Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
De heer Anthony Van Biervliet met als contactadres Visserij 88, 9000 Gent en De heer Jules Muylaert met als contactadres Visserij 88, 9000 Gent hebben een aanvraag (OMV_2023171238) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 26 december 2023.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:
• Onderwerp: het verbouwen en uitbreiden van een herenwoning
• Adres: Visserij 88, 9000 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 4 sectie D nr. 3636H
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 9 januari 2024.
De aanvraag volgde de gewone procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 27 maart 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
OMGEVING
Het pand uit voorliggende aanvraag bevindt zich langs de Visserij in de wijk ‘Macharius – Heirnis’. De omgeving bestaat voornamelijk uit gesloten residentiële bebouwing, opgebouwd uit 3 bouwlagen met een hellend dak.
Het pand met adres Visserij 88, 9000 Gent is gelegen binnen een op het gewestplan ingekleurd woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. Binnen deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van behoud.
Het pand is opgenomen op de vastgestelde inventaris van het onroerend erfgoed als onderdeel van ‘Burgerhuizen’, zie: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/19905
Het pand is in het BPA ‘Binnenstad - Deel Heirnis’ aangeduid als onderdeel van een ‘witte gevelrij’.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het verbouwen van een herenwoning (eengezinswoning).
MORFOLOGIE
Het perceel in kwestie is ca. 155 m², heeft een totale diepte van 27m32 bij een breedte van 5m64. Het gebouw bestaat uit 3 bouwlagen met een hellend dak. De bouwdiepte van het hoofdgebouw bedraagt 10m21 (gemeten vanaf de rooilijn). De kroonlijsthoogte aan de voorgevel bedraagt +11m96 en +11m66 aan de achtergevel met een nokhoogte van +16m45 (gemeten t.o.v. het trottoirpeil). Er worden geen wijzigingen aan het hoofdvolume voorzien.
De bestaande aanbouw is perceelsbreed, heeft een bouwdiepte van 3m46 en komt tot een diepte van 13m67 (gemeten vanaf de rooilijn). De aanbouw heeft een totale hoogte van +3m78. Deze aanbouw wordt in de aanvraag integraal gesloopt en vervangen door een nieuwe perceelsbrede aanbouw. Deze is voorzien tot op een diepte van 14m67 (gemeten vanaf de rooilijn) en heeft een totale hoogte van +4m10 (gemeten t.o.v. het trottoirpeil). Dit zorgt voor een ophoging van de linker scheidingsmuur met 12 cm over een lengte van 3m62 en met 98 cm over een lengte van 1 m. Bijkomend wordt de scheidingsmuur ter hoogte van de rechter aanpalende opgehoogd met 1m95 over een lengte van 1,5 m. Achterliggend is er een tuinzone aanwezig met centraal een pad die toegang geeft naar de achterste perceelsgrens.
INDELING
De woning is volledig onderkelderd. De gelijkvloerse verdieping is voorzien van een inkom (rechts) en een living (links) aan de voorzijde, centraal de traphal (rechts) en eetkamer (links) en aan de achterzijde in de nieuwe aanbouw de keuken en sanitair. Achter de aanbouw is een perceelsbreed terras voorzien met achterliggend een tuin. De eerste verdieping is voorzien van een badkamer, sanitair en dressing aan de voorzijde en een slaapkamer en traphal aan de achterzijde. De tweede verdieping is voorzien van een bureau en badkamer aan de voorzijde en een slaapkamer en traphal aan de achterzijde. De derde verdieping onder het hellende dak blijft voorzien als zolder.
2. HISTORIEK
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Volgende externe adviezen zijn gegeven (raadpleegbaar op het Omgevingsloket):
Ongunstig advies van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio West afgeleverd op 27 februari 2024:
De motivatie voor het ongunstige advies is de volgende:
Conform de nieuwe hemelwaterverordening 2023 dienen infiltratievoorzieningen bovengronds geplaatst te worden. De berekening of gestaafde motivatie aan de hand van dwarsdoorsnedes, hellingen, maaiveldpeilen (mTAW) van de overlopen en aansluitingen ontbreekt om de afwijkingsaanvraag goed te keuren en/of passende beoordeling te doen.
Gelieve dit te herbekijken of aan te leveren zodat er een passende beoordeling kan gebeuren.
Volgende aandachtspunten worden alvast meegegeven:
• Gelieve een overzichtelijk dakenplan in functie van de afwatering met bijhorende oppervlaktes aan te leveren, overeenstemmend met de vermelde oppervlaktes in het hemelwaterformulier.
• Gelieve een afwateringsplan tot aan de perceelsgrens van het goed. Als een hemelwaterput, een infiltratievoorziening of een buffervolume voor vertraagde lozing wordt voorzien, wordt op de plannen naast de exacte inplanting, de inhoud van deze voorzieningen, in liters, de totale horizontale dakoppervlakte en de totale overige verharde grondoppervlakte in vierkante meter, alsook de aftappunten van het hemelwater vermeld. Op de plannen dienen de voorziene aftappunten voor hergebruik aangeduid te worden (aanzuigleiding etc).
• Het is uit de plannen niet duidelijk of de uitbreidingen van het dakoppervlak een groendak betreft.
Indien deze aangesloten wordt op de hemelwaterput dient hier een filter geplaatst te worden aangezien hergebruik voor wasmachines voorzien wordt. Het aansluiten van een groendak op de hemelwaterput is niet verplicht, maar dan wel op de infiltratievoorziening.
Advies m.b.t. het beheer en de exploitatie van de waterweg en het patrimonium van De Vlaamse Waterweg nv
• Gezien de nabijheid van de waterweg dienen bij werken aan de zijgevel stofdoeken of gelijkwaardig alternatief goedgekeurd door de Vlaamse Waterweg nv te worden gebruikt.
• Alle handelingen op, in of langs de waterweg en het jaagpad zijn gebonden aan een vergunningsplicht bij de Vlaamse Waterweg nv (bv. lozingsconstructie, afvoerbuizen, watercaptatie, evenement, privaat gebruik, plaatsen van een stelling; ….);
• Tijdens de verbouwingswerken mogen de gebruikers van het jaagpad en de waterweg niet gehinderd worden.
• Het jaagpad mag niet met gemotoriseerd verkeer betreden worden;
• Er mogen geen materialen op het jaagpad gestapeld worden;
• Op het rioleringsplan wateren de infiltratiekratten af naar waterweg Achtervisserij (Nederschelde). De aanvrager sluit aan op de gekende vergunning met kenmerk D2023022557 en bijgevoegde situatieschets met diameter afvoerbuis van 0,25m en een lengte van 1,35m. Vergunning 1998. 02 (nr. HV/54.691).
• De aanvrager dient op basis van de bestaande vergunning een nieuw formulier in voor een vergunning lozingsconstructie bij info@vlaamsewaterweg.be . Hij voegt de bestaande situatieschets toe in m, m² en m TAW en diameter afvoerbuis. Volgende voorwaarden gelden:
• Geen uitstekende delen in de waterweg;
• In staan voor onderhoud
• Een bescherming tegen instromend water
• Kaaimuur dient met identiek baksteenmetselwerk en identiek voegwerk te worden hersteld.
De aanvraag is onderhevig aan een vergunningsplicht bij de Vlaamse Waterweg nv. De aanvraag is onderhevig aan het retributiebesluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002.
Het project voldoet niet aan het standstillbeginsel. De aanvraag is niet verenigbaar met de beginselen en doelstellingen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’.
Geen tijdig advies van Onroerend Erfgoed. De adviesvraag is verstuurd op 9 januari 2024. Op 7 maart 2024 is nog géén advies ontvangen. Omdat de decretaal omschreven adviestermijn verstreken is, kan aan de adviesvereiste voorbij gegaan worden.
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in woongebied met cultureel, historische en/of esthetische waarde volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde. In deze gebieden wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
Het project ligt in het bijzonder plan van aanleg ‘Binnenstad - Deel Heernis’, goedgekeurd op 18 juli 1989, en is bestemd als Zone A voor woningen, klasse 3 voor tuinstrook en binnenkern en zone voor wegen.
3.3.3. Hoogte van de bijgebouwen; De hoogte van de bijgebouwen (opgericht in de strook voor hoofd- en bijgebouwen) wordt bepaald t.o.v. het straatpeil. Op de perceelsgrenzen mag de hoogte max. 3m50 bedragen. Indien de hoogte van de bestaande gemene muren hoger is kan het College evenwel afwijkingen toestaan voor zover dit stedenbouwkundig verantwoord is. De totale hoogte mag max. 6m00 bedragen (mits machtiging)
Toetsing: Het nieuwe aanbouwvolume wordt voorzien met een totale hoogte van +4m10 (gemeten t.o.v. het trottoirpeil) en is bijgevolg niet in overeenstemming met de BPA voorschriften.
Overeenkomstig artikel 4.4.1 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening kan beperkt afgeweken worden van de stedenbouwkundige voorschriften van een gemeentelijk BPA, wat betreft de perceelsafmetingen, de afmetingen en de inplanting van de constructies, de dakvorm en de gebruikte materialen.
Volgende afwijkingen op de voorschriften van het BPA zijn aanvaardbaar om volgende redenen:
De bestaande scheidingsmuur op de rechter perceelsgrens is in bestaande toestand reeds hoger voorzien. Met het nieuwe aanbouwvolume wordt hierop aangesloten zonder verdere ophoging hiervan. De linker scheidingsmuur dient beperkt opgehoogd te worden in functie van het aanbouwvolume maar heeft geen negatieve ruimtelijke impact.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
4.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.
Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)
Zie waterparagraaf.
4.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
5. WATERPARAGRAAF
5.1. Ligging project
Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West. Het project ligt in de nabijheid van waterloop in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West.
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:
- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).
- niet gelegen in een signaalgebied.
Het perceel is momenteel bebouwd.
5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem
Droogte
Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.
HEMELWATERPUT
Met voorliggende aanvraag wordt de bestaande woning uitgebreid met een gelijkvloers aanbouwvolume. Hierdoor is de aanleg van een hemelwaterput verplicht. De horizontale dakoppervlakte die in rekening moet gebracht worden bedraagt 70m². Hierdoor moet een hemelwaterput voorzien worden met een minimale inhoud van 5.000l. De aanvraag voldoet hieraan. De hemelwaterput dient te worden uitgerust met een pompinstallatie die voorziet in het hergebruik van het opgevangen hemelwater voor toiletspoeling, poetswater, wasmachine en gebruik buiten.
INFILTRATIEVOORZIENING
Het perceel is groter dan 120 m², waardoor er verplicht een infiltratievoorziening aangelegd moet worden. De overloop van de hemelwaterput wordt in de aanvraag aangesloten op een ondergrondse infiltratievoorziening. Conform de nieuwe hemelwaterverordening 2023 dienen infiltratievoorzieningen bovengronds geplaatst te worden. De berekening of gestaafde motivatie aan de hand van dwarsdoorsnedes, hellingen, maaiveldpeilen (mTAW) van de overlopen en aansluitingen ontbreekt om de afwijkingsaanvraag goed te keuren en/of passende beoordeling te doen.
GROENDAK
Er wordt een nieuw plat dak aangelegd. Dit dak is volledig geschikt om als groendak aan te leggen. Het algemeen nuttig hergebruik (ANG) wordt berekend op 2.460l. De dakoppervlakte die kan instaan voor opvang en hergebruik van hemelwater bedraagt (ANG/50) bedraagt 24 m².
Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen
Het perceel ligt in de nabijheid van waterloop in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West. Er werd advies gevraagd aan de waterbeheerder.
De afstandsregels tot waterlopen zoals voorzien in het Waterwetboek en de wet onbevaarbare waterlopen worden gerespecteerd.
Overstromingen
Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.
Waterkwaliteit
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
5.3. Conclusie
Er wordt besloten worden dat voorliggende de watertoets niet doorstaat.
6. PROJECT-M.E.R.-SCREENING
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.
7. OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 17 januari 2024 tot 15 februari 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.
8. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
MORFOLOGIE
De verbouwingswerken betekenen een meerwaarde voor deze eengezinswoning. De uitbouw maakt de gelijkvloerse keuken groter. Het groot raam in de achtergevel zorgt voor extra lichtinval en versterkt het contact met de tuin. Het bijkomende volume wijkt af van de geldende voorschriften maar de impact van deze bijkomende hoogte op de aanpalende eigendommen en bij uitbreiding de omgeving blijft beperkt en is ruimtelijk aanvaardbaar. Bovendien waren er ook geen bezwaren bij het openbaar onderzoek.
ERFGOEDWAARDE
De opname van het pand in het CHE-gebied, op de vastgestelde inventaris van het onroerend erfgoed en de vermelding in het BPA zijn aanduidingen van de erfgoedwaarde. Deze erfgoedwaarde wordt bepaald door verschillende aspecten:
- Het uitzicht: van de gevels met hun indeling, ritmiek, gevelafwerkingsmateriaal en buitenschrijnwerk, van het dak met volume en dakafwerkingsmateriaal.
- De dragende structuur: dragende muren, houten vloerroosteringen, houten dakconstructie en keldergewelven. Ook de trappartij behoort hiertoe.
- De indeling: kenmerkende plattegrond van een laat 19de-eeuwse herenhuizen met aan de ene zijde een circulatiezone met verticale circulatie met daarop aansluitend de salons/leefruimtes.
- De ruimtelijkheid: die voortvloeit uit de dragende structuur en indeling.
- Authentieke interieurelementen: sierplafonds, binnenschrijnwerk, schouwen.
De aanvraag omvat aanpassingswerken aan het pand om het te verbouwen tot een ééngezinswoning.
- De bestaande aanbouw heeft geen erfgoedwaarde. Er is geen bezwaar tegen de sloop ervan en het oprichten van een nieuwe, kwalitatievere aanbouw.
- Het programma omvat een eengezinswoning en is afgestemd op de draagkracht van het historische pand.
- De waardevolle, bepleisterde voorgevel van het pand blijft integraal behouden.
- Het dakvolume en dakafwerkingsmateriaal blijven behouden. Er worden dakvlakvensters voorzien in de daken vooraan en achteraan. Het dakvlak blijft voldoende afleesbaar.
- De ruimtelijke indeling van de gelijkvloerse verdieping met salons blijft behouden waardoor de oorspronkelijke plattegrond goed afleesbaar blijft.
- De dragende wanden en de bestaande trap blijven behouden.
- De schouwen in de salons op de gelijkvloerse verdieping blijven behouden in de nieuwe toestand.
- Op de eerste verdieping worden aanpassingen gedaan aan de dragende structuren en wordt één van de schouwen verwijderd. Gezien de noodzaak om een badkamer te integreren en de smalle breedte van de kamer achteraan, kan akkoord gegaan worden met deze aanpassingen.
- De beschrijvende nota vermeldt dat de woning intern ‘gestript’ wordt. Dit is mogelijks tegenstrijdig met het behoud van erfgoedwaarden op vlak van waardevolle interieurafwerking. Waardevolle interieurafwerking zoals pleisterwerk, plafondlijsten, rozetten, consoles, … moeten behouden blijven in de nieuwe toestand.
- De bestaande dragende structuren van de woning (baksteen wanden en houten dragende roosteringen) moeten behouden blijven in de nieuwe toestand.
- De ingreep in de tuinmuur wordt niet voldoende gedocumenteerd in de aanvraag. Er is geen gevelaanzicht van de muur, geen tekening van de nieuwe toestand, geen fotomateriaal van de bestaande muur. Langsheen de Visserij zijn nog verscheidene 19de-eeuwse tuinmuren of sporen van 19de-eeuwse industriële architectuur bewaard. Doordat de tuinmuur niet gedocumenteerd is, is het niet mogelijk om te bepalen of de muur al dan niet erfgoedwaarde heeft. In functie van het behoud van erfgoedwaarde kan er dus niet akkoord worden gegaan met deze werken.
HEMELWATER
Er werd voor de aanvraag een ongunstig advies bekomen van de Vlaamse Waterweg. Conform de nieuwe hemelwaterverordening 2023 dienen infiltratievoorzieningen bovengronds geplaatst te worden. De berekening of gestaafde motivatie aan de hand van dwarsdoorsnedes, hellingen, maaiveldpeilen (mTAW) van de overlopen en aansluitingen ontbreekt om de afwijkingsaanvraag goed te keuren en/of passende beoordeling te doen. Er kan besloten worden dat voorliggende de watertoets niet doorstaat.
Volgende aandachtspunten worden alvast meegegeven:
• Gelieve een overzichtelijk dakenplan in functie van de afwatering met bijhorende oppervlaktes aan te leveren, overeenstemmend met de vermelde oppervlaktes in het hemelwaterformulier.
• Gelieve een afwateringsplan toe te voegen tot aan de perceelsgrens van het goed.
Als een hemelwaterput, een infiltratievoorziening of een buffervolume voor vertraagde lozing wordt voorzien, wordt op de plannen naast de exacte inplanting, de inhoud van deze voorzieningen, in liters, de totale horizontale dakoppervlakte en de totale overige verharde grondoppervlakte in vierkante meter, alsook de aftappunten van het hemelwater vermeld. Op de plannen dienen de voorziene aftappunten voor hergebruik aangeduid te worden (aanzuigleiding etc).
• Het is uit de plannen niet duidelijk of de uitbreidingen van het dakoppervlak een groendak betreft.
Indien deze aangesloten wordt op de hemelwaterput dient hier een filter geplaatst te worden aangezien hergebruik voor wasmachines voorzien wordt. Het aansluiten van een groendak op de hemelwaterput is niet verplicht, maar dan wel op de infiltratievoorziening.
Advies m.b.t. het beheer en de exploitatie van de waterweg en het patrimonium van De Vlaamse Waterweg nv
• Gezien de nabijheid van de waterweg dienen bij werken aan de zijgevel stofdoeken of gelijkwaardig alternatief goedgekeurd door de Vlaamse Waterweg nv te worden gebruikt.
• Alle handelingen op, in of langs de waterweg en het jaagpad zijn gebonden aan een vergunningsplicht bij de Vlaamse Waterweg nv (bv. lozingsconstructie, afvoerbuizen, watercaptatie, evenement, privaat gebruik, plaatsen van een stelling; ….);
• Tijdens de verbouwingswerken mogen de gebruikers van het jaagpad en de waterweg niet gehinderd worden.
• Het jaagpad mag niet met gemotoriseerd verkeer betreden worden;
• Er mogen geen materialen op het jaagpad gestapeld worden;
• Op het rioleringsplan wateren de infiltratiekratten af naar waterweg Achtervisserij (Nederschelde). De aanvrager sluit aan op de gekende vergunning met kenmerk D2023022557 en bijgevoegde situatieschets met diameter afvoerbuis van 0,25m en een lengte van 1,35m. Vergunning 1998. 02 (nr. HV/54.691).
• De aanvrager dient op basis van de bestaande vergunning een nieuw formulier in voor een vergunning lozingsconstructie bij info@vlaamsewaterweg.be . Hij voegt de bestaande situatieschets toe in m, m² en m TAW en diameter afvoerbuis. Volgende voorwaarden gelden:
• Geen uitstekende delen in de waterweg;
• In staan voor onderhoud
• Een bescherming tegen instromend water
• Kaaimuur dient met identiek baksteenmetselwerk en identiek voegwerk te worden hersteld.
De aanvraag is onderhevig aan een vergunningsplicht bij de Vlaamse Waterweg nv. De aanvraag is onderhevig aan het retributiebesluit van de Vlaamse Regering van 29 maart 2002.
Het project voldoet niet aan het standstillbeginsel en is niet verenigbaar met de beginselen en doelstellingen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’.
CONCLUSIE
Ongunstig, de aanvraag voldoet niet aan het standstillbeginsel en is niet verenigbaar met de beginselen en doelstellingen van het ‘Decreet Integraal Waterbeleid’. Daarnaast is de aanvraag niet verenigbaar met het behoud van de erfgoedwaarde van het inventarispand.
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor het verbouwen en uitbreiden van een herenwoning aan de heer Anthony Van Biervliet en de heer Jules Muylaert gelegen te Visserij 88, 9000 Gent.