Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 82 en 83.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen keurt de bijstelling goed en legt bijzondere voorwaarden op.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
SCHIPPERSKAAI DEVELOPMENT NV met als contactadres Poortakkerstraat 94, 9051 Gent heeft een aanvraag (OMV_2023129406) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 1 oktober 2023.
De aanvraag tot bijstelling van de voorwaarden handelt over:
• Onderwerp: bijstelling van de stedenbouwkundige voorwaarden opgelegd in de vergunning OMV_2022037973 dd 4/05/2023
• Adres: Schipperskaai lot 3, 9000 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 7 sectie G nr. 931C
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 8 maart 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
Het perceel waarop de aanvraag betrekking heeft, situeert zich tussen de Koopvaardijlaan en de Schipperskaai, nabij het kruispunt van de Koopvaardijlaan met de Afrikalaan. Aan de oostzijde van de Koopvaardijlaan bevinden zich bedrijfsgebouwen. Het station Gent-Dampoort bevindt zich ten zuiden op ca. 1 km.
De omgeving is in volle ontwikkeling en oriënteert zich als een woonbuurt met ondersteunende voorzieningen. Deze ontwikkelingen kaderen in de realisatie van het RUP Oude Dokken. Aan beide zijden van de dokken worden volgens het zogenaamde “brochettemodel” afwisselend bouwzones en openbare groenzones bestemd.
Op het terrein is de afbraak van de bestaande loods en het bouwrijp maken reeds vergund in de verkavelingsvergunning OMV_2021073592 - 2021 GE 184/00, evenals de aanleg van het toekomstig openbaar domein.
Binnen deze verkaveling worden momenteel voor de realisatie van de bebouwing op de loten, omgevingsvergunningen voorbereid en aangevraagd.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
Op 4 mei 2023 werd een voorwaardelijke vergunning (OMV_2022037973) afgeleverd voor het oprichten van twee meergezinswoningen “Bolders Blok B en C” met respectievelijk 9 en 6 wooneenheden en een fietsenberging op lot 3.
Met de huidige aanvraag wenst men volgende voorwaardes bij te stellen:
Om de lichtinval naar slaapkamers en leefruimtes, gesitueerd onder een uitkragend terras of overbouwing, te optimaliseren in functie van de woonkwaliteit, worden volgende aanpassingen opgelegd:
- De rechtse blindnis in de gevel gericht naar het water, van Bolders Blok B, verdieping 1, dient open gemaakt te worden.
- De bovenste zone van de tuinmuur, boven een hoogte van 1,8 m, gericht naar het water, dient als claustra opgevat te worden, zodat opening ontstaan die meer licht doorlaten.
Er moet 1 bijkomende fietsparkeerplaats voor buitenmaatse fietsen ingericht worden in de fietsenberging van Bolders Blok B.
De regenwaterpijpen op de straatgevel moeten in de gevel worden ingewerkt. De regenwaterpijp dient binnenshuis op het interne rioleringssysteem aangesloten te worden.
Het bijstellen van de voorwaarden gebeurt op de volgende manier:
In horizontale projectie is het dak van Bolders Blok B onder te verdelen in:
- 127 m² oppervlakte groendak
- 152 m² oppervlakte naakt dak (grindstrook buitenste zone)
Het hemelwater afkomstig van het geheel wordt opgevangen en opgeslagen voor lokaal hergebruik. Er wordt een hemelwaterput van 7.500 liter voorzien.
Hergebruik wordt enkel voorzien bij de units op het gelijkvloers (vacuümtoilet, wasmachine, dienstkraan).
Bolders Blok C:
In horizontale projectie is het dak van Bolders Blok C onder te verdelen in:
- 117 m² oppervlakte groendak
- 120 m² oppervlakte naakt dak (grindstrook buitenste zone)
- 46,5 m² oppervlakte terrassen trapzijde verdieping +1
- Luifels worden voorzien van een spuwer en wateren af op eigen terrein.
Het hemelwater afkomstig van het geheel wordt opgevangen en opgeslagen voor lokaal hergebruik. Er wordt een hemelwaterput van 7.500 liter voorzien.
Hergebruik wordt enkel voorzien bij de units op het gelijkvloers (vacuümtoilet, wasmachine, dienstkraan).
Infiltratiesysteem
Beide gebouwen worden voorzien van een open, gemeenschappelijk infilratiesysteem. Het water van beide daken (+ terrassen aan de trapzijde) wordt opgevangen in de eigen hemelwaterput. De overloop hiervan wordt aangesloten op de wadi, samen met de andere terrassen op de verdiepingen.
Terrassen en verharding op maaiveldniveau woren zoveel mogelijk waterdoorlatend voorzien en infiltreren op eigen terrein.
Het open infiltratiesysteem wordt centraal voorzien in de privaat collectieve binnentuin tussen Blok B en C. De wadi heeft zelf een overloop richting het net van het Zuidveld.
De tuinmuur wordt aangepast en voorzien van een claustra tot op het maaiveld. De penanten naast de poort worden doorgetrokken.
In Tournesol worden in de vervolgfase 13 fietsstalplaatsen voorzien in plaats van 12 voor de gebouwen Bolders (1 bijkomende fiets).
Het volume van het eerder vergunde gebouw wijzigt niet.
2. HISTORIEK
Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:
Omgevingsvergunningen
* Op 09/02/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het oprichten van een meergezinswoning “Bolders Blok A” met 9 wooneenheden en een fietsenberging (OMV_2022128505).
* Op 23/02/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het oprichten van een meergezinswoning “Tournesol” bestaande uit 61 woonentiteiten, gelijkvloerse cascoruimte en een ondergrondse fietsenparking en de exploitatie van een bemaling met afvalwaterlozing en waterzuiveringsinstallatie (OMV_2022162856).
* Op 13/04/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het oprichten van twee meergezinswoningen "'Tuupetegoare Blok A en Blok B" bestaande uit 26 wooneenheden en fietsenberging (OMV_2022156066).
* Op 13/04/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het oprichten van een meergezinswoning "'t Kofschip" bestaande uit 17 wooneenheden (OMV_2022095247).
* Op 04/05/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het oprichten van twee meergezinswoningen (Bolders Blok B en Blok C) met respectievelijk 9 en 6 wooneenheden en een fietsenberging (OMV_2022037973)
Omgevingsvergunningen voor het verkavelen van gronden
* Op 03/02/2022 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor Zuidveld 1: het verkavelen van gronden in 5 loten bestemd voor meergezinswoningen en de aanleg van openbaar domein met woonerfkarakter. (2021 GE 184/00)
* Op 05/01/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het wijzigen van het grafisch plan voor lot 3. (2022 GE 184/01)
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Volgende externe adviezen zijn gegeven:
Voorwaardelijk gunstig advies van De Vlaamse Waterweg afgeleverd op 29 februari 2024 onder referentie AB/2024/234 (zie ook omgevingsloket):
De voorwaarden waaraan voldaan moet worden is:
Er dient een onderzoek naar transport over de waterweg voor sloopstromen, grondverzet en bouwlogistiek te gebeuren.
De aanvraag betreft het bijstellen van omgevingsvergunningsvoorwaarden.
Aan de voorwaarden gesteld met betrekking tot infiltratievoorziening en hergebruik wordt voldaan en werd voldoende geduid in de aanvullende documenten en tijdens het vooroverleg.
Bijgevolg wordt verwacht dat het afstromingsregime en het infiltratieregime van het hemelwater onder invloed van het project niet significant zullen wijzigen.
Het project voldoet aan het standstillbeginsel. De aanvraag is verenigbaar met de beginselen en doelstellingen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’.
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
Het project ligt in het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Oude Dokken' (Besluit tot goedkeuring door de Deputatie op 23 juni 2011). De locatie is volgens dit RUP gelegen in Z1h - zone voor stedelijk wonen.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling (ref. nr. 2021 GE 184/00 van 3 februari 2022 – grafisch plan voor lot 3 gewijzigd in dossier 2022 GE 184/01 van 05/01/2023). De aanvraag heeft betrekking op lot 3.
De zonering volgens deze verkaveling is zone voor middelhoogbouw met grondgebonden woningen (lot 3a), zone voor laagbouw met grondgebonden woningen (lot 3a) en zone voor voortuin (lot 3b) en tuin (lot 3c).
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften van de verkaveling.
4.3. Verordeningen
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (zie waterparagraaf).
5. WATERPARAGRAAF
5.1. Ligging project
Het project is gelegen langs en stroomt af naar het Handelsdok (beheerder: De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West).
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:
- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).
- niet gelegen in een signaalgebied.
Het terrein is momenteel braakliggend.
5.2. advies waterbeheerder
De aanvraag betreft het bijstellen van omgevingsvergunningsvoorwaarden.
Aan de voorwaarden gesteld mbt infiltratievoorziening en hergebruik wordt voldaan en werd voldoende geduid in de aanvullende documenten en tijdens het vooroverleg.
Bijgevolg wordt verwacht dat het afstromingsregime en het infiltratieregime van het hemelwater onder invloed van het project niet significant zullen wijzigen.
Het project voldoet aan het standstillbeginsel. De aanvraag is verenigbaar met de beginselen en doelstellingen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’.
6. PROJECT-M.E.R.-SCREENING
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.
7. OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 14 december 2023 tot 12 januari 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.
8. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Het doel van de aanvraag betreft enkel het bijstellen van voorwaarden opgelegd bij een eerder verleende vergunning.
Met deze aanvraag gebeuren geen wijzigingen aan het programma, de mobiliteit, het gabarit en de architectuur zoals vergund in de eerdere aanvraag (OMV_2022037973). De aanvraag heeft daardoor een beperkte ruimtelijke impact.
Het voorstel voldoet aan de voorwaarden gesteld met betrekking tot de infiltratievoorziening en het hergebruik. Dit werd voldoende geduid in de aanvullende documenten en tijdens het vooroverleg. Het voorstel wordt bijgevolg gunstig beoordeeld.
Vanuit woonkwaliteit, en meer bepaald de lichtinval naar slaapvertrekken en leefruimtes die onder een uitkragend terras of overbouwing zijn gesitueerd, werden 2 bijsturingen aangebracht aan het ontwerp:
- De rechtse blindnis in de gevel gericht naar het water, van Bolders Blok B (verdieping 1) wordt opengemaakt. Dit wordt positief beoordeeld.
- De tuinmuur wordt aangepast en voorzien van een claustra tot op het maaiveld. Dit is een kwalitatieve en positieve invulling, die bovendien bijdraagt tot het ruimtegevoel in de tuin en het contact met de omgeving.
Het betreft een onderdeel van een verkaveling voor het gebied van de Nieuwe Dokken, die vallen onder de voorschriften van het RUP 135 Oude Dokken. Het hele gebied is opgedeeld in 3 delen: het Noordelijk, Centraal en Zuidelijk bouwveld. In eerste instantie werden het noordelijke en het centrale bouwveld ontwikkeld. Voor deze werden zowel de verkavelingsvergunningen (2016 GE 156/00 en 2016 GE 157/00) als verschillende bouwaanvragen beoordeeld door het Mobiliteitsbedrijf.
Dit dossier maakt onderdeel uit van de verkaveling van het Zuidelijk bouwveld, met verkavelingsvergunning 2021073592 voor Zuidveld 1. Zuidveld 1 omvat 5 kavels met in totaal 143 wooneenheden en 383 m² kinderopvang. Er zal nog een aanvraag volgen voor Zuidveld 2, waar er nog 61 wooneenheden en 350 m² horeca zal verwezenlijkt worden. Deze kavels worden georganiseerd rond een openbaar domein.
Het mobiliteitsprofiel wijzigt niet.
Er wordt bij elke omgevingsvergunning steeds een duidelijk overzicht verwacht van hoeveel fietsparkeerplaatsen er vergund zijn en of deze zich in het project zelf of een nog te vergunnen project bevinden, zodat kan worden nagegaan of het uiteindelijk verwezenlijkt totaalaantal effectief klopt.
Het dossier betreft het bijstellen van de voorwaardes opgelegd in OMV 2022037973, namelijk:
Er moet een bijkomende fietsparkeerplaats voor buitenmaatse fietsen ingericht worden in de fietsenberging van Bolders Blok B.
- Er moet blijvend rekening gehouden worden met de voorziene flankerende maatregelen om duurzaam vervoer van en naar de verkaveling te promoten.
- De inrichting van de fietsenstalling werd per mail bijgestuurd en positief geadviseerd.
Conclusie:
- De bijstelling van de stedenbouwkundige voorwaarde m.b.t. de fietsparkeerplaatsen in Blok B werd zoals besproken doorgevoerd. Om de kwaliteit voor alle gebruikers te garanderen wordt geadviseerd de plaats voor buitenmaatse fietsen in Blok B visueel weer te geven.
- De fietsparkeernood van blok C is momenteel onvoldoende en dient opgevangen te worden in de ontwikkeling van Tournesol. De aanvrager geeft dit duidelijk aan en voorziet daar 13 fietsen. Dit is conform de afspraken en dient bewaakt te worden in het vervolgproces.
De regenwaterpijpen op de straatgevel worden in de gevel ingewerkt, en de regenwaterpijp wordt binnenshuis op het interne rioleringssysteem aangesloten. Het voorstel voldoet aan de opgelegde voorwaarde.
CONCLUSIE
Voorwaardelijk gunstig, mits voldaan wordt aan de bijzondere voorwaarden is de aanvraag in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende bijstelling van de voorwaarden een beslissing nemen.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Uitvoering
Van deze omgevingsvergunning mag worden gebruikgemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep.
Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99.
§ 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee of drie jaar, vermeld in artikel 99, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen verleent onder voorwaarden de omgevingsvergunning voor bijstelling van de stedenbouwkundige voorwaarden opgelegd in de vergunning OMV_2022037973 dd 4/05/2023 aan SCHIPPERSKAAI DEVELOPMENT nv (O.N.:0561986722) gelegen te Schipperskaai lot 3, 9000 Gent.
Legt volgende voorwaarden op:
Voorwaarden voortvloeiend uit externe adviezen
De voorwaarden opgenomen in het advies van De Vlaamse Waterweg nv – Afdeling Regio West afgeleverd op 29 februari 20243 (referentie AB/2024/234 ) moeten strikt nageleefd worden:
Er dient onderzoek naar transport over de waterweg voor sloopstromen, grondverzet en bouwlogistiek te gebeuren.
Mobiliteit
De openstaande fietsparkeernood voor Blok C (13 fietsparkeerplaatsen) dient te worden voorzien bij de ontwikkeling van de Tournesol-fietsenstalling.
Omgevingsaanleg
Er zijn geen inplantingsplannen toegevoegd in dit dossier. De laatste goedgekeurde technische plannen voor de omgevingsaanleg zijn hiervoor te volgen.
Ingebruikname woningen
De woningen mogen pas in gebruik worden genomen zodra de omliggende wegenis inclusief het rioleringsstelsel volledig afgewerkt is en functioneert.
Wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:
Fietsenstalling
- De ruimte voor buitenmaatse fietsen wordt in de fietsenstalling van blok B best aangeduid.
- We verwachten bij de omgevingsvergunning van de Tournesol-ontwikkeling of andere omgevingsvergunningen opnieuw een duidelijk overzicht van hoeveel fietsparkeerplaatsen er vergund zijn en of deze zich in het project zelf of een nog te vergunnen project bevinden, zodat we ook in de gaten kunnen houden dat het uiteindelijk verwezenlijkt totaalaantal effectief klopt.