Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen verleent tijdelijk de vergunning en legt bijzondere voorwaarden op.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
De heer Kurt Melens met als contactadres Kouter 29, 9000 Gent en Noordstarfonds VZW met als contactadres Kouter 29, 9000 Gent hebben een aanvraag (OMV_2024002094) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 11 januari 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:
• Onderwerp: het tijdelijk voorzien van een plateaulift op het openbaar domein
• Adres: Kouter 29, 9000 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 3 sectie C - openbaar domein
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 29 januari 2024.
De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 15 maart 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
Beschrijving van de omgeving en de plaats
De aanvraag is gelegen aan de voorzijde van de Handelsbeurs, een kunstencentrum op de Kouter, op het openbaar domein. De Handelsbeurs bevindt zich langs de Kouter in de binnenstad. De omgeving is zeer divers, langsheen de Kouter bevinden zich verschillende panden met commerciële tot residentiële functies. De Handelsbeurs bestaat uit 3 bouwlagen met een hellend dak.
Het perceel is langsheen de voorkant gericht naar de Kouter en langs de achterzijde naar de Ketelvaart. Het onderwerp van de aanvraag beperkt zich tot een deel van het openbare domein aan de Kouter.
Beschrijving van het pand
Het pand is gelegen binnen een op het gewestplan ingekleurd woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Binnen dit gebied wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden gegrond op de wenselijkheid van behoud.
Het pand is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed (ID 134806) en wordt in de wetenschappelijke inventaris als volgt omschreven:
“Zogenaamd "Corps de Garde" of "Hoofdwacht", later "Handelsbeurs"; eertijds bestemd voor het onderbrengen van de keizerlijke wachttroepen. Het gebouw werd opgetrokken op de gronden toebehorend aan de Sint-Sebastiaansgilde in 1738-39 eerst onder leiding van Bernard de Wilde nadien onder toezicht van David 't Kindt. De stad, eigenaar van het gebouw sedert 1810, gaat in 1899 over tot de aankoop van het huis van de maatschappij "L'Union" ernaast met de bedoeling er de nieuwe Handelsbeurs in te richten. Stadsarchitect Van Rysselberghe maakt de plannen om beide gebouwen te verbinden en her in te richten. De voorgevels blijven bestaan maar in het gewezen lokaal van de hoofdwacht voorziet hij een grote zaal geflankeerd door rondboogarcades, die ook de scheiding vormen tussen de tweede zaal in het voormalig lokaal van L'Union.
Links éénlaags gebouw met een geschilderde en bepleisterde voorgevel van bak- en natuursteen van vijf traveeën onder een mansardedak (leien) met dakkapellen. Plint van beschilderde Doornikse kalksteen. Driezijdig vooruitspringend en hoger opgetrokken middenrisaliet van drie traveeën afgedekt met een koepelvormig dak (leien) en geritmeerd door vier kolossale pilasters met Korinthisch kapiteel. Licht getoogde benedenvensters met sobere stucomlijsting, spiegelboogvormige bovenvensters, in de middentravee voorzien van rocailles in de zwikken. Rondboogpoort met hol geprofileerd beloop op neuten gevat in een geblokte omlijsting met uitgespaarde zwikken onder een bekronende druiplijst, tevens balkonplaat voor de smeedijzeren leuning van het deurvenster erboven. De centrale deurtravee wordt bekroond met een gebogen, gekornist fronton met reliëfvoorstellingen van de Maagd van Gent, met het wapenschild van Oostenrijk, zittend op een kanon. De borstweringen zijn eveneens verrijkt met rocailles en wapentrofeeën. De zijtraveeën zijn afgedekt met een attiek in Lodewijk XV-stijl.
Rechts enkelhuis van vier traveeën, drie bouwlagen en zadeldak, voorgevel uit 1874-75. Bepleisterde voorgevel op hardstenen plint. Horizontaal belijnde gevel door cordons, balkons en verdiepte borstweringen; verticaliserend ritme door geblokte penanten op de begane grond en pilasters met composiete kapitelen op de verdieping. Benadrukte zijtravee geflankeerd door gekoppelde pilasters en bekroond door een driehoekig fronton. Rechthoekige benedenvensters, rondboogvensters in een geprofileerde omlijsting op de tweede bouwlaag en rechthoekige, met een gebogen fronton bekroonde vensters op de derde bouwlaag. Rechthoekige deur onder een bekronende druiplijst op klossen in het hoekrisaliet.”
Het pand is beschermd als monument, “Kazerne Hoofdwacht, later Handelsbeurs” (beschermingsbesluit van 29/11/1943) omwille van het algemeen belang gevormd door de archeologische, in casu oudheidkundige waarde, artistieke en historische waarde. Deze bescherming betreft het gehele gebouw van de huidige Handelsbeurs, voormalig kazernegebouw voor de keizerlijke wachttroepen.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
Volgende stedenbouwkundige handelingen worden aangevraagd:
1/ Het tijdelijk voorzien van een plateaulift op het openbaar domein.
Het ontwerp voorziet in het plaatsen van een plateaulift, voor mensen met een verminderde mobiliteit in het voetpad. Deze bevindt zich bijgevolg volledig op het openbare domein. De lift start op ca. 40 cm van de rooilijn en is ca. 2 m diep en 1m10 breed. Er blijft een looplijn beschikbaar van 2m69 tussen de rand van de lift en de stoeprand. De plateaulift bevindt zich op ca. 2m65 t.o.v. de rechter perceelsgrens.
Deze afmetingen betreffen de zichtbare lijnen (het beweegbare plateau) in het maaiveld. De ondergrondse constructie overschrijdt deze footprint met 15 cm langs elke zijde. Er worden bovengronds geen constructies voorzien, via een aflijning in materialen zal het beweegbaar oppervlak aangeduid zijn.
De lift beweegt zich naar de ingang van de Handelsbeurs toe en overbrugt op deze manier 44 cm en de bestaande natuurstenen treden. Wanneer deze plateaulift in gebruik is kan er een afrolbeveiliging naar omhoog worden geplaatst. De sturingskast bevindt zich aan de binnenzijde van de Handelsbeurs
Deze aanvraag wordt tijdelijk aangevraagd, voor een periode van 15 jaar. De opdrachtgever plant op lange termijn een ingrijpendere renovatie en verbouwing van de Handelsbeurs. Bij deze werken zal het pand de toegankelijkheidsproblematiek intern oplossen, de plateaulift kan dan verwijderd worden.
2. HISTORIEK
Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:
Omgevingsvergunningen
Stedenbouwkundige vergunningen
3. WIJZIGINGSAANVRAAG
Op 19 februari 2024 werd een wijzigingsverzoek ingediend door de aanvrager, naar aanleiding van opmerkingen gesteld in het advies van Dienst Stadsarcheologie en Monumentenzorg.
Artikel 30 van het Omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat na het openbaar onderzoek, vermeld in artikel 23, de bevoegde overheid, vermeld in artikel 15, op verzoek van de vergunningsaanvrager, kan toestaan dat er wijzigingen aan de vergunningsaanvraag worden aangebracht.
Het verzoek van de vergunningsaanvrager stelt de bevoegde overheid in staat om te oordelen of de wijzigingen geen afbreuk doen aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening.
Als de bevoegde overheid toestaat dat er wijzigingen aan de vergunningsaanvraag worden aangebracht, dan wordt een openbaar onderzoek over de gewijzigde vergunningsaanvraag georganiseerd als voldaan is aan een van volgende voorwaarden:
1° de wijzigingen komen niet tegemoet aan de adviezen of aan de standpunten, opmerkingen en bezwaren die tijdens het openbaar onderzoek zijn ingediend;
2° de wijzigingen brengen kennelijk een schending van de rechten van derden met zich mee.
De gevraagde wijzigingen doen geen afbreuk aan de bescherming van de mens of het milieu of de goede ruimtelijke ordening. De wijzigingen komen tegemoet aan de opmerkingen (toevoegen van addendum Bijlage 33) en brengen geen schending van de rechten van derden met zich mee.
Het wijzigingsverzoek is bijgevolg aanvaard op 22 februari 2024. Dit brengt geen termijnsverlenging met zich mee.
BEOORDELING AANVRAAG
4. EXTERNE ADVIEZEN
Volgende externe adviezen zijn gegeven en integraal raadpleegbaar op het Omgevingsloket:
4.1. Onroerend Erfgoed
Voorwaardelijk gunstig advies van Onroerend Erfgoed afgeleverd op 27 februari 2024 onder ref. 4.002/44021/923.5:
Het agentschap Onroerend Erfgoed heeft uw adviesvraag goed ontvangen op 22/02/2024. Voor de gevraagde handelingen verlenen we onder voorwaarden een gunstig advies (art. 6.4.4, §2 Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013).
Motivering
De aanvraag heeft betrekking op de Handelsbeurs aan de Kouter te Gent. Deze is beschermd als monument bij besluit van 29-11-1943 omwille van de archeologische, in casu oudheidkundige, de artistieke en de historische waarden.
De aanvraag betreft de installatie van een plateaulift ter hoogte van de ingang van L’Union (het rechtergebouw). Het betreft een tijdelijke installatie voor 15 jaar om het gebouw integraal toegankelijk te maken. De aanvraag werd op voorhand besproken met het agentschap Onroerend Erfgoed en de aangevraagde werken zijn aanvaardbaar mits rekening wordt gehouden met een aantal voorwaarden.
Ons advies is gunstig als de handelingen voldoen aan volgende voorwaarden:
Als ze aan deze voorwaarden voldoen, doet geen van de gevraagde handelingen afbreuk aan de bescherming. Als ze niet aan de voorwaarden voldoen, dan is ons advies ongunstig.
In ons advies voor vergunningsplichtige werken aan publiek toegankelijke gebouwen maken we altijd een afweging tussen het behoud van de erfgoedwaarden en de toegankelijkheid. In dit dossier komen de werken voor toegankelijkheid voldoende overeen met de erfgoedwaarden (art.35 Besluit Vlaamse Regering van 5 juni 2009 over toegankelijkheid tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid).
4.2. De Vlaamse Waterweg nv – Afdeling Regio West
Geen tijdig advies van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio West. De adviesvraag is verstuurd op 29 januari 2024. Op 12 maart 2024 is nog géén advies ontvangen. Omdat de decretaal omschreven adviestermijn verstreken is, kan aan de adviesvereiste voorbij gegaan worden.
4.3. Brandweerzone Centrum
Gunstig advies van Brandweerzone Centrum afgeleverd op 1 februari 2024 onder ref.
028838-023adviesBA/DA/2024:
Gunstig.
5. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
5.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde. In deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
5.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
5.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.
Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023 (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023): zie waterparagraaf.
Gewestelijke verordening toegankelijkheid
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.
Gewestelijke verordening voetgangersverkeer
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.
5.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
6. WATERPARAGRAAF
6.1. Ligging project
Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio West. Het project ligt in de nabijheid van waterloop in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio West.
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:
- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).
- niet gelegen in een signaalgebied.
Het perceel is momenteel bebouwd.
6.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem
Droogte
Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.
De voorliggende aanvraag wijzigt noch de bebouwde noch de verharde oppervlakte. Het afvoerstelsel blijft ongewijzigd. Er worden geen nieuwe platte daken aangelegd. Hieruit volgt dat er vanuit de GSV of het algemeen bouwreglement van de stad Gent geen verplichtingen zijn voor de aanleg van een hemelwaterput, infiltratievoorziening of een groendak.
De aanleg van de ondergrondse constructie mag er geenszins voor zorgen dat er een permanente drainage optreedt met lagere grondwaterstanden tot gevolg. Een dergelijke permanente drainage is immers in strijd met de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid waarin is opgenomen dat verdroging moet voorkomen worden, beperkt of ongedaan gemaakt. De ondergrondse constructie dient dan ook uitgevoerd te worden als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.
Een grondwaterbemaling kan noodzakelijk zijn voor de bouwkundige werken of de aanleg van de openbare nutsvoorzieningen. Bij bemaling moet volgens Vlarem minstens een melding van de activiteit gebeuren. Ze kan evenwel vergunningsplichtig zijn en zelfs merplichtig naargelang de ligging, de diepte van de grondwaterverlaging en het opgepompte debiet. De akte of vergunning moet verleend zijn door de bevoegde instantie vooraleer de bemalingswerken kunnen gestart worden.
In een aanvraagdossier voor een vergunning of melding moeten steeds de effecten naar de omgeving onderzocht worden, op basis van de gemodelleerde debieten en het bemalingsconcept, en moet steeds vermeld worden op welke manier zal omgegaan worden met het opgepompte bemalingswater (toepassing van de bemalingscascade). De bemalingsinstallatie dient geplaatst te worden door een erkend boorbedrijf.
Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen
Het perceel ligt in de nabijheid van waterloop in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio West. Er werd advies gevraagd aan de waterbeheerder.
De afstandsregels tot waterlopen zoals voorzien in het Waterwetboek en de wet onbevaarbare waterlopen worden gerespecteerd.
Overstromingen
Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.
Waterkwaliteit
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
6.3. Conclusie
Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag de watertoets doorstaat.
7. PROJECT-M.E.R.-SCREENING
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.
8. BEKENDMAKING
De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.
9. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Men wil voor de ingang van de Handelsbeurs een plateaulift in de stoep bouwen om rolstoelgebruikers toegang te kunnen verlenen tot het gebouw. Deze plateaulift heeft een oppervlakte van 2,20 m² en wordt volledig verzonken aangelegd.
Erfgoed
De opname in het CHE-gebied en op de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed en de bescherming als monument bevestigen de erfgoedwaarden van het pand. De erfgoedwaarden worden beschreven in het beschermingsbesluit.
Het voorstel voor de tijdelijke plaatsing van een in het openbaar domein verzonken plateaulift, lost het toegankelijkheidsprobleem van het gebouw op met behoud van de erfgoedwaarden van het pand.
De oorspronkelijke treden van het rechtse deel van het gebouw en het beglaasde inkomgeheel blijven hierbij behouden. In de kelder wordt een in omvang beperkte doorboring door de gevel gemaakt om de voedingskabel voor de lift tot onder het openbaar domein te brengen. Om de plateaulift van binnenuit te bedienen, wordt in het interieur een drukknop toegevoegd. De deur dient daardoor niet geautomatiseerd te worden en kan integraal (deur met hang- en sluitwerk) behouden blijven. De interieurafwerking wordt na installatie van de drukknop hersteld conform het bestaande uitzicht.
De werken hebben weinig of geen impact op de erfgoedwaarden van het pand.
Tijdelijkheid/inname openbaar domein
De aanvraag betreft een verdere inname van het openbare domein, er bevindt zich namelijk op heden reeds een gelijkaardige lift die toegang biedt naar de kelder (links van de nieuw te voorziene plateaulift). Het is niet gebruikelijk om innames op het openbare domein (met private constructies) toe te staan, verzwaringen zijn namelijk niet wenselijk.
Echter is de inplanting van de plateaulift zodanig gepositioneerd, naast een reeds bestaande lift die toegang biedt tot de kelder, dat deze de uitsprong van de voorgevellijn (grote ingang Handelsbeurs) niet voorbij springt. Hierdoor kan er een doorgaande voetgangerslooplijn worden gegarandeerd wanneer deze lift in gebruik is.
Het ontwerp dat voorligt voor de omgevingsaanvraag is niet het eerste voorstel. Er werd een traject opgestart met Dienst Monumentenzorg, de Toegankelijkheidsambtenaar en Dienst Stedenbouw. Zo werden andere ontwerpen (helling, gebruik bestaande lift, etc.) onderzocht maar niet als mogelijkheden weerhouden. De voorliggende plateaulift heeft de minste impact op het pand en het openbaar domein.
Daarnaast heeft de Handelsbeurs een openbare functie waardoor het toegankelijk maken van het pand een grote meerwaarde heeft voor de gebruiker.
De aanvrager geeft verder ook aan dat de Handelsbeurs in de nabije toekomst verbouwd/gerenoveerd zal worden. Hierbij zal de toegankelijkheid intern (in het bestaande gebouw) worden aangepakt waardoor de plateaulift zal vervallen. De aanvraag wordt hierom voor 15 jaar aangevraagd.
We stellen dat het voorzien van 15 jaar geen ‘tijdelijk’ karakter is, dit wordt vastgelegd op een periode van 5 jaar. In deze periode kan er voldoende onderzoek gebeuren om de toegankelijkheid intern op te lossen. Deze tijdelijkheid wordt ook gesteund door de toegankelijkheidsambtenaar dat aangeeft dat dergelijke technische installaties geen permanent goede oplossing zijn.
Omwille van bovenstaande redenen kan de omgevingsaanvraag tijdelijk, voor een periode van 5 jaar, worden toegestaan, mits toepassing van de bijzondere voorwaarden.
CONCLUSIE
Voorwaardelijk gunstig, mits voldaan wordt aan de bijzondere voorwaarden is de aanvraag in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Uitvoering
Van deze omgevingsvergunning mag worden gebruikgemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep.
Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99.
§ 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100.
De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen verleent onder voorwaarden de omgevingsvergunning voor het tijdelijk voorzien van een plateaulift op het openbaar domein aan de heer Kurt Melens en Noordstarfonds vzw (O.N.:0410374336) gelegen te Kouter 29, 9000 Gent.
De door het college vergunde plannen zijn de plannen die op de overzichtslijst staan, die is toegevoegd als bijlage aan deze vergunning en er integraal deel van uitmaakt.
Plannen die niet op deze overzichtslijst staan, maken geen deel uit van de vergunning.
Controleer steeds of het om een goedgekeurd plan gaat.
Opgelet, er kunnen voorwaarden betrekking hebben op de plannen.
Verleent de vergunning voor bepaalde duur vanaf 8 mei 2024 tot en met 7 mei 2029.
Legt volgende voorwaarden op:
Tijdelijke vergunning
De omgevingsvergunning is 5 jaar geldig.
Voorwaarden die voortvloeien uit externe adviezen
Het advies van Onroerend Erfgoed (advies van 27 februari 2024, met kenmerk 4.002/44021/923.5) moeten strikt nageleefd worden.
Bijzondere voorwaarden:
Openbaar domein
Het herstel van de wegenis is uit te voeren volgens SB250.
De KLIP- en KLIM-plannen dienen te worden geconsulteerd in de voorbereiding van dit werk.
Eventuele verplaatsing of wijzigingen aan nutsleidingen is op verantwoordelijkheid en conto van de bouwheer van de lift.
Wijst de aanvrager op volgende aandachtspunten:
Openbaar domein
De bouwheer/vergunninghouder is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de inrichting van het openbaar domein, groenaanleg, bermen, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer/vergunninghouder.
De bouwheer/vergunninghouder moet voor de aanvang van de werken een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opmaken van de omliggende trottoirs en wegenis met bijzondere aandacht voor de (straat)kolken.
Deze dient bezorgd te worden aan de dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen, via afgifte op het Stadskantoor Gent, Woodrow Wilsonplein 1, 9000 Gent, tel.: 09/266 79 .00, via e-mail: tdwegen@stad.gent of per post aan Stad Gent t.a.v. Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen, Botermarkt 1, 9000 Gent.
Deze dient ten laatste twee weken voor aanvang van de werken verstuurd of afgegeven te worden, indien deze laattijdig ingediend wordt kan deze niet als tegensprekelijk beschouwd worden.
U kan dit door een architect of landmeter laten doen maar u mag dit ook zelf opnemen. (U maakt een aantal algemene foto’s vergezeld van detailfoto’s met reeds aanwezige schade aan het openbaar domein. Bij elke foto zet u een beschrijving en u voegt een plannetje toe met aanduiding van de positie van de foto’s).
In functie van de werfzone op het openbaar domein is een vergunning Inname Publieke Ruimte noodzakelijk. U vraagt dit digitaal aan via de website www.stad.gent (typ tijdelijke werfzone in het zoekveld).