Terug
Gepubliceerd op 08/03/2024

2024_CBS_02340 - OMV_2022132031 - aanvraag omgevingsvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een complex Groendreef federale politie (IIOA) - met openbaar onderzoek - Groendreef, 9000 Gent - Advies

college van burgemeester en schepenen
do 07/03/2024 - 08:32 College Raadzaal
Datum beslissing: do 07/03/2024 - 09:56
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Tine Heyse

Aanwezig

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter; Filip Watteeuw, schepen; Sofie Bracke, schepen; Tine Heyse, schepen; Astrid De Bruycker, schepen; Bram Van Braeckevelt, schepen; Isabelle Heyndrickx, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Evita Willaert, schepen; Rudy Coddens, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur; Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Verontschuldigd

Sami Souguir, schepen

Secretaris

Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Voorzitter

Sofie Bracke, schepen
2024_CBS_02340 - OMV_2022132031 - aanvraag omgevingsvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een complex Groendreef federale politie (IIOA) - met openbaar onderzoek - Groendreef, 9000 Gent - Advies 2024_CBS_02340 - OMV_2022132031 - aanvraag omgevingsvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een complex Groendreef federale politie (IIOA) - met openbaar onderzoek - Groendreef, 9000 Gent - Advies

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

 

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 24 en 42.

 

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

 

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

 

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

 

Het college van burgemeester en schepenen geeft gunstig advies.

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

 

De heer Dominique Van Den Eeckhaut met als contactadres Lindestraat 60, 9636 Zwalm en Federale Politie OI met als contactadres Kroonlaan 145 bus A, 1050 Brussel hebben een aanvraag (OMV_2022132031) ingediend bij de deputatie op 31 juli 2023.

 

De aanvraag omgevingsvergunning van de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:

Onderwerp: het verder exploiteren en veranderen van een complex Groendreef federale politie (IIOA)

• Adres: Groendreef 181, 9000 Gent

Kadastrale gegevens: afdeling 16 sectie K nr. 466W

 

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 24 januari 2024.

De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 24 januari 2024.

De aanvraag volgde de gewone procedure.

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 29 februari 2024.

 

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1.       BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT

 

Het betreft het verder exploiteren en veranderen van een complex Groendreef federale politie (IIOA).

 

Volgende rubrieken worden aangevraagd:

 

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

3.2.2°a)

lozen van huishoudelijk afvalwater (niet afkomstig van woongelegenheden) zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, in een lozingspunt gelegen in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied of buiten het zoneringsplan (meer dan 600 m³/jaar) | Vermindering van 2261 m³ t.o.v. de vroegere vergunde toestand, via dezelfde lozingspunten (maw: er zijn geen lozingspunten verplaatst en/of bijgekomen).

 

Specifiek voor blok C, en de voorziening van 3 citernes van 20 m³ hemelwater. Het jaarlijkse verbruik wordt geschat op 225 m³ voor de sanitaire installaties.

 

Berekening: 30 personeelsleden, 12 toiletten, werkregime van 5 dagen/week, 250 werkdagen/jaar, verbruik van 30 liter per dag/personeelslid (informatie VMM).

 

30 x 30 x 250 = 225000 liter = 225 m³.

 

6000 m³ is het gemiddelde jaarverbruik van 2019-2020-2021, gebaseerd op de verbruiksfacturen. | klasse 3 | Verandering

-2261 m³

3.4.1°a)

lozen (zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie) van bedrijfsafvalwater dat geen gevaarlijke stoffen (lijst 2C, VLAREM I) bevat in concentraties hoger dan de geldende indelingscriteria (tot en met 2 m³/u) | Vergunde toestand: 1 m³/dag en 250 m³/jaar.

 

Anno 2023: berekening in m³/uur, wat een vergelijking bemoeilijkt. De lozing van bedrijfsafvalwater (enkel in LP3) is véél beperkter geworden.

 

We vragen een verandering naar maximaal 0,05 m³/uur. De carwash-installatie werd buiten dienst gesteld in 2017.

 

De frequentie van de reiniging met water van de onderhoud- en herstelwerkplaats voertuigen in blok M werd herleid van 4x/jaar naar max. 1x/jaar.

 

Er worden max. 5 auto's per werkdag MANUEEL gereinigd in de voormalige infrastructuur carwash blok M.

 

Berekening: max. 75 liter/voertuig (sensibilisering waterverbruik, plus info internet als gemiddeld verbruik wasbeurt voertuig). Dat maakt 400 liter/werkdag (5 voertuigen/dag), 2000 liter/werkweek (5 dagen). In een jaar met 250 werkdagen betreft dit een lozing van maximaal 100 m³ bedrijfsafvalwater (apart bemonsterbaar).

 

Voor de berekening van m³/uur werd 400 liter alsnog gedeeld door 24 uren om het zo duidelijk mogelijk te proberen maken. | klasse 3 | Verandering

0,05 m³/uur

6.4.1°

opslagplaatsen voor brandbare vloeistoffen met een totale opslagcapaciteit van 200 l tot en met 50.000 l | De maximale opslag van 1200 liter afvalolie in een splinternieuwe citerne Kingspan (verslag indiensstelling/keuring OCB 07-12-2023 toegevoegd in rubriek 17.3 en in "effecten op de bodem." Dit vervangt de maximaal 2000 liter afvalolie in de 2 citernes van 1000 liter in de smeerput in de garage dat in de vorige versie nog vermeld werd.

 

De opslagplaats van de motoroliën is gecentraliseerd in werkplaats voertuigen blok M.

 

Bij de meest recente rondgang op 24-07-2023 om het aanwezige aantal vaten van 60 liter in te schatten, werden 38 vaten van 60 liter geteld, waarvan 30 ongeopende reserve.

 

Een kleine hoeveelheid reservebrandstof (2-takt/4-takt) van 10 bidons van 15 liter voor gemotoriseerd tuingereedschap bevindt zich in de ruimte naast het magazijn (GSM2) van de technische dienst infrastructuur in blok C. | klasse 3 | Verandering

2630 liter

12.1.1.2°b)

wisselspanning opwekken met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van meer dan 200 kVA tot en met 10.000 kVA als de inrichting volledig of gedeeltelijk in een ander gebied dan een industriegebied ligt | Er geldt geen verplaatsing van de 2 noodstroomaggregaten ten opzichte van de vergunde toestand. De reden dat we dit toch als verandering catalogeren, is omdat we 300 kVA minder aangeven.

 

Immers, rekening houdende met de feedback op de initieel ingediende aanvraag: er zijn minder dan 500 bedrijfsuren per kalenderjaar, het totale schijnbaar elektrische vermogen komt dus op 300 kVA.

 

Blok B: 100 kVA (effectief);

Blok M: 500 kVA (effectief).

 

Er vinden 2 belastingstesten op vollast plaats per jaar van max. 1 uur van beide noodgroepen van 500 kVA. Van elektriciteitspannes, waardoor de noodgroepen ook effectief dienden op te starten, worden en werden we reeds lang bespaard. | klasse 2 | Verandering

300 kVA

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte waarin de volgende voertuigen gestald worden: meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of voertuigen zijn | klasse 2 | Hernieuwing

50 voertuigen

15.3.2°

autoherstelwerkplaats met meer dan 4 schouwputten of hefbruggen volledig of gedeeltelijk gelegen in een gebied ander dan industriegebied | Het betreft géén verplaatsing van de reeds vergunde hefbruggen, het betreft de bijplaatsing van 6 extra hefbruggen t.o.v. de vergunde toestand, meerbepaald:

 

* 4 hefbruggen moto's in blok M;

* 1 hefbrug auto's in blok E;

* 1 hefbrug auto's in blok L. | klasse 2 | Verandering

6 schouwputten of hefbruggen

15.4.2°a)

niet-huishoudelijke inrichtingen voor het wassen van voertuigen en hun aanhangwagens, volledig of gedeeltelijk gelegen in een ander gebied dan het industriegebied waarin minder dan 10 motorvoertuigen en hun aanhangwagens per dag worden gewassen | De installatie (wasstraat) werd elektrisch ontkoppeld wegens een te hoge herhaaldelijke kost aan herstellingen.

 

In de ruimte waar de installatie zich bevindt, werden 2 hogedrukreinigers ter beschikking gesteld van het personeel voor het reinigen van motorvoertuigen. Dit gaat om maximaal 5 gemotoriseerde voertuigen per dag. | klasse 3 | Verandering

0 motorvoertuigen en hun aanhangwagens/dag

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (meer dan 200 kW) | Bijkomende hoeveelheid ten opzichte van vergunde toestand: 495,19 kW.

 

Zie alle aanduidingen op de plannen, voorzien van de nodige (kleur)legendes. | klasse 2 | Verandering

495,19 kW

17.1.2.2.1°

opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs, met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen tot en met 3000 liter | Betreft 2 gasblusinstallaties:

 

Blok N: horeca - Merk SICLAUTEX - 1 fles van 40 liter

Blok L: technische ruimtes - Merk SOMATI - 7 flessen van 80 liter | klasse 3 | Nieuw

600 liter

17.3.2.1.1.2°

ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3: gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55 °C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 500 ton | Totaalsom van 25100 liter x soortelijk gewicht van 0,85 = 21,335 ton:

 

* 1 enkelwandige bovengrondse stookolietank van 24500 liter  gelinkt met de noodgroep in blok M (noodgroep 500 kVa).

 

* 1 dubbelwandige bovengrondse stookolietank van 600 liter, gelinkt met bovenstaande tank, de zogenaamde dagtank die NIET geïntegreerd is in de noodgroep in blok M en dus als apart dient beschouwd te worden.

 

De afvalolie werd na vorige feedback ondebracht in rubriek 6.4.1.

 

De dagtank van de andere noodgroep is geïntegreerd in het toestel en dient niet in rekening gebracht te worden (cfr. feedback).

 

Vroegere vergunde toestand van 25300 liter - vraag tot coördinatie 25100 liter = 200 liter. Dit getal x 0,85 maakt de gevraagde hoeveelheid bij het voorwerp van de vraag tot 0,17 ton. | klasse 2 | Verandering

0,17 ton

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van de opslagplaatsen, vermeld in rubriek 48, en producten, gekenmerkt door gevarenpictogram GHS01, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kilogram, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 l en 5000 kg of 5000 l | Opslag van gevaarlijke vloeistoffen/vaste stoffen (en hoeveelheden aerosollen < 300 liter) in de magazijnen van de garage (blok M GV - GSM1), de technische dienst infrastructuur (blok C GV - GSM2), het chemielokaal labo (blok C V2 - GSM3), de grootkeuken (blok N kelder - GSM4), de dienst Cleaning (blok O GV - GSM5), de Verkeerspolitie (blok L GV - GSM6), de Medische Dienst (blok Q GV - GSM7) de Speciale Eenheden (blok E GV - GSM8) en de dienst beveiliging (blok O GV - GSM9).

 

Er wordt progressief gestreefd naar een optimalisatie van de verschillende magazijnen, waarbij de vaste en vloeibare stoffen en aerosollen van elkaar gescheiden worden. Voor aerosollen werd de daartoe voorziene rubriek "17.1.1" NIET aangewend, omdat de minimaal aanwezige hoeveelheid van aerosollen in totaal geen 300 liter bedraagt.

 

In de opgeladen lijsten van de stocks in de magazijnen (dat dagelijks wijzigt), werd een aanduiding aangebracht bij de producten, meerbepaald VV (vast/vloeibaar) en AE (aerosol.) | klasse 3 | Verandering

4500 liter

19.3.1°b)

inrichtingen voor het mechanisch behandelen en vervaardigen van artikelen van hout met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 100 kW, als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een ander gebied dan industriegebied | klasse 3 | Hernieuwing

8,5 kW

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken wordt gegenereerd | klasse 3 | Hernieuwing

1 laboratorium

31.1.2°b)

vast opgestelde motoren (meer dan 500 kW tot en met 5 000 kW) volledig of gedeeltelijk gelegen in een gebied ander dan industriegebied | klasse 2 | Hernieuwing

692 kW

32.7.2°c)

Vuurwapens: de Ek1 is groter dan 250 joule | klasse 1 | Hernieuwing

500 Joule

38.3.2°

opslag springstoffen meer bedraagt dan de hoeveelheden, vermeld in 1° | Betreft een opslagplaats met daarin maximaal 500.000 patronen, waarvan de samenstelling wisselt, doch de overgrote meerderheid (ca. 90%) betreft trainingmunitie van het type 9x19mm (NEQ 0,000370 kg/patroon), wat uitkomt op een totaal gewicht van 166,5 kg, te vermeerderen met een gewicht tussen 15 en 25 kg van de andere types patronen. | klasse 2 | Verandering

260000 stuks

43.1.3°

stookinstallaties meer dan 5000 kW | Een vermindering van 2272,4 kW. | klasse 1 | Verandering

-2272,4 kW

 

Volgende rubrieken zijn niet meer van toepassing:

4.3.a) 1° (3) | Een spuitcabine uitgerust met een actiefkoolfilter en met een geïnstalleerd vermogen van 18 kW. | 18 kW

12.2.2° (2) | Een transformator van 1.200 kVA | 1200 kVA

17.3.2.1° (3) | De opslag van 50 kg herbiciden of munitie. | 50 kg

59.3.1° (3) | Het overspuiten van voertuigen. | 1 spuitcabine

 

 

2.       HISTORIEK

De vergunningverlenende overheid staat in voor de historiek van de inrichting.

 

BEOORDELING AANVRAAG

3.       EXTERNE ADVIEZEN

Wettelijk verplichte externe adviezen worden opgevraagd door de vergunningverlenende overheid.

 

4.       TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

4.1.   Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg

Het project ligt in woongebied en gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
 

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.  In de gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen zijn de voorzieningen toegelaten, welke gericht zijn op het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. Woongelegenheid kan toegestaan worden voor zover die noodzakelijk is voor de goede werking van de inrichtingen (artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en de gewestplannen)
 

Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.

De voorgestelde inrichting of activiteiten zijn in overeenstemming met de voorgeschreven planologische bestemming en de stedenbouwkundige voorschriften.

4.2.   Vergunde verkavelingen

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

5.       OPENBAAR ONDERZOEK

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 5 februari 2024 tot 5 maart 2024.
Op het moment van opmaak van advies werden geen bezwaren ingediend.

 

6.       OMGEVINGSTOETS

 

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening

In de aanvraag worden geen stedenbouwkundige handelingen aangevraagd. Er wordt dus aangenomen dat de aanvraag zich situeert binnen de afgeleverde omgevingsvergunningen en stedenbouwkundige vergunningen. Er mogen geen stedenbouwkundige handelingen gebeuren zonder vergunning.
 

Mobiliteit
Op het vlak van de mobiliteit zijn er geen wijzigingen. Alle in- en uitritmogelijkheden blijven zoals ze nu gekend zijn, met als zwaartepunt de personeelsparking in de Lijsterstraat.

 

Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten
Er wordt geen advies gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.

 

Waarom wordt deze beslissing genomen?

 

 

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

 

Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij de deputatie over omgevingsvergunningsaanvragen die door de deputatie worden behandeld (klasse 1 inrichtingen en/of provinciale projecten).

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

 

 

Communicatie

 

Niet van toepassing.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen brengt gunstig advies uit over de omgevingsaanvraag voor het verder exploiteren en veranderen van een complex Groendreef federale politie (IIOA) van de heer Dominique Van Den Eeckhaut en Federale Politie oi, gelegen te Groendreef 181, 9000 Gent.

Artikel 2

Er worden geen aandachtspunten meegegeven.