Het college van burgemeester en schepenen keurt de schrapping van de risicogrond goed.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Antea Belgium nv heeft een aanvraag tot schrapping van een risicogrond uit de gemeentelijke inventaris ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 19 januari 2024.
Volgende wordt aangevraagd:
• Onderwerp:
vraag tot schrapping risicogrond Zuiddokweg 50 (Afdeling 12, Sectie P nummer 639/4G) te 9000 Gent (4940/E/6)
Het perceel dat de aanvrager wenst te schrappen als risicogrond is opgenomen in de gemeentelijke inventaris.
Volgend vergunningendossier met risicorubrieken is van toepassing:
Dossier: 4940/E/6 - Beslissing: 25 oktober 2012 (Deputatie)
Inrichting: Charles Kesteleyn Zand- en Grinthandel nv - het verder exploiteren en het veranderen (door wijziging, uitbreiding en toevoeging) van een zand- en grindhandel
Vergunde risico-rubrieken: 15.2., 17.3.3.3°, 17.3.6.2°b), 29.5.2.1°a)
Volgende calamiteiten of klachten met betrekking tot de bodem zijn vastgesteld:
Er zijn geen calamiteiten of klachten gekend.
Het perceel is opgenomen in volgende dossiers van OVAM:
OVAM Dossier: 6628 – Type Bodemonderzoek
Bij OVAM kan opgevraagd worden of het perceel al dan niet deel uitmaakte van alle onderzoeken binnen dit dossier.
De motivatie van de erkende bodemdeskundige om het perceel als risicogrond te schrappen is als volgt:
Dit gaat om een perceel langs de kade dat tevens gebruikt wordt voor de exploitatie van Ch. Kesteleyn. Niettemin bevinden zich hierop geen risico-activiteiten volgens de bepalingen van het Vlarebo en zelfs geen inrichtingen of opslag die vergunningsplichtig is volgens de indelingslijst van Vlarem I (voorheen) en Vlarem II (huidig). Dit blijkt ondermeer uit het situeringsplan van de exploitatie, met evaluatie en locatie van de Vlarebo-plichtige activiteiten. Verder kan uit de historiek van de luchtfoto’s afgeleid worden dat er quasi geen verandering op te merken is ter hoogte van de kade die erop zou wijzen dat er risico-activiteiten zouden hebben plaatsgevonden.
De motivatie is onderzocht door de Dienst Milieu en Klimaat.
Op basis van het situeringsplan en de historiek van de luchtfoto’s is het duidelijk dat er geen risico-activiteiten op voormeld perceel te situeren zijn.
Conclusie
De motivatie van de aanvrager wordt gevolgd. Het college van burgemeester en schepenen beschikt over voldoende informatie om het perceel te schrappen uit de gemeentelijke inventaris.