Terug
Gepubliceerd op 01/03/2024

2024_CBS_02041 - OMV_2024002306 R - aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een fietsenstalling aanpalend aan bestaand tuinhuis - zonder openbaar onderzoek - Guldenroedestraat, 9030 Gent - Weigering

college van burgemeester en schepenen
do 29/02/2024 - 08:32 College Raadzaal
Datum beslissing: do 29/02/2024 - 10:06
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Filip Watteeuw

Aanwezig

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter; Filip Watteeuw, schepen; Sofie Bracke, schepen; Tine Heyse, schepen; Astrid De Bruycker, schepen; Sami Souguir, schepen; Isabelle Heyndrickx, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Evita Willaert, schepen; Rudy Coddens, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur; Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Verontschuldigd

Bram Van Braeckevelt, schepen

Secretaris

Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Voorzitter

Sofie Bracke, schepen
2024_CBS_02041 - OMV_2024002306 R - aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een fietsenstalling aanpalend aan bestaand tuinhuis - zonder openbaar onderzoek - Guldenroedestraat, 9030 Gent - Weigering 2024_CBS_02041 - OMV_2024002306 R - aanvraag omgevingsvergunning voor het bouwen van een fietsenstalling aanpalend aan bestaand tuinhuis - zonder openbaar onderzoek - Guldenroedestraat, 9030 Gent - Weigering

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

 

Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.

 

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

 

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

 

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

 

Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

 

Tim Geenens met als contactadres Guldenroedestraat 14, 9030 Gent heeft een aanvraag (OMV_2024002306) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 8 januari 2024.

 

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:

Onderwerp: het bouwen van een fietsenstalling aanpalend aan bestaand tuinhuis

• Adres: Guldenroedestraat 14, 9030 Gent

Kadastrale gegevens: afdeling 29 sectie A nr. 463N2

 

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 25 januari 2024.

De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 22 februari 2024.

 

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1.       BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT

Beschrijving van de omgeving

De aanvraag heeft betrekking op een perceel bebouwd met een vrijstaande eengezinswoning, gelegen aan de Guldenroedestraat in de deelgemeente Mariakerke.

 

De woning bestaat uit één bouwlaag en een hellend dak. Achteraan op het perceel bevindt zich een (vergunde) tuinberging van 8 m lang en 3,60 m breed.

 

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

Voorliggende aanvraag betreft de regularisatie van het aanbouwen van een fietsenstalling aan de bestaande tuinberging.

 

De fietsenstalling werd aangebouwd aan de voorzijde van de bestaande tuinberging tot op
0,50 m van de linker perceelsgrens en op ca. 2 m achter de achtergevel van de woning.

De fietsenstalling werd, in het verlengde van de bestaande tuinberging, uitgevoerd met plat dak met een kroonlijsthoogte van 2,15 m. De gevels werden afgewerkt met houten beplanking.

 

De tuinberging/fietsenstelling heeft op deze manier een lengte van 10 m en een breedte van 3,60 m (36 m²).

2.       HISTORIEK

Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:

 

Stedenbouwkundige vergunningen

  • Op 04/06/2009 werd een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een eengezinswoning (2009/40139).
  • Op 17/06/2010 werd een weigering afgeleverd voor het vellen/rooien van een boom (2010/40237).
  • Op 12/07/2012 werd een vergunning afgeleverd voor het bouwen van een tuinhuis (2012/40153):
    In de voorwaarden van deze vergunning werd opgenomen dat het tuinhuis gepositioneerd moest worden tot tegenaan de linker perceelsgrens in plaats van op 0,50 m van de linker perceelsgrens.
  • Op 06/11/2014 werd een vergunning afgeleverd voor het rooien van een boom (2014/40295).

 

BEOORDELING AANVRAAG

3.       EXTERNE ADVIEZEN

Overeenkomstig artikel 35 van het omgevingsvergunningsbesluit zijn er geen externe adviezen vereist.

4.       TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

4.1.   Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg

Het project ligt in woongebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.

Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

 

Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.

De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.

4.2.   Vergunde verkavelingen

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

4.3.   Verordeningen

Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.

 

Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.

 

Gewestelijke verordening hemelwater

De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023 (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023): zie waterparagraaf.

4.4.   Uitgeruste weg

Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

5.       WATERPARAGRAAF

 

5.1. Ligging project

Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van Stad Gent.

Het project ligt niet in de nabije omgeving van de waterloop.

 

Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:

- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.

- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).

- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).

- niet gelegen in een signaalgebied.

 

Het perceel is momenteel bebouwd.

 

5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem

Droogte

Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.

 

HEMELWATERPUT

De fietsenberging werd volgens de beschrijvende nota, net zoals de bestaande tuinberging, aangesloten op de bestaande hemelwaterput van de woning.

De inhoud van de bestaande hemelwaterput is niet gekend, alsook is niet geweten of (en hoe) er hergebruik is van het hemelwater vanuit deze put.

 

INFILTRATIEVOORZIENING

Het perceel is groter dan 120 m², waardoor er verplicht een infiltratievoorziening aangelegd moet worden.

De dakoppervlakte die meegeteld wordt in de berekening van de infiltratievoorziening is:

- Horizontale dakoppervlakte van de uitbreiding + twee keer de dakoppervlakte van de uitbreiding maar niet meer dan de volledige horizontale dakoppervlakte van de bestaande waar tegenaan gebouwd wordt (7,20 m² + 14,40 m² = 21,60 m²).

 

Indien de hemelwaterput voldoende gedimensioneerd is en er voldoende hergebruik van hemelwater is voorzien is binnen de woning, kan 30 m² in mindering worden gebracht van de in rekening te brengen afwaterende oppervlakte (21,60 m² - 30 m²), waardoor het plaatsen van een infiltratievoorziening niet verplicht is.

 

Bij gebrek aan info over de bestaande hemelwaterput (alsook het niet correct invullen van de aanstiplijst hemelwater op het omgevingsloket), kan niet worden geconcludeerd dat effectief
30 m² in mindering mag worden gebracht, waardoor niet kan worden nagegaan of voldaan wordt aan de gewestelijke hemelwaterverordening.

 

Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

Overstromingen

Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.

 

Waterkwaliteit

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

5.3. Conclusie

Bij gebrek aan info over het afwateringssysteem van de bestaande woning (inhoud bestaande hemelwaterput? Hergebruik aanwezig?) kan niet besloten worden dat voorliggende aanvraag de watertoets doorstaat.

6.       PROJECT-M.E.R.-SCREENING

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.

7.       BEKENDMAKING

De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.

8.       OMGEVINGSTOETS

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De totale oppervlakte van het bijgebouw zal 36 m² bedragen, hetgeen in verhouding is tot de grootte van het perceel. Er blijft een voldoende ruime niet-verharde tuin behouden.

Aan linkerzijde wordt slechts een afstand van 0,50 m aangehouden, dewelke eerder ongebruikelijk is voor bijgebouwen.

 

Op 12/07/2012 werd een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van een tuinberging van 3,50 m breed en 8,09 m diep, onder voorwaarden dat deze tot tegen de linker perceelsgrens moest worden geplaatst (en niet op de gevraagde 50 cm afstand ervan). De reden van deze voorwaarde lag in het feit dat de linker aanpalende buur (Haagwindestraat 11) op
30 juni 2011 een vergunning kreeg voor de oprichting van een tuinhuis met als voorwaarde dat dit tuinhuis tegen de perceelsgrens met voorliggend perceel moest worden geplaatst.
Bij het plaatsen van de bestaande tuinberging op voorliggend perceel werd geen rekening gehouden met deze voorwaarden, de tuinberging werd geplaatst op 50 cm van de linker perceelsgrens. 

 

Voorliggende aanvraag voorziet in de uitbreiding van deze niet-vergunde tuinberging met een fietsenberging, eveneens voorzien tot op 50 cm van de linker perceelsgrens. Aangezien de bestaande tuinberging niet werd vergund op de bestaande positie is het uitbreiden van deze tuinberging evenmin aangewezen. Een nieuwe aanvraag, waarbij men ook de bestaande tuinberging tracht te regulariseren, dringt zich op.

 

Bijkomend merken we op dat de linkerzijde van de voortuin werd verhard met grasdallen in functie van het stallen van een tweede wagen. Dergelijke verhardingen zijn niet strikt noodzakelijk en hierdoor vergunningsplichtig. Ook voor deze verharding zal de aanvrager zich nog in regel moeten stellen.


CONCLUSIE

Ongunstig. De aanvraag is op basis van de bezorgde informatie niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen (negatieve watertoets) en niet verenigbaar geacht met de goede ruimtelijke ordening (ongebruikelijke afstand tot perceelsgrens, uitbreiding van niet vergunde constructie).

             

Waarom wordt deze beslissing genomen?

 

 

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

 

Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

 

 

Communicatie

 

 

Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor het bouwen van een fietsenstalling aanpalend aan bestaand tuinhuis aan Tim Geenens gelegen te Guldenroedestraat 14, 9030 Gent.