Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen verleent de vergunning en legt bijzondere voorwaarden op.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Stad Gent met als contactadres Botermarkt 1, 9000 Gent heeft een aanvraag (OMV_2023007633) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 7 september 2023.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:
• Onderwerp: het restaureren en herinrichten van de voormalige Bijlokematerniteit + het exploiteren van een polyvalente ruimte en warmtepompen
• Adres: Bijlokekaai 1, 2, 3 en 4, 9000 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 6 sectie F nrs. 651R, 651V en 651Y
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 2 november 2023.
De aanvraag volgde de gewone procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 2 februari 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
De aanvraag betreft een gecombineerde omgevingsvergunningsaanvraag met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting.
Beschrijving van de omgeving, de plaats en het pand
Omgeving:
Het onderwerp van de aanvraag bevindt zich op de Bijlokesite, dit is een centrum waar verschillende culturele instellingen (STAM, HoGent, Muziekcentrum De Bijloke, KASK, etc.) zijn gesitueerd.
De Bijlokesite is omsloten door vier straten (Godshuizenlaan, Louis Pasteurlaan, Jozef Kluyskensstraat en Bijlokekaai). De panden die zich op dit ‘eiland’ bevinden bestaan uit historische panden tot 2 bouwlagen met zadeldaken en meer modernere bebouwing tot 3 bouwlagen met platte daken. Op de site zelf is er veel ruimte gegeven aan open groenruimte.
Het pand:
Het onderwerp van de aanvraag betreft de materniteit, deze bevindt zich langs de Bijlokekaai (gelegen langsheen de Leie). Het pand betreft een vrijstaand gebouw, ingeplant op de rooilijn, bestaande uit 2 bouwlagen afgewerkt met een schilddak. Aan de achterzijde van dit pand (loodrecht op de Bijlokekaai) ent er een gebouw in op de materniteit, bestaande uit dezelfde typologie (2 bouwlagen met schilddak).
Het plan van de materniteit bestaat uit een omgekeerd T-gebouw, met de platte zijde evenwijdig aan de Bijlokekaai. Op deze structuur bevindt zich het schilddak. In de oksels van het pand bevinden zich aanbouwvolumes bestaande uit 1 tot 2 bouwlagen, afgewerkt met een plat dak.
In het pand bevinden zich momenteel administratieve lokalen (bureaus, vergaderzaal, etc.) horende bij de organisatie die zich hier bevinden, de bestaande functie betreft een gemeenschapsvoorziening.
Momenteel worden enkel het gelijkvloers en de 1e verdieping aangewend en ingevuld van functies, de ruimte onder het schilddak is ongebruikt.
Erfgoed:
Beschermd monument: De voormalige ‘vroedkundige school en materniteit’ van het Bijlokehospitaal is integraal beschermd als monument (opgenomen in het beschermingsbesluit van 17/10/1980, met ID 1530). Dit omwille van het algemeen belang gevormd door de (architectuur)historische waarde.
Beschermd stadsgezicht: De voormalige ‘vroedkundige school en materniteit’ maakt integraal deel uit van het beschermd stadsgezicht ‘Bijlokehospitaal met omgeving’ (opgenomen in het beschermingsbesluit van 17/10/1980, met ID 1530).
Vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed: De voormalige ‘vroedkundige school en materniteit’ is opgenomen op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed als onderdeel van het relict ‘Bijlokehospitaal en Bijlokeklooster’ (met ID 20338). De gewezen materniteit wordt hierin als volgt beschreven: “Voormalige Vroedkundige School en Materniteit. Breed gebouw opgetrokken op een rechthoekige plattegrond van 1864-1866 naar ontwerp van architect A. Pauli. Dubbelhuis van dertien traveeën en twee bouwlagen, met schilddak (nok parallel aan de straat, Vlaamse pannen). Bepleisterde en beschilderde lijstgevel uitgevoerd onder toezicht van architect Van Huffel, begrensd door hoekpilasters met geblokte benedenhelft, bovenhelft met horizontale banden. Begane grond afgelijnd door eenvoudig hoofdgestel; rondboogvensters met uitstralende- imitatiebanden. Middenrisaliet van drie traveeën begrensd door pilasters. Centrale rondboogpoort met diamantkopsluitsteen. Rondboogvormige bovenvensters met op de vroeggotische stijl geïnspireerde tracering. Eenvoudig omlopend hoofdgestel, kroonlijst op klossen gekornist boven de pilasters; blinde attiek begrensd door postamenten boven het risaliet.”.
Goedgekeurd beheerplan: De voormalige ‘vroedkundige school en materniteit’ van het Bijlokehospitaal is opgenomen binnen het goedgekeurde beheerplan ‘Bijlokehospitaal met omgeving’ (goedgekeurd sinds 1/08/2019). Bij het uitvoeren van werken moet er rekening worden gehouden met de waardebepaling, beheervisie en beheerdoelstellingen die opgenomen zijn in het beheerplan.
Masterplan:
Op 29 augustus 2019 werd het ‘Ruimtelijk masterplan Bijlokesite en samenstelling begeleidingsgroep’ goedgekeurd op het college van burgemeester en schepenen. Dit masterplan had als doel een gedetailleerde stedenbouwkundige visie m.b.t. de Bijlokesite en haar omgeving te onderzoeken. Het onderzoek moest verduidelijken welke ruimtebehoeften op welke manier (wat/waar/hoe konden ingevuld worden. Het ruimtelijk masterplan vertaalt de inhoudelijke visie op de ontwikkeling van de Bijlokesite, en de mogelijkheden rond erfgoedbeheer en -ontsluiting, in een
stedenbouwkundig ontwerp voor de ruimtelijke ontwikkeling in de komende 30 jaar.
Daarnaast werden er ook twee deelopdrachten uitgeschreven, waarvan deelopdracht 1 de creatiecluster Bijloke omvatte. De materniteit behoort tot deze creatiecluster. Deze deelopdrachten werden mee opgenomen (als bijlagen) in het goedgekeurde ‘Ruimtelijk masterplan Bijlokesite’. Deze opdrachten hebben de bedoeling om een gedetailleerd inzicht te geven in de bouwmogelijkheden van de site en rekening te houden met het programma van hypotheses, erfgoedkader, budgetdoelstellingen en de algemene principes van het masterplan. Deelopdracht 1 omvatte voornamelijk een renovatie- en verbouwingsstudie, een goede aanpak van de programmatische samenwerking tussen creatie-ruimten, leslokalen en co-working ruimten van de culturele organisaties.
De voornaamste punten, voor voorliggend onderwerp, die hieruit naar boven kwamen zijn:
- renovatie van de materniteit
- bestaande stookplaats te decentraliseren (weg uit creatiecluster)
- buitenruimte opladen
- ruimte creëren, uitbreiden van extra productieruimte
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
Voorliggende aanvraag betreft de verbouwing en renovatie van de materniteit (incl. annexen) omdat het pand zich in slechte staat bevindt en niet voldoet aan de hedendaagse eisen van comfort en capaciteit. Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
1/ Slopen van bijgebouwen en voorzien van een nieuwe in de rechteroksel.
Het ontwerp voorziet in de sloop van 2 aanbouwen in de oksel. Zo wordt een deel van de linkse aanbouw (1 bouwlaag) en de volledige rechtse aanbouw (tot 2 bouwlagen) gesloopt. Hierdoor komt het hoofdgebouw terug ‘vrij’ te staan. De overige aanbouw (2 bouwlagen) in de linkse oksel beschikt over erfgoedwaarde en dient te behouden blijven. Verder wordt ook de bestaande lift die zich tegen de rechtse zijgevel bevindt gesupprimeerd.
Er wordt een nieuw aanbouwvolume voorzien in de rechtse oksel op ongeveer dezelfde footprint van het te slopen volume. De totale bouwdiepte van de materniteit blijft onveranderd omdat het hoofdgebouw zelf reeds tot ca. 15m50 reikt achter de rooilijn.
Het nieuwe aanbouwvolume bestaat uit 1 bouwlaag en is 4m45 diep (totale bouwdiepte hier achter de rooilijn bedraagt ca. 13m95). Dit nieuwe volume wordt uitgelijnd tegen de rechtse zijgevel en is ca. 11m25 breed. Er wordt een terras/toegangspad voorzien tussen het nieuwe aanbouwvolume en het bestaande hoofdgebouw. Dit terras heeft een diepte van 3m21 en is overdekt met een luifel (diepte 2m40). Aan de rechterzijde van het nieuwe volume bevindt zich een toegangshelling die overdekt is. Deze (helling en luifel) springt 1m75 uit t.o.v. de bestaande zijgevel.
Het dak van dit nieuwe volume loopt over in de luifel (afdekking terras en toegangshelling) en is deels ingericht als een dakterras (65 m²), deels als een groendak (14 m²).
De hoogte van dit platte dak bedraagt 5m26 (t.o.v. het trottoirpeil), de balustrade is 1m10 hoog en wordt voorzien rondom het toegankelijke dakterras.
Omdat de materniteit een vrijstaand gebouw betreft zijn er geen wijzigingen aan scheimuren.
2/ Renovatie van het hoofdgebouw.
Er wordt een liftkoker voorzien in de kamers rechts naast de centrale inkom. Deze liftkoker bevindt zich volledig binnen de bestaande binnenmuren en loopt door tot de 2e verdieping (dakniveau). De liftmuren komen niet voorbij het schilddak en zijn niet zichtbaar vanaf het openbare domein.
Daarnaast wordt het dak van het te behouden aanbouwvolume (linkse oksel) verwijderd en verlaagd. Hierdoor wordt er een inpandig terras gecreëerd dat dienst zal doen als een technisch terras. De technieken bevinden zich op deze manier onder de bestaande kroonlijsthoogte van dit volume en zijn niet zichtbaar van buitenaf.
Daarnaast wordt er een nieuwe ruime draaitrap voorzien om de circulatie van het 1e naar het 2e niveau mogelijk te maken. Deze draaitrap bevindt zich centraal in de huidige hal en komt boven onder de nok van het schilddak.
Intern worden enkele muren gesloopt en nieuwe toegevoegd, maar de bestaande kamerindeling blijft overal grotendeels behouden. Ook gebeurt dit met respect voor de plafondmolures.
Het dakniveau wordt opgeladen (op heden ongebruikt) en het dak wordt geïsoleerd langs de binnenzijde (met behoud van de nokhoogte). Daarnaast worden er nog dakvlakvensters voorzien langs de voor-, achter-, en zijkant van het dak.
De bestaande vloer (gelijkvloers) wordt opgebroken en hier wordt een nieuwe vloer met isolatiepakket voorzien. Deze nieuwe vloer wordt ook toegankelijk aangelegd.
De indeling van de ramen aan de voorgevel blijven onveranderd, enkel wordt in het linkse deel van de voorgevel ramen opgevuld met metselwerk, dit om de achtergelegen technische ruimte achter te steken. Het bestaande schrijnwerk aan de voorgevel blijft onveranderd. Er worden t.h.v. de voorgevel nieuwe voorzetramen (langs de binnenzijde) voorzien, ook wordt er een geïsoleerde voorzetwand in het verlengde van deze ramen voorzien.
In de achtergevel blijft de bestaande indeling van de ramen ook behouden, en hernomen daar waar er ruimte wordt vrijgemaakt. Het buitenschrijnwerk wordt hier wel vervangen door wit houten schrijnwerk.
In de zijgevels worden sommige oude raamopeningen terug opengemaakt of nieuwe gecreëerd waar het plan dit nodig heeft (nieuwe toegang tot dakterras).
3/ Rooien/verplaatsen van 4 bomen.
Er worden 3 bomen (wilgen) gerooid in de rechtse achterhoek van de materniteit, ten behoeve van de sloop en nieuw aanbouwvolume. De overige boom bevindt zich links van de materniteit en moet worden verplaatst voor de plaatsing van de ondergrondse putten (hemelwater en septische put).
4/ Heraanleg van riolering.
Er wordt een nieuwe gescheiden riolering voorzien waarbij er een hemelwaterput (20.000 liter) en septische put (5.000 liter) wordt geplaatst links van de materniteit. De overloop van de hemelwaterput wordt aangesloten op het Vaardeken, er wordt geen infiltratievoorziening voorzien.
De fundering van de bestaande liftput blijft behouden en zal dienst doen als trekput.
Beschrijving van de aangevraagde inrichtingen of activiteiten
De aanvraag omvat twee verschillende ingedeelde inrichtingen.
BMG ingedeelde inrichting (20230706-0036) omvat de aanvraag voor de exploitatie van een warmtepomp voor het gebouw, een polyvalente zaal en elektronisch versterkte muziek.
Warmtepompen studio's H&L (20231005-0001) omvat de aanvraag voor de exploitatie van warmtepompen voor studio H&L.
Volgende rubrieken worden aangevraagd:
1/ Inrichtingsnummer 20230706-0036: BMG ingedeelde inrichting
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | warmtepomp lucht/water | klasse 3 | Nieuw | 40 kW |
32.1.1° | muziekactiviteiten: feestzalen en andere voor publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt en het maximaal geluidsniveau in de inrichting > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min is | versterkte muziek bij voordrachten, kleine concerten en andere producties | klasse 3 | Nieuw | 95 DB(A)_LAEQ_15 |
32.2.2° | schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte | Ruimte 0.07 in de rechtervleugel wordt ingericht als productioneel foyer of polyvalente ruimte, met aanliggende bar en keuken, ruimte 0.08. | klasse 3 | Nieuw | 130 m² |
2/ Inrichtingsnummer 20231005-0001: Warmtepompen studio's H&L
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | warmtepomp lucht/water | klasse 3 | Nieuw | 18 kW |
2. HISTORIEK
Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:
Omgevingsvergunningen
* Op 24/06/2021 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor de heraanleg bijloke tuin naast zaal 41/42 (OMV_2021017269).
* Op 01/06/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het veranderen van een scholencomplex (iioa) (OMV_2022155678).
Stedenbouwkundige vergunningen
* Op 19/06/1995 werd een vergunning afgeleverd voor slopen van gebouwen in functie van de voorbereidende werken voor de realisatie van de nevenaccomodat. (1995/514)
* Op 30/10/2008 werd een vergunning afgeleverd voor de bijlokesite: wegenis- en rioleringsontwerp. (2008/726)
* Op 03/09/2009 werd een vergunning afgeleverd voor de aanleg van daktuinen en groengevels van de productieruimten voor dans en muziek. (2009/616)
* Op 22/11/2013 werd een vergunning afgeleverd voor het plaatsen van nieuwe bewegwijzering op de bijlokesite. (2013/684)
* Op 15/04/2016 werd een vergunning afgeleverd voor het plaatsen van een verlichte signalisatie met de aanduiding van lod muziektheater bovenop de oostgevel van de repetitiestudio van lod. (2016/10009)
3. WIJZIGINGSAANVRAAG
Op 8 januari 2024 werd een wijzigingsverzoek ingediend naar aanleiding van het ongunstig advies van Dienst Milieu en Klimaat en de Vlaamse Waterweg, er werden wijzigingen voorzien aan de ondergrondse constructies (dimensies hemelwaterput). Dit wijzigingsverzoek werd aanvaard en de hiermee samenhangende projectinhoudversie (PIV 6) is de finale versie van deze omgevingsvergunningsbeslissing.
Artikel 30 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat na het openbaar onderzoek, vermeld in artikel 23, de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, op verzoek van de vergunningsaanvrager, kan toestaan dat er wijzigingen aan de vergunningsaanvraag worden aangebracht.
Het verzoek van de vergunningsaanvrager stelt de bevoegde overheid in staat om te oordelen of de wijzigingen geen afbreuk doen aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening.
Als de bevoegde overheid toestaat dat er wijzigingen aan de vergunningsaanvraag worden aangebracht, dan wordt een openbaar onderzoek over de gewijzigde vergunningsaanvraag georganiseerd als voldaan is aan een van volgende voorwaarden:
1° de wijzigingen komen niet tegemoet aan de adviezen of aan de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend;
2° de wijzigingen brengen kennelijk een schending van de rechten van derden met zich mee.
De gevraagde wijzigingen doen geen afbreuk aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening.
De wijzigingen komen tegemoet aan het advies dat tijdens het openbaar onderzoek werd ingediend en brengen geen schending van de rechten van derden met zich mee. Een tweede openbaar onderzoek is niet vereist. Het wijzigingsverzoek is bijgevolg aanvaard op 16 januari 20214. Dit brengt geen termijnsverlenging met zich mee.
BEOORDELING AANVRAAG
4. EXTERNE ADVIEZEN
Volgende externe adviezen zijn gegeven.
Deze adviezen zijn integraal op het Omgevingsloket terug te vinden.
4.1. De Vlaamse Waterweg
Gunstig advies van De Vlaamse Waterweg afgeleverd op 17 januari 2024 onder ref: AB/2024/001
Zie integraal advies als bijlage op het omgevingsloket.
4.2. Aquafin
Gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies van AQUAFIN afgeleverd op 8 januari 2024 onder ref. 232172:
Wij blijven bij ons eerder gegeven advies, dit blijft gelden.
Wij hebben geen bezwaar zolang men onze leiding respecteert en oplet bij het vellen van bomen.
in bijlage vindt u het as-builtplan van onze leiding VMM 1513.
Wij willen u er uitdrukkelijk op wijzen dat de mededeling van deze plannen wordt gedaan ten indicatieve titel. Indien de aanduidingen ervan voorlopig niet volstrekt aan de ligging van de ondergrondse leidingen beantwoorden, kan dit o.m. het gevolg zijn van wegenis- of bouwwerken uitgevoerd door derden. De aanduidingen van deze plannen ontslaan in geen geval de bouwheer en/of de uitvoerder van het werk van zijn verplichting om al de voorzorgsmaatregelen te treffen vereist bij de uitvoering van werken in de nabijheid van voornoemde leidingen, o.m. door voorafgaande peilingen. Voornoemde plannen ontlasten evenmin de bouwheer en/of de aannemer van zijn gebeurlijke aansprakelijkheid voor ongevallen of beschadigingen die gedurende of ingevolge de door hem uitgevoerde werken zouden gebeuren.
4.3. Agentschap Onroerend Erfgoed
Voorwaardelijk gunstig advies van Onroerend Erfgoed afgeleverd op 4 januari 2024:
Ons advies is gunstig als de handelingen voldoen aan volgende voorwaarden:
• Bij uitvoering moeten de erfgoednota en de archeologienota nageleefd worden. Wijzigingen moeten besproken worden met onze dienst.
• Daar waar valse plafonds voorzien zijn en nog fragmentarische restanten van historische plafonds aanwezig zijn, mag de ophanging van het valse plafond geen schade veroorzaken aan het origineel lijstwerk.
• Bij de inbreng van de nieuwe trap van de eerste verdieping naar de zolder moet het lijstwerk van het plafondveld behouden blijven.
• Uitvoeringsdetails voor het aanbrengen van de binnenisolatie zijn nog voor te leggen (dikte en materialisatie). We zijn wel akkoord met de principes, zoals voorgesteld in het dossier.
• Voor de nieuwe vloerbetegeling van het gelijkvloers en voor de gang op de eerste verdieping moeten tijdens de werf stalen voorgelegd worden. Het is wenselijk dat kleur en materiaalgebruik op een hedendaagse manier het originele benaderen.
• Nieuwe brandwerende deurgehelen, die voor de compartimentering in de traphal moeten worden toegevoegd, moeten zo transparant mogelijk zijn in functie van behoud van de gang als één visueel geheel.
• Tracering en uitzicht van de nieuwe in te brengen technieken zijn op voorhand met onze dienst te overlopen.
• De kleuren voor de nieuwe verflagen van het interieur (muren, plafonds, binnendeuren,…) moeten op voorhand met onze dienst besproken worden. Voor de wanden is het uitgangspunt om de nog aanwezige historische marmerimitaties omwille van budgettaire redenen niet vrij te leggen of te reconstrueren. Voor de traphal vragen we wel om op basis van het kleuronderzoek te zoeken naar kleuren, die een aansluiting vinden met de originele afwerking.
• De te behouden bomen rond de projectzone moeten tijdens de werf afgeschermd worden, zodat ze niet beschadigd worden. Dit geldt in het bijzonder voor de boom aan de achtergevel van de materniteit en de bomen langsheen de Leie. Rondom de bomen kan geen werf- of stockagezone voorzien worden
4.4. Farys
Voorwaardelijk gunstig advies van FARYS afgeleverd op 8 januari 2024 onder ref. : AD-23-1323 – 2de adviesaanvraag
Drinkwater
M.b.t. het slopen/verbouwen van de bestaande bebouwing moet indien door of i.o.v. Farys vooreerst de meter(s) worden afgesloten en de drinkwateraftakking(en) worden opgebroken vooraleer over te gaan tot de slopingswerken.Deze kosten vallen ten laste van de aanvrager.
We verwijzen u hiervoor ook graag naar de “richtlijnen meterlokalen” via onze website www.farys.be, bouwen en verbouwen – individuele bemetering, dan onder de rubriek “Publicaties”. Daar kan u de voorschriften voor gegroepeerde watermeteropstellingen terugvinden.
We hebben verder geen bezwaren en/of opmerkingen voor de restauratie en herinrichting van de voormalige Bijlokematerniteit + het exploiteren van een polyvalente ruimte en warmtepompen.
Ons advies is gunstig.
Riolering
Algemeen
Op basis van het definitief zoneringsplan van de stad Gent ligt het geplande bouwwerk in het centraal gebied.
In de zone van de geplande bouwwerken ligt een gemengd rioleringsstelsel waarop kan worden aangesloten.
Toepasselijke reglementen, documenten en richtlijnen
Alle werkzaamheden dienen in overeenstemming te zijn met het ‘Bijzonder waterverkoopreglement deel huisaansluitingen’. Dit reglement kan u terugvinden op onze website www.farys.be/bijzonder-waterverkoopreglement-huisaansluitingen. Op eenvoudig verzoek kan u hiervan ook een schriftelijke versie verkrijgen.
De richtlijnen uit de gewestelijke stedenbouwkundige verordening van 5 juli 2013, in werking vanaf 1 januari 2014, inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, dienen strikt gevolgd te worden. Tevens dient voldaan te zijn aan het Algemeen Bouwreglement van de Stad Gent.
De stad Gent legt in kader van stedenbouwkundige vergunningen het gebruik van septische putten op bij alle woningen. De inhoud van de septische put bedraagt 300 l per IE(inwoner equivalent) (vanaf 11 IE bedraagt dit 225 l/IE) met een minimum van 2.000 liter, waarbij enkel zwart afvalwater (van toiletten) moet aangesloten worden op de septische put.
Om lokale problemen van wateroverlast te vermijden adviseren wij volgende richtlijnen na te leven:
* het niveau van de gelijkvloerse verdieping dient minstens 20 cm boven maaiveld aangelegd te worden;
* overlopen van regenwaterputten, infiltratie en-of bufferbekken dienen beveiligd te worden tegen terugslag;
* kelders dienen waterdicht uitgevoerd te worden;
* inritten naar ondergrondse garages worden bij voorkeur voorzien van een drempel om deze te beveiligen tegen instromend water;
* de aanleg van verharding dient zoveel mogelijk beperkt te worden.
Specifieke bemerkingen op het dossier
De aanvraag betreft de restauratie en herinrichting van de voormalige Bijloke-materniteit. Aan de aanvraag ging een pré-advies van de stad Gent vooraf.
Het afvalwater dient gescheiden tot aan de rooilijn gebracht te worden. Het regenwater dient aangesloten te worden op het Bijlokevaardeken, zoals in het pré-advies van de stad Gent werd vastgelegd.
Bemerking op het rioleringsplan “BA_Bijlokekaai 1-4 9000 Gent_P_N_-1 aanpassing”:
De septische put werd ook bij de tweede aanvraag voorzien in een volume van 5.000 liter. Er is echter niet op het plan vermeld over welk aantal IE het gaat, bijgevolg dient het aantal IE ook op het rioleringsontwerp vermeld te worden. Bij de tweede aanvraag werd de bemerking uit het eerste advies nog niet verwerkt. Het is aan de hand van het aantal voorziene IE dat het volume van de septische put dient bepaald te worden.
Een infiltratievoorziening is in principe naar aanleiding van de perceelsgrootte (>250m²) wel nodig, maar er wordt in een gedeeltelijk groendak voorzien en in een regenwaterput van 20.000 liter (groter dan 10.000 l) zodat er meer kan gebufferd worden. Omdat de bestaande dakoppervlakte niet vergroot wordt (enkel vernieuwd) is het niet noodzakelijk een infiltratievoorziening in het rioleringsontwerp te voorzien. Er wordt wel voorzien in een hergebruik van het regenwater. Dit werd tevens bij het pré-advies van stad Gent bepaald.
Verbouwing: De bestaande aansluiting op het bestaand rioleringsstelsel van de Bijlokekaai dient bij voorkeur hergebruikt te worden voor de DWA, de RWA moet aangesloten worden op het Bijlokevaardeken. Indien een nieuwe aansluiting toch noodzakelijk zou zijn, dient deze tijdig te worden aangevraagd bij Farys (bij uitvoering door Farys). De aanvraag dient men in een zo vroeg mogelijk stadium in te dienen zodat bij aanleg van het private stelsel rekening kan gehouden worden met de beschikbare niveaus.
Verbouwing: Indien geen aanvraag ingediend wordt bij Farys dient een technisch dossier opgemaakt te worden zoals opgelegd door de Stad Gent.
Overstromingsgevoeligheid: sinds 01/01/2023 zijn er nieuwe richtlijnen van toepassing waarvoor de nieuwe Watertoets-kaarten kunnen geraadpleegd worden via www.Waterinfo.be. De richtlijnen van de bevoegde waterloopbeheerder moeten gevolgd worden.
De oppervlakte die in mindering gebracht kan worden voor het plaatsen van een grotere hemelwaterput dient bepaald te worden via tabel B het technisch achtergronddocument bij de gewestelijke stedenbouwkundige verordening hemelwater, of via http://www.integraalwaterbeleid.be/watertoetsinstrument/ - rekentool hemelwaterhergebruik.
Besluit
Het ontwerp kan als volgt worden geadviseerd: “gunstig met voorwaarden”.
Voorwaarden:
* Het aantal IE dient op het rioleringsplan vermeld te worden zodat het volume van de septische put correct kan bepaald worden. De bemerking uit het eerste advies werd nog niet verwerkt.
* De bestaande aansluiting dient indien mogelijk hergebruikt te worden voor de aansluiting van de DWA.
* De aansluiting van de RWA dient te gebeuren op het Bijlokevaardeken.
* Een nieuwe aansluiting kan (indien nodig) aangevraagd worden via de website van Farys of door gebruik te maken van de link https://www.farys.be/nl/nieuwe-rioolaansluiting .
* De aanvrager dient rekening te houden met een termijn van 10 weken tussen datum van aanvraag en ontvangst factuur voor de uitgevoerde aansluitingen. Gelieve dan ook tijdig de aanvraag in te dienen in kader van eventuele nodige verkoopbaarheidsattesten.
4.5. Brandweerzone Centrum
Voorwaardelijk gunstig advies van Brandweerzone Centrum afgeleverd op 27 november 2023 onder ref: 071792-001/PJ/2023
Besluit: GUNSTIG, mits te voldoen aan de hiervoor vermelde maatregelen en reglementeringen.
Bijzondere aandachtspunten:
Het is verboden om een nieuwe publiek toegankelijke inrichting, waarvan de voor het publiek
toegankelijke oppervlakte gelijk is aan of groter is dan 100 m², open te stellen voor het publiek
zolang de inrichting niet beschikt over een brandveiligheidsattest. Voor de opening dient er
brandveiligheidsattest te worden aangevraagd via:
https://www.brandweerzonecentrum.be/preventieportaal
4.6. Vlaamse overheid
Geen bezwaar advies van Vlaamse overheid gemeld op 9 november 2023:
Gelet op het feit dat de ontwikkeling niet gelegen is binnen de -voor de aard van het project - relevante consultatiezone van de naburige Seveso-inrichting heeft het Team Omgevingseffecten met betrekking tot de Externe Veiligheid geen bezwaar tegen deze aanvraag. Dergelijke consultatiezone is een door het Team Omgevingseffecten vastgelegde zone rond een Seveso-inrichting, die werd bepaald op basis van de kennis van de externe effecten en van het externe mensrisico van die Seveso-inrichting.
4.7. Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken
Gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies van Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken afgeleverd op 14 november 2023 onder ref. 8603:
Noodzaak van een ASTRID-indoorradiodekking : JA.
De beslissing is: VOORWAARDELIJK GUNSTIG
Motivering
Gezien de hoge onthaalcapaciteit van het gebouw, heeft de commissie beslist dat er in alle publiek toegankelijke ruimtes en delen van het gebouw ASTRID indoordekking dient aanwezig te zijn.
5. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
5.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
In de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn de voorzieningen toegelaten, welke gericht zijn op het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. Woongelegenheid kan toegestaan worden voor zover die noodzakelijk is voor de goede werking van de inrichtingen (artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen) Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
De te verplaatsen boom (locatie van de nieuwe hemelwaterput-links vooraan) bevindt zich in het ruimtelijk uitvoeringsplan THEMATISCH RUP GROEN (bundel Gent centrum deel 4), goedgekeurd op 6 december 2021, en is bestemd als parkzone.
Het project ligt in het bijzonder plan van aanleg BINNENSTAD - DEEL COUPURE, goedgekeurd op 18 juli 1989, en is bestemd als klasse 2 voor tuinstrook en binnenkern en zone voor gemeenschapsuitrusting voor de strook van hoofd- en bijgebouwen.
De aanvraag is niet in overeenstemming met onderstaande voorschriften van het BPA.
3.3.3.: Hoogte van de bijgebouwen opgericht in de tuinstrook; De hoogte van de bijgebouwen (opgericht in de strook voor hoofd- en bijgebouwen) wordt bepaald t.o.v. het straatpeil. (…) Op de perceelgrenzen mag de hoogte maximum 3,5 m bedragen. (…) De totale hoogte mag maximum 6 m bedragen.
Toetsing: niet conform: Het nieuwe aanbouwvolume rust met zijn achtergevel op een perceelsgrens. De hoogte van de balustrade bedraagt 6m36 t.o.v. het straatpeil.
Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan beperkt afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften van een gemeentelijk BPA, wat betreft de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van de constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
Volgende afwijkingen op de voorschriften van het BPA zijn aanvaardbaar om volgende redenen:
Het nieuwe aanbouwvolume overschrijdt het bestaande volume (de stookruimte) niet qua oppervlakte of in hoogte. Daarnaast is de nieuwe hoogte afgestemd op het bestaande hoofdgebouw, de materniteit. Zo wordt de hoogte afgestemd op de (te heropenen) originele raamopeningen in de achtergevel. De nieuwe hoogte is bijgevolg afgestemd op het bestaande erfgoedkundige pand.
Daarnaast wordt de hoogte van de kroonlijst nog extra verhoogt door het dakterras (balustrade) op het aanbouwvolume. Deze extra toevoeging (1m10) is beperkt in hoogte, in uitvoering (er wordt gewerkt met een licht materiaal) en is ten behoeve van het gebruik van het pand. Verder biedt de extra buitenruimte ook een extra schakeling van binnen/buiten zoals wordt gevraagd in het masterplan.
Er kan ook worden gesteld dat de impact op de omgeving beperkt is. Zo staat het pand, met zijn aanbouwvolume, vrij in de omgeving. De Bijlokesite is ook een onlosmakelijk geheel waardoor er niet kan gesproken worden van een hinderlijke impact naar de omgeving of andere gebruikers.
We oordelen dat de gevraagde afwijking beperkt is, in overeenstemming is met de goede ruimtelijke ordening en geen verzwaring meebrengt voor de omgeving. De gevraagde afwijking m.b.t. de hoogte van het aanbouwvolume is bijgevolg aanvaardbaar.
5.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
5.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 26 september 2022, van kracht sinds 21 november 2022.
Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (zie waterparagraaf).
Gewestelijke verordening toegankelijkheid
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De aanvraag valt onder: Artikel 3 Toepassingsgebied voor publiek toegankelijke gebouwen; Met uitzondering van handelingen aan gebouwen, als vermeld in artikel 4 en 5 is dit besluit van toepassing bij handelingen waarbij de totale publiek toegankelijke oppervlakte groter is dan 400m², op alle nieuw te bouwen, te herbouwen, te verbouwen of uit te breiden publiek toegankelijke delen van een of meerdere constructies.
Conform artikel 35 van deze verordening wordt de beoordeling van de toegankelijkheid van aanvragen m.b.t. voorlopig of definitief beschermde monumenten of archeologische monumenten en met betrekking tot percelen die gelegen zijn in voorlopig of definitief beschermde stads- en dorpsgezichten, landschappen, ankerplaatsen of archeologische zones of aanvragen m.b.t. het varend erfgoed, overgelaten wordt aan de entiteit die belast is met taken van beleidsuitvoering inzake onroerend erfgoed.
Het agentschap Onroerend Erfgoed liet in zijn advies weten dat in dit dossier de werken voor toegankelijkheid voldoende overeenkomen met de erfgoedwaarden.
Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.
5.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
5.5. Archeologienota
Het dossier bevat een archeologienota (ID https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/28380). Er is akte genomen van deze nota door het agentschap Onroerend Erfgoed. De archeologienota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden. Uiteraard blijven de werken onderhevig aan artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet, en dienen alle eventuele vondsten bij het Agentschap Onroerend Erfgoed te worden gemeld.
6. WATERPARAGRAAF
6.1. Ligging project
Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West. Het project ligt in de nabijheid van waterloop in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West. Er werd advies gevraagd aan de waterbeheerder.
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:
Het terrein is momenteel bebouwd.
6.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem
Droogte
Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.
Het betreft een renovatieproject binnen de contour van de huidige bebouwing.
Het hemelwater dat op het terras op het gelijkvloers valt zal op natuurlijke wijze infiltreren.
Betreffende het dakoppervlak van het gebouw zal de totale dakoppervlakte afnemen. Bepaalde delen van het dak blijven behouden, anderen worden nieuw aangelegd.
- Bestaande dakstructuur (= 570m²) blijft maximaal behouden.
- Nieuw dak (155m²) bestaat uit plat dakterras (62m²), groendak (14m²), Technisch terras 1.00 (42m²), Technisch terras 1.13 (37m²)
Bij een verbouwing is conform het ABR ter aanvulling van artikel 9§1 van de GSV (van toepassing voor aanvragen ingediend voor 02/10/2023) de plaatsing van een hemelwaterput, verplicht bij verbouwingen.
Minstens de helft van de totale dakoppervlakte in nieuwe toestand dient aangesloten te worden op een hemelwaterput met nuttig hergebruik of dient aangelegd te worden als groendak. In huidig project is de te compenseren oppervlakte 362,5 m² (= (570m² bestaande dak + 155m² nieuw dak) / 2).
De bouwheer voorziet een hemelwaterput van 20.000 l. Het hemelwater zal gebruik worden voor het sanitair, het onderhoud van de lokalen en de tuin. Rekening houdend met personeel en bezoekers wordt het ANG door de bouwheer berekend op 18.000 l/maand. Hierdoor kan gesteld worden dat 360 m² dakoppervlak dat aangesloten wordt op de hemelwaterput instaat voor opvang en nuttig hergebruik van hemelwater (= 18.000 / 50).
Hiernaast wordt 14 m² aangelegd als groendak, waardoor in totaal 374 m² dakoppervlak gecompenseerd wordt. Dit is conform het ABR.
Het groendak dient een bufferende werking te hebben van minimaal 35l/m².
Gezien het een verbouwing betreft zonder uitbreiding dient conform de GSV (van toepassing voor aanvragen ingediend voor 02/10/2023) geen infiltratievoorziening aangelegd te worden.
Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen
Het perceel ligt in de nabijheid van waterloop in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West. Er werd advies gevraagd aan de waterbeheerder.
De afstandsregels tot waterlopen zoals voorzien in het Waterwetboek en de wet onbevaarbare waterlopen worden gerespecteerd.
Overstromingen
Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.
Waterkwaliteit
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
6.3. Conclusie
Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag mits toepassing van bovenstaande maatregelen de watertoets doorstaat.
7. SLOOP
Er werd een sloopopvolgingsplan toegevoegd aan de aanvraag.
Met betrekking tot de sloop worden een aantal opmerkingen meegegeven.
8. PROJECT-M.E.R.-SCREENING
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van het Besluit van de Vlaamse Regering van 1 maart 2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening en heeft betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. Dit wil zeggen dat er voor voorliggend project een project-m.e.r.-screening moet opgemaakt worden.
Een project-m.e.r.-screeningsnota is toegevoegd aan de vergunningsaanvraag. Na onderzoek van de kenmerken van het project, de locatie van het project en de kenmerken van de mogelijke milieueffecten, wordt geoordeeld dat geen aanzienlijke milieueffecten verwacht worden, zoals ook uit de project-m.e.r.-screeningsnota blijkt. Er kan redelijkerwijze aangenomen worden dat een nieuw project-MER geen nieuwe of bijkomende gegevens over aanzienlijke milieueffecten kan bevatten, zodat de opmaak ervan dan ook niet noodzakelijk is.
9. OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 10 november 2023 tot 9 december 2023.
Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.
10. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Historiek
Het ontwerp werd uitvoerig voorbesproken met de relevante stadsdiensten (Dienst Stadsarcheologie en Monumentenzorg, Groendienst, Wegendienst, etc.) en externe adviesdiensten. Het voorliggende ontwerp is het resultaat van deze gesprekken.
Masterplan
Het masterplan werd opgesteld om een visie te creëren op de Bijlokesite. De site huisvest verschillende culturele instellingen met elk hun noden en behoeften, daarnaast heeft de gehele site een grote erfgoedwaarde en groenwaarde (bekrachtigd in het Thematisch Rup Groen) waardoor aanpassingen en ontwikkelingen niet altijd zo eenvoudig zijn.
Voor de materniteit (behorende bij de creatiecluster) specifiek werd er een deelopdracht uitgeschreven. Voor deze site moest er vooral worden ingezet op:
- renovatie van de materniteit: wordt voorzien in het ontwerp
- bestaande stookplaats te decentraliseren (weg uit creatiecluster): wordt voorzien in het ontwerp, daarnaast worden er ook alternatieven voorzien voor de losgekoppelde gebouwen (zie milieutechnisch luik)
- buitenruimte opladen (versterken van de binnen/buitenrelatie): wordt voorzien door de nieuwe aanbouw te richten naar de buitenruimte met veel beglazing en het dakterras in te richten
- ruimte creëren, uitbreiden van extra productieruimte (via het opladen van de daken en zolders): de zolder wordt geïsoleerd en mee opgenomen in het bruikbare volume
Er wordt geoordeeld dat het masterplan wordt nagestreefd, wat ten goede komt voor de Bijlokesite.
Stedenbouwkundige handelingen:
1/ Slopen van bijgebouwen en voorzien van een nieuwe in de rechteroksel.
Het slopen van de parasitaire bijgebouwen wordt positief onthaald vanuit erfgoedoogpunt. Het verwijderen hiervan versterkt de erfgoedwaarde van het beschermd monument.
Het nieuwe volume bevindt zich in de rechteroksel van het bestaande pand waardoor de impact naar de omgeving beperkt is. De hoogte en diepte overschrijdt de capaciteiten van het gebouw en de omgeving niet en is hierom ruimtelijk inpaspaar (zie ook hoofdstuk 5). Het voorzien van grote ramen en nieuwe toegangswegen langs de achterkant van de site versterkt de binnen/buitenrelatie van de materniteit en zijn gebruikers en de Bijlokesite.
De beperkte nieuwe uitbreiding aan de achterzijde van de materniteit wordt licht en transparant voorzien, wat ook vanuit erfgoedoogpunt positief is. Doordat de structuur zelfdragend is betekent deze ingreep geen bijkomende negatieve impact op de gewezen materniteit.
Het nieuwe dakterras is ondergeschikt aan het geheel waardoor dit geen negatieve impact heeft op de erfgoedwaarde. Daarnaast is het volume (nieuwe balustrade) beperkt qua omvang waardoor de impact hiervan te verwaarlozen is. Doordat een deel van het dak als ontoegankelijk groendak wordt aangelegd worden de insteken van het masterplan gerespecteerd. Het voorzien van een groendak wordt positief beoordeeld, voor gebruik maar ook voor het hemelwaterverhaal.
2/ Renovatie van het hoofdgebouw.
Het herstellen van de vensteropeningen aan de achtergevel in de noordoostelijke vleugel vormt een versterking van de oorspronkelijke erfgoedwaarde.
Er worden voorzetramen voorzien achter de ramen in de voorgevel, hierdoor kan de gevel bewaard blijven. Bijkomstig kan er wel een aangenaam binnenklimaat worden gecreëerd. Deze oplossing is naar gebruik van het pand en uitzicht in het stadsgezicht een goede oplossing.
Het opladen van het zolderniveau betekent het uitbreiden van de bruikbare netto vloeroppervlakte voor het gebouw maar ook de gehele site. Zo wordt het gerenoveerde pand ook opengesteld voor de andere gebruikers van de Bijlokesite, daar zij nu ruimte tekort komen. Dit was ook een vereiste van het masterplan. Bijgevolg kan er worden geoordeeld dat het aantal gebruikers van de gehele Bijlokesite niet zal verhogen.
De nieuwe dakvlakvensters worden zo laag mogelijk geplaatst zodanig dat deze een minimale impact hebben op het stadsgezicht. Daarnaast betekent dit ook dat er een doorzicht mogelijk is voor de gebruikers van de zolderverdieping, wat ook de kwaliteit van het pand ten behoeve komt.
We merken op dat er geen fietsenstallingen worden voorzien op het gebouwniveau. Gelet op de erfgoedwaarde van het pand en de beperkte grondoppervlakte is het voorzien van een kwalitatieve fietsenberging niet mogelijk in op dit gedeelte van de site. Daar de verbouwing en renovatie van het pand hoogstwaarschijnlijk niet meer gebruikers zullen aanwenden is het ook voor dit project aanvaardbaar geen verdere fietsenbergingen te voorzien.
Echter dient er wel bij het uitwerken van andere en/of nieuwe fietsenstallingen op de Bijlokesite de materniteit mee in rekening te worden gebracht. Dit omdat het aantal fietsenstallingen op de gehele site wel verhoogd kan en mag worden. Dit wordt ook zo neergeschreven in het masterplan.
3/ Rooien/verplaatsen van 4 bomen.
De 3 wilgen die zich rechts achter de gewezen materniteit bevinden zullen worden gerooid en worden gecompenseerd. De boom die zich links vooraan bevindt, bovenop de nieuwe hemelwaterput, bevindt zich in het TEHMATISCH RUP GROEN. De Groendienst zal voor de aanvang van de werken proberen deze te verplaatsen, indien dit geen optie zal zijn zal ook deze boom gecompenseerd worden.
In het pré-advies gaf de Groendienst ook verder aan om hen minimum 2 maand voor de aanvang van de werken te contacteren. Samen zullen ze de werfinrichting bekijken en ook hoe de bestaande beplanting (waar de nieuwe uitbreiding zich zal bevinden) kan gerecupereerd worden.
4/ Heraanleg van riolering.
De hemelwaterput werd correct gedimensioneerd, de overloop naar het Vaardeken is ook aanvaardbaar voor de relevante interne en externe diensten.
Het is momenteel niet duidelijk hoe de septische put werd gedimensioneerd, deze moet worden afgestemd op het aantal gebruikers. Zie ook advies Farys.
Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten
1/ Inrichtingsnummer 20230706-0036: BMG ingedeelde inrichting
ASPECT LUCHT
De centrale warmte- en koudeproductie voor het gebouw wordt voorzien door een warmtepomp, type lucht/water. Het aangevraagde nominaal vermogen bedraagt 40 kW.
Het betreft een toestel met een individuele koelmiddeleninhoud van 19 kg en een CO2-equivalent van minder dan 5 ton. Het gebruikte koelmiddel in de installatie is R290.
Het koelmiddel R290 is een natuurlijk koelmiddel dat nagenoeg geen effect heeft op het milieu.
De warmtepomp dient te voldoen aan de voorwaarden van Vlarem II, artikel 5.16.3.3. inzake bouw, opstelling, attesten, onderhoud en periodieke controles (naargelang de aard en de hoeveelheid koudemiddel). Een logboek moet bijgehouden worden.
Deze elementen worden als opmerking opgenomen.
ASPECT GELUID EN TRILLINGEN
De mogelijke bronnen van geluidshinder zijn:
- Activiteiten met elektronisch versterkte muziek
- De technische installaties (koelinstallaties en de verwarmingsketels)
Activiteiten met elektronisch versterkte muziek
Algemeen
Een polyvalente ruimte (= productioneel foyer) zal worden voorzien waar optredens en voorstellingen (al dan niet versterkt) kunnen plaatsvinden
Bij de exploitatie van een lokaal met elektronisch versterkte muziek zijn de omgevingsnormen voor geluid van de Vlarem-regelgeving van toepassing. Deze regelgeving voorziet dat het specifieke geluid (Lsp) van de onderzochte inrichting (i.c. een lokaal met elektronisch versterkte muziek) moet getoetst worden aan de omgevingsnormen in één of meerdere beoordelingspunten (BP). Zulke toetsing gebeurt doorgaans in een akoestisch onderzoek (AO), dat moet uitgevoerd worden door een erkende Vlarem deskundige in de discipline geluid.
In het AO wordt dan nagegaan hoe hoog het geluidsniveau mag bedragen in de exploitatie, zodat voldaan is aan de omgevingsnormen voor geluid in de buurt. Hierbij wordt rekening gehouden met de specifieke akoestische eigenschappen van het pand.
In het licht van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van
29 november 2012 wordt in de regel een AO opgelegd voor lokalen met elektronisch versterkte muziek die vallen binnen rubriek 32 indelingslijst (bijlage 1 van Vlarem II). Op die manier wordt geanticipeerd op potentiële geluidshinder die zou kunnen ontstaan in de buurt.
Uiterlijk 3 maanden na datum van dit collegebesluit, moet de exploitant de resultaten van een volledig AO (cfr. bijlage 4.5.2 van Vlarem II), ter evaluatie voorleggen aan de dienst Toezicht van de stad Gent (toezicht@stad.gent - met vermelding van het dossiernummer). Dit akoestisch onderzoek moet uitgevoerd worden door een erkende Vlarem-deskundige in de discipline geluid. Vóór de geluidsmetingen plaatsgrijpen moet, in navolging van bijlage 4.5.1.§2 van Vlarem II, een meetvoorstel voorgelegd worden aan de Dienst Milieu en Klimaat. Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde.
In afwachting van het volledig akoestisch onderzoek wordt het maximale geluidsniveau in de inrichting vastgesteld op 85 dB(A) LAeq,15min (~toetsingsnormen 92 dB(A) LAmax,slow).
Eens de resultaten van het volledig AO bekend zijn, zullen specifieke voorwaarden m.b.t. het maximale toegelaten geluidsniveau in de zaal opgelegd worden. De exploitant dient hiertoe zelf een nieuwe aanvraag voor bijstelling van de voorwaarden in bij de vergunningsverlenende overheid, waarbij het akoestisch onderzoek toegevoegd moet worden. Dit wordt opgenomen als opmerking.
De exploitant is verplicht om het geluidsniveau te meten tijdens de productie van elektronisch versterkte muziek (artikel 5.32.2.2.bis §1 lid 3 van Vlarem II), tenzij er een geluidsbegrenzer wordt geplaatst. De exploitant moet minstens de parameter LAeq,15min meten en dit zichtbaar houden voor de geluidsverantwoordelijke. Dit wordt opgenomen als opmerking.
De organisator moet de bezoekers en de persoon die hij heeft aangesteld informeren over het maximaal toegestane geluidsniveau. Daartoe wordt het maximaal toegestane geluidsniveau, weergegeven als LAeq,15min, op een duidelijk zichtbare plaats geafficheerd, zowel ter hoogte van de toegang tot de muziekactiviteit als ter hoogte van de mengtafel. Dit wordt opgenomen als opmerking
Om gehoorbeschadiging te voorkomen moet de exploitant voldoende maatregelen nemen zodat het publiek niet te dicht bij de luidsprekers kan komen. Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde.
Tijdens de productie van elektronisch versterkte muziek moeten ramen en deuren gesloten blijven. Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde.
Einduur
Om de geluidshinder afkomstig van lokalen met elektronisch versterkte muziek te beperken voert de stad Gent een beleid waarbij een periode van verbod op elektronisch versterkte muziek opgenomen wordt in het vergunningsbesluit in plaats van een einduur. Artikel 5.32.2.2.§2 van VLAREM II stelt:
De exploitatie van de inrichting en het gebruik van (een) elektronische versterker(s) die muziek voortbrengt(en) is, behalve op zon- en feestdagen, verboden vanaf 3 uur tot 7 uur.
In afwijking van de in deze paragraaf vermelde verbodsbepalingen kan, in functie van de plaatselijke omstandigheden, elke andere regeling inzake openings- en sluitingsuren worden vastgesteld in de bijzondere voorwaarden.
De exploitant heeft in de aanvraag geen specifiek exploitatieregime aangevraagd. De algemene regeling wordt van toepassing gesteld, geïnspireerd op artikel 5.32.2.2.§2 van VLAREM II. Er wordt een periode van verbod ingevoerd voor het produceren van elektronisch versterkte muziek :
Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde.
Afgeleide hinder
Rekening houdend met de capaciteit van de zaal en daaruit volgend het aantal bezoekers rondom de zaal, rekening houdend met een gemiddeld stemvolume van een mens en rekening houdend met de korte afstand van bewoning, wordt aangenomen dat aankomende en vertrekkende bezoekers geluidsoverlast kunnen veroorzaken in bewoonde gebouwen in de buurt.
De exploitant moet de nodige maatregelen nemen om hinder naar de omgeving te beperken. Dit wordt opgenomen als opmerking.
Technische installaties
Onder rubriek 16.3.2°a) wordt de exploitatie van een warmtepomp opgenomen. De (buitenunits van dergelijke) installaties dienen te voldoen aan de geluidsbepalingen van hoofdstuk 4.5 van Vlarem II. Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde. De installaties dienen zodanig te worden opgesteld; uitgerust, ingesteld of aangepast/akoestisch geïsoleerd dat er zich geen overschrijdingen van geluidsnormen in de buurt voordoen.
Om de geluidshinder tot een minimum te beperken kunnen volgende milderende maatregelen genomen worden:
- Plaats het toestel op een plaats waar ze het minste overlast creëert voor derden
- Lokale akoestische afschermingen rond het toestel voorzien
- Processturing waarbij de ventilatortoerentallen in de nachtperiode worden beperkt tot 70%.
Bij een erkend ‘milieudeskundige geluid en trillingen’ kan advies ingewonnen worden m.b.t. de controle van apparaten, akoestisch onderzoek, trillingsmetingen en het opstellen en begeleiden van saneringsplannen (https://www.vlaanderen.be/erkenning-als-milieudeskundige-geluid-en-trillingen).
Deze elementen worden opgenomen als opmerking.
ASPECT BRANDVEILIGHEID
Het bepalen en het aanbrengen van de noodzakelijke brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen dient te gebeuren in overleg met en volgens de richtlijnen van de plaatselijke brandweer. De voorwaarden uit het advies (met referentie 071792-001/PJ/2023) van de Brandweerzone Centrum, Afdeling Brandpreventie dienen steeds nageleefd te worden. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
2/ Inrichtingsnummer 20231005-0001: Warmtepompen studio's H&L
ASPECT LUCHT
De warmteproductie voor de studio's H&l wordt per studio eveneens voorzien door warmtepompen, type lucht/water die opgesteld worden op het platte dak, aanliggend aan het groendak van de studio's.
Het aangevraagde nominaal vermogen bedraagt 3 x 6 kW.
Het betreffen kleine toestellen met een individuele koelmiddeleninhoud van 1,4 kg en een CO2-equivalent van minder dan 5 ton. Het gebruikte koelmiddel in de installatie is R290.
Het koelmiddel R290 is een natuurlijk koelmiddel dat nagenoeg geen effect heeft op het milieu.
De warmtepomp dient te voldoen aan de voorwaarden van Vlarem II, artikel 5.16.3.3. inzake bouw, opstelling, attesten, onderhoud en periodieke controles (naargelang de aard en de hoeveelheid koudemiddel). Een logboek moet bijgehouden worden.
Deze elementen worden als opmerking opgenomen.
ASPECT GELUID
Onder rubriek 16.3.2°a) wordt de exploitatie van warmtepompen opgenomen. De (buitenunits van dergelijke) installaties dienen te voldoen aan de geluidsbepalingen van hoofdstuk 4.5 van Vlarem II. Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde. De installaties dienen zodanig te worden opgesteld; uitgerust, ingesteld of aangepast/akoestisch geïsoleerd dat er zich geen overschrijdingen van geluidsnormen in de buurt voordoen.
Om de geluidshinder tot een minimum te beperken kunnen volgende milderende maatregelen genomen worden:
- Plaats het toestel op een plaats waar ze het minste overlast creëert voor derden
- Lokale akoestische afschermingen rond het toestel voorzien
- Processturing waarbij de ventilatortoerentallen in de nachtperiode worden beperkt tot 70%.
Bij een erkend ‘milieudeskundige geluid en trillingen’ kan advies ingewonnen worden m.b.t. de controle van apparaten, akoestisch onderzoek, trillingsmetingen en het opstellen en begeleiden van saneringsplannen (https://www.vlaanderen.be/erkenning-als-milieudeskundige-geluid-en-trillingen).
Deze elementen worden opgenomen als opmerking.
ASPECT BRANDVEILIGHEID
Het bepalen en het aanbrengen van de noodzakelijke brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen dient te gebeuren in overleg met en volgens de richtlijnen van de plaatselijke brandweer. De voorwaarden uit het advies (met referentie 071792-001/PJ/2023) van de Brandweerzone Centrum, Afdeling Brandpreventie dienen steeds nageleefd te worden. Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
CONCLUSIE
De gevraagde omgevingsvergunning is mits voorwaarden milieuhygiënisch, stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar met de onmiddellijke omgeving, bijgevolg is het verslag voorwaardelijk gunstig.
De rubrieken worden als volgt geadviseerd:
Volgende rubrieken worden gunstig beoordeeld:
Inrichtingsnummer 20230706-0036: BMG ingedeelde inrichting
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | warmtepomp lucht/water | klasse 3 | Nieuw | 40 kW |
32.1.1° | muziekactiviteiten: feestzalen en andere voor publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt en het maximaal geluidsniveau in de inrichting > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min is | versterkte muziek bij voordrachten, kleine concerten en andere producties | klasse 3 | Nieuw | 95 DB(A)_LAEQ_15 |
32.2.2° | schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte | Ruimte 0.07 in de rechtervleugel wordt ingericht als productioneel foyer of polyvalente ruimte, met aanliggende bar en keuken, ruimte 0.08. | klasse 3 | Nieuw | 130 m² |
Inrichtingsnummer 20231005-0001: Warmtepompen studio's H&L
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | warmtepomp lucht/water | klasse 3 | Nieuw | 18 kW |
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Uitvoering
Van deze omgevingsvergunning mag worden gebruikgemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep.
Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99.
§ 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100.
De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen verleent onder voorwaarden de omgevingsvergunning voor het restaureren en herinrichten van de voormalige Bijlokematerniteit + het exploiteren van een polyvalente ruimte en warmtepompen aan Stad Gent gemeente (O.N.:0207451227) gelegen te Bijlokekaai 1, 2, 3 en 4, 9000 Gent.
De door het college vergunde plannen zijn de plannen die op de overzichtslijst staan, die is toegevoegd als bijlage aan deze vergunning en er integraal deel van uitmaakt.
Plannen die niet op deze overzichtslijst staan, maken geen deel uit van de vergunning.
Controleer steeds of het om een goedgekeurd plan gaat.
Opgelet, er kunnen voorwaarden betrekking hebben op de plannen.
De rubrieken voor de inrichting/activiteit BMG ingedeelde inrichting en Warmtepompen studio's H&L met inrichtingsnummer 20230706-0036 en 20231005-0001 beslist het college als volgt:
Inrichtingsnummer 20230706-0036: BMG ingedeelde inrichting
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | warmtepomp lucht/water | klasse 3 | Nieuw | 40 kW |
32.1.1° | muziekactiviteiten: feestzalen en andere voor publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt en het maximaal geluidsniveau in de inrichting > 85 dB(A) LAeq,15min en ≤ 95 dB(A) LAeq,15min is | versterkte muziek bij voordrachten, kleine concerten en andere producties | klasse 3 | Nieuw | 95 DB(A)_LAEQ_15 |
32.2.2° | schouwburgen, variététheaters, andere zalen voor sportmanifestaties dan de zalen, vermeld in punt 3°, polyvalente zalen en feestzalen met een speelruimte | Ruimte 0.07 in de rechtervleugel wordt ingericht als productioneel foyer of polyvalente ruimte, met aanliggende bar en keuken, ruimte 0.08. | klasse 3 | Nieuw | 130 m² |
Inrichtingsnummer 20231005-0001: Warmtepompen studio's H&L
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | warmtepomp lucht/water | klasse 3 | Nieuw | 18 kW |
Legt volgende voorwaarden op:
Voorwaarden die voortvloeien uit externe adviezen:
De voorwaarden uit het advies van Aquafin afgeleverd op 8 januari 2024 onder ref. 232172 zijn strikt na te leven:
Wij hebben geen bezwaar zolang men onze leiding respecteert en oplet bij het vellen van bomen.
in bijlage op het omgevingsloket vindt u het as-builtplan van onze leiding VMM 1513.
De voorwaarden uit het advies van Onroerend Erfgoed afgeleverd op 4 januari 2024 onder ref. 4.002/44021/715.4 zijn strikt na te leven:
Voorwaarden:
• Bij uitvoering moeten de erfgoednota en de archeologienota nageleefd worden. Wijzigingen moeten besproken worden met onze dienst.
• Daar waar valse plafonds voorzien zijn en nog fragmentarische restanten van historische plafonds aanwezig zijn, mag de ophanging van het valse plafond geen schade veroorzaken aan het origineel lijstwerk.
• Bij de inbreng van de nieuwe trap van de eerste verdieping naar de zolder moet het lijstwerk van het plafondveld behouden blijven.
• Uitvoeringsdetails voor het aanbrengen van de binnenisolatie zijn nog voor te leggen (dikte en materialisatie). We zijn wel akkoord met de principes, zoals voorgesteld in het dossier.
• Voor de nieuwe vloerbetegeling van het gelijkvloers en voor de gang op de eerste verdieping moeten tijdens de werf stalen voorgelegd worden. Het is wenselijk dat kleur en materiaalgebruik op een hedendaagse manier het originele benaderen.
• Nieuwe brandwerende deurgehelen, die voor de compartimentering in de traphal moeten worden toegevoegd, moeten zo transparant mogelijk zijn in functie van behoud van de gang als één visueel geheel.
• Tracering en uitzicht van de nieuwe in te brengen technieken zijn op voorhand met onze dienst te overlopen.
• De kleuren voor de nieuwe verflagen van het interieur (muren, plafonds, binnendeuren,…) moeten op voorhand met onze dienst besproken worden. Voor de wanden is het uitgangspunt om de nog aanwezige historische marmerimitaties omwille van budgettaire redenen niet vrij te leggen of te reconstrueren. Voor de traphal vragen we wel om op basis van het kleuronderzoek te zoeken naar kleuren, die een aansluiting vinden met de originele afwerking.
• De te behouden bomen rond de projectzone moeten tijdens de werf afgeschermd worden, zodat ze niet beschadigd worden. Dit geldt in het bijzonder voor de boom aan de achtergevel van de materniteit en de bomen langsheen de Leie. Rondom de bomen kan geen werf- of stockagezone voorzien worden
De voorwaarden uit het advies van FARYS afgeleverd op 8 januari 2024 onder ref. AD-23-1323 – 2de adviesaanvraag zijn strikt na te leven:
Voorwaarden:
• Het aantal IE dient op het rioleringsplan vermeld te worden zodat het volume van de septische put correct kan bepaald worden. De bemerking uit het eerste advies werd nog niet verwerkt.
• De bestaande aansluiting dient indien mogelijk hergebruikt te worden voor de aansluiting van de DWA.
• De aansluiting van de RWA dient te gebeuren op het Bijlokevaardeken.
• Een nieuwe aansluiting kan (indien nodig) aangevraagd worden via de website van Farys of door gebruik te maken van de link https://www.farys.be/nl/nieuwe-rioolaansluiting .
• De aanvrager dient rekening te houden met een termijn van 10 weken tussen datum van aanvraag en ontvangst factuur voor de uitgevoerde aansluitingen. Gelieve dan ook tijdig de aanvraag in te dienen in kader van eventuele nodige verkoopbaarheidsattesten.
De voorwaarden uit het advies van Brandweerzone Centrum afgeleverd op 27 november 2023 onder ref. 071792-001/PJ/2023zijn strikt na te leven:
Bijzondere aandachtspunten:
Het is verboden om een nieuwe publiek toegankelijke inrichting, waarvan de voor het publiek toegankelijke oppervlakte gelijk is aan of groter is dan 100 m², open te stellen voor het publiek zolang de inrichting niet beschikt over een brandveiligheidsattest. Voor de opening dient er brandveiligheidsattest te worden aangevraagd via: https://www.brandweerzonecentrum.be/preventieportaal
De voorwaarden uit het advies van Federale Overheidsdienst Binnenlandse Zaken afgeleverd op 14 november 2023 onder ref. 8603 zijn strikt na te leven:
Noodzaak van een ASTRID-indoorradiodekking : JA
Groenaanleg:
De groendienst dient minstens 2 maand voor de aanvang van de werken te worden gecontacteerd. Zij zullen bekijken hoe ze de bestaande beplanting, links achter de materniteit, kunnen recupereren. Zij zullen ook de opties bekijken om de bestaande boom (onder de nieuwe hemelwaterput) te verplaatsen.
Archeologie:
De maatregelen in de archeologienota waarvan akte is genomen met referentienummer 28380 (projectcode 2023A330) moeten uitgevoerd worden overeenkomstig het programma van maatregelen in de archeologienota, en het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013.
Activiteiten met elektronisch versterkte muziek
- tussen 3.00 uur en 7.00 uur van maandag- tot en met zaterdagochtend en
- tussen 7.00 uur en 9.00 uur op zondagochtend en de ochtend van een officiële feestdag.
Warmtepompen
De (buitenunits van dergelijke) installaties dienen te voldoen aan de geluidsbepalingen van hoofdstuk 4.5 van Vlarem II. De installaties dienen zodanig te worden opgesteld; uitgerust, ingesteld of aangepast/akoestisch geïsoleerd dat er zich geen overschrijdingen van geluidsnormen in de buurt voordoen.
Brandveiligheid
Het bepalen en het aanbrengen van de noodzakelijke brandpreventie- en brandbestrijdingsmiddelen dient te gebeuren in overleg met en volgens de richtlijnen van de plaatselijke brandweer. De voorwaarden uit het advies (met referentie 071792-001/PJ/2023) van de Brandweerzone Centrum, Afdeling Brandpreventie dienen steeds nageleefd te worden.
De algemene en sectorale milieuvoorwaarden van titel II van het VLAREM:
De integrale en geconsolideerde tekst van titel II van het VLAREM is raadpleegbaar op de Milieunavigator, via de link: https://navigator.emis.vito.be/
Bij wijziging van VLAREM wordt de exploitant geacht de meest actuele versie van de van toepassing zijnde bepalingen na te leven.
Wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:
STEDENBOUWKUNDIG
Afval
De verplichting om selectief te slopen, renoveren en/of te ontmantelen staat in artikel 4.3.3 van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Vlarema).
Het dossier bevat een sloopopvolgingsplan. De specifieke aandachtspunten en aanbevelingen uit het plan dienen opgevolgd te worden.
Elke afvoer van afvalstoffen moet gedocumenteerd worden met een identificatieformulier of een afgiftebewijs. De uitvoerder van de bouw-, infrastructuur-, sloop- en ontmantelingswerken bezorgt deze documenten aan de houder van de omgevingsvergunning. Deze dienen 5 jaar bijgehouden te worden.
Bij de sloop moet de nodige aandacht besteed worden aan de aanwezigheid van asbest. Meer informatie over het correct omgaan met asbest is terug te vinden op de website van OVAM: https://www.ovam.be/omgaan-met-asbest
Stofemissies
De uitvoerder van bouw-, sloop- en infrastructuurwerken moet de emissie van stof zo laag mogelijk houden en moet hiertoe maatregelen treffen.
De verplichte maatregelen staan opgesomd in hoofdstuk 6.12 van Vlarem II.
De aandacht wordt gevestigd op artikel 6.12.3 van deze regelgeving. Dit artikel vermeldt vier concrete maatregelen om stofemissies te voorkomen:
1. afscherming met doeken of zeilen,
2. beneveling van de locatie waar de werken worden uitgevoerd,
3. bevochtiging ter hoogte van de apparatuur,
4. rechtstreekse stofafzuiging op breekhamers, polijstmachines, slijpschijven, boormachines, freesmachines en schuurmachines.
Minimaal één van deze vier maatregelen moet genomen worden.
Als er visueel waarneembare stofverspreiding optreedt kan bijkomende verneveling verplicht zijn.
MILIEUTECHNISCH
Warmtepompen
- Lokale akoestische afschermingen rond het toestel voorzien
- Processturing waarbij de ventilatortoerentallen in de nachtperiode worden beperkt tot 70%.
- Bij een erkend ‘milieudeskundige geluid en trillingen’ kan advies ingewonnen worden m.b.t. de controle van apparaten, akoestisch onderzoek, trillingsmetingen en het opstellen en begeleiden van saneringsplannen (https://www.vlaanderen.be/erkenning-als-milieudeskundige-geluid-en-trillingen).
Activiteiten met elektronisch versterkte muziek