Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 24 en 42.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen geeft voorwaardelijk gunstig advies.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Air Products NV met als contactadres Leonardo da Vincilaan 19C bus 4, 1831 Machelen en Milence Infrastructure Belgium 1 BV met als contactadres de Meeûssquare 37, 1000 Brussel hebben een aanvraag (OMV_2023166972) ingediend bij de deputatie op 18 maart 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit handelt over:
• Onderwerp: het exploiteren van een verdeelstation voor H2 en een elektrisch laadstation voor vrachtwagens (IIOA + SH)
• Adres: Smalleheerweg 29-31, 9041 Oostakker
• Kadastrale gegevens: afdeling 17 sectie B nrs. 853B2 en 961S
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 4 april 2024.
De deputatie heeft het college van burgemeester en schepenen om advies gevraagd op 4 april 2024.
De aanvraag volgde de gewone procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 14 mei 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
De aanvraag betreft een gecombineerde omgevingsvergunningsaanvraag met stedenbouwkundige handelingen en een ingedeelde inrichting of activiteit.
Het doel van de aanvraag is het bouwen en exploiteren van een energiehub op de bedrijfssite van ‘VOLVO trucks’ aan de Smalleheerweg in Oostakker. Dit is een industriële site waar vrachtwagens geassembleerd worden. Deze grootschalige industriële site ligt net ten noorden van de Dwight Eisenhowerlaan (R4). Het terrein wordt gehuurd van Volvo Group.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De Hub bestaat uit twee onafhankelijke exploitaties met twee verschillende exploitanten op één terrein.
Het waterstofgedeelte bestaat uit een opslagtank met 5 ton H² vloeibare waterstof in cryogene toestand , de nodige compressor/pompskids en verdampers en de bovengrondse opslag van gecomprimeerd waterstof. Er is voorzien in 1 opstelplaats voor de leverende vrachtwagen en 4 opstelplaatsen onder een luifel voor verladende vrachtwagens. Het waterstofstation is vrij toegankelijk voor verladende vrachtwagens.
Het elektrisch verlaadstation bestaat uit 7 opstelplaatsen, voorzien van snelladers voor vrachtwagens onder een luifel, op een niet vrij toegankelijk deel van het terrein.
Het elektrisch gedeelte voorziet eveneens in een sanitaire unit, enkel ten behoeve van de chauffeurs tijdens de verlaadbeurten. Er wordt niet voorzien in verblijfs- of rustfaciliteiten op het terrein. Er zijn geen retail activiteiten voorzien op het terrein.
Beschrijving van de aangevraagde inrichtingen of activiteiten
Het betreft het exploiteren van een verdeelstation voor H2 en een elektrisch laadstation voor vrachtwagens.
Volgende rubrieken worden aangevraagd:
Rubriek | Omschrijving | Hoeveelheid |
12.2.2° | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van meer dan 1.000 kVA | 3 transformatoren met elk een individueel nominaal vermogen van 2.100 kVA (MI) | klasse 2 | Nieuw | 6300 kVA |
16.3.2°a) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen en airconditioningsinstallaties (van 5 kW tot en met 200 kW) | 1 luchtcompressor met een geïnstalleerd vermogen van 10 kW (AP) (19 compressor) 2 koelunits met een geïnstalleerd vermogen van 50 kW elk(AP) (17a en 17b refrigeration) 1 airco met een geïnstalleerd vermogen van 7 kW in de controlekamer (AP) (16 switch&control) 1 airco met een geïnstalleerd vermogen van 5 kW in het sanitair gebouw (MI) (6 sanitair unit)) | klasse 3 | Nieuw | 122 kW |
16.4.1° | inrichtingen voor het niet-huishoudelijk vullen van verplaatsbare recipiënten en voor de bevoorrading van motorvoertuigen, met: gevaarlijke gassen | 1 waterstofverdeelsinstallatie voor de bevoorrading van voertuigen (AP) | klasse 1 | Nieuw | 1 waterstof-verdeelinstal-latie |
17.1.2.2.3° | opslagplaatsen voor gevaarlijke gassen in vaste reservoirs met een gezamenlijk waterinhoudsvermogen van meer dan 10000 liter | bovengrondse opslagtank waterstof (AP) | klasse 1 | Nieuw | 74000 liter |
17.2.1. | inrichting waar gevaarlijke producten aanwezig zijn in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 2, bij dit besluit - lagedrempelinrichting | opslag van 5 ton waterstof (AP) | klasse 1 | Nieuw | 5 ton |
2. HISTORIEK
De vergunningverlenende overheid staat in voor de historiek van de inrichting.
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Wettelijk verplichte externe adviezen worden opgevraagd door de vergunningverlenende overheid.
- Gunstig advies van Fluxys NV afgeleverd op 5 april 2024 onder ref. TPW-OL-2024026893
- Geen advies advies van Dienst VR - Team Externe Veiligheid afgeleverd op 24 april 2024:
Het Team omgevingseffecten heeft de Veiligheidsstudie onderzocht. De veiligheidsstudie is opgemaakt door een daartoe erkend VR-deskundige, m.n. Simon Chovau van CPSAI bv, en voldoet aan de inhoudelijke vereisten uit het Handboek Risicoberekeningen. Hierbij werden ook de aanvullende instructies die het Team Omgevingseffecten tijdens het traject van het opstellen van de veiligheidsstudie gaf, voldoende opgevolgd; Team Omgevingseffecten ondersteund dat voor de risicoberekening van de slangen van de verdeelzuil uitgegaan wordt van de faalfrequenties voor LPG-slangen.
Team Omgevingseffecten geeft met betrekking tot het aspect externe veiligheid geen afzonderlijk advies. Ons advies zit vervat in het advies van AGOP Milieu.
- Gunstig advies van Brandweerzone Centrum afgeleverd op 23 april 2024:
Besluit: GUNSTIG,
Mits te voldoen aan de hiervoor vermelde maatregelen en reglementeringen.
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in industriegebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de ander industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
4.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.
Het ontwerp is niet in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement, het wijkt af op volgende punten:
Artikel 2.9 – Maximale breedte van de oprit en aantal opritten buiten het zeehavengebied
Voor sites waarbij het afhandelen van het vrachtverkeer op eigen terrein of toegang met landbouwvoertuigen noodzakelijk is, kan een bredere oprit toegestaan worden. In dit geval mag de oprit maximum 12 meter breed zijn, of 2 opritten van 6 meter als er een groene tussenruimte is van minimaal 6 meter.
Op gemotiveerd verzoek van de aanvrager kan de vergunningverlenende overheid een afwijking toestaan.
Afwijking:
Er wordt een afwijking gevraagd voor het aanpassen naar de breedte van de in- en uitritten naar 10 m op privaat domein en respectievelijk 10 m en 18 m op openbaar domein. Dit teneinde vlot in- en uitrijden toe te laten zonder de bermen te beschadigen.
Toetsing:
Zoals besproken in het voortraject krijgen bedrijven in industriegebied krijgen op openbaar domein maximum 2 opritten met een breedte van 6m of één oprit met een breedte van 12m. De opritten op de plannen zijn veel te groot ingetekend en dienen beperkt te worden tot elk 6 meter breedte met een maximum van één inrit en één uitrit. Hierop kunnen we geen uitzonderingen toestaan. De plannen dienen in die zin aangepast te worden. Voor de aanleg van de opritten dient de bouwheer een technisch dossier in te dienen.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)
Zie waterparagraaf.
Gewestelijke verordening toegankelijkheid
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.
Gewestelijke verordening voetgangersverkeer
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.
4.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gewestweg en gemeenteweg.
4.5. Archeologienota
Het dossier bevat een archeologienota (ID https://id.erfgoed.net/archeologie/archeologienotas/28596 ). De archeologienota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
5. WATERPARAGRAAF
De vergunningverlenende overheid staat in voor de opmaak van de waterparagraaf. Met betrekking tot de waterparagraaf wordt volgend advies uitgebracht:
De totale horizontale dakoppervlakte van de luifels bedraagt 532,60 m². Er wordt een hemelwaterput met een volume van 53260 l geplaatst. Het water wordt gebruikt voor de toiletten in de sanitaire unit. Het hemelwater dat terecht komt op de overige constructies infiltreert op eigen terrein.
De totale oppervlaktebeton verharding op het terrein bedraagt 4717 m². Er wordt een infiltratievoorziening geplaatst met een volume van 155.680 l en een oppervlakte van 377 m².
De aanvraag is in overeenstemming met de hemelwaterverordening.
6. OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 15 april 2024 tot en met 14 mei 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werd 1 bezwaarschrift ingediend.
Dit bezwaarschrift is een advies van Elia.
7. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag is ruimtelijk en stedenbouwkundige te verantwoorden binnen de industriële context van Volvo Trucks. Het betreffen een aantal luifels met een beperkte hoogte van ca. 5,50 m. Zowel qua schaal als materiaalgebruik integreert de uitbreiding zich binnen zijn omgeving. De ruimtelijke en visuele impact is beperkt.
Zoals besproken in het voortraject krijgen bedrijven in industriegebied krijgen op openbaar domein maximum 2 opritten met een breedte van 6m of één oprit met een breedte van 12m. De opritten op de plannen zijn veel te groot ingetekend en dienen beperkt te worden tot elk 6 meter breedte met een maximum van één inrit en één uitrit. Hierop kunnen we geen uitzonderingen toestaan. De plannen dienen in die zin aangepast te worden. Voor de aanleg van de opritten dient de bouwheer een technisch dossier in te dienen.
We merken enkel op dat in de groenzone ter hoogte van de middenspanningscabine (waar geen wadi en lage begroeiing wordt voorzien) geen bomen zijn ingetekend (enkel twee bestaande). Tijdens het overlegmoment met de Stad Gent was gesteld dat in de overige groenzone 1 boom (HS 14/16) diende aangeplant te worden per 50 m². Dit zal opgelegd worden als bijzondere voorwaarde.
Tenslotte moet ten allen tijde vermeden worden dat er wachtende vrachtwagens op openbaar domein zullen staan. Door het voorzien in voldoende opstelplaatsen op eigen terrein voor wachtende vrachtwagens wordt hieraan tegemoet gekomen. Bovendien wordt er gewerkt met ‘dedicated slots’ voor de EV verlading. Vrachtwagens die buiten het toegewezen slot ter plaatse komen, worden afgeleid naar de openbare vrachtwagenparking in de Skaldenstraat in Desteldonk, op ongeveer 7 minuten van de tankplaats.
Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten
Er wordt geen advies gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.
CONCLUSIE
De gevraagde omgevingsvergunning is mits voorwaarden stedenbouwkundig en planologisch verenigbaar met de onmiddellijke omgeving, bijgevolg is het verslag voorwaardelijk gunstig.
Er wordt geen advies gegeven over de milieuhygiënische en veiligheidsaspecten van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen.
De aanvraag wordt beslist door de deputatie (art. 15 van het omgevingsvergunningsdecreet van 25 april 2014).
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen bij de deputatie over omgevingsvergunningsaanvragen die door de deputatie worden behandeld (klasse 1 inrichtingen en/of provinciale projecten).
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Niet van toepassing.
Het college van burgemeester en schepenen brengt voorwaardelijk gunstig advies uit over de omgevingsaanvraag voor het exploiteren van een verdeelstation voor H2 en een elektrisch laadstation voor vrachtwagens (IIOA + SH) van Air Products nv en Milence Infrastructure Belgium 1 bv, gelegen te Smalleheerweg 29-31, 9041 Oostakker.
Verzoekt de deputatie om volgende voorwaarden voor de geplande werken op te nemen:
Externe adviezen:
De voorwaarden opgenomen in de adviezen van Fluxys NV, Brandweerzone Centrum en Elia moeten gevolgd worden.
Riolering:
Voor de riolering dient FARYS om advies gevraagd te worden, er mist een globaal beeld van hoe de riolering aansluit op het openbaar domein.
De aansluiting op het rioleringsnet is verplicht en wordt, wat betreft het gedeelte op het openbaar domein, uitgevoerd door FARYS.
De afvoer van het regen- en afvalwater moeten op kosten en op risico van de bouwheer, binnen zijn eigen terrein uitgevoerd worden. Het afvoeren kan hetzij door natuurlijke afloop, hetzij door oppompen.
Een bestaande aansluiting of een wachtaansluiting dient gebruikt/(her)bruikt te worden. De locatie en de diepteligging ervan zijn bindend. De bestaande aansluiting dient ter hoogte van de rooilijn opgezocht, opgemeten en gemarkeerd te worden. Indien ze (tijdelijk) niet in dienst blijft is het de taak van de bouwheer om deze ter hoogte van de rooilijn dicht te maken om elke instroom te vermijden.
De bijzondere aandacht wordt gevestigd op :
• De openbare riolering kan onder druk komen tot het maaiveld niveau, wat neerkomt op een stijging van het waterpeil in de buizen en de aansluitingen (code van goede praktijk voor rioleringssystemen : www.vmm.be/wetgeving/code-van-goede-praktijk-voor-rioleringssystemen).
De bouwheer moet hier dan ook rekening mee houden bij de aanleg van (en de aansluitingen op) zijn privéwaterafvoer. Het Stadsbestuur kan onder geen enkele voorwaarde aansprakelijk gesteld worden voor schade door wateroverlast die een gevolg is van een onoordeelkundige aanleg van de privéwaterafvoer.
• Door de aanleg van gescheiden rioleringsstelsels, zowel op openbaar als op privaat domein, kan er sneller geurhinder ontstaan als gevolg van het geconcentreerde (onverdunde) afvalwater.
De aanvrager dient bij geurhinder op eigen initiatief en kosten elke instroomopening op zijn privéwaterafvoer door middel van een waterslot geurdicht af te schermen.
Om geurhinder als gevolg van de eigen private riolering te reduceren werden er enkele richtlijnen opgesteld, die je via deze link kan terugvinden: www.farys.be/richtlijnengeurhinder.
De interne riolering moet zo ontworpen worden dat een toekomstige aansluiting op een gescheiden rioleringsstelsel mogelijk is (afzonderlijke aansluitingen voor regenwater en afvalwater).
Er is nog geen aparte regenwaterafvoer (RWA)-aansluiting mogelijk. Voor zover het niet mogelijk is om het regenwater in de gracht te lozen is de RWA-leidingen naar de straat te voorzien als wachtaansluiting. Voorlopig moeten het regen- en afvalwater gezamenlijk naar de riolering afgevoerd worden. Bovendien moeten de RWA-, en DWA-afvoeren naast elkaar worden aangeboden met een tussenafstand van 40 tot 60 cm. Hierbij loopt het DWA-gedeelte in een rechte lijn door naar de openbare riolering.
Bij een toekomstige aanleg van het openbaar domein zal de riolering gescheiden worden.
De keuring van de privéwaterafvoer is verplicht volgens het Algemeen Waterverkoopreglement bij aanbouw en/of het voorzien van een nieuwe aansluiting. Meer informatie vind je op www.farys.be/keuring-privewaterafvoer.
Er moet blijvend voorzien worden in een septische put. Alle en enkel de toiletten zijn hierop aan te sluiten.
Openbaar domein:
Sloop:
Indien tijdens de werkzaamheden onvoorziene hindernissen opduiken (rioleringen, waterlopen, kelders e.d.)dan moet dit meteen worden meegedeeld aan de dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen, Stadskantoor Gent, Woodrow Wilsonplein 1, 9000 Gent, tel.: 09/266 79 00, mail: wegen@stad.gent. Of per post; Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen, Botermarkt 1, 9000 Gent.
Opritten:
Op openbaar domein zullen er maximum 2 opritten met een breedte van 6m of één oprit met een breedte van 12m toegestaan worden. De opritten op de plannen dienen beperkt te worden tot elk 6 meter breedte met een maximum van één inrit en één uitrit.
Voor de aanleg van de opritten dient de bouwheer een technisch dossier in te dienen.
Brandweg:
De brandweg uitrit dient aangelegd te worden in grindgazon met een maximale breedte volgens de reële simulaties voor een brandweervoertuig en niet met een trekker-oplegger. Voor de aanleg van de brandweg dient de bouwheer een technisch dossier in te dienen.
Opbouw:
Bij het vastleggen van de vloerpassen en dorpelpeilen van het gebouw moet de bouwheer rekening houden met het bestaande peil van de dichtst bijgelegen rand van de openbare verhardingen. Het openbaar domein (zowel verharde als onverharde stroken) wordt aangelegd met een dwarshelling van 2% richting de as van de straat. De peilen van de bestaande verhardingen worden niet aangepast in functie van aanpalende bouwwerken. Er worden ook geen trappen en/of hellingen toegestaan op het openbaar domein om de gebouwen toegankelijk te maken.
De brandpoort moet volledig binnen de rooilijn open en dicht draaien, rollen, wentelen, schuiven of kantelen.
Het privédomein moet op de rooilijn zichtbaar en fysiek afgescheiden zijn van het openbaar domein (bijvoorbeeld door middel van een dorpel, haag, afsluiting, verschil in materialen etc.).
Technisch dossier:
De Stad Gent en Farys stellen minimale kwaliteitseisen aan de technische uitvoering van de werken. Zij zijn immers de toekomstige eigenaars-wegbeheerder en beheerder van het openbaar domein. Het gaat bijvoorbeeld om de materiaalkeuze en de samenstelling van de fundering.
Daarom vragen we om een technisch dossier op te stellen.
Je kan de vereisten waaraan deze plannen en documenten moeten voldoen, opvragen bij de Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen (wegen@stad.gent). Ze moeten eveneens aan het standaardbestek SB 250 (laatste geldende versie) voldoen.
Het technisch dossier moet zeker volgende zaken bevatten:
- een grondplan bestaande toestand
- grondplannen van de ontworpen toestand: riolering, wegen, groen, op schaal 1/250
- lengteprofielen
- dwarsprofielen
- peilenplannen
- details van eventuele kunstwerken
- bestek
- gedetailleerde raming
- beplantings- en groenbeheerplan
- de hydraulische nota
Deze zaken zijn indien nodig aangepast aan de voorwaarden uit de vergunning.
Maak het dossier digitaal over aan de Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen; wegen@stad.gent (deze dienst zorgt voor de interne verspreiding van dit dossier bij de Groendienst en Farys).
De Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen, de Groendienst en Farys kunnen hierop opmerkingen geven, aanbevelingen doen en aanpassingen vragen.
Als vergunninghouder heb je er alle belang bij om de aanbevelingen van de technische diensten na te leven en de gevraagde aanpassingen door te voeren. Zo vermijd je dat de Stad Gent of Farys de rioleringswerken, de wegenwerken of de groenaanleg, niet aanvaarden bij de voorlopige oplevering.
Indien nodig zal de Stad Gent bij een gebrekkige uitvoering van de werken een beroep doen op de mogelijkheid om bestuursdwang toe te passen. Dat betekent dat de Stad Gent zelf de wegenwerken/groenaanleg uitvoert in jouw plaats en op jouw kosten. De bestuursdwang is voorzien in artikel 77 van het omgevingsvergunningendecreet.
Om diezelfde reden is het aangewezen om de werken pas op te starten nadat het technisch dossier volledig beantwoordt aan de aanbevelingen van de Stad Gent en Farys.
Groenzone:
In de groenzone ter hoogte van de middenspanningscabine (waar geen wadi en lage begroeiing wordt voorzien) moet ongeveer 1 boom (HS 14/16) aangeplant worden per 50 m² en dit met een plantafstand van zo'n 6 m tussen de nieuwe bomen (en bestaande bomen) en op minstens 3 m van perceelsgrens en verharding.
Verzoekt de deputatie om volgende aandachtspunten op te leggen aan de aanvrager:
Openbaar domein:
De bouwheer/vergunninghouder is steeds verantwoordelijk voor beschadigingen aan de inrichting van het openbaar domein, groenaanleg, bermen, trottoirs, boordstenen, (straat)kolken en de rijweg, die te wijten zijn aan de bouwactiviteit. De dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen herstelt deze beschadigingen op kosten van de bouwheer/vergunninghouder.
De bouwheer/vergunninghouder moet voor de aanvang van de werken een tegensprekelijke plaatsbeschrijving opmaken van de omliggende trottoirs en wegenis met bijzondere aandacht voor de (straat)kolken.
Deze dient bezorgd te worden aan de dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen, via afgifte op het Stadskantoor Gent, Woodrow Wilsonplein 1, 9000 Gent, tel.: 09/266 79 00, via e-mail: wegen@stad.gent of per post aan Stad Gent t.a.v. Dienst Wegen, Bruggen en Waterlopen, Botermarkt 1, 9000 Gent.
Deze dient ten laatste twee weken voor aanvang van de werken verstuurd of afgegeven te worden, indien deze laattijdig ingediend wordt kan deze niet als tegensprekelijk beschouwd worden.
U kan dit door een architect of landmeter laten doen maar u mag dit ook zelf opnemen. (u maakt een aantal algemene foto’s vergezeld van detailfoto’s met reeds aanwezige schade aan het openbaar domein. Bij elke foto zet u een beschrijving en u voegt een plannetje toe met aanduiding van de positie van de foto’s).
In functie van een werfzone op het openbaar domein is een vergunning Inname Publieke Ruimte noodzakelijk. U vraagt dit digitaal aan via de website www.stad.gent (typ tijdelijke werfzone in het zoekveld).