momenteel bebouwd.

 

5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem

Droogte

Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening (GSV) en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.

 

Verbouwing zonder oppervlaktewijziging, zonder aanpassing afvoerstelsel en zonder isolatie:

De voorliggende aanvraag wijzigt noch de bebouwde noch de verharde oppervlakte. Het afvoerstelsel blijft ongewijzigd. Er worden geen nieuwe platte daken aangelegd. Hieruit volgt dat er vanuit de GSV of het algemeen bouwreglement van de stad Gent geen verplichtingen zijn voor de aanleg van een hemelwaterput, infiltratievoorziening of een groendak.

 

Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen

Het perceel ligt in de nabijheid van waterloop in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West.
-> Er werd advies gevraagd aan de waterbeheerder:

 

A) Advies m.b.t. het beheer en de exploitatie van de waterweg en het patrimonium van De Vlaamse Waterweg nv

De zijgevel met nieuwe raamopening is gelegen naast het jaagpad Achtervisserij. Bovenstaande voorwaarden zijn hieraan verbonden.

 

B) Watertoetsadvies

1) Beschrijving van het project en de kenmerken van het watersysteem die door het project kunnen beïnvloed worden:
Het projectgebied is gelegen langs en stroomt af naar de Coupure (beheerder: De Vlaamse Waterweg nv). 

 

Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten 2023 niet overstromingsgevoelig: het terrein kent geen overstroming gemodelleerd voor fluviale, pluviale overstromingen en voor overstromingen vanuit de zee.

 

2) Op het project toepasselijke voorschriften uit het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde:
Het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde formuleert maatregelen om wateroverlast (en watertekort) in het bekken te voorkomen. De strategie "vasthouden-bergen-afvoeren" is hierbij van toepassing. Dit kan door het vermijden van de toename van verharde oppervlakte, het afkoppelen van hemelwater van de riolering, hergebruik ter plaatse, infiltreren waar mogelijk, bufferen, vertraagd afvoeren, vermijden van inbuizingen, aanleggen van groendaken, ... Via het instrument van de watertoets worden schadelijke effecten van nieuwe plannen, programma’s en vergunningen vermeden door het opleggen van gepaste maatregelen of het niet toestaan van nieuwe ontwikkelingen.

 

Er zijn geen acties opgenomen in het stroomgebiedbeheerplan van de Schelde (2022-2027) die betrekking hebben op de vergunningsaanvraag.

 

3) Beoordeling van verenigbaarheid met het watersysteem:
Er worden geen bijkomende gebouwen, verhardingen, lozingen of relevante reliëfwijzigingen voorzien. Het gaat om het verbouwen van een zij- en achtergevel. Gezien de aard van de aanvraag kan in alle redelijkheid verwacht worden dat er geen negatieve effecten op het watersysteem zullen optreden. De aanvraag is verenigbaar met het watersysteem en de doelstellingen en beginselen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’.

 

4) Toetsing aan doelstellingen en beginselen DIWB:

Het project voldoet aan het standstillbeginsel. De aanvraag is onder hoger vermelde voorwaarden verenigbaar met de beginselen en doelstellingen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’. 

 

Overstromingen

Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.

 

Waterkwaliteit

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

5.3. Conclusie

Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag  de watertoets  doorstaat.

 

6.       PROJECT-M.E.R.-SCREENING

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.

 

7.       BEKENDMAKING

De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.
 

8.       OMGEVINGSTOETS

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Erfgoed

Opname binnen woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde en op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed bevestigt de erfgoedwaarde van het pand. Erfgoedwaarde wordt daarbij niet alleen bepaald door het uitzicht van een gebouw, maar heeft meerdere aspecten:

  • Het uitzicht: van de gevels met hun indeling, ritmiek, afwerking en buitenschrijnwerk, van de daken met hun volume en dakafwerkingsmateriaal.
  • De dragende structuur: dragende muren, houten vloerroosteringen, houten dakconstructie, ...
  • De indeling: kenmerkende plattegrond voor de betreffende tijdsperiode.
  • De ruimtelijkheid: die voortvloeit uit de dragende structuur en indeling.
  • Authentieke interieurelementen: zoals schouwen, sierplafonds, binnenschrijnwerk e.d.m.
  • In de beluikenatlas wordt het beluik (Visserij B, pp. 489-192) met een hoge erfgoedwaarde aangeduid.

 

Erfgoedbeoordeling:

De aanvraag omvat een verbouwing van de woning. De werken omvatten een herinrichting van de keuken op de gelijkvloerse verdieping, het aanpassen van een raamopening en een nieuw raam in de achtergevel en een nieuw raam in de zijgevel langs het jaagpad ‘Achtervisserij’. Er worden geen werken uitgevoerd aan de voorgevel.

-  De interne reorganisatie en de ramen in de achtergevel optimaliseren het ruimtegebruik in de woning, met behoud van de bestaande ruimtelijke indeling en de beeldwaarde van het pand.
- Het nieuwe raam in de zijgevel grijpt in op het gesloten karakter van de zijgevel. Dit gesloten karakter is typisch voor steegbeluiken en bepaalt mee het uitzicht van het beluik vanop het openbaar domein (de Achtervisserij). Aangezien het om één raam gaat, dat beperkt is in oppervlakte, kan akkoord gegaan worden met deze ingreep. Globaal wordt het gesloten karakter van de zijgevel voldoende behouden.

->  Er is geen bezwaar vanuit het erfgoedstandpunt tegen de voorgestelde ingrepen.

 

Impact op de omgeving

Het wijzigen van de deur en ramen heeft geen negatieve impact op de omgeving: De voorgevel wordt niet gewijzigd en blijft identiek aan de andere steegwoningen.
Het maken van een raamopening in de zijgevel geeft een betere sociale controle op het naastliggende jaagpad dat erg afgesloten ligt, maar wel intens gebruikt worden door wandelaars en lopers.
 

Woonkwaliteit

Het plaatsen van de ramen zal de gelijkvloerse bouwlaag meer kwaliteit bezorgen door een betere dagverlichting en meer contact met de omgeving rond het pand: enerzijds naar de naastliggende waterloop, wat een aangenaam zicht oplevert en anderzijds op de eigen koer. De binnenindeling (keuken) wordt hierdoor ook minder afgesloten.

 

 

CONCLUSIE

Voorwaardelijk gunstig, mits voldaan wordt aan de bijzondere voorwaarden is de aanvraag in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.

 

Waarom wordt deze beslissing genomen?

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

 

 

Communicatie

 

 

Uitvoering
Van deze omgevingsvergunning mag worden gebruikgemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep.

Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.

Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99.
§ 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.

De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.

De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.

Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.

§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.

Artikel 100.
De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.

Artikel 101.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.

De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen verleent onder voorwaarden de omgevingsvergunning voor wijzigen van zij- en achtergevel aan mevrouw Ann Godderis-Coene gelegen te Visserij 139, 9000 Gent.

De door het college vergunde plannen zijn de plannen die op de overzichtslijst staan, die is toegevoegd als bijlage aan deze vergunning en er integraal deel van uitmaakt.

Plannen die niet op deze overzichtslijst staan, maken geen deel uit van de vergunning.

Controleer steeds of het om een goedgekeurd plan gaat.

Opgelet, er kunnen voorwaarden betrekking hebben op de plannen.

 

 

Artikel 2

Legt volgende voorwaarden op:

De Vlaamse Waterweg:

De bijzondere voorwaarden uit het advies van ‘De Vlaamse Waterweg’, afgeleverd op 11 januari 2024 onder ref. AB/2023/1134 moeten opgevolgd worden (zie punt 3 Externe adviezen).

Specifiek volgende voorwaarden werden opgelegd:

• Voor het jaagpad geldt een overeenkomst van 20 mei 1996 over het beheer tussen stad Gent en De Vlaamse Waterweg nv

• Voor alle werken en inname van het openbaar domein (waterweg, kaaimuur, deksteen, wandelpad) van de Vlaamse Waterweg NV zijn onderworpen aan een vergunningsplicht bij De Vlaamse Waterweg NV. Bijvoorbeeld watercaptatie, ligplaats, steiger, afvoerbuis, uitstroomconstructie, plaatsen van een stelling, … . Het jaagpad mag niet met gemotoriseerd verkeer betreden worden. Naast een vergunning bij de Vlaamse Waterweg nv dient de aanvrager te beschikken over een vergunning voor inname publieke ruimte van stad Gent.

• Tussen de perceelgrens en het wandelpad worden geen beplantingen toegelaten. Deze zone mag niet geprivatiseerd worden. Op het openbaar domein mogen geen materialen gestapeld worden.

Tijdens de verbouwingswerken mogen de gebruikers van het jaagpad en de waterweg niet gehinderd worden.

• Gezien de nabijheid van de waterweg dienen bij werken aan de zijgevel stofdoeken of gelijkwaardig alternatief goedgekeurd door de Vlaamse Waterweg nv te worden gebruikt.

• Het is verboden omligplaats te nemen met gemotoriseerde vaartuigen

• Het is verboden om niet-gemotoriseerde vaartuigen (kano, kajak, SUP, pedalo, roeiboot, …) in de waterweg, aan kaaimuur, op het jaagpad of het openbaardomein achter te laten

• Het raam dient inpandig open te draaien.