Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 24 en 42.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen geeft gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
STADSBADER NV met als contactadres Kanaalstraat 1, 8530 Harelbeke heeft een aanvraag (OMV_2024014697) ingediend bij de Vlaamse overheid op 20 februari 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:
• Onderwerp: het exploiteren van een werfzone voor de heraanleg van de R4 (R4WO)
• Adres: John Kennedylaan , 9042 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 14 sectie F nrs. 202B, 202C, 328A, 598A, 599D, 603A, 608A, 609A, 612C, 613A, 613C, 616A, 617A, 621B, 623A, 624, 625, 627A, 630A, 631A, 634C, 637A, 638B, 639B, 640A, 641, 642A, 643, 644, 645, 646, 661, 662, 663, 664, 695A en 695B
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 17 mei 2024.
De Vlaamse overheid heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 17 mei 2024.
De aanvraag volgde de gewone procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 25 juni 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
De aanvraag betreft een gecombineerde omgevingsvergunningsaanvraag met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het inrichten van een werfgebonden opslag van gronden en uitgebroken puinfracties ten behoeve van hoofdzakelijk de aanleg van de R4. De werfzone Knippegroen vergund onder OVA5 (ref. OMV_2022005844) is niet voldoende om al de grond die uitgegraven worden en het puin afkomstig van de wegenwerken te verwerken. Hierdoor werd beslist om nog een bijkomende werfzone te zoeken en aan te duiden in het kader van deze wegenwerken.
Om de percelen te kunnen bereiken dient een werfweg aangelegd te worden welke verhard zal worden. Op de werfgebonden terreinen wordt eveneens een parkeerterrein en bijhorende werfketens/containers voorzien. Er is ook een verharding voor de tankpiste en beperkte stallen van 5 werfvoertuigen voorzien. De totale oppervlakte van de werfzone bedraagt 46.133 m².
Op de werfzone loopt een waterloop welke lokaal ingebuisd zal worden om een stabiele overweg te creëren. Verder zal er ook een lokale gracht ingebuisd worden om de toegang tot het terrein te verzekeren.
Er worden voor deze werfzone 22 Wilgen, 2 loofboom laagstam, 2 loofboom hoogstam gekapt en twee rietzones verwijderd.
De timing van de werken zal ongeveer 7 jaar in beslag nemen en gelijklopen met de werken van de R4 tot maximaal 1 jaar na de werken.
Beschrijving van de aangevraagde inrichtingen of activiteiten
Deze aanvraag betreft een bijkomende werfzone die uitgebaat wordt door Stadsbader (één van de hoofdaannemers in het consortium Bravo4). Deze werfzone zal niet enkel voor het gedeelte van de OVA5 gebruikt worden maar eveneens voor de andere delen van de aanleg van R4WO.
De werfzone Knippegroen vergund onder OVA5 met OMV_2022005844 is niet voldoende om al de gronden welke uitgegraven worden en het puin afkomstig van de wegenwerken te verwerken.
Uit verder analyses van de werken en door bijkomende technische verslagen van grondverzet blijkt dat er een afwijking is op de grondbalans en zijn er ook gronden van externe werven noodzakelijk.
Deze werfzone zal gebruikt worden als TOP (tijdelijke opslagplaats) voor de gronden en uitgebroken puinfracties van de werken aan de R4 maar ook als opslag plaats voor gronden afkomstig van externe werven van Stadsbader.
De periode van de werf wordt ingeschat op 7 jaar en gelijklopen met de werken van de R4 tot maximaal 1 jaar na de werken. Na de werken worden de terreinen weer in hun oorspronkelijke toestand gebracht.
Volgende rubrieken worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
2.1.3.2° | beperkte mechanische activiteiten bij een tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem die niet voldoet aan een toepassing als vermeld in het Bodemdecreet en het Vlarebo (meer dan 10 000 m³) | Tijdelijke opslag van uitgegraven bodem met een capaciteit van 94.641 m³. De opslaghopen worden maximaal 7 m gestapeld. Voor het eventueel afzeven van de gronden zal een mobiele zeefinstallatie van 75 kW gebruikt worden. | klasse 1 | Nieuw | 94641 m³ |
2.2.2.a)2° | opslag en mechanische behandeling van inerte afvalstoffen (meer dan 1 000 m³) | Opslag van betonpuin (70.836 m³) en mengpuin (maximaal 43.267 m³) en mechanische behandeling van betonpuin door een breek- en zeefinstallatie met elk een vermogen van 375 kW | klasse 1 | Nieuw | 114103 m³ |
2.2.2.f)2° | opslag en mechanische behandeling van andere niet gevaarlijke afvalstoffen (meer dan 100 ton) | Opslag van en mechanische behandeling van niet-teerhoudend asfalt door een breek- en zeefinstallatie met elk een vermogen van 375 kW, waarbij maximaal 65.211 ton niet-teerhoudend freesasfalt aanwezig is | klasse 1 | Nieuw | 65211 ton |
3.4.2° | lozen, zonder behandeling in een afvalwaterzuiveringsinstallatie, van bedrijfsafvalwater dat al dan niet één of meer gevaarlijke stoffen (lijst 2C, VLAREM I) bevat in concentraties hoger dan het indelingscriterium (meer dan 2 m³/u tot en met 100 m³/u) | Het lozen van bedrijfsafvalwater afkomstig van de tankpiste en stelplaats van werfvoertuigen met een debiet van 4,5 m³/u via een KWS-afscheider met coalescentiefilter in oppervlaktewater | klasse 2 | Nieuw | 4,5 m³/uur |
6.5.1° | brandstofverdeelinstallaties voor motorvoertuigen met maximaal 2 verdeelslangen | Brandstofverdeelinstallatie op bovengrondse dubbelwandige houder voor gasolie | klasse 3 | Nieuw | 1 verdeelslang |
15.1.1° | stallen van 3 tot en met 25 autovoertuigen en/of aanhangwagens, andere dan personenwagens | Stallen van maximaal 5 voertuigen andere dan personenvoertuigen zoals dumper, tractor, vrachtwagen, wiellader | klasse 3 | Nieuw | 5 voertuigen |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | Airconditioningsinstallatie van 3,1 kW per werfkeet, met een totaal vermogen van 6,2 kW | klasse 3 | Nieuw | 6,2 kW |
17.3.2.1.1.1°b) | ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 : gasolie, diesel, lichte stookolie en gelijkaardige vloeistoffen met een vlampunt ≥ 55°C met een gezamenlijke opslagcapaciteit van 100 kg tot en met 20 ton | een dubbelwandige houder van 2.000 liter voor gasolie: met bijhorende verdeelslang | klasse 3 | Nieuw | 1,76 ton |
17.3.4.2°b) | bijtende vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig of gedeeltelijk is gelegen in een gebied ander dan industriegebied | Opslag van bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (GHS05): 30 ton hydraulisch bindmiddel in silo | klasse 2 | Nieuw | 30 ton |
17.3.6.2°b) | schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, opslagplaatsen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 tot en met 100 ton als de inrichting volledig of gedeeltelijk gelegen is in een gebied ander dan industriegebied | Opslag van schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen (GHS07): 30 ton kalk in silo | klasse 2 | Nieuw | 30 ton |
61.2.2° | tussentijdse opslagplaatsen voor uitgegraven bodem die langer dan 1 jaar in exploitatie zullen zijn met een capaciteit van meer dan 10.000 m³ | Tijdelijke opslag van uitgegraven bodem met een capaciteit van 183.073 m³. De opslaghopen worden maximaal 8 m hoog gestapeld. Voor het eventueel afzeven van de gronden zal een mobiele zeefinstallatie van 75 kW gebruikt | klasse 2 | Nieuw | 183073 m³ |
Volgende bijstelling van de sectorale voorwaarden wordt aangevraagd:
Artikel: 5.2.1.5.§5 en 5.2.1.5.§2
Bijstelling voor plaatsen van een groenscherm en 2 m hoge afsluiting.
Gezien het tijdelijk karakter van de activiteiten is het niet mogelijk om een groenscherm en een twee meter hoge afsluiting te plaatsen. Na de werken zullen de gronden in oorspronkelijke staat terug hersteld worden. Als alternatief wordt een berm voorzien.
Ter hoogte van de straat zal het gebroken puin en puingranulaten achter cellenbetonblokken gestapeld worden.
Artikel: 5.2.1.6 §4 en 5.15.0.6. §1.
Bijstelling om activiteiten te mogen uitvoeren tussen 6 uur en 22 uur. De breekinstallatie zal maar vanaf 7.00 tot 19.00 uur werken.
Artikel: 5.2.1.2 §3 en 5.61.2. §3
Bijstelling om aan- en afvoer van gronden en puin te mogen aanvatten om 6 uur tot 19 uur en sporadisch tot 22 uur. Dit om het verkeer te ontlasten op piekmomenten.
Artikel: 5.61.2. §4
Bijstelling om geen register te moeten bijhouden. Het merendeel van de grond die aangevoerd wordt op de TOP’s is afkomstig van de werken. Alle aangevoerde gronden zijn van een gekende kwaliteit en beschikken over een technisch verslag. De hoeveelheden zijn hierdoor gekend.
Gronden die aangevoerd worden van derden beschikken over een technisch verslag en conformverklaring. De vrachten zullen gewogen worden op de weegbruggen of via scheepsijking. De aangeleverde grond zal geregistreerd worden via de vrachtbonnen en de weeglijst/ijking en in een overzicht zal bijgehouden worden welke partij in welke zone zal toegepast worden.
De eventueel afgevoerde gronden naar derden zullen gewogen worden op de weegbrug.
Alle transport van afval wordt voorzien van een identificatieformulier. Hierop wordt de geschatte hoeveelheid vermeld.
Artikel: 4.2.5.1.1. § 1
Bijstelling om geen meetgoot te plaatsen gezien de lozing niet permanent is en enkel bij grote regenbuien. Er kan een schepstaal via de controleput van de KWS afscheider genomen worden.
2. HISTORIEK
Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:
Omgevingsvergunningen
* Op 02/06/2023 werd een gedeeltelijke voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor r4wo - ova 5: de heraanleg en herinrichting van de r4 ten oosten van de gentse kanaalzone tot primaire weg type ii voor het gedeelte van arcelor-mittal tot voorbij de moervaart, het inrichten van tijdelijke werfzones en de afschaffing en wijziging van verschillende buurt- en voetwegen (OMV_2022005844).
* Op 03/10/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor ova bemaling r4 oost + bijstellingen (OMV_2022101372).
* Op 27/10/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor bemalingen r4 oost farys: het plaatsen en exploiteren van een bemaling + lozing + zuivering die technisch noodzakelijk is voor het uitvoeren van bouwkundige werken (uitgraven sleuf voor plaatsing kabels en leidingen) + bijstellingen (OMV_2023061226).
* Op 16/07/2021 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor r4wo - omv 6: het uitvoeren van infrastructuurwerken en vegetatiewijzigingen voor het herinrichten van de r4 oost tot primaire weg type i: tussen energiestraat (knoop o6bis) en de langerbruggestraat (knoop o8) en de afschaffing van verschillende buurt- en voetwegen (OMV_2020169521).
* Op 26/07/2021 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor r4wo - omv 5: het uitvoeren van infrastructuurwerken en vegetatiewijzigingen voor het herinrichten van de r4 oost tot primaire weg type ii: tussen de knoop o4bis, net ten zuiden van arcelor mittal en de knoop o6, net ten zuiden van de moervaart en de afschaffing en wijziging van verschillende buurt- en voetwegen (OMV_2020169518).
* Op 22/09/2021 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor de omlegging waterstofleiding nd100 en zuurstofleiding nd400 thv het knooppunt o4bis te gent/zelzate/wachtebeke (OMV_2021040163).
* Op 11/10/2021 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het omleggen van aardgasvervoerleidingen thv knooppunt o4bis (arcelormiittal) (OMV_2021037927).
* Op 20/10/2021 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor air liquide r4 oost - het inbouwen van afsluitersknooppunten op de bestaande waterstofleiding thv het geplande verkeersknooppunt o4bis (OMV_2021094505).
* Op 29/10/2021 werd een weigering afgeleverd voor het uitvoeren van infrastructuurwerken en vegetatiewijzigingen voor het herinrichten van de r4 oost tussen nederland - arcelor-mittal en de afschaffing en aanpassing van buurtwegen (OMV_2020144205).
* Op 16/02/2022 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor 20.632b sanering sint-kruis-winkel fase 2: de heraanleg en sanering van de wegenis en het rioleringsstelsel en het wijzigen van een gemeenteweg (OMV_2021092997).
* Op 02/06/2023 werd een gedeeltelijke voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor r4wo - ova 5: de heraanleg en herinrichting van de r4 ten oosten van de gentse kanaalzone tot primaire weg type ii voor het gedeelte van arcelor-mittal tot voorbij de moervaart, het inrichten van tijdelijke werfzones en de afschaffing en wijziging van verschillende buurt- en voetwegen (OMV_2022005844).
* Op 09/06/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor r4wo ova4 het uitvoeren van infrastructuurwerken voor het optimaliseren van de r4 oost tot primaire wegen type ii, de afschaffing en aanpassing van buurtwegen en het inrichten van tijdelijke werfzones (OMV_2022005843).
* Op 21/06/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor r4wo-ova6: het uitvoeren van infrastructuurwerken en vegetatiewijzigingen voor het optimaliseren van de r4 oost tot primaire weg type i: tussen energiestraat (knoop o6bis) en de langerbruggestraat (knoop o8), de afschaffing van verschillende buurt- en voetwegen en het inrichten van tijdelijke werfzones (OMV_2022005845).
Stedenbouwkundige vergunningen
* Op 09/10/1984 werd een weigering afgeleverd voor het ophogen van laag gelegen gronden. (1982/482(44/82 OO))
* Op 19/04/1994 werd een vergunning afgeleverd voor het rooien van 164 canadapopulieren en 42 wilgen. (1994/50031)
* Op 10/08/1995 werd een vergunning afgeleverd voor het rooien van 107 populieren. (1995/50035)
* Op 29/04/2004 werd een vergunning afgeleverd voor het rooien van 35 canadese populieren. (2004/50033)
* Op 10/11/2016 werd een vergunning afgeleverd voor het uitvoeringsdossier inrichtingswerken van het inrichtingsplan sint-kruis-winkel-zuid van het landinrichtingsproject gentse kanaalzone. (2016/01080)
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Wettelijk verplichte externe adviezen worden opgevraagd door de vergunningverlenende overheid.
- Voorwaardelijk gunstig advies van Brandweerzone Centrum afgeleverd op 27 mei 2024:
Besluit: GUNSTIG
- Voorwaardelijk gunstig advies van AWV - District Gent Autosnelwegen afgeleverd op 27 mei 2024:
Zie bijlage
- Gunstig advies van North Sea Port afgeleverd op 3 juni 2024:
Wij verwijzen naar uw bovenvermelde adviesvraag via het Omgevingsloket van 17/5/2024 met referentie OMV_2024014697.
De adviesaanvraag heeft betrekking op privaat terrein.
De werken kunnen gunstig geadviseerd worden.
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening Zeehavengebied Gent - Inrichting R4-oost en R4-west' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 15 juli 2005) in deelgebied 7: zeehavenondersteunend bedrijventerrein Moervaart Noord reserve en koppelingsgebied Sint-kruis-winkel Zuid.
De grootste deel van het projectgebied is volgens dit GRUP gelegen in artikel 42: zone voor zeehavenondersteunende regionale bedrijvigheid. Dit deel wordt voornamelijk ingericht als opslagplaats voor betonpuin, niet-teerhoudend asfalt, mengpuin en (verontreinigde) grond op hopen van ca. 8m hoog.
Dit gebied is uitsluitend bestemd voor niet-milieubelastende industriële activiteiten, distributieactiviteiten, logistieke activiteiten en opslag- en overslagactiviteiten in zoverre deze een band hebben met de Gentse zeehaven.
De zone dichts bij de R4 is volgens het GRUP gelegen in artikel 44: zone voor havenontsluitingsweg. In deze zone wordt infrastructuur – wegenis naar de werf, parkeerplaatsen ed. – aangelegd.
Het gebied is bestemd voor de aanleg, het beheer en de exploitatie van de weg, fiets- en voetpaden, bovengrondse en ondergrondse leidingen en nutsvoorzieningen. De inrichting is afgestemd op de functie als havenontsluitingsweg.
De achterste zone is volgens het GRUP gelegen in artikel 43: zone voor buffer. Deze zone heeft een breedte van 25m. Er wordt een afstand van ca. 5m gehouden van het natuurgebied. Daarna wordt een grondberm van 10m breed en 4,50m hoog aangelegd. De overige 10m van de zone wordt ook aangelegd opslagplaats voor puin.
Het gebied is bestemd voor de aanleg en de instandhouding van een bos waarbij dit gebied dienst doet als buffer en voor de aanleg, beheer en exploitatie van de afwateringsgracht conform de technieken van de natuurtechnische milieubouw.
De aanvraag voor het aanleggen van een tijdelijke werfzone is niet in overeenstemming met de voorschriften van het Gewestelijk RUP en wordt als afwijking aangevraagd in het kader van handeling van algemeen belang met een ruimtelijk beperkte impact.
Overeenkomstig art. 4.4.7 §2 van de VCRO kan een afwijking worden aangevraagd voor handelingen van algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact. Deze handelingen zitten vervat in hoofdstuk III van het besluit van de Vlaamse Regering tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1, 5°, artikel 4.4.7, §2, en artikel 4.7.1, §2, tweede lid, van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.
In art. 2 van dit besluit wordt bepaald welke werken, handelingen en wijzigingen worden beschouwd als handelingen van algemeen belang:
1° de openbare wegen, met inbegrip van de bijbehorende infrastructuur, zoals tunnels, viaducten,
bruggen, duikers, langsgrachten, tolinfrastructuur en parkings;
8° alle handelingen van algemeen belang, aangewezen in artikel 3 van dit besluit;
Volgens art. 3 §1 kunnen volgende werken of combinaties van deze werken, beschouwd worden als handelingen van algemeen belang die een beperkte ruimtelijkje impact hebben en die van toepassing zijn op de werken voor dit project:
1° de aanleg, wijziging of uitbreiding van openbare fiets-, ruiter- en wandelpaden, en andere paden voor de zwakke weggebruiker;
9° de aanleg, wijziging of uitbreiding van ondergrondse leidingen die voor het openbaar net bedoeld zijn, en voorzieningen voor het verzamelen en afvoeren van hemel-, oppervlakte- en afvalwater en de bijbehorende kleinschalige infrastructuur, zoals controlepunten, pomp- en overslagstations;
10° de aanleg, wijziging of uitbreiding van infrastructuren en voorzieningen met het oog op de omgevingsintegratie van een bestaande of geplande infrastructuur of voorziening, zoals bermen of taluds, groenvoorzieningen en buffers, werkzaamheden in het kader van natuurtechnische milieubouw, geluidsschermen en geluidsbermen, grachten en wadi's, voorzieningen met het oog op de waterhuishouding en de inrichting van oevers;
14° werfzones en tijdelijke (grond)stockages met het oog op de uitvoering van de handelingen, vermeld in punt 1° tot en met 13°;
Ook de werken vermeld in art. 3 §2 kunnen beschouwd worden als werken van algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact. Deze handelingen mogen niet in ruimtelijk kwetsbaar gebied uitgevoerd worden en de aanvrager dient te motiveren waarom deze handelingen een ruimtelijke beperkte impact hebben. Volgende handelingen, die betrekking hebben op de werken die zullen uitgevoerd worden, kunnen hier betrekking op hebben:
1° de aanleg van gewestwegen met maximaal twee rijstroken die over een lengte van maximaal 1 kilometer afwijken van de stedenbouwkundige voorschriften;
3° de wijziging of uitbreiding van :
c) bestaande of geplande openbare verkeerswegen, met inbegrip van het wijzigen en uitbreiden van bestaande of geplande op- en afritcomplexen;
14° werfzones en tijdelijke (grond)stockages met het oog op de uitvoering van de handelingen, vermeld in punt 1° tot en met 13°;
Deze tijdelijke werfinnames worden gemotiveerd waarbij wordt aangetoond dat de tijdelijke inname geen significante invloed heeft op de bestemming. De terreinen worden na de werken hersteld in oorspronkelijke staat.
Alle stedenbouwkundige handelingen alsook tijdelijke werfinnames worden afdoende gemotiveerd in functie van onverenigbaarheid ten opzichte van de bestemming of ligging binnen een ruimtelijk kwetsbaar gebied. Op basis van deze motivatie zijn we van oordeel dat alle werken en handelingen in overeenstemming zijn met de bestemming of beschouwd worden als handelingen van algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
4.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 25 maart 2024, van kracht sinds 27 mei 2024.
Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)
Zie waterparagraaf.
4.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gewestweg.
4.5. Archeologienota
Het dossier bevat een archeologienota met als onderwerp Vooronderzoek Gent R4 oost Moervaartvallei en ID nummer 27539 te raadplegen via https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/27539.
Deze nota is bekrachtigd door het agentschap Onroerend Erfgoed op 17/10/2023. De archeologienota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
5. WATERPARAGRAAF
De vergunningverlenende overheid staat in voor de opmaak van de waterparagraaf. Met betrekking tot de waterparagraaf wordt volgend advies uitgebracht:
Het betreft de exploiteren van een werf. Het betreft een bijkomende werfzone voor het oostelijk deel voor de aanpassingen van de R4.
Op de werf zullen puinfracties en gronden mechanisch bewerkt en opgeslagen worden (breken/zeven/opslag). De duurtijd van de werf wordt op 7 jaar geraamd.
Na de uitvoering van de werken wordt het terrein in de oorspronkelijke staat teruggebracht
Algemeen geplande toestand
-waterdoorlatende steenslag verharding
-verharding (werfweg) die natuurlijk kan afwateren
-verharding 15 410 m²:
*tankpiste: 283 m²
*zone voor verontreinigde grond: 4127 m²
*zone voor betonpuin of verontreinigde grond: 11000 m²
-prefab containergebouwen (192 m²)
-hemelwaterput 20 m³
-infiltratiegrachten 784,4 m³, 2692 m² en 50 cm
Toetsing gewestelijke verordening (GSV) en algemeen bouwreglement stad Gent (ABR) inzake hemelwater
Gescheiden stelsel
De bouwheer voorziet een privaat gescheiden afvoerstel van afval- en hemelwater.
Het privaat afvoerstelsel voor hemelwater mondt, in de mate dat het niet wordt geïnfiltreerd, uit in oppervlaktewater of in een kunstmatige afvoerweg voor hemelwater.
Het sanitair afvalwater wordt aangesloten op een IBA voor de lozing in oppervlakte water.
Het afvalwater van de tankpiste wordt via een KWS met coalescentiefilter geloosd in een infiltratievoorziening.
In bijlage ‘effecten op watersysteem’ staan afwijkende info ten opzicht van de rest van het dossier. Hier staat dat het sanitair water opgehaald wordt en het dakwater rechtstreeks op het terrein zal infiltreren.
Verharding
Een deel van de verharding wordt voorzien in waterdoorlatende materialen of kan afwateren naar de omgeving.
De waterdoorlatende verharding wordt uitgevoerd met waterdoorlatende materialen, geplaatst op een waterdoorlatende funderingslaag en onderfunderingslaag. De hellingsgraad bedraagt minder dan 2%.
Er mogen geen afvoerkolken voorzien worden. Een verhoogde veiligheidskolk kan, indien deze minimaal 5 cm boven de verharding wordt voorzien.
Er kan voldaan worden aan de voorwaarden.
Een deel van de verhardingen kunnen zonder dat hiervoor een afvoersysteem wordt aangelegd afvloeien naar een voldoende grote onverharde oppervlakte (op eigen terrein) waar natuurlijke infiltratie kan plaatsgrijpen. De onverharde oppervlakte is minimaal 25% van de oppervlakte van de afwaterende oppervlakte zijn. Er mogen geen afvoerkolken of boordstenen voorzien worden die de doorstroming van het water onmogelijk maken.
Er kan voldaan worden aan de voorwaarden.
Het hemelwater dat op de tankplaats (283 m²) valt is potentieel vervuild en dient conform het Vlarem aanzien te worden als afvalwater. Dit afvalwater werd in de omgevingsvergunning IIOA opgenomen en besproken.
Hemelwaterput
Het dak van 8 prefab containers (192 m²) wordt aangesloten op een hemelwaterput van 20 m³. Het water wordt hergebruikt voor het sanitair en een buitenkraan.
Groendak
Het ABR (groendakformulier) werd niet afgetoetst voor de aanvraag. Er wordt aangenomen dat het verbruik van hemelwater de voorziene dakoppervlakte compenseert.
Infiltratievoorziening
De verhardingen en overloop van de hemelwaterput worden aangesloten op infiltratiegrachten van max 50 cm diep.
De verharding voor de zone voor verontreinigde grond: 4127 m², wordt aangesloten op een 2 infiltratiegrachten van totaal 226 m³ en 960 m².
Volgens de dimensionering van de GSV dient deze 136,2 m³ en 331 m² te zijn.
De verharding voor de zone voor betonpuin of verontreinigde grond: 11000 m², wordt aangesloten op een infiltratiegracht van totaal 363 m³ en 918 m².
Volgens de dimensionering van de GSV dient deze 363 m³ en 918 m² te zijn.
De overloop van de hemelwaterput van de werfcontainer loopt over op een infiltratievoorziening van 30 m³ en 127,5 m². Volgens de dimensionering van de GSV dient deze 6,4 m³ en 15,4 m² te zijn.
Er wordt voldaan aan de GSV.
Dempen/herprofilering gracht
In de aanvraag wordt een gracht gedempt op perceel F0613A en een herprofileren van bestaande grachten t.h.v. nieuwe inbuizingen Hoofdgeleed, waterloop categorie 3 voorzien.
De werken zijn tijdelijk en het terrein wordt nadien in oorspronkelijke staat hersteld.
Er wordt verwezen naar het advies van de waterbeheerder hiervoor.
6. OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 27 mei 2024 tot en met 25 juni 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaarschriften ingediend.
7. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft het inrichting van een tijdelijke werfzone voor de werken aan de R4 vergund volgens OMV_ 2022005844. De handelingen situeren zich op percelen die momenteel in functie staan van de landbouw maar bestemd zijn voor zeehavenondersteunende regionale bedrijvigheid en bufferzone. Er wordt een afwijking gevraagd voor handelingen van algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact.
Alle stedenbouwkundige handelingen alsook tijdelijke werfinnames worden afdoende gemotiveerd in functie van onverenigbaarheid ten opzichte van de bestemming of ligging binnen een ruimtelijk kwetsbaar gebied. Op basis van deze motivatie zijn we van oordeel dat alle werken en handelingen in overeenstemming zijn met de bestemming of beschouwd worden als handelingen van algemeen belang met een beperkte ruimtelijke impact.
Natuurtoets
Er is geen bezwaar tegen de aanleg van de tijdelijke werfzones in dit industrieuitbreidingsgebied ook al wordt het biologisch waardevol grasland hierdoor vernietigd. De termijn voor de ontwikkeling van deze zone staat echter helemaal nog niet vast. Momenteel is het gebied grotendeels in landbouwgebruik en vormen de kleine landschapselementen een landschappelijke meerwaarde. Voor de tijdelijke inrichting kan het vellen van de knotwilgenrij bijgevolg niet gunstig beoordelen.
Ook ten opzichte van de te behouden grachten dienen de werfactiviteiten toch minstens 3 m afstand te houden. Dichter werken zorgt ervoor dat de grachten tijdens de werfactiviteiten in het gedrang komen of (deels) vernietigd en verdicht geraken. Deze gevraagde randvoorwaarden voor de organisatie van de werf hebben slechts een minimale impact. Eén zeer ondiepe gracht wordt ingenomen zodat de werfzone voldoende werkbare en efficiënte breedte verkrijgt. Dit is aanvaardbaar. Er worden drie nieuwe (infiltratie)grachten voorzien. Deze blijven na de werf behouden ofwel wordt de gedempte gracht hersteld.
Mobiliteit
De aanvraag kadert in de werken van het R4WO project. Er wordt een werfweg aangelegd en op de terreinen wordt een verharde zone aangelegd die dienst doet als parkeerterrein (voor werknemers en werfvoertuigen). Daarnaast wordt de bestaande fietssnelweg F40 tijdelijk veranderd i.f.v. de verkeersveiligheid: “Ten einde de kruising aan te kondigen en de snelheid van de fietsers er te milderen werd een asverschuiving in de fietsnelweg voorzien voor en achter de kruising. Hierdoor komt de kruising ook verder te liggen van de aansluitende T-kruising van de werfweg waardoor de zichtbaarheid verhoogt. De oversteek wordt beveiligd door verkeerslichten met een voorkeursregeling voor de fietssnelweg waarbij aankomende fietsers via een radar worden gedetecteerd.”
De werken aan de R4 genereren hinder. De werfinrichting heeft als doel deze tot een minimum te beperken. Om de werking van de fietssnelweg langs de J. Kennedylaan te garanderen wordt een tijdelijke aanpassing doorgevoerd, wat positief is voor de fiets-veiligheid. Het dossier meldt dat een veegwagen kan ingezet worden om modder en vuil, afkomstig van de werf, op te ruimen. De voorwaardelijkheid is niet optimaal en daarom nemen we dit mee als voorwaarde. Een veegbeurt voor elke ochtendspits garandeert een veilige fietssnelweg.
De specifieke inrichting van eventuele omleidingen zijn een bevoegdheid voor IPR.
Het R4WO project is er één van algemeen openbaar belang. Het dossier meldt dat het stockage-terrein ook zal worden gebruikt om grond en puinfractie te stockeren afkomstig van de nabijgelegen werken. Op vlak van mobiliteit is het wenselijk dat deze zone enkel wordt ingezet voor deze werken. Het is aan te raden het vrachtverkeer van andere werven niet op deze zone toe te laten.
Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten
bodem
TOP
Volgende tussentijdse opslag wordt aangevraagd:
-Puin dat vrijkomt van sloopwerken uitgevoerd tijdens de wegenwerken van R4WO,
-Uitgegraven bodem afkomstig van de aanlegfase van de wegenwerken van R4WO
-Technisch geschikte bodem afkomstig van de wegenwerken van R4WO;
o die tijdelijk zullen worden opgeslagen in afwachting van de inwerkingtreding van het tijdelijk handelingskader PFAS om nadien te worden toegepast binnen de heraanleg van R4,
-Technisch geschikte bodem afkomstig van externe werven van Stadsbader, in mindere mate;
o die tijdelijk zullen worden opgeslagen en die onmiddellijk kunnen worden toegepast binnen de heraanleg van R4,
o die tijdelijk zullen worden opgeslagen in afwachting van de inwerkingtreding van het tijdelijk handelingskader PFAS om nadien te worden toegepast binnen de heraanleg van R4,
-Puinfracties afkomstig van externe werven van Stadsbader die zullen worden toegepast bij de heraanleg van de R4
-Het breken en zeven van beton-, mengpuin, niet- teerhoudend asfalt afkomstig van de sloopwerken van de wegenwerken van R4WO of van externe werven van Stadsbader.
Op de zone van verontreinigde grond zal afwisselend grond voor vrij gebruik liggen en grond welke ofwel nog verder onderzocht dient te worden of verontreinigde grond in afwachting van verder transport naar externe verwerker of in afwachting PFAS houdende grond tot het tijdelijk handelingskader van toepassing wordt.
De meeste van deze grond zal PFAS bevatten boven de rapportagegrens maar onder de waarde van vrij gebruik en zal afhankelijk van de eindbestemming nog verdere kwaliteits- of uitloogtesten ondergaan.
De puinfracties zullen ook afkomstig zijn van andere werven omdat er vastgesteld is dat er voor de herinrichting van de R4 meer puin noodzakelijk zal zijn dan hetgeen van de R4 bij slopen kan ingezet worden. Deze fracties zullen gebroken en gezeefd worden om terug te kunnen inzetten in wegenwerken.
De aanvrager geeft aan dat:
-de regels rond grondverzetsregels gerespecteerd worden;
-de uitgegraven bodem (grond met code 000 en grond met PFAS-boven rapportagegrens) die mogelijk kunnen uitlogen wordt opgeslagen op een folie en afgedekt met een folie;
-de uitgegraven bodem die mogelijk kunnen uitlogen worden op afzonderlijke hopen op de zone aangeduid als (verontreinigde) grond geplaatst. Deze afzonderlijke hopen zullen door een erkend bodemdeskundige aangeduid worden.
-de puinfracties worden eveneens zo veel als mogelijk afgeschermd en op laag gebroken puin geplaatst.
-het terrein wordt ingericht volgens de daarvoor geldende normen voor werfzones.
Dit houdt in:
o Volledige HPDE folieafdichting aan de onderzijde;
o Zandpakket, steenslag of gelijkwaardig alternatief;
o Mogelijke een verhardingslaag die geen water doorlaat aan de bovenzijde (HDPE folieafdichting)
-een tijdelijke verhardingslaag wordt aangelegd voor de aan- en afvoer van puinfracties en gronden.
Tank piste
Er wordt een tankpiste aangevraagd voor bedrijfsvoertuigen.
De dubbelwandige houder met lekdetectie en overvulbeveiliging wordt gekeurd en de tankpiste is aangesloten op een KWS-afscheider met coalescentiefilter. Het bedrijfsafvalwater wordt geloosd in een infiltratiegracht.
Er is een spill-kit aanwezig op de site.
aspect geluid
Volgende elementen kunnen instaan voor geluidshinder:
-maandelijkse breekbeurt (afwisselend op 2 blokken)
-zeefinstallatie voor 20 000 m³ grond uit te zeven
-aan- en afrijden vrachtwagens
-laad- en losactiviteiten
-intern transport
Een geluidsstudie werd uitgevoerd.
Om de geluidsuitstraling naar de omliggende woningen zoveel als mogelijk te beperken, wordt een afscherming aangebracht, op 3 locaties, met een hoogte van 4,5 meter ten opzichte van het lokale maaiveld. In de dagperiode wordt de norm van 45 dB(A) niet overschreden.
Bij de exploitatie dienen voldoende maatregelen getroffen worden om de geluidshinder te beperken:
-geluidsarme machines en technieken gebruiken;
-storten in storttrechters op een zo laag mogelijke hoogte;
-plaats de breek- en zeefinstallatie tussen de hopen te breken en gebroken materialen en tussen grondbermen met een hoogte van 4,5 m;
-beperkt breken tot slechts 1 maal per maand;
-de breek- en zeefinstallatie niet gelijktijdig gebruiken;
-er dient gecommuniceerd worden met de omwonende (Spanjeveerstraat/ Barkstraat/Schuitstraat) over de verwachte hinder van de werf en doorgegeven worden waar ze terecht kunnen met vragen of klachten over de werf.
Dit wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.
aspect lucht
Volgende emissies zijn er:
-aan, afvoer, verplaatsen, breken en opslag van het beton- en mengpuin (stuifcategorie 2)
-opslag van cement in silo’s (stuifcategorie 1)
-opslag van kalk in silo’s (stuifcategorie 2)
-aan- en afvoeren, verplaatsen, zeven en opslag van de uitgegraven gronden (stuifcategorie 2)
-emissies van stroomgroepen (stage IV of stage V motor)
Volgende maatregelen worden getroffen om de stofhinder te beperken:
-een voertuig voor waterbeneveling is beschikbaar
-de breker is uitgerust met een waterbesproeiingsinstallatie
-een mobiele wielwasinstallatie is voorzien
-zuigborstelwagen zijn ter beschikking om wegen proper te maken
-indien noodzakelijk zijn de transportbanden uitgerust met hogedruk-watersproeier
-de hopen, werkzones en wegen worden bevochtigd bij zeer droog weer
-indien visueel waarneembare stofverspreiding is toepassen van beneveling bij droog of windering weer
-opstellen van een interne circulatieplan op de werf
-snelheidsbeperking tot 20 km/uur
-stilleggen van grijp en kraanactiviteiten bij windsnelheden van meer dan 22 m/s
-instructies voor “stofarme” op- en overslag voor de wielladermachinist
-instructies om te storten van geringe hoogte voor de kraanmachinisten
-minimale wekelijkse controle op hoogte van de hopen of stof opwaaiing en noodzaak besproeiing van de grondopslag door de werfleider TOP
-er is een procedure voor evalueren en bijsturen. Tijdens deze inspecties zal steeds worden nagegaan of er zich stofemissies voordoen en of de preventieve maatregelen goed werken. Indien nodig, zullen de maatregelen worden bijgestuurd of zullen bijkomende maatregelen worden toegepast
Deze maatregelen worden als bijzondere voorwaarde opgenomen.
CONCLUSIE
De gevraagde omgevingsvergunning is mits voorwaarden milieuhygiënisch, stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar met de onmiddellijke omgeving, bijgevolg is het verslag gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig.
Ongunstig advies voor het rooien van de knotwilgenrij.
Voorwaardelijk gunstig advies voor het exploiteren van een werfzone.
De aanvraag wordt beslist door de Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar (art. 15 van het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014).
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen aan de Vlaamse Regering over omgevingsvergunningsaanvragen die door de Vlaamse Regering worden behandeld (vlaamse projecten).
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen brengt gedeeltelijk voorwaardelijk gunstig advies uit over de omgevingsaanvraag voor het exploiteren van een werfzone voor de heraanleg van de R4 (R4WO) van STADSBADER nv, gelegen te John Kennedylaan , 9042 Gent.
Verzoekt de Vlaamse Regering om volgende bijzondere milieuvoorwaarden op te nemen:
Geluid
Bij de exploitatie dienen voldoende maatregelen getroffen worden om de geluidshinder te beperken:
-geluidsarme machines en technieken gebruiken;
-storten in storttrechters op een zo laag mogelijke hoogte;
-plaats de breek- en zeefinstallatie tussen de hopen te breken en gebroken materialen en tussen grondbermen met een hoogte van 4,5 m;
-beperkt breken tot slechts 1 maal per maand;
-de breek- en zeefinstallatie niet gelijktijdig gebruiken;
-er dient gecommuniceerd worden met de omwonende (Spanjeveerstraat/ Barkstraat/Schuitstraat) over de verwachte hinder van de werf en doorgegeven worden waar ze terecht kunnen met vragen of klachten over de werf.
Lucht
Volgende maatregelen worden getroffen om de stofhinder te beperken:
-een voertuig voor waterbeneveling is beschikbaar
-de breker is uitgerust met een waterbesproeiingsinstallatie
-een mobiele wielwasinstallatie is voorzien
-zuigborstelwagen zijn ter beschikking om wegen proper te maken
-indien noodzakelijk zijn de transportbanden uitgerust met hogedruk-watersproeier
-de hopen, werkzones en wegen worden bevochtigd bij zeer droog weer
-indien visueel waarneembare stofverspreiding is toepassen van beneveling bij droog of windering weer
-opstellen van een interne circulatieplan op de werf
-snelheidsbeperking tot 20 km/uur
-stilleggen van grijp en kraanactiviteiten bij windsnelheden van meer dan 22 m/s
-instructies voor “stofarme” op- en overslag voor de wielladermachinist
-instructies om te storten van geringe hoogte voor de kraanmachinisten
-minimale wekelijkse controle op hoogte van de hopen of stof opwaaiing en noodzaak besproeiing van de grondopslag door de werfleider TOP
-er is een procedure voor evalueren en bijsturen. Tijdens deze inspecties zal steeds worden nagegaan of er zich stofemissies voordoen en of de preventieve maatregelen goed werken. Indien nodig, zullen de maatregelen worden bijgestuurd of zullen bijkomende maatregelen worden toegepast
Verzoekt de Vlaamse Regering om volgende voorwaarden voor de geplande werken op te nemen:
Volgende handelingen worden uit de vergunning gesloten:
- Het rooien van de knotwilgenrij.
Natuur:
De werfactiviteiten moeten een afstand van minstens op 3m houden tot de te behouden knotwilgenrij en tot de grachten.
Veiligheid:
Vuil/modder afkomstig van de werf moet tegen 7u ’s morgens en 16u in de namiddag verwijderd worden.
Openbaar domein:
De bestaande toestand dient volledig hersteld te worden na realisatie van de werken, inclusief het verwijderen van de inbuizingen.
Het is niet de bedoeling dat de terreinen opgehoogd blijven na de werken.
Er is een controlemeting van de peilen aan te leveren na herstel voor de volledige zone.
Verzoekt de Vlaamse regering om volgende aandachtspunten op te leggen aan de aanvrager:
Openbaar domein:
De bouwheer/vergunninghouder is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de inrichting van het openbaar domein, groenaanleg, bermen, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer/vergunninghouder.
De bouwheer/vergunninghouder moet voor de aanvang van de werken een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opmaken van de omliggende trottoirs en wegenis met bijzondere aandacht voor de (straat)kolken.
Deze dient bezorgd te worden aan de dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen, via afgifte op het Stadskantoor Gent, Woodrow Wilsonplein 1, 9000 Gent, tel.: 09/266 79 00, via e-mail: wegen@stad.gent of per post aan Stad Gent t.a.v. Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen, Botermarkt 1, 9000 Gent.
Deze dient ten laatste twee weken voor aanvang van de werken verstuurd of afgegeven te worden, indien deze laattijdig ingediend wordt kan deze niet als tegensprekelijk beschouwd worden.
U kan dit door een architect of landmeter laten doen maar u mag dit ook zelf opnemen. (u maakt een aantal algemene foto’s vergezeld van detailfoto’s met reeds aanwezige schade aan het openbaar domein. Bij elke foto zet u een beschrijving en u voegt een plannetje toe met aanduiding van de positie van de foto’s).
De bijzondere aandacht van de bouwheer wordt erop gevestigd de aanvraag gelegen is in een gebied met risico's tot pluviaal overstromen. Het Stadsbestuur kan onder geen enkele voorwaarde aansprakelijk gesteld worden voor schade door wateroverlast ten gevolge van een overstroming.
Hogere waterpeilen dan in het verleden zijn niet uit te sluiten. Er is dan ook geen enkele garantie dat het perceel in de toekomst gespaard zal blijven van wateroverlast.
De percelen zijn gelegen langs een niet geklasseerde en een publieke gracht en een onbevaarbare waterloop van derde categorie.
De aanvraag is gelegen in de Polder Moervaart en Zuidlede, het advies van deze instantie is vereist.
Er dient advies gevraagd te worden aan North Sea Port.
De aandacht van de bouwheer wordt gevestigd dat de werken worden uitgevoerd in de buurt van een aardgasvervoerinstallatie. Daardoor wordt de bouwheer wettelijk verplicht om vanaf de ontwerpfase en ten minste 15 werkdagen voor de aanvang van de werken, schriftelijk contact op te nemen met NV Fluxys, Kunstlaan 31, 1040 Brussel of via e-mail infoworks@fluxys.net, aangaande de aard en de plaats van de geplande werken.