Het college van burgemeester en schepenen weigert de schrapping van de risicogrond.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Aecom Belgium bvba heeft een aanvraag tot schrapping van een risicogrond uit de gemeentelijke inventaris ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 8 februari 2024.
Volgende wordt aangevraagd:
• Onderwerp:
vraag tot schrapping risicogrond Kortrijksesteenweg 1032 (Afdeling 25, Sectie A nummer 266R2) te 9051 Sint-Denijs-Westrem (201304571)
Het perceel dat de aanvrager wenst te schrappen als risicogrond is opgenomen in de gemeentelijke inventaris.
Volgende vergunningendossiers met risicorubrieken zijn van toepassing:
Dossier: 201304571 – Beslissing: 26 november 1954 (deputatie)
Inrichting: Chabeau Paul – een tank- en smeerstation (Exploiteren van een tank- en smeerstation met een luchtcompressor, een acculader voor 500 Watt, een benzinestapel van 27.000 l in twee ondergrondse houders van respectievelijk 12.000 l en 15.000 l en een mazoutstapel van 7.800 l in een ondergrondse houder.)
Vergunde risico-rubrieken: 15.2., 17.3.4.2°a)2), 17.3.9.3°
Volgende calamiteiten of klachten met betrekking tot de bodem zijn vastgesteld:
Er zijn geen calamiteiten of klachten gekend.
Het perceel is opgenomen in volgende dossiers van OVAM:
Er zijn geen bodemonderzoeken gekend.
De motivatie van de erkende bodemdeskundige om het perceel als risicogrond te schrappen is als volgt:
Alle percelen die in de vergunning zijn opgenomen werden als risicoperceel geïnventariseerd, maar op het betreffende perceel worden/zijn nooit risico-activiteiten uitgevoerd, kadastrale wijzigingen of mutaties.
Aangezien perceel 266L werd beschouwd als risicogrond werden na splitsing beide percelen 266R2 en 266W ook beschouwd als risicogronden. Echter waren de risico-activiteiten alleen aanwezig op perceel 266W. Perceel 266R2 kan aldus geschrapt worden als risicogrond aangezien er doorheen de tijd nooit risico-activiteiten hebben plaatsgevonden, noch op heden aanwijzingen zijn om het perceel als risicogrond te beschouwen
De motivatie is onderzocht door de Dienst Milieu en Klimaat. We hebben de plannen horende bij de risicovergunning 201304571 van 26 november 1954 (afgeleverd door de deputatie) grondig bekeken. De risico-activiteiten worden zowel op perceel 266W (risicorubrieken: 15.2 en 17.3.9.3°) alsook op perceel 266R2 (risicorubriek 17.3.4.2°a)2) gelokaliseerd, daarom besluiten we om het perceel 266R2 niet te schrappen als risicogrond.
ConclusieDe motivatie van de aanvrager wordt niet gevolgd. Het college van burgemeester en schepenen beschikt over onvoldoende informatie om het perceel te schrappen uit de gemeentelijke inventaris.