2024_CBS_02262 - OMV_2023129819 R - dossier in beroep - aanvraag omgevingsvergunning voor aanleg van oprit/autostaanplaats - Klaverdries, 9031 Gent - Ongunstig advies

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 59 en 60.

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

Het college van burgemeester en schepenen geeft ongunstig advies

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

Sofie De Rycke met als contactadres Klaverdries 16, 9031 Gent heeft een aanvraag (OMV_2023129819) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 29 september 2023.

De aanvraag werd op 21 december 2023 in eerste aanleg door college van burgemeester en schepenen weigering.

Tegen de beslissing van het college van burgemeester en schepenen werd in beroep gegaan door  aanvrager, persoon. Op 12 februari 2024 werd het beroep volledig en ontvankelijk verklaard.

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:

• Onderwerp: aanleg van oprit/autostaanplaats

• Adres: Klaverdries 16, 9031 Gent

• Kadastrale gegevens: afdeling 27 sectie C nr. 470T5

De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 12 februari 2024.

ADVIES

Overeenkomstig artikel 34 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 27 november 2015  tot uitvoering van het omgevingsvergunningen-decreet bevat het advies van het college van burgemeester en schepenen, minstens volgende gegevens:

1° de stedenbouwkundige voorschriften die van toepassing zijn op de percelen waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft;

2° de beschrijving van de bestemming die aan de omgeving in een straal van 500 meter rond het project is gegeven conform de plannen van aanleg en de ruimtelijke uitvoeringsplannen;

3° een gemotiveerde beoordeling van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening;

4° in voorkomend geval, een gemotiveerde beoordeling van de aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichting of activiteit op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu;

5° in voorkomend geval, de voorwaarden die het college nuttig acht;

6° in voorkomend geval, een gemotiveerde beoordeling van de standpunten, opmerkingen en bezwaren die zijn ingediend tijdens het openbaar onderzoek.

Deze gegevens zijn reeds opgenomen in de collegebeslissing van 21 december 2023 in eerste aanleg. Deze beslissing is bijgevoegd als bijlage en maakt integraal deel uit van het huidige advies.

1.  BESCHRIJVING VAN DE ELEMENTEN/ARGUMENTEN VAN HET BEROEP EN/OF AANGEPAST VOORSTEL

In het (de) beroepschrift(en) staan volgende relevante elementen en/of argumenten:

• Het gaat niet om verharding maar om een autostaanplaats in kiezels (een waterdoorlatende verharding).
• Onvoldoende gemotiveerd waarom het strijdig is met artikel 12. De verharding is wel strikt noodzakelijk.
• De aanvraag wordt afgewezen op louter hypothetische overstromingen.
• Er is in de bestaande toestand geen groene afscheiding aanwezig.
• Niet gemotiveerd waarom er maar 1 oprit per perceel wordt toegestaan. Het ABR bevat geen beperkingen op het aantal opritten.

2.  BEHANDELING VAN DE ELEMENTEN/ARGUMENTEN VAN HET BEROEP EN/OF AANGEPAST VOORSTEL

Aangezien in het (de) beroepschrift(en) nieuwe elementen en nieuwe argumenten worden toegevoegd, voegt het huidige advies volgende aanvullingen toe op de argumentatie in de collegebeslissing in eerste aanleg die in het huidige advies integraal bevestigd en hernomen wordt:

In het bezwaarschrift gaat men uit van de bestaande toestand, het gegeven dat er al kiezels liggen, als argumentatie voor het aanvragen van de oprit. Bij een onderzoek naar recente straatfoto’s is het duidelijk dat de kiezels recent zijn aangelegd. In 2017 waren deze nog niet aanwezig en was er bijvoorbeeld nog een haag op de perceelgrens. Het is onjuist om de bestaande onvergunde situatie te gebruiken als argumentatie.

• Een aanleg in kiezels wordt wel gezien en beoordeeld als verharding. De aanleg van kiezels gaat gepaard met een bodemingreep waardoor de waterinfiltratie verminderd wordt. Bovendien neemt de mogelijkheid tot waterinfiltratie nog verder af door intensief en langdurig gebruik van kiezels als parkeerplaats.
• Artikel 12 van het algemeen bouwreglement gaat over het beperken van verhardingen en legt beperkingen bij verhardingen die strikt noodzakelijk zijn. In deze aanvraag gaat het om niet-strikt noodzakelijke verharding aangezien ze niet leidt naar een toegang van een carport/garage. Dit betekent dat we deze zoveel mogelijk willen beperken. Gelet op de negatieve impact op het waterverhaal kan deze oprit niet toegestaan worden.
  Er is in de bestaande toestand een garage aanwezig dus men kan op eigen terrein een wagen stallen. Bijgevolg is deze tweede oprit niet strikt noodzakelijk.
• In de waterparagraaf wordt aangegeven dat het perceel gelegen is een gebied dat gevoelig is voor overstromingen door intense neerslag. Dit betekent dat er extra aandacht nodig is bij een impact op het waterverhaal. Het bijkomend verharden van een terrein zoals hier wordt aangevraagd heeft een impact op het waterverhaal. Een verharding tot op de perceelsgrens laat geen ruimte meer voor natuurlijke infiltratie.
• Het klopt dat er geen groene afscheiding in de bestaande toestand aanwezig is. Dit betekent echter niet dat de bestaande situatie ruimtelijk gewenst is. Een gevraagde verharde oprit tot tegen de perceelsgrens betekent dat er geen groene afscheiding meer kan komen en dat er geen ruimte is om water te infiltreren. Dit is strijdig met de goede ruimtelijke ordening.
• De beperkingen in het aantal opritten naar een perceel is ingegeven vanuit het feit dat een oprit een impact heeft op het openbaar domein. Een oprit betekent vaak dat er een parkeerplaats op het openbaar domein verdwijnt. Dit is een principe dat al erg lang wordt toegepast in Gent en recent ook verordend vastgelegd werd in het gewijzigde algemeen bouwreglement (artikel 2.9: Per onroerend goed, gelegen buiten het afgebakend zeehavengebied, wordt slechts één oprit toegestaan naar de openbare weg).

CONCLUSIE

Huidig advies herneemt integraal de inhoud en de motieven van de collegebeslissing in eerste aanleg, met dien verstande dat op de nieuwe elementen in het beroepschrift aanvullend advies is gegeven in dit advies.

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij de deputatie over de omgevingsvergunningsaanvraag in beroep die bij de college van burgemeester en schepenen werd ingediend.

Niet van toepassing.