2024_CBS_02339 - Gecoördineerd advies voor een project-MER toegevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met nummer OMV_2023061597 voor het renoveren met functiewijziging van het gebouw Manchester Zuid en het exploiteren van een kantoorgebouw

* Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) met een titel betreffende milieueffect- en veiligheidsrapportage van 18 december 2002.

* Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, en de wijzigingen van 29 april 2013.

* Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

* Het Decreet lokale besturen van 22 december 2017, artikel 56.

Het college van burgemeester en schepenen geeft voorwaardelijk gunstig advies.

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

GEGROND BV heeft een nog niet goedgekeurde project-MER toegevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met nummer  OMV_2023061597 ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 14 december 2023.

Over deze project-MER dient er advies uitgebracht worden aan team Milieueffectrapportage van Departement Omgeving.

Het dossier handelt over:

* Onderwerp: het renoveren met functiewijziging van het gebouw Manchester Zuid en het exploiteren van een kantoorgebouw

* Adres: Nieuwevaart 51, 9000 Gent

* Kadastrale gegevens: afdeling 7 sectie G nr. 160L3

Volgend gecoördineerd verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 28/02/2024.

Omschrijving MER/VR

Het betreft het milieueffectenrapport voor het stadsontwikkelingsproject Vynckiersite Gent.

Het projectgebied omvat het zuidelijke Manchestergebouw.

In latere fases zal de rest van de Vynckiersite worden herontwikkeld. Tevens wordt een nieuwe ontsluitingsweg gepland tussen het zuidelijke en het noordelijke deel van de Vynckiersite. Het onderzoek naar de cumulatieve effecten met de latere fases is meegenomen in dit MER. 

BEOORDELING AANVRAAG

1.       Ruimtelijke situering

Er wordt opgemerkt binnen de MER dat soms men spreekt over het volledig inrichten van kantoren in het Manchestergebouw met ondersteunende functies alsook beperkt aandeel industrie of industrial engineering.

De lopende omgevingsvergunningsaanvraag voor stedenbouwkundige handelingen is echter voldoende duidelijk. Het aandeel zuivere kantoorfunctie met ondersteunende functies wordt beperkt tot 8.646m² en geen volle 15.000m². De overige ruimte blijft in functie ongewijzigd als industrie met ondersteunende functies, wat neerkomt op circa 8.561m². Industrial engineering wordt aanzien als vorm van industrie. Deze verhouding van industrie ten opzichte van zuiver kantoor is principieel aanvaardbaar en wordt beschouwd als in overeenstemming met het masterplan.

De verhouding van industrie tegenover ondersteunende functies is nader te onderzoek tijdens de vergunningsprocedure van de stedenbouwkundige handelingen.

Het onderzoek omvat ook doorkijkscenario’s. Deze van opleiding in samenwerking met ABC zit deels vervat in het masterplan en brownfieldconvenant. Stedenbouwkundig zijn deze functie nog in detail verder te onderzoeken hoe deze zullen werken op de site, maar zijn principieel wel bespreekbaar. Indien effectief een traject verder opgezet moet worden voor opleiding op deze site, zal dit potentieel verder onderzoek vergen voor onder andere de MOBER. Dit is afhankelijk van het werkelijke voorgestelde programma.

Het doorkijkscenario van Kompass Klub moet verder genuanceerd worden. Momenteel is dit scenario en dergelijke functie niet vervat in het masterplan, noch in het brownfieldconvenant. Deze functie is ook niet evident te vergunning. Het is principieel positief te beoordelen om deze functie op het industrie terrein verder te onderzoeken hoe deze als afwijking op de industriebestemming hier toch voorzien kan worden. Maar dit zal nog verder nog veel gedetailleerder onderzoek vergen op met betrekking tot de monumenten van het Ketelhuis en gebouw 13A (niet relevant voor deze vraag) maar zeker ook meer onderzoek vergen voor MOBER.

Voor het aspect hemelwater wordt er o.a. een afwijking gevraagd voor de aanleg van een infiltratievoorziening omwille van het verspreidingsrisico voor de aanwezige bodemverontreiniging. In plaats van een nieuwe buffervoorziening te plaatsen wordt er afgeleid naar een bestaand bufferveld.

Het is echter niet duidelijk hoeveel bestaande oppervlaktes er al aangesloten zijn op dit bufferveld en of er in de toekomst mogelijkheden zijn om hier minder op aan te sluiten of op andere locaties infiltratievoorzieningen te plaatsen of meer op hergebruik in te zetten.

2.       Groenaspecten

De wijzigingen in eerste fase (Manchestergebouw)hebben geen invloed op waardevolle groenelementen. Wel blijft de ambitie zoals beschreven naar aanleiding van het doorkijkscenario Masterplan zeer vaag omtrent vergroening van het terrein. Dat men niet kan aanplanten in vervuilde bodem is ook wel kort door de bocht. Bomen, struiken kunnen wel slechte bodem aan (veelal zijn de abiotische factoren, zoals verdichting, droogte) meer bepalend voor het al of niet slagen van nieuwe beplanting.

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen aan de team Milieueffectrapportage van Departement Omgeving.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

niet van toepassing