Terug
Gepubliceerd op 17/05/2024

2024_CBS_05189 - OMV_2023160212 K - aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van isolatie + afwerking op de achtergevel en zijgevels, het afbreken van de buitentrap met terrassen en omliggende muren - zonder openbaar onderzoek - Hubert Frère-Orbanlaan, 9000 Gent - Weigering

college van burgemeester en schepenen
do 16/05/2024 - 08:32 College Raadzaal
Datum beslissing: do 16/05/2024 - 09:13
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Filip Watteeuw

Aanwezig

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter; Filip Watteeuw, schepen; Sofie Bracke, schepen; Tine Heyse, schepen; Astrid De Bruycker, schepen; Sami Souguir, schepen; Bram Van Braeckevelt, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Evita Willaert, schepen; Rudy Coddens, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur; Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Verontschuldigd

Isabelle Heyndrickx, schepen

Secretaris

Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Voorzitter

Sofie Bracke, schepen
2024_CBS_05189 - OMV_2023160212 K - aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van isolatie + afwerking op de achtergevel en zijgevels, het afbreken van de buitentrap met terrassen en omliggende muren - zonder openbaar onderzoek - Hubert Frère-Orbanlaan, 9000 Gent - Weigering 2024_CBS_05189 - OMV_2023160212 K - aanvraag omgevingsvergunning voor het plaatsen van isolatie + afwerking op de achtergevel en zijgevels, het afbreken van de buitentrap met terrassen en omliggende muren - zonder openbaar onderzoek - Hubert Frère-Orbanlaan, 9000 Gent - Weigering

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

 

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.

 

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

 

Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.

 

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

 

Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

 

Splendid met als contactadres Voordries 6, 9050 Gent heeft een aanvraag (OMV_2023160212) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 24 januari 2024.

 

De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:

Onderwerp: het plaatsen van isolatie + afwerking op de achtergevel en zijgevels, het afbreken van de buitentrap met terrassen en omliggende muren

• Adres: Hubert Frère-Orbanlaan 66-90, 9000 Gent

Kadastrale gegevens: afdeling 4 sectie D nr. 2563A7

 

Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 25 maart 2024.

De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.

Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 7 mei 2024.

 

OMSCHRIJVING AANVRAAG

1.       BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT

Het te renoveren pand is gelegen in de Hubert Frère-Orbanlaan in de binnenstad. Aan de achterzijde grenst het perceel aan de Karel Antheunisstraat. De omgeving bestaat voornamelijk uit gesloten residentiële bebouwing en meer bepaald meergezinswoningen bestaande uit 7 tot 9 bouwlagen. Het pand in kwestie betreft een meergezinswoning in gesloten bouworde bestaande uit 9 bouwlagen, afgewerkt met een plat dak.

Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen

In deze aanvraag worden de twee metalen brandtrappen (buitentrappen) die zich bevinden ter hoogte van de gevel grenzend aan de Karel Antheunisstraat gesloopt. De bijhorende koker rond een van de brandtrappen worden ook weggebroken. . De vrijgekomen openingen in de terrassen, na wegbreken van de trappen, worden gedicht zodat een grotere terrasoppervlakte ontstaat.

 

Verder worden de vrije zijgevels, dewelke wachtgevels betreffen, geïsoleerd met 10 cm isolatie. Daarna wordt deze afgewerkt met crepi in een grijs-beige kleur (2 cm). De totale uitsprong ten opzichte van de zijdelingse perceelsgrenzen bedraagt bijgevolg 12 cm.

 

De gevel grenzend aan de Karel Antheunisstraat wordt geïsoleerd langs de binnenzijde, met name door het voorzien van isolatie in de spouw. Daarna wordt de gevel gekaleid in een
grijs-beige kleur.

2.       HISTORIEK

Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:

 

Stedenbouwkundige vergunningen

  • Op 21/09/1964 werd een vergunning afgeleverd voor het slopen van drie woonhuizen (KW F-8-64).
  • Op 01/02/1965 werd een weigering afgeleverd voor het oprichten van een appartementsgebouw (Litt. F-29-64).
  • Op 17/05/1965 werd een vergunning afgeleverd voor het oprichten van een gebouw met 32 appartementen, conciergewoning en 36 gareerplaatsen voor auto's (Litt. F-3-65).
  • Op 18/11/1968 werd een vergunning afgeleverd voor slopen 2 woonhuizen
    (KW F-9-68).
  • Op 27/05/1969 werd een weigering afgeleverd voor het bijbouwen technische bouwlaag met 2 appartementen, boven een in opbouw zijnde appartementsgebouw (Litte. F-10-68 – F-12-68)
  • Op 10/12/1998 werd een vergunning afgeleverd voor het verbouwen van een kantoorruimte (1998/1385).

 

BEOORDELING AANVRAAG

3.       EXTERNE ADVIEZEN

Volgende externe adviezen zijn gegeven en integraal raadpleegbaar op het omgevingsloket:

 

- Ongunstig advies van Brandweerzone Centrum afgeleverd op 26 maart 2024 onder ref. 021796-003/PV/2024.
Samenvatting:
(…)
Bij de nieuwe gevelbekleding wordt een brandbare isolatie voorzien.

N.a.v. de brand in de Grenfell-tower in Londen en onlangs in een meergezinswoning in

Valencia; die zich in beide gevallen via brandbare isolatie in de gevel heeft kunnen

verspreiden, is het gebruik van brandbare isolatie bij dergelijke renovatieprojecten in Hoge

gebouwen, in overeenstemming met de huidige normen voor nieuwe gebouwen, niet meer te

verantwoorden en dient deze aanvraag negatief geadviseerd te worden.
(…)

Besluit:

NEGATIEF ADVIES, het project voldoet niet aan de minimale eisen inzake brandveiligheid.


- Geen tijdig advies van Onroerend Erfgoed. De adviesvraag is verstuurd op 25 maart 2024. Op 24 april 2024 is nog géén advies ontvangen. Omdat de decretaal omschreven adviestermijn verstreken is, kan aan de adviesvereiste voorbij gegaan worden.

4.       TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN

4.1.   Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg

Het project ligt in woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.

De gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde. In deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud.
 

Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.

Het project ligt in het bijzonder plan van aanleg BINNENSTAD - DEEL ZUID, goedgekeurd op
29 november 2002, en is bestemd zone D voor woningen en tuinen.


De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.

4.2.   Vergunde verkavelingen

De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.

4.3.   Verordeningen

Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.

 

Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.

 

Gewestelijke verordening hemelwater

De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023 (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023): zie waterparagraaf.

 

Gewestelijke verordening voetgangersverkeer

De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het besluit van de Vlaamse Regering van 29 april 1997 houdende vaststelling van een algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.

 

Het ontwerp is in overeenstemming met deze verordening.

4.4.   Uitgeruste weg

Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.

5.       WATERPARAGRAAF

 

5.1. Ligging project

Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio West. Het project ligt niet in de nabije omgeving van de waterloop.

 

Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:

- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.

- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).

- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).

- niet gelegen in een signaalgebied.

 

Het perceel is momenteel bebouwd.

 

5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem

Droogte

Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.

 

De voorliggende aanvraag wijzigt noch de bebouwde noch de verharde oppervlakte. Het terrein ligt niet in een recent overstroomd gebied of een overstromingsgebied. Bijgevolg kan door het uitvoeren van de aangevraagde werken of handelingen geen schadelijk effect voor de waterhuishouding ontstaan.

 

Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

Overstromingen

Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.

 

Waterkwaliteit

Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.

 

5.3. Conclusie

Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag de watertoets doorstaat.

6.       PROJECT-M.E.R.-SCREENING

De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.

7.       BEKENDMAKING

De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.

 

Aangezien de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, werd met een beveiligde zending het standpunt van de eigenaars van de aanpalende percelen gevraagd. Er werden geen bezwaren ingediend binnen de vervaltermijn van dertig dagen die ingaat op de dag na de dag van ontvangst van het verzoek om een standpunt.

8.       OMGEVINGSTOETS

Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
Hoewel het isoleren van de gevels een positief effect zal hebben op zowel het wooncomfort als de energie-efficiëntie van het pand, en de vooropgestelde ingreep ruimtelijk aanvaardbaar is, wordt de aanvraag evenwel ongunstig beoordeeld. Dit omwille van het ongunstig advies van de Brandweer. Het voorzien van brandbare isolatie, zowel langs de buitenzijde als in de spouwmuur, is niet te verantwoorden. De voorziene isolatie voldoet niet aan de minimale eisen inzake brandveiligheid.

 

Het slopen van de brandtrappen is ruimtelijk aanvaardbaar. Door het slopen van de brandtrappen en het dichtmaken van de vrijgekomen opening, ontstaan er iets ruimere en meer kwalitatieve terrassen hetgeen een gunstige invloed heeft op de woonkwaliteit van deze meergezinswoning. Het slopen van de brandtrappen heeft geen ruimtelijke impact op de omgeving. Het advies van de brandweer (dd. 26 maart 2024 onder ref. 021796-003/PV/2024) doet evenwel geen uitspraak over het weghalen van deze brandtrappen waardoor het niet duidelijk is of dit al dan niet aanvaardbaar is vanuit het oogpunt van brandveiligheid.
 

Hoewel de voorgestelde verbouwingswerken ruimtelijk aanvaardbaar zijn, voldoet het project evenwel niet aan de minimale vereisten inzake brandveiligheid conform het advies van de Brandweerzone Centrum. Omwille van deze reden komt de aanvraag niet voor vergunning in aanmerking.


CONCLUSIE

Ongunstig. De aanvraag is niet in overeenstemming met de minimale vereisten inzake brandveiligheid conform het advies van de Brandweerzone Centrum.

           

Waarom wordt deze beslissing genomen?

 

 

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

 

Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

 

 

Communicatie

 

 

Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.

Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.

De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.

Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.

Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.

Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.

In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.

Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.

Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.

De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.

Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.

Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.

Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.

Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning

Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.

Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.

Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.

Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.

Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.

De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.

Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.

Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.

 

 

 

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor het plaatsen van isolatie + afwerking op de achtergevel en zijgevels, het afbreken van de buitentrap met terrassen en omliggende muren aan Splendid gelegen te Hubert Frère-Orbanlaan 66-90, 9000 Gent.