Terug
Gepubliceerd op 08/03/2024

2024_CBS_02250 - OMV_2023136671 K - aanvraag omgevingsvergunning voor het verbouwen van een meergezinswoning - met openbaar onderzoek - Hofstraat, 9000 Gent - Weigering

college van burgemeester en schepenen
do 07/03/2024 - 08:32 College Raadzaal
Datum beslissing: do 07/03/2024 - 09:35
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Filip Watteeuw

Aanwezig

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter; Filip Watteeuw, schepen; Sofie Bracke, schepen; Tine Heyse, schepen; Astrid De Bruycker, schepen; Bram Van Braeckevelt, schepen; Isabelle Heyndrickx, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Evita Willaert, schepen; Rudy Coddens, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur; Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Verontschuldigd

Sami Souguir, schepen

Secretaris

Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Voorzitter

Sofie Bracke, schepen
2024_CBS_02250 - OMV_2023136671 K - aanvraag omgevingsvergunning voor het verbouwen van een meergezinswoning - met openbaar onderzoek - Hofstraat, 9000 Gent - Weigering 2024_CBS_02250 - OMV_2023136671 K - aanvraag omgevingsvergunning voor het verbouwen van een meergezinswoning - met openbaar onderzoek - Hofstraat, 9000 Gent - Weigering

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

 

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.

 

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

 

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

 

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

 

Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

 

HTKS BV met als contactadres Smedenstraat 34, 8000 Brugge heeft een aanvraag (OMV_2023136671) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 30 november 2023.

 

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:

Onderwerp: het verbouwen van een meergezinswoning

• Adres: Hofstraat 157-163, 9000 Gent

Kadastrale gegevens: afdeling 4 sectie D nr. 2559E5

 

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 3 januari 2024.

De aanvraag volgde de gewone procedure.

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 27 februari 2024.

 

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1.       BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT

Bestaande toestand

Omgeving
Het perceel ligt langs de Hofstraat in de wijk ‘Binnenstad – Zuid’.
De bebouwing in de omgeving is van het type gesloten bebouwing. In de betreffende gevelrij tellen de meeste panden 4 tot 5 bouwlagen.
De panden zijn hoofdzakelijk ingevuld met de functie wonen (overwegend meergezinswoningen).

 

Morfologie
Het perceel heeft een oppervlakte van ongeveer 80  m², de straatbreedte meet 5,20 m en de perceelsdiepte bedraagt 17,96 m.  De bebouwing betreft een rijbebouwing, ingericht als meergezinswoning met 4 appartementen.
Het hoofdgebouw telt 5 bouwlagen met plat dak en heeft een diepte van 13,99 m. Aan de voorgevel is van de 1e verdieping tot de 4e verdieping een uitbouw van 0,72 m diep vóór de rooilijn aanwezig, de breedte meet 3,96 m.
Achter het hoofdgebouw zijn gelijkvloerse bijgebouwen aangebouwd tot tegen de achterste perceelsgrens op een diepte van 17,96 m. 
Het perceel is dus volledig bebouwd.
 

Erfgoed
Het pand is gelegen binnen een op het gewestplan ingekleurd woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Binnen deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van behoud.

Het appartementsgebouw werd gebouwd in 1966. Het gebouw is opgericht in een typische architectuur voor de periode waarin het werd ontworpen en gebouwd, maar heeft geen vooruitstrevende of kenmerkende architecturale kwaliteiten.

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Programma

De aanvraag betreft het verbouwen van de voor- en achtergevel, het vervangen van het platte dak van het gelijkvloerse bijgebouw en het aanbrengen van 4 terrassen tegen de achtergevel.

 

De functie meergezinswoning met van de 4 appartementen, namelijk 1 op elke bouwlaag en de gemeenschappelijke functies (inkom, trappenhal, garages) op de gelijkvloerse bouwlaag blijven ongewijzigd behouden.
 

Aanpassingen bouwvolumes, gevel en daken

*  Volume en dak:
- De kroonlijst van de voorgevel wordt met 0,38 m opgehoogd naar een hoogte van 14,80 m boven het trottoirpeil.  Het platte dak en de achterste kroonlijst behouden hun bouwhoogte.

- Het platte dak van het bijgebouw wordt vervangen door een nieuw, iets lager plat dak. De bestaande koepel verdwijnt hierbij. 

*  Voorgevel: 
- De bestaande gevelmaterialen (wit geglazuurde gevelstenen) worden verwijderd en vervangen door isolatie bekleed met crepi (in gebroken witte kleur). De uitsprong zal na deze werken op de gelijkvloerse bouwlaag en de zijdelingse randen van 0,10 m uitspringen vóór de rooilijn en bij de grote geveluitbouw 0,82 m vóór de rooilijn. 
- Het schrijnwerk wordt vervangen.

*  Achtergevel:
- Op het platte dak van het gelijkvloerse bijgebouw wordt een gevelbreed terras aangelegd met een diepte van 1,89 m, dit is tot een diepte van 16,09 m achter de rooilijn. Langs de zijdelingse perceelsgrens komen matglazen zichtweringen met een hoogte van 1,60 m hoog. Het terras wordt achteraan afgebakend met een spijltjes balustrade van 1,10 m hoog.
- In de achtergevel worden op de 2e, 3e en 4e verdieping zwevende terrassen aangebracht. De breedte bedraagt 4,03 m, de diepte meet 1,50 m achter de nieuwe achtergevel, dit is tot een diepte van 15,50 m achter de rooilijn. De afstanden tot de linker- en rechter zijperceelsgrenze bedragen respectievelijk 0,63 m en 0,78 m. Als borstwering wordt een spijltjesbalustrade van 1,10 m hoog voorzien, aan de 2 zijden wordt telkens een zichtschermen in mat glas met een hoogte van 1,60 m voorzien.
- De achtergevel krijgt grotere raamopeningen: namelijk 2 schuiframen per bouwlaag, die toegang geven tot de terrassen.
- Ook bij de achtergevel wordt het bestaande gevelmateriaal verwijderd, er wordt isolatie aangebracht en bekleed met gebroken witte crepi.
 

Scheidingsmuren

De profielen van de zijdelings scheidingsmuren wijzigen: over een diepte van 1,89 m achter de bestaande achtergevel, tot een totale bouwdiepte van 16,09 m, worden zichtschermen geplaatst met een hoogte van 1,60 m.
 

2.       HISTORIEK

Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:

 

Stedenbouwkundige vergunningen

  • Op 13/06/1966 werd een vergunning afgeleverd voor het oprichten van een gebouw met 4 appartementen, na slopen van een woonhuis (Litt. H-7-66).
  • Op 24/10/1966 werd een vergunning afgeleverd voor het oprichten van een gebouw met 4 appartementen en parkeerplaats voor 4 auto's (Litt. H-15-66).
  • Op 10/07/1967 werd een vergunning afgeleverd voor het oprichten van een gebouw (4 bovenverdiepingen) met 4 appartementen en bergplaats voor 4 auto's, na slopen van een woonhuis (gewijzigd ontwerp van vorige vergunning litt. h-15-66) (Litt. H-7-67).

 

BEOORDELING AANVRAAG

3.       EXTERNE ADVIEZEN

Overeenkomstig artikel 35 van het omgevingsvergunningsbesluit zijn er geen externe adviezen vereist.

 

4.       TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg

Het project ligt in woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).

 

Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.

 

Het project ligt in het bijzonder plan van aanleg (BPA) BINNENSTAD - DEEL ZUID, goedgekeurd op 29 november 2002. De bestemmingen zijn: zone D voor woningen en tuinen.

 

De aanvraag is strijdig met de stedenbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:
De bouwhoogte van het hoofdgebouw
Het BPA legt een referentie toegelaten bouwhoogte van 13,00 m boven het trottoir op.
Het ontwerp voorziet een kleine ophoging van 0,38 m, naar een bouwhoogte van
14,80 m boven het trottoirpeil, dus hoger dan toegelaten.

De bouwdiepte van de hoofdgebouw (aangebouwde terrassen)
Het linker aanpalende hoofdgebouw heeft een bouwdiepte van 13,99 m en het rechter aanpalende hoofdgebouw meet 14,54 m diep.  Indien de bouwdiepte van de buren groter is dan 15,00 m, dan dient de bouwdiepte ook beperkt te worden tot 15,00 m.
Het BPA legt op dat de bouwdiepte van de bouwplaats op de verdiepingen niet verder mag reiken dan de verbindingslijn tussen deze 2 bouwdiepten.
Het ontwerp voorziet op de 1e verdieping een dakterras tot een bouwdiepte van 16,08 m.
Op de 2e, 3e en 4e verdieping worden zwevende terrassen voorzien tot een bouwdiepte van 15,50 m. Deze bouwdiepten wijken af van de voorschriften van het BPA.

A/ Volgende afwijking op de voorschriften van het BPA is – in toepassing van artikel 4.4.1 - WEL aanvaardbaar:
Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan beperkt afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften van een gemeentelijk BPA, wat betreft de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van de constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.

De bouwhoogte van het hoofdgebouw
Het aantal bouwlagen wordt niet gewijzigd, de ophoging is beperkt in omvang (0,38 m) en de bestaande bouwhoogte van het pand is lager dan deze van de 2 aanpalende hoofgebouwen.
Hierdoor kan er gesteld worden dat de aanpassing aan de bouwhoogte geen hinder veroorzaakt binnen het straatbeeld en naar de aanpalende panden toe.
 

B/ Volgende afwijking op de voorschriften van het BPA is NIET aanvaardbaar:
De bouwdiepte van de hoofdgebouw (aangebouwde 4 terrassen):
- Het binnengebied tussen de Hofstraat en de Franklin Rooseveltlaan is beperkt in diepte en de gebouwen aan beide zijden zijn hoog. Het is wenselijk om dit binnengebied niet nog smaller en dichter bebouwd te maken. Bijgevolg dienen de maximale bouwdiepten zoals beschreven in het BPA gerespecteerd te worden en zullen hierop dus geen afwijkingen voorzien worden. Bovendien is het betreffende perceel ook ondiep (namelijk 17,96 m) en de afstand tussen de dakterrassen en de achterperceelsgrens bedraagt slechts 2,45 m. Hierdoor zouden de terrassen op de verdiepingen functioneren als uitkijkposten op de omliggende percelen. Dit zou de privacy op de buren onaanvaardbaar in het gedrang brengen.
- Artikel 4.4.9/1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijk Ordening bepaalt dat het vergunningverlenende bestuursorgaan bij het afleveren van een omgevingsvergunning mag afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften van een bijzonder plan van aanleg, voor zover dit plan ouder is dan 15 jaar.
Artikel 4.3.1, § 1, 1° bepaalt tevens dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverminderd blijft gelden. Een afwijking kan bijgevolg enkel toegestaan worden indien deze uitgaat van de goede ruimtelijke ordening, waarbij het ‘verhogen van het ruimtelijk rendement’ een nieuw onderdeel is.
Om de kansen die deze verruimde afwijkingsmogelijkheden bieden te stroomlijnen met de principes van Ruimte voor Gent (het ruimtelijk structuurplan), werd de beleidsnota Ruimtelijk rendement in relatie tot Ruimte voor Gent opgesteld. In deze beleidsnota worden per deelruimte (binnenstad, kernstad, groeistad, buitengebied) de principes van het BPA waarop al dan niet kan afgeweken worden, besproken. Deze afweging wordt telkens gemaakt in relatie tot de principes van Ruimte voor Gent. De toetsing met de goede ruimtelijke ordening en het beleidskader Ruimtelijk rendement in relatie tot Ruimte voor Gent kan teruggevonden worden onder de rubriek ‘Omgevingstoets’.
Huidige aanvraag is gelegen in de Binnenstad. In deze zone wordt gestreefd naar ‘verluchten, verweven en ontpitten’ van het dense stedelijk weefsel.
De draagkracht is in deze wijken dikwijls ruim overschreden. De Binnenstad heeft nood aan densiteitsverlaging, we verdichten niet meer. We moeten de nodige ruimte geven aan zachtere, vaak niet direct economisch waardevolle en dus kwetsbare functies en aan bijkomende open en groene ruimte. Daarvoor is het nodig te ontharden en de bebouwing te beperken.
-> De afwijking op de bouwdiepte van het hoofdgebouw, hier in functie van een dakterras en de 3 zwevende dakterrassen, wordt negatief beoordeeld. 
 

Vergunde verkavelingen

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

 

Verordeningen

Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.

 

Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.

 

Gewestelijke verordening hemelwater

De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023 (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023): zie waterparagraaf.

 

Gewestelijke verordening voetgangersverkeer

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

 

Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.

 

Uitgeruste weg

Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

 

5.       WATERPARAGRAAF

5.1. Ligging project

Het project ligt in een afstroomgebied van de Nederschelde, in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West. Het project ligt niet in de nabije omgeving van de waterloop.

 

Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:

- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.

- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).

- gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal). De overstromingskans is klein onder klimaatverandering.

- niet gelegen in een signaalgebied.

 

Het perceel is momenteel bebouwd.

 

5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem

Droogte

Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.

 

-> De aanvraag voorziet geen uitbreidingen van de bebouwde of verharde oppervlakte. De dragende structuren worden niet aangepast. Verder worden geen aanpassingen voorzien aan de rioleringen.
Bijgevolg dienen er geen aanpassingen te gebeuren volgens de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent.

 

Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

Overstromingen

Het perceel is gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal). De overstromingskans is klein onder klimaatverandering.

 

Om impact op het overstromingsregime te vermijden dienen de voorwaarden uit de gewestelijke verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater strikt toegepast te worden.

 

Ernstiger overstromingen dan in het verleden zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast meer zal voordoen.

 

Waterkwaliteit

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

5.3. Conclusie

Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag -mits toepassing van bovenstaande maatregelen-  de watertoets doorstaat.

 

6.       PROJECT-M.E.R.-SCREENING

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.

 

7.       OPENBAAR ONDERZOEK

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 11 januari 2024 tot 9 februari 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.

 

Op 23 januari 2024 werd (bij een 2e controle) vastgesteld dat de aanplakking van het bericht van het openbaar onderzoek, niet correct is gebeurd.

 

8.       OMGEVINGSTOETS

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

Programma
De aanvraag voorziet het verbouwen en isoleren van de voor- en achtergevel en het plaatsen van terrassen tegen de achtergevel.
De functie ‘meergezinswoning’ blijft behouden, met de 4 appartementen binnen hun bestaande contouren.
 

Erfgoed
De aanvraag omvat de renovatie van de gevels. De gevelbekleding wordt hierbij vervangen. De gevelgeleding blijft behouden. Er is vanuit erfgoedoogpunt geen bezwaar tegen deze werken.

 

Bouwvolumes en scheidingsmuren
Het binnengebied tussen de Hofstraat en de Franklin Rooseveltlaan is beperkt in diepte en de gebouwen aan beide zijden zijn hoog. Het is wenselijk om dit binnengebied niet nog smaller en dichter bebouwd te maken. Bijgevolg dienen de maximale bouwdiepten zoals beschreven in het BPA gerespecteerd te worden en zullen hierop dus geen afwijkingen voorzien worden.
(zie motivatie punt 4.1 Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg, punt B/).

Verder is het betreffende perceel ook ondiep (namelijk 16,96 m) en de afstand tussen de dakterrassen en de achterste perceelsgrens bedraagt slechts 2,46 m. Hierdoor zullen de terrassen op de verdiepingen functioneren als uitkijkposten op de omliggende percelen. Dit zou de privacy op de buren onaanvaardbaar in het gedrang brengen.
De zichtschermen zijn bovendien ook te laag boven de terrasvloeren opgericht (namelijk
1,60 m in plaats van 1,90 m).

Het feit dat het achterliggende perceel momenteel volledig bebouwd is, kan geen reden vormen om toch een versoepeling toe te staan. De betreffende bebouwing van de achter buur is momenteel groot en zou bij herbouwen niet meer zo diep worden toegestaan omdat die bebouwing ligt in een strook voor tuinen.
Er zijn naburige appartementsgebouwen die wel beschikken over ongeveer even diepe dakterrassen en balkons. Ook deze terrassen zijn geen referenties: deze werden opgetrokken vóór de goedkeuring van het huidige bijzonder plan van aanleg en de beleidsnota Ruimtelijk rendement in relatie tot Ruimte voor Gent opgesteld.

De profielen van de linker- en de rechter scheidingsmuur moeten voor het oprichten van het dakterras (1e verdieping) worden aangepast: Er wordt een zichtscherm van 1,60 m hoog opgericht.
De ophoging ter hoogte van de zijdelinkse perceelsgrenzen tot een diepte van 15,60 m is onaanvaardbaar en dit om dezelfde redenen dat de uitbreiding van de bouwdiepten achter het bestaande hoofdgebouw niet aanvaardbaar zijn. 

-> Negatief advies voor het dakterras en de 3 zwevende terrassen.

 

Gevels
A/  Voorgevel/Openbaar domein:
Het plaatsen van uitspringende gevelisolatie vóór de rooilijn wordt ongunstig geadviseerd in het kader van het huidige toetsingskader van de stad Gent:
Volgende voorwaarden zijn van toepassing:
1/ Er kan enkel akkoord gegaan worden met uitspringende gevelisolatie bovenop de constructieve uitsprong met een dikte van maximum 14cm (isolatie inclusief afwerking).
2/ De isolatie op de onderzijde van de uitsprong is eveneens te beperken tot 4 cm, in geen geval mag deze lager komen dan 2,20 m boven het maaiveld.
3/ De uitsprong moet 60 cm verwijderd blijven van de boordsteen van het trottoir. (De aanvrager draagt alle gevolgen bij aanrijding en schade, er zullen geen obstakels, palen e.d. in het openbaar domein aangebracht worden om dergelijke voorvallen te voorkomen).
-> Er wordt niet voldaan aan de 3e voorwaarden: De uitbouw is op een afstand van minder dan 60 cm van de boordsteen verwijderd.

B/ Achtergevel:
Het wijzigen van de ramen naar schuifdeuren is onaanvaardbaar en gevaarlijk, Deze ramen werden voorzien als toegang tot een terras, maar deze constructie wordt ook negatief beoordeeld.
-> Negatief advies voor de aanpassing van de gevelopeningen.

 

CONCLUSIE

Negatief advies om volgende redenen:
1/ De uitbreiding van de bouwdiepte van het hoofdgebouw voor de 4 terrassen is te diep en heeft een negatieve impact op het binnengebied van dit bouwblok. Bijgevolg werd ook de afwijking op de voorschriften van het BPA negatief beoordeeld.

2/ De isolatie van de uitsprong tot 81 cm voor de rooilijn op de verdiepingen is 10 cm dieper dan voorheen en wordt negatief beoordeeld omwille van de te korte afstand tot de boordsteen van het trottoir.
3/ De aanpassingen van de gevelopening in de achtergevel naar schuiframen is onaanvaardbaar en gevaarlijk, gezien ook de terrassen negatief beoordeeld werden.

4/ Bij een 2e controle op 23 januari 2024 van het pand, werd vastgesteld dat de affiche voor het openbaar onderzoek niet goed werd aangebracht.

           

Waarom wordt deze beslissing genomen?

 

 

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

 

Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

 

 

Communicatie

 

 

Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor het verbouwen van een meergezinswoning aan HTKS bv (O.N.:0716961048) gelegen te Hofstraat 157-163, 9000 Gent.