Terug
Gepubliceerd op 05/07/2024

2024_CBS_06944 - OMV_2024031841 - aanvraag omgevingsvergunning voor het veranderen van een siderurgisch complex (IIOA en SH) - met openbaar onderzoek - Bokstraat en John Kennedylaan, 9042 Gent - Advies

college van burgemeester en schepenen
do 04/07/2024 - 08:32 College Raadzaal
Datum beslissing: do 04/07/2024 - 09:19
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Tine Heyse

Aanwezig

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter; Tine Heyse, schepen; Astrid De Bruycker, schepen; Sami Souguir, schepen; Bram Van Braeckevelt, schepen; Isabelle Heyndrickx, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Evita Willaert, schepen; Rudy Coddens, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Afwezig

Sofie Bracke, schepen

Verontschuldigd

Filip Watteeuw, schepen; Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Secretaris

Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Voorzitter

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter
2024_CBS_06944 - OMV_2024031841 - aanvraag omgevingsvergunning voor het veranderen van een siderurgisch complex (IIOA en SH) - met openbaar onderzoek - Bokstraat en John Kennedylaan, 9042 Gent - Advies 2024_CBS_06944 - OMV_2024031841 - aanvraag omgevingsvergunning voor het veranderen van een siderurgisch complex (IIOA en SH) - met openbaar onderzoek - Bokstraat en John Kennedylaan, 9042 Gent - Advies

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

 

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 24 en 42.

 

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

 

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

 

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

 

Het college van burgemeester en schepenen geeft gunstig advies.

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

 

ARCELORMITTAL  BELGIUM NV met als contactadres John Kennedylaan 51, 9042 Gent heeft een aanvraag (OMV_2024031841) ingediend bij de deputatie op 12 april 2024.

 

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:

Onderwerp: het veranderen van een siderurgisch complex (IIOA en SH)

• Adres: Bokstraat 4, John Kennedylaan 51 en 53, 9042 Gent

Kadastrale gegevens: afdeling 14 sectie A nrs. 75W, 75V, 176M2, 176L2, 176P2, 176S2, 176H2, 176D2, 176W2, 176X2, 179N2, 179G2, 179M2, 243H, 257D2, 257C2, 257E2, 257Z, 293M, 293P, 293R, 293W, 372A2, 372B2, 372Z, 372C2, 372S, 423G, 423H, 423K, 423L, 512F, 512F2, 512V, 512S, 512H2, 512G2, 512Z, 512T, 512A2, 512R, 514A, 515B, 515A, 515D, 515E, 515C,  sectie B nrs. 104S, 104L, 104R, 191X, 191M, 191P, 191Y, 191T, 191G, 197/2 C, 233A, 292R, 292X, 292P, 292Y, 292T, 292V, 292W, 292G2, 292C2, 292F2, 292D2, 292B2, 292H2, 292E2, 357/2 B, 362K, 362G, 362H, 364B, 450G, 450F, 450K, 450H, 450L,  sectie D nrs. 32M, 32P, 133D, 147M, 147K, 147L, 147N, 147S, 159C, 180E, 198D, 206/2 A, 212K, 225D, 225C, 357C, 357L, 357S, 357T, 357V, 357W, 374B, 423F2, 423L2, 423B2, 423V, 423K2, 423Y, 532E, 554D, 573X, 573S, 573N, 573T, 576M, 576N, 576P, 601C, 601/2 B, 603C, 603H, 603F, 603G, 603D, 603E, 603K, 603B, 603A, 604B, 604A,  sectie E nrs. 94C, 107D, 123E2, 123G2, 123F2, 123D2, 123Y, 123E, 123B2, 123A2, 123C, 123V, 123R, 123S, 123X, 123W, 363B, 363C, 363D, 363E, 363A,  sectie H nrs. 915/2 A, 915S, 915Z, 915Y, 917M, 917R, 917P, 917T en 917V

 

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 22 mei 2024.

De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 22 mei 2024.

De aanvraag volgde de gewone procedure.

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 25 juni 2024.

 

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1.       BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT

De aanvraag betreft een gecombineerde omgevingsvergunningsaanvraag met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit.

 

Het terrein uit de aanvraag situeert zich op de industriële site van ArcelorMittal langsheen de John Kennedylaan in de Gentse Kanaalzone. In het oosten wordt deze grootschalige site begrensd door deze laan. Ten westen ligt het Kanaal Gent – Terneuzen. ArcelorMittal is de meest noordelijke industriële activiteit binnen de Gentse Kanaalzone.

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

In voorliggende aanvraag wordt een verandering gevraagd m.b.t. de freatische grondwaterwinning ter hoogte van de ruwijzernoodputten. Ter hoogte van deze ruwijzernoodputten wordt bemalingswater opgepompt als veiligheidsmaatregel voor het drooghouden van deze putten.

 

Concreet wordt gevraagd:

- Het uit dienst stellen van 7 pompputten (P50, P51, P52, P53, P56, P57 en P58).

- Het in dienst nemen van 20 nieuwe pompputten. Het betreft 10 onttrekkingspunten met telkens twee pompputten. Aldus bestaat de configuratie uit 10 doubletten, elk bestaande uit 2 afzonderlijke naast mekaar gelegen pompputten.

- Verder wordt ook een verandering aangevraagd m.b.t. het aantal noodgietputten die droog gehouden moeten worden. Er worden 3 noodgietputten uit dienst gesteld en er zal 1 nieuwe noodgietput worden voorzien. De afmetingen van de nieuwe put bedraagt 35 m op 10 m met een maximale diepte van 2,25 m

 

Beschrijving van de aangevraagde inrichtingen of activiteiten

ArcelorMittal Belgium NV maakt deel uit van de staalgroep ArcelorMittal – ontstaan na een fusie tussen Arcelor en Mittal Steel – en groepeert in België verschillende vestigingen in Vlaanderen en Wallonië, welke actief zijn in de vlak-koolstofstaalsector. 

 

De inrichting is gelegen aan de John Kennedylaan 51 te 9042 Gent, meer bepaald in een gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven (industrieterreinen) conform het gewestplan.  

 

ArcelorMittal Gent (verder AMG) is een geïntegreerd staalbedrijf en vervaardigt uitsluitend producten uit vlak koolstofstaal met hoge toegevoegde waarde. De voornaamste eigenschappen van deze producten zijn uniforme mechanische eigenschappen, een zuiver oppervlak, een uitstekende vlakheid, een soepele vervormbaarheid en een superieure lasbaarheid. De eindproducten vinden onder meer hun toepassing in koetswerk voor auto’s, vaten en metalen verpakkingen, radiatoren, bouwelementen zoals trappen, plafonds en muurbekleding, huishoudapparaten, buizen, rollend spoorweg-materieel en wegenuitrusting zoals verkeersborden.

 

De basismilieuvergunning voor het bedrijf AMG werd verleend op 23 juni 2016 en is geldig voor een termijn van 20 jaar, tot 23 juni 2036. Sindsdien werd de vergunning meermaals aangepast door wijzigingen en uitbreidingen). 

 

Voorwerp aanvraag 

In voorliggende aanvraag wordt een verandering gevraagd m.b.t. de freatische grondwaterwinning ter hoogte van de ruwijzernoodputten. Ter hoogte van deze ruwijzernoodputten wordt bemalingswater opgepompt als veiligheidsmaatregel voor het drooghouden van deze putten.  

 

Concreet wordt gevraagd:

- het uit dienst stellen van 7 pompputten (P50, P51, P52, P53, P56, P57 en P58). 

- het in dienst nemen van 20 nieuwe pompputten. Het betreft 10 onttrekkingspunten met telkens twee pompputten. Aldus bestaat de configuratie uit 10 doubletten, elk bestaande uit 2 afzonderlijke naast mekaar gelegen pompputten.

 

Het maximaal vergund debiet van 2.000.000 m³/jaar en 5.500 m³/dag, vergund onder de rubrieken 53.5.2°  53.8.3° en 53.11.1° blijft ongewijzigd voor alle 63 pompputten in de geplande situatie. 

 

Verder wordt ook een verandering aangevraagd m.b.t. het aantal noodgietputten die droog gehouden moeten worden. Er worden 3 noodgietputten uit dienst gesteld en er zal 1 nieuwe noodgietput worden voorzien. Het verminderen van het totaal aantal noodgietputten kadert in het vernieuwen van de veiligheidsbemaling van de zone noodgieten waarbij een aantal noodgietputten in de praktijk niet meer gebruikt zullen worden omwille van toekomstige projecten waarbij op termijn bepaalde te verplaatsen installaties in de veiligheidsperimeter van de noodgietputten zouden komen. Hierdoor kan het vernieuwen van de veiligheidsbemalingen over een beperktere zone kan gebeuren. Het noodgieten van ruwijzer is ingediend onder rubriek 29.5.2.2°a). De totaal vergunde drijfkracht blijft -echter ongewijzigd. 

 

Tot slot worden via voorliggend aanvraagdossier enkele stoomvaten geregulariseerd n.a.v. het in dienst nemen van stoomrecuperatie op SDG4. Deze stoomvaten zijn ingedeeld onder de rubrieken 39.2.1 en 39.2.2.  

 

Volgende rubrieken worden aangevraagd:

Rubriek

Omschrijving

Hoeveelheid

29.5.2.2°a)

smederijen (andere dan rubriek 29.5.1) en mechanisch behandelen van metalen en het vervaardigen van voorwerpen uit metaal, volledig gelegen in industriegebied (meer dan 200 kW ) | Een wijziging wordt aangevraagd m.b.t. het aantal noodgietputten die droog moeten worden gehouden. Er komt 1 noodgietput bij en er worden 3 bestaande noodgietputten uit dienst gesteld. De totale drijfkracht voor deze noodgietputten blijft ongewijzigd. | klasse 2 | Verandering

0 kW

39.2.1°

stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 l tot en met 5000 l | Uitbreiding met 1 stoomvat met een individuele inhoud van 1 x 1.000 liter. | klasse 3 | Verandering

1000 liter

39.2.2°

stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van meer dan 5000 l | Uitbreiding met 3 stoomvaten met een individuele inhoud van 1 x 24.550 liter, 1 x 12.380 liter en 1 x 8.850 liter. | klasse 2 | Verandering

45780 liter

53.5.2°

Bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die noodzakelijk is om het gebruik of de exploitatie van gebouwen of bedrijfsterreinen mogelijk te maken of houden met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar | Het plaatsen van 20 nieuwe pompputten en het uit dienst nemen van 7 pompputten voor het onttrekken van bemalingswater als veiligheidsmaatregel voor het drooghouden van de

noodgietputten ruwijzer. Het totaal vergund debiet blijft ongewijzigd. | klasse 2 | Verandering

0 m³/jaar

53.8.3°

andere boringen van grondwaterwinningsputten en grondwaterwinning dan de boringen, vermeld in rubriek 53.1 tot en met 53.7 en 53.12, waarvan het totaal opgepompt debiet groter is dan 30.000 m³ per jaar | Het plaatsen van 20 nieuwe pompputten en het uit dienst nemen van 7 pompputten voor het onttrekken van bemalingswater als veiligheidsmaatregel voor het drooghouden van de

noodgietputten ruwijzer. Het totaal vergund debiet blijft ongewijzigd. | klasse 1 | Verandering

0 m³/jaar

53.11.1°

Werken voor het onttrekken van grondwater met inbegrip van terugpompingen van onbehandeld en niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, en met een netto onttrokken debiet van 2500 m3 per dag of meer

 

Er kan overlapping zijn met een of meer subrubrieken van de rubriek 53. | Het plaatsen van 20 nieuwe pompputten en het uit dienst nemen van 7 pompputten voor het onttrekken van bemalingswater als veiligheidsmaatregel voor het drooghouden van de

noodgietputten ruwijzer. Het totaal vergund debiet blijft ongewijzigd. | klasse 1 | Verandering

0 m³/dag

 

Volgende rubrieken zijn ongewijzigd:

1.2. | De maximale opslag van 1.200.000 kg teer in 2 tanks met een inhoud van elk 500 m³ (1,2 ton/m³) waarvan één opslagtank en één buffertank. | 1200000 kg

2.2.2.a)2° | De opslag en de mechanische behandeling van inerte afvalstoffen in het

afvalstoffencentrum P28, met een opslagcapaciteit van maximum 20.000 m³. | 20000 m³

2.2.2.c)4° | De opslag en de mechanische behandeling van schroot in het afvalstoffen centrum

P28 en in een schroot cleaning installatie (zeven en magnetische afscheiding), met

een opslagcapaciteit van maximum 5.650 ton | 5650 ton

2.2.5.b)2° | De opslag en fysisch-chemische behaling van gevaarlijke slib met een maximale

opslagcapaciteit van 320 ton, zijnde opslag opslag en ontwatering van 300 ton veeg- en zuigslib en 20 ton cokesgasslib. | 320 ton

2.2.5.c)2° | De opslag en fysisch-chemische behandeling van afgewerkte olie, met een maximale

opslagcapaciteit van 1.500 ton, omvattende een centrale bewerkingsinstallatie voor

eigen olieachtige afvalstoffen bij algemene diensten (met diverse tanks en

opvangkuipen) en de injectie van eigen afvalolie in de hoogovens. | 1500 ton

2.2.5.e)3° | De opslag en de fysisch-chemische behandeling al of niet in combinatie met mechanisch behandelen van niet-gevaarlijke afvalstoffen, met een maximale opslagcapaciteit van 80.650 ton, omvattende de thermische omzetting van afvalhout in biokool, de inzet van slibbriketten in de convertoren van de staalfabriek alsook het insmelten van schroot in de staalfabriek, inclusief de opslag van schroot in de schroothal staalfabriek, op de tussenstocks op het terrein en het compacteren van eigen schroot op de tussenstock. | 80650 ton

2.2.5.f)2° | De opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een

mechanische behandeling, van andere gevaarlijke stoffen, zijnde nuttige toepassing

van teerbrij van derden in de cokesfabriek (maximum 24 ton). | 24 ton

2.3.2.g) | De opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met mechanische behandeling van andere gevaarlijke afvalstoffen, zijnde teerwater van derden in de installaties, nevenproducten en de biologische waterzuivering van de cokesfabriek, met een opslagcapaciteit van 150 ton. | 150 ton

2.3.4.1.a)2°2° | De opslag en verbranding van biomassa-afval, zijnde niet-verontreinigd behandeld

houtafval met een nominaal thermisch vermogen van meer dan 10 MW. | 10 MW

2.4.1.b) | De verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen, zijnde de opslag en

ontwatering van veeg- en zuigslib met een maximale capaciteit van 100 ton/dag en

cokesgasslib met een maximale capaciteit van 20 ton/dag; totaal: 120 ton/dag. | 120 ton/dag

2.4.2.a) | De verwijdering of nuttige toepassing van afvalstoffen in afvalverbrandings- of

afvalmeeverbrandingsinstallaties voor niet-gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit

van meer van 3 ton per uur (4 ton per uur). | 4 ton/uur

2.4.3.b)2° | De nuttige toepassing, of een combinatie van nuttige toepassing en verwijdering, van

niet-gevaarlijke afvalstoffen met een capaciteit van meer dan 75 ton per dag, door

middel van een of meer van de volgende activiteiten, met uitzondering van de

activiteiten, vermeld in rubriek 3.6.4., zijnde voorbehandeling van afval voor

verbranding of meeverbranding. | 100 ton

3.6.3.3° | De lozing van maximum:

- 180 m³/uur, 4.200 m³/dag en 110.000 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig van de

cokesfabriek via een biologische afvalwaterzuivering, in het kanaal Gent Terneuzen (via riool E in het lozingspunt D+E).

- 2.500 m³/uur, 60.000 m³/dag en 21.960.000 m³/jaar bedrijfsafvalwater afkomstig

van de hoogovens en de staalproductieprocessen via een cascadeschakeling

waarin het afvalwater in de staalproductie- en verwerkingseenheden van staal

meerdere malen wordt herbruikt en fysisch-chemisch gezuiverd wordt, in het

kanaal Gent-Terneuzen (via riool D in het lozingspunt D+E).

- 2.000 m³/uur, 48.000 m³/dag en 4.500.000 m³/jaar bedrijfsafvalwater in het kanaal

Gent-Terneuzen afkomstig van de staalbewerkingsprocessen na fysico-chemische

zuivering in lokale waterzuiveringsinstallaties (lozingspunt 10) | 4680 m³/uur

4.3.b)3° | De aanbrenging van bedekkingsmiddelen, omvattende het aanbrengen van

voorbehandelingsproduct (op de installatie 'chemcoater') en het aanbrengen van

verflagen in de verfmachines in de organische bekledingslijn Decosteel ll alsook 2

rollercoaters voor anti-fingerprint en 4 sproeikamers voor passivatie op de

verzinkingslijnen (Sidgal), met een totale geinstalleerde drijfkracht van 640 kW. | 640 kW

4.4. | Diverse inrichtingen voor de thermische behandeling van voorwerpen bedekt met

bedekkingsmiddelen, met een inwendig volume van de ovens van meer dan 0,25 m³,

omvattende 2 banddrogers voor de rollercoater anti-fingerprint op Sidgal en 3

droogovens op de organische bekledingslijn Decosteel ll met een totaal volume van

590 m³. | 590 m³

4.6.b) | Diverse installaties voor de oppervlaktebehandeling van verzinkte staalband (ontvetten, reinigen en verven) waarin organische oplosmiddelen worden aangewend bij Decosteel ll, met een verbruikscapaciteit van meer dan 200 ton per jaar, zijnde 2.500 ton/jaar | 2500 ton/jaar

6.1.3°a) | Diverse inrichtingen voor het mechanisch behandelen en verwerken van vaste brandstoffen omvattende 4 loskranen, diverse transportbanden en graver werpers voor kolen en cokes, het breken en zeven van cokes (3 cokes stabilisatielijnen), 3 kolenmaalinstallaties, een cokesbrekerij en een antraciet brekerij, een kolenvoorbereiding in de cokesfabriek en de monstervoorbereiding kolen en cokes in het productielabo, met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 27.725 kW. | 27725 kW

6.2.2°b) | De opslag van kolen en cokes op een oppervlakte van 32,5 ha. | 32,5 ha

6.4.2° | De maximale opslag van 1.490.000 liter diverse brandbare vloeistoffen. | 1490000 liter

6.5.2° | 24 verdeelslangen. | 24 verdeelslangen

12.1.1.3° | Diverse generatoren met een geïnstalleerd totaal elektrisch vermogen van 23.000 kVA en een TRT met een elektrisch vermogen van 6.000 kVA. | 29000 kVA

12.2.2° | Diverse transformatoren met een vermogen van meer dan 1.000 kVA; totaal: 2.145.100 kVA. | 2145100 kVA

15.1.2° | Diverse stelplaatsen voor in totaal 340 voertuigen, andere dan personenwagens. | 340 voertuigen

15.2. | 5 werkplaatsen voor industriële voertuigen. | 5 werkplaatsen

15.4.1° | 22 wasplaatsen voor voertuigen. | 22 wasplaatsen

16.3.1° | Koelinstallaties, warmtepompen en airconditioningsinstallaties met een gezamenlijke

hoeveelheid van 25.000 ton CO2-equivalent. | 25000 ton CO2–equivalent

16.3.2°b) | Koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen met een totale geïnstalleerde drijfkracht van 88.282 kW | 88282 kW

16.5. | Diverse ontspanningsstations voor gassen met een maximumdebiet van meer dan 20.000 m³/h, voor cokesgas, hoogovengas, convertorgas, aardgas en zuurstof, omvattende: - een cokesgasdrukregeling van 2 x 15.000 Nm³/u en 70.000 Nm³/u; - een hoogovenopdrukregeling van 1 x 110.000 Nm³/u en 1 x 900.000 Nm³/u; - een ontspanstation zuurstof van 2 x 120.000 Nm³/uur en 2 x 45.000 Nm³/u; - een ontspanstation zuurstof voor een ondergrondse zuurstofleiding van 2 x 80.000 Nm³/u; - een zuurstofontspanstation van de hoogovens van 75.000 Nm³/u; - 5 hoogovengasfakkels; - 2 cokesgasfakkels; - het cokesgasverdeelnet, incl. cokesgashouder 50.000 m³; - het hoogovengasverdeelnet (drukregeling ontspanning 80.000 Nm³/u), incl. hoogovengashouder 25.000 m³; - het hoofdontspanstation aardgas hoogovens (2 x 60.000 Nm³/u); - 5 ontspanningsstations voor aardgas van 3 x 9.500 Nm³/h en 2 x 20.000 Nm³/u; - een convertorgasverdeelnet van maximum 100.000 Nm³/u; inclusief convertorgashouder 90.000 m³. | 2043500 Nm³/h

16.9.c) | Niet voor publiek toegankelijke aardgasaflevereenheden, omvattende 3 homecompressoren voor CNG bedrijfsvoertuigen, met een totale capaciteit van 20 Nm³/uur. | 20 Nm³/uur aanzuigzijdig debiet

17.1.1.1° | De opslagplaatsen voor aërosolen waarop minstens één gevarenpictogram is aangebracht, met een gezamenlijke netto inhoud van 1.000 liter. | 1000 liter

17.1.2.1.3° | De opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in verplaatsbare recipiënten met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 160.000 liter. | 160000 liter

17.1.2.2.3° | De opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van 2.060.000 liter | 2060000 liter

17.2.2. | Een VR-plichtige inrichting met aanwezigheid van gevaarlijke producten: H1: 35 ton, H2: 212,14 ton, H3: 1 ton, P2: 227,26 ton, P3a: 1 ton, P5a: 10 ton, P5c: 1.500 ton, P6b: 1 ton, P8: 1 ton, E1/E2: 4.500 ton, O2: 500 ton. Waterstof: 1 ton, Ontvlambare vloeibare gassen, cat. 1 of 2 (incl. LPG) en aardgas: 5,17 ton, acetyleen: 1 ton, zuurstof: 240 ton, aardolieproducten en alternatieve brandstoffen: 1.350 ton. | 0 -

17.3.2.1.1.3° | De maximale opslag van 800 ton gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige

vloeistoffen met een vlampunt => 55°C. | 800 ton

17.3.2.1.2.3° | De maximale opslag van 1.100 ton overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3. | 1100 ton

17.3.2.2.3°b) | De maximale opslag van 500 ton ontvlambare vloeistoffen van gevaren categorie 1 en 2 | 500 ton

17.3.2.3.3° | De maximale opslag van 200 ton overige brandgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen niet vermeld in rubriek 17.3.2.1 en 17.3.2.2. | 200 ton

17.3.3.1°a) | De maximale opslag van 1 ton oxiderende vloeistoffen en vaste stoffen (GHS03). | 1 ton

17.3.4.3° | De maximale opslag van 1.674 ton bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (GHS05). | 1674 ton

17.3.5.3° | De maximale opslag van 40 ton giftige vloeistoffen en vaste stoffen (GHS06). | 40 ton

17.3.6.3° | De maximale opslag van 3.570 ton schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS07). | 3570 ton

17.3.7.3° | De maximale opslag van 2.500 ton op lange termijn gezondheidsgevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS08). | 2500 ton

17.3.8.3° | De maximale opslag van 2.500 ton voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen

en vaste stoffen (GHS09). | 2500 ton

19.3.1°a) | Een schrijnwerkerij in de koudwalserij, met een geïnstalleerde drijfkracht van 100 kW. | 100 kW

19.6.1°b) | Diverse opslagplaatsen van hout in open lucht met een opslagcapaciteit van 650 ton (810 m³). | 810 m³

20.1.1. | Een cokesfabriek met een capaciteit van 1,3 miljoen ton cokes per jaar, inclusief nevenproducten met oa ontzwaveling en bijkomende backup ontzwaveling. | 1,3 miljoen/ton

20.2.1. | 2 sinterfabrieken met een totale jaarcapaciteit van 6,5 miljoen ton sinter/jaar. | 6,5 miljoen/ton

20.2.2.2° | De productie van ruwijzer of staal met inbegrip van continugieten met een capaciteit van maximum 1.450 ton continu gegoten staal, bestaande uit: - 2 hoogovens met een totale jaarcapaciteit van 4,9 miljoen ton ruwijzer/jaar; - een staalfabriek met een jaarcapaciteit van 5,5 miljoen ton vloeibaar staal/jaar; - 2 continugieterijen (maximum 1.450 ton/u continu gegoten staalplakken). | 1450 ton/uur

20.2.9. | De productie of bewerking van ferrometalen waarbij verbrandingseenheden met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 919 MW worden gebruikt, omvattende: - de pannenoven in de staalfabriek; - 3 hefbalkovens in de warmwalserij; - 2 stolpgloeierijen en de continu gloeierij CAPL in de koudwalserij; - 2 regeneratie-ovens voor het vervuild zoutzuur van de beitserijen in de koudwalserijen; - 3 ovens voor de thermische behandeling van staalplaat op de verzinkings-lijnen en een piloot-oven SDG3-Upgrade; - 2 ovens voor de thermische behandeling van verzinkte staalband waarop bedekkingsmiddelen zijn aangebracht, in Decosteel2; - 3 droogovens waarvan één in Decosteel2 (droogoven chemcoater) en twee op Sidgal (droogoven rollercoater). | 919 MW

24.4. | 11 laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt. | 11 labo's

29.1.1.3°a) | Diverse inrichtingen voor het behandelen van ertsen omvattende 4 loskranen, diverse transportbanden en graver-werpers voor ertsen, pellets en sinter, 2 beddingmachines, een ertsbrekerij en de monstervoorbereiding in het productielabo, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 20.225 kW. | 20225 kW

29.1.2.2° | De opslag van ertsen op een oppervlakte van 32,5 ha. | 32,5 ha

29.2.1.1° | Een warmwalserij met een capaciteit van 6,5 miljoen ton warmrollen/jaar, gemiddeld

750 ton/u, maximum 1.200 ton/u. | 1200 ton/uur

29.2.1.2° | Een koudwalserij met een capaciteit van 5,5 miljoen ton staal per jaar omvattende een

turbobeitserijtandem TTS, een gekoppelde tandemwalserij 2, 3 hardingswalserijen

voor onbekleed staal (SKP1, SKP3 en SKP CAPL) en 4 hardingswalstuigen en

strekrichter voor bekleed staal. | 5,5 miljoen ton/jaar

29.5.3.3°a) | Diverse inrichtingen voor het behandelen van metalen met een totaal thermisch vermogen van 900.000 kW, omvattende: - de pannenoven in de staalfabriek; - 3 hefbalkovens in de warmwalserij; - 2 stolpgloeierijen en de continu gloeierij CAPL in de koudwalserij; - 3 ovens voor de thermische behandeling van staalplaat op de verzinkings-lijnen en een piloot-oven Sidgal3-Upgrade. | 900000 kW

29.5.4.1°a) | Diverse inrichtingen voor het stralen van metalen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 100 kW, omvattende: een zandstraalcabine. | 100 kW

29.5.5.4° | De oppervlaktebehandeling, ontvetting inbegrepen, van metalen door middel van elektrolytisch of chemisch procedé, omvattende 3 panmetallurgiëen en deontzwaveling met calciumcarbide in de staalfabriek, 3 beitserijen waarvan 2 gekoppeld aan een tandemwalserij, inclusief de regeneratie van vervuild zoutzuur in de koudwalserij, electrolytisch ontvetten en chromeren van walsen in de koudwalserij en de alkalische.ontvetting op Sidgal2 en 3 en 4, met een totaal volume van 1.415.000 liter (excl. 145 m³ spoelbaden). | 1415000 liter

29.5.6.b)3° | 4 dompelverzinkingslijnen voor de bekleding van staalplaat, met een badinhoud van 3x 75 m³ en 3x 40m³; totaal: 345.000 liter | 345000 liter

30.1.1°c) | Diverse inrichtingen voor het mechanisch behandelen van minerale producten, omvattende 4 loskranen, diverse transportbanden gravers en werpers voor toeslagstoffen, een installatie voor het breken en zeven van vuurvaste producten, een installatie voor het breken, zeven en ontijzeren van slakken, 4 INBA-installaties voor slakkengranulatie in de hoogovens, de kalklosplaats en de slakstabilisatie in de staalfabriek en de monstervoorbereiding van kalk en duniet in het productielabo, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 15.000 kW. | 15000 kW

30.3.c) | De vuurvaste mortelbereiding in de hoogovens en staalfabriek, met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 650 kW. | 650 kW

30.10.2° | De opslag van minerale producten, omvattende de opslag van toeslagstoffen, slakken, slakkenzand en bijproducten, op een oppervlakte van 79 ha. | 79 ha

31.1.3° | Diverse vast opgestelde motoren met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 35.000 kW. | 35000 kW

36.4.2° | De opslag van rubberen voorwerpen (zoals Kressbanden en transportbanden) in open lucht ter hoogte, met een maximale opslagcapaciteit van 1.120 ton. | 1120 ton

39.1.2° | 10 stoomgeneratoren, andere dan lagedrukstoomgeneratoren met een individuele inhoud van minder dan 5.000 liter en met een totale waterinhoud van 20.000 liter. | 20000 liter

39.1.3° | Diverse stoomgeneratoren, andere dan lagedrukstoomgeneratoren met een individuele inhoud van meer dan 5.000 liter en met een totale waterinhoud van 524.500 liter. | 524500 liter

39.4.1° | 2 warmtewisselaars van elk 500 liter horende bij het beo-veld voor het kantoorgebouw SIFA. | 1000 liter

43.1.3° | Diverse stookinstallaties, omvattende 7 stoomketels verspreid over 3 ketelhuizen (hoogovens, staalfabriek en koudwals), 3 stoomketels in de cokesfabriek, een verbrandingsinstallatie na de biokoolreactor, en een stoom oververhitter in de staalfabriek, een stookinstallatie in Decosteel II en diverse kleine stookinstallaties voor gebouwenverwarming verspreid over het terrein, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 187 MW. | 187000 kW

43.3.2° | Diverse stookinstallaties, omvattende stationaire motoren om noodgeneratoren en bluswaterinstallaties aan te drijven, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 222 MW. | 222 MW

43.4. | Diverse stookinstallaties, omvattende 7 stoomketels verspreid over 3 ketelhuizen (hoogovens, staalfabriek en koudwals), 3 stoomketels in de cokesfabriek, een verbrandingsinstallatie na de biokoolreactor, een stoom oververhitter in de staalfabriek, een stookinstallatie in Decosteel II en diverse kleine stookinstallaties voor gebouwenverwarming verspreid over het terrein, met een totaal nominaal thermisch ingangsvermogen van 187 MW. | 187 MW

53.2.2°a) | Bronbemaling die technisch noodzakelijk is voor de verwezenlijking van bouwkundige werken of de aanleg van openbare nutsvoorzieningen met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³/jaar of een verlaging van het grondwaterpeil tot maximum 4 m-mv (Kwartair, HCOV 0160) | 30000 m³/jaar

59.4.1° | Bandlakken met een jaarlijks oplosmiddelenverbruik van 2.500 ton. | 2500 ton/jaar

61.2.1° | Een tussentijdse opslag van uitgegraven bodem op post 28, met een capaciteit van 10.000 m³/jaar. | 10000 m³

 

2.       HISTORIEK

Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:

 

De vergunningverlenende overheid staat in voor de historiek van de inrichting.

 

Omgevingsvergunningen

* Op 12/07/2018 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het bouwen van 2 selfcarwashen (met ontbossen en verharden). (OMV_2017006299)

* Op 28/03/2019 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen door wijziging en uitbreiding van een siderurgisch complex + het bouwen van sidgal 4. (OMV_2018096308)

* Op 13/06/2019 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen door uitbreiding en wijziging van een siderurgisch bedrijf (biokool) + bouwen van de proefopstelling voor omzetting tot biokool. (OMV_2019005565)

* Op 24/10/2019 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch complex (iioa) (uitbreiding jaardebiet lozing riool 10 en bijstelling bijzondere voorwaarden). (OMV_2019065650)

* Op 12/12/2019 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch complex: bouwen van een loods en verhoging capaciteit opslag afvalstoffen, bijstelling voorwaarden. (OMV_2018097445)

* Op 06/02/2020 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch complex. (OMV_2019032026)

* Op 22/10/2020 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor verzoek tot bijstelling van de milieuvoorwaarden m.b.t. sinterfabriek 2. (OMV_2020080556)

* Op 16/06/2022 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een inrichting voor de productie van staal (iioa + sh). (OMV_2021166115)

* Op 27/10/2022 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch complex (iioa + sh). (OMV_2021184063)

* Op 10/11/2022 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch complex (iioa + sh). (OMV_2022068951)

* Op 01/06/2023 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch complex (iioa + sh). (OMV_2022034830)

* Op 31/08/2023 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch complex (iioa + sh). (OMV_2022170005)

* Op 26/10/2023 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch complex (iioa + sh). (OMV_2023021865)

* Op 30/11/2023 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch compex (sh + iioa): het bouwen van een kantoorgebouw bestaande uit 20 prefab containers. (OMV_2023057337)

* Op 11/01/2024 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch complex (iioa en sh). (OMV_2023049627)

* Op 28/03/2024 werd door de deputatie een vergunning voorwaardelijk afgeleverd voor het veranderen van een siderurgisch complex (iioa). (OMV_2023077967)

 

 

BEOORDELING AANVRAAG

3.       EXTERNE ADVIEZEN

Wettelijk verplichte externe adviezen worden opgevraagd door de vergunningverlenende overheid.

 

-    Gunstig advies van North Sea Port afgeleverd op 27 mei 2024:
Wij verwijzen naar uw bovenvermelde adviesvraag via het Omgevingsloket van 22/5/2024 met referentie OMV_2024031841.
De aanvraag betreft privaat terrein.
De werken kunnen gunstig geadviseerd worden.

 

-     Gunstig advies van Brandweerzone Centrum afgeleverd op 30 mei 2024:
Besluit: GUNSTIG

 

-    Voorwaardelijk gunstig advies van Fluxys NV afgeleverd op 10 juni 2024:
Advies Fluxys

4.       TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

4.1.   Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg

Het project ligt in gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 28 oktober 1998).
 

Dit gebied is uitsluitend bestemd voor zeehaven- en watergebonden bedrijven, distributiebedrijven, logistieke bedrijven en opslag- en overslaginrichtingen evenals toeleveringsbedrijven en synergiebedrijven van de watergebonden bedrijven en de bestaande gevestigde productiebedrijven. In dit gebied worden ook de volgende dienstverlenende bedrijven toegelaten, voor zover zij complementair zijn met de voornoemde bedrijven: bankagentschappen, benzinestations en collectieve restaurants ten behoeve van de in de zone gevestigde bedrijven.
Er wordt een bufferzone aangelegd aan de grens met de omliggende gebieden. In deze bufferzone worden geen handelingen en werken toegelaten die afbreuk doen aan de bufferfunctie, of aan de bestemming en/of de ruimtelijke kwaliteiten van het aangrenzend gebied. Het gebied en de bufferzone die het omvat, kunnen slechts worden gerealiseerd en beheerd door de overheid. 
 

Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening Zeehavengebied Gent - Inrichting R4-oost en R4-west' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005). De locatie is volgens dit RUP gelegen in Artikel 1: Afbakeningslijn zeehavengebied Gent.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.

4.2.   Vergunde verkavelingen

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

4.3.   Verordeningen

Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2024, van kracht sinds 27 mei 2024. 

 

Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.

 

Gewestelijke verordening hemelwater

De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)

Zie waterparagraaf.

4.4.   Uitgeruste weg

Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gewestweg.

5.       WATERPARAGRAAF

De vergunningverlenende overheid staat in voor de opmaak van de waterparagraaf. Met betrekking tot de waterparagraaf wordt volgend advies uitgebracht:

 

De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op het project.

6.       OPENBAAR ONDERZOEK

Het openbaar onderzoek werd gehouden van 30 mei 2024 tot en met 28 juni 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend.

 
De bezwaren worden als volgt samengevat:
 

Infrabel is betrokken bij het perceel en dient geconsulteerd te worden.


Naar aanleiding van het stedenbouwkundig onderzoek van deze aanvraag worden de bezwaren als volgt besproken:

De vergunningverlenende overheid staat in voor de behandeling van dit bezwaar.

7.       OMGEVINGSTOETS

 

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is ruimtelijk en stedenbouwkundige te verantwoorden binnen de industriële context van

de Gentse zeehaven. Qua schaal integreert de uitbreiding zich binnen zijn omgeving. De ruimtelijke en visuele impact is beperkt.
 

Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten

Er wordt geen advies gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.

 

CONCLUSIE

 

De gevraagde omgevingsvergunning is stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar met de onmiddellijke omgeving, bijgevolg is het verslag gunstig.

 

Er wordt geen advies gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.

 

 

De aanvraag wordt beslist door de deputatie (art. 15 van het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014).

 

Waarom wordt deze beslissing genomen?

 

 

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

 

Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij de deputatie over omgevingsvergunningsaanvragen die door de deputatie worden behandeld (klasse 1 inrichtingen en/of provinciale projecten).

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

 

 

Communicatie

 

Niet van toepassing.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen brengt gunstig advies uit over de omgevingsaanvraag voor het veranderen van een siderurgisch complex (IIOA en SH) van ARCELORMITTAL  BELGIUM nv, gelegen te Bokstraat 4, John Kennedylaan 51 en 53, 9042 Gent.

Artikel 2

Er worden geen aandachtspunten meegegeven.