Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Mevrouw Pinar Kemal met als contactadres Bevelandstraat 11, 9000 Gent heeft een aanvraag (OMV_2024003323) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 5 januari 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:
• Onderwerp: een functiewijziging van handel naar horeca
• Adres: Dendermondsesteenweg 100, 9000 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 4 sectie D nr. 196E5
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 16 januari 2024.
De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 20 februari 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
OMGEVING
De te renoveren woning is gelegen in de Dendermondsesteenweg in Dampoort. De omgeving bestaat voornamelijk uit gesloten residentiële bebouwing met een gelijkvloerse nevenfunctie bestaande uit 2 tot 3 bouwlagen gevat onder een hellend dak. Het pand in kwestie betreft een meergezinswoning met gelijkvloerse handelszaak, bestaande uit 3 bouwlagen gevat onder een hellend dak.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft een aanvraag voor een functiewijziging van handel naar horeca, zijnde een feestzaal. De horecazaak bevindt zich op de gelijkvloerse verdieping en wordt omgevormd tot zaal dat volgens het aanvraagformulier zal dienen voor ‘verhuur als een kleine privé feestzaal’ van ca. 38m².
Er is een aparte toegang naar de bovenliggende verdiepingen. Deze zijn ingericht als woonentiteiten.
2. HISTORIEK
Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:
Stedenbouwkundige vergunningen
- Op 15/12/1983 werd een vergunning afgeleverd voor het plaatsen van een gemeenschappelijke muur en het toemetsen van een deur. (1983/1386)
- Op 19/04/1984 werd een vergunning afgeleverd voor het verbouwen van de voorgevel. (1984/212)
- Op 01/08/1989 werd een vergunning afgeleverd voor het verbouwen van de voorgevel. (1989/594)
- Op 07/05/1987 werd een vergunning afgeleverd voor het plaatsen van een dubbelzijdige lichtreclame. ((1987/040 SA) 1987/94)
- Op 04/09/1990 werd een vergunning afgeleverd voor het verbouwen van de voorgevel. (1990/60079)
- Op 29/08/1996 werd een vergunning afgeleverd voor het verbouwen van een winkel met bijhorende woonruimte tot een flatgebouw met drie woongelegenheden. (1996/60110)
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Volgend extern advies is gegeven (raadpleegbaar op het Omgevingsloket):
Ongunstig advies van Brandweerzone Centrum afgeleverd op 6 februari 2024 onder ref. 054383-005/PJ/2024:
Besluit: NEGATIEF ADVIES, het project voldoet niet aan de minimale eisen inzake brandveiligheid
De plannen van de nieuwe toestand zijn onvoldoende uitgewerkt. Het is op de plannen niet
duidelijk hoe de woonentiteiten toegankelijk zijn en wat de functie is van de achterbouw met
aparte toegang.
- Een volledig uitgewerkte plannenset van het gebouw (nieuwe toestand) is vereist ter beoordeling van de brandweer.
- De brandweerplannen moeten een duidelijk overzicht geven van het volledige gebouw, met aanduidingen van de compartimentswanden en de functie van ieder lokaal.
- Er wordt benadrukt dat de horecazaak brandwerend moeten gescheiden zijn van de overige delen van het gebouw.
- Er wordt benadrukt dat er geen bewoners doorheen de feestzaal mogen vluchten.
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in woongebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
4.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.
Het ontwerp is niet in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.
Artikel 3.9 Afvalruimte bij horecazaken; Elke nieuwe horecafunctie – zowel in nieuwbouw als via een functiewijziging van een (deel van een) bestaand pand – en elke horecazaak die zijn oppervlakte uitbreidt, moet een ruimte hebben voor tijdelijke stockage van bedrijfsafval. Deze ruimte moet minimaal 4 m² groot zijn en voldoende verlucht zijn. Op gemotiveerd verzoek van de aanvrager kan afgeweken worden van de minimale oppervlakte.
Toetsing: niet conform: De plannen zijn te summier, onvolledig en bevatten te weinig informatie om ten gronde te beoordelen of de aanvraag hieraan voldoet.
Artikel 3.10 Afvoerkanalen voedselbereidingen; Lucht of dampen afkomstig uit bedrijfs- en horecaruimtes waarin eetwaren bereid worden, moeten afgevoerd worden via aparte daartoe bestemde kanalen, die moeten uitmonden in de openlucht. De uitlaat van de kanalen moet zo geplaatst worden dat de hinder voor de omwonenden maximaal wordt beperkt. Minstens moet de uitlaat zich 1 meter boven de nok van het hellend dak of de dakrand van het plat dak waarop de uitlaat geplaatst wordt, situeren, en in ieder geval 2 meter boven elk terras en de bovenrand van alle deur-, venster- en ventilatieopeningen die zich bevinden binnen een straal van 10 meter, horizontaal gemeten vanaf de uitlaat van het afvoerkanaal.
Toetsing: niet mogelijk te toetsen: Op het grondplan van de gelijkvloerse verdieping zijn er in de bestaande toestand 2 keukens aanwezig. Echter worden op het grondplan van de nieuwe toestand de volledige verdieping niet in kaart gebracht. Het is hierbij niet duidelijk of de keuken behouden blijft, of hier wijzigingen worden aangebracht. Hierbij is de afvoer van de keuken niet aangeduid op de plannen waardoor een ten gronde beoordeling niet mogelijk is.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)
Zie waterparagraaf.
Gewestelijke verordening toegankelijkheid
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
Het ontwerp is mogelijks niet in overeenstemming met deze verordening.
Gewestelijke verordening toegankelijkheid
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
Conform artikel 3 van de toegankelijkheidsverordening moet de toegang van een publiek toegankelijke ruimte kleiner dan 150 m² voldoen aan artikel 10§1, artikel 12 t.e.m. 14, artikel 16, 18, 19, artikel 22 t.e.m. 25 en artikel 33.
Dit artikel bepaalt ook dat die verplichting niet geldt bij verbouwingswerken als de normen alleen gehaald kunnen worden doorwerkzaamheden die constructief niet in verhouding staan tot de gevraagde verbouwing.
De aanvraag is niet in overeenstemming met volgende artikels:
Artikel 18; bepaalt hoe niveauverschillen overbrugd moeten worden. Niveauverschillen tot en met 18cm moeten minstens overbrugd worden door een kunstmatig aangelegde of natuurlijke helling. In het geval van buitenruimtes of bij overgangen tussen buiten- en binnenruimtes zijn niveauverschillen tot 2cm zonder overbrugging toegelaten.
Toetsing: Op de aangeleverde plannen is te zien dat er een merkbaar hoogteverschil is tussen de dorpel van de voordeur en het trottoirpeil. De plannen zijn te onduidelijk om een ten gronde beoordeling mogelijk te maken. Dit niveauverschil wordt niet overbrugd met een helling.
Om de aanvraag in overeenstemming te brengen, zijn dus aanpassingen aan de voorgevel vereist (verlagen deurdorpel). Dit wordt thans niet voorzien. Het voorzien van een helling naar de deurdorpel kan evenmin, daar deze helling op openbaar domein (het voetpad) zou moeten geplaatst worden. Gezien de onduidelijke plannen is een ten gronde beoordeling niet mogelijk en kan er bijgevolg niet geoordeeld worden of hieraan wordt voldaan. Bij een nieuwe aanvraag dient er voldoende aandacht te zijn om de gelijkvloerse publiek toegankelijk functie zodanig in te richten dat deze voldoet aan de verordening toegankelijkheid.
4.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
4.5. Afval
Er dient voldoende ruimte binnen de uitbating te worden voorzien zodat het afval inpandig kan worden opgeslaan. Afval mag enkel buiten staan op dag van de ophaling. (zie artikel 3.9)
4.6. Mobiliteit
Er dient aandacht te zijn voor dat klanten hun fietsen niet hinderlijk kunnen parkeren voor de buurtbewoners en voetgangers. Hierbij dient er worden nagvraagd bij de fietsambassade welke opties er zijn voor een (extra) fietsenstalling in de buurt.
4.7. Geluid
Indien er wordt beslist muziek te spelen mag deze niet hinderlijk zijn voor de buren. Ramen en deuren blijven gesloten zodat muziek niet hoorbaar is op het openbaar domein of bij de buren. Vraag indien nodig de juiste vergunningen aan voor het spelen van elektronisch versterkte muziek.
Voor lokalen met elektronisch versterkte muziek worden in de Vlaamse regelgeving (Vlarem) 3 categorieën afgebakend:
- Categorie 1: geluidsniveau tot 85 dB(A) LAeq,15min. Er gelden geen administratieve verplichtingen.
- Categorie 2: geluidsniveau tot 95 dB(A) LAeq,15min. Het betreft een meldingsplichtige inrichting volgens Vlarem.
- Categorie 3: geluidsniveau tot 100 dB(A) LAeq,60min. Het betreft een vergunningsplichtige inrichting volgens Vlarem.
In principe mag de exploitant zelf kiezen tot welke categorie deze wenst te behoren. Hoe hoger het geluidsniveau hoe meer flankerende maatregelen de exploitant moet nemen. Er moet ook steeds voldaan zijn aan de omgevingsnormen voor geluid. Hierdoor zal in een pand met minder gunstige akoestische eigenschappen minder luide muziek kunnen geproduceerd worden dan in een pand met goede akoestische isolatie.
Er moeten voldoende akoestische isolatiemaatregelen genomen worden om bij de uitbating geluidshinder bij de buren te voorkomen.
De exploitant geeft aan te zullen exploiteren onder categorie 1 in de Vlaamse regelgeving (Vlarem). Voor dergelijke inrichtingen mag het maximaal geluidsniveau, voortgebracht door muziek, LAeq,15min 85dB(A) niet overschrijden. Als het maximale geluidsniveau gemeten als LAmax,slow 92 dB(A) niet overschreden wordt, wordt geacht hieraan te zijn voldaan. In het pand moet echter ook aan de omgevingsnormen in de buurt worden voldaan: De muziekactiviteiten moeten zo ingericht zijn dat de LAeq,1s,max gemeten in de buurt : 1° niet hoger is dan 5 dB(A) boven de LA95,5min, indien deze lager is dan 30 dB(A); 2° niet hoger is dan 35 dB (A) indien de LA95,5min ligt tussen 30 en 35 dB(A); 3° niet hoger is dan de LA95,5min indien die hoger is dan 35 dB (A). LA95,5min wordt gemeten bij uitschakeling van alle muziekbronnen. De omgevingsnormen in de buurt zijn niet gekoppeld aan dag-, avond- of nachtperiodes, dit betekent dat deze normen te allen tijde gelden.
De exploitant wordt er op gewezen dat het voor bepaalde feesten noodzakelijk kan zijn om een afwijking van de geluidsnormen aan te vragen bij het college van burgemeester en schepenen, conform hoofdstuk 6.7 van VLAREM II. Meer info: https://stad.gent/nl/cultuur-vrije-tijd/zelf-een-evenement-organiseren/aanvraag-afwijking-op-geluidsnormen-elektronisch-versterkte-muziek-voor-een-evenement.
4.8. Ingedeelde inrichtingen en activiteiten
Voor alle inrichtingen en activiteiten voorkomend in de als bijlage I toegevoegde lijst van Vlarem II dient te allen tijde voldaan te zijn aan de meldings- of vergunningsplicht. Voor deze inrichting is er geen dossier bekend bij de dienst Milieu en Klimaat.
5. WATERPARAGRAAF
5.1. Ligging project
Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van Stad Gent. Het project ligt niet in de nabije omgeving van de waterloop.
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:
- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).
- niet gelegen in een signaalgebied.
Het perceel is momenteel bebouwd.
5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem
Droogte
Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst. De voorliggende aanvraag wijzigt noch de bebouwde noch de verharde oppervlakte. Het afvoerstelsel blijft ongewijzigd.
Er worden geen nieuwe platte daken aangelegd. Hieruit volgt dat er vanuit de GSV of het algemeen bouwreglement van de stad Gent geen verplichtingen zijn voor de aanleg van een hemelwaterput, infiltratievoorziening of een groendak.
Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
Overstromingen
Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.
Waterkwaliteit
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
5.3. Conclusie
Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag de watertoets doorstaat.
6. PROJECT-M.E.R.-SCREENING
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.
7. BEKENDMAKING
De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.
8. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag betreft de functiewijziging naar horeca in functie van de verhuur van een private feestzaal. Het pand bevindt zich volgens de Visienota Detailhandel en Horeca in het kernwinkelgebied van Sint-Amandsberg & Dampoort. Kernversterking staat hier centraal en het principe van de commerciële levendige plint wordt hier toegepast. Dat houdt in dat bestaande handels- en/of horecapanden op het gelijkvloers niet kunnen omgezet worden naar een andere functie (vb. wonen) maar wel naar een andere zichtbare economische activiteit (zoals kantoren, maakeconomie, atelier,…) of een gemeenschapsvoorziening. Gebaseerd op deze visie kan er principieel wel akkoord worden gegaan met een functiewijziging naar een publiek toegankelijke commerciële functie
Het pand is gelegen in een dens bebouwde omgeving en is omringd door bewoonde en aangebouwde panden. Hoewel men in de nota geluid en geur melding maakt van het feit dat men zich zou houden aan de geluidsnormen voor niet-ingedeelde inrichtingen (maximale geluidsniveaus van 85 dB(A) LAeq,15min) is er geen enkele garantie en wordt ook niet aangetoond dat het pand hierop is voorzien. De ervaring op andere soortgelijke locaties leert dat de isolatietoestand van dergelijke woningen vaak zodanig beperkt is dat het spelen van elektronisch versterkte muziek zelfs zo goed als onmogelijk kan zijn.
Onder de omschrijving van de functiewijziging wordt er vermeld dat het gaat om een ‘feestzaal die privé afgehuurd’ kan worden. Hierbij kan er aangenomen worden dat dit telkens gepaard zal gaan met het afspelen van elektronisch versterkte muziek. Bijgevolg zijn er sterke twijfels over de isolatietoestand van het pand, dat volgens de aanwezige gegevens, bij de opbouw niet werd voorzien van geluidsisolatie voor het kunnen spelen van elektronisch versterkte muziek.
Gezien het feit dat aanpassingswerken voor het aanzienlijk verbeteren van geluidsisolatie in dergelijke panden niet mogelijk zijn op het moment dat er reeds geluidshinder zou plaatsvinden, dient de aanvraag tot functiewijziging ongunstig geadviseerd te worden.
Een functiewijziging naar een horecazaak en meer specifiek een feestzaal is pas mogelijk nadat aan de hand van een akoestisch onderzoek werd aangetoond dat het spelen van elektronisch versterkte muziek onder de uitbating van een feestzaal mogelijk is. Hiervoor dienen voldoende akoestische maatregelen genomen te worden.
Verder werd er een ongunstig advies verkregen van de Brandweer onder volgende motivatie:
De plannen van de nieuwe toestand zijn onvoldoende uitgewerkt. Het is op de plannen niet
duidelijk hoe de woonentiteiten toegankelijk zijn en wat de functie is van de achterbouw met
aparte toegang.
- Een volledig uitgewerkte plannenset van het gebouw (nieuwe toestand) is vereist ter beoordeling van de brandweer.
- De brandweerplannen moeten een duidelijk overzicht geven van het volledige gebouw, met aanduidingen van de compartimentswanden en de functie van ieder lokaal.
- Er wordt benadrukt dat de horecazaak brandwerend moeten gescheiden zijn van de overige delen van het gebouw.
- Er wordt benadrukt dat er geen bewoners doorheen de feestzaal mogen vluchten.
Bijgevolg komt de functiewijziging hoe deze nu voorligt niet in aanmerking voor vergunning. Er dient in een nieuwe aanvraag voldoende rekening worden gehouden met de hierboven vermelde weigeringsgronden.
CONCLUSIE
Ongunstig, de aanvraag is niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen (geluidsnorm, toegankelijkheid, negatief advies brandweer) en niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg (geluidsoverlast, ruimtelijke impact, akoestische studie).
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor een functiewijziging van handel naar horeca aan mevrouw Pinar Kemal gelegen te Dendermondsesteenweg 100, 9000 Gent.