Terug
Gepubliceerd op 05/04/2024

2024_CBS_03508 - Gecoördineerd advies voor een project-MER toegevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met nummer OMV_2023075570 voor het verder exploiteren en veranderen van een maalfabriek voor bouwproducten (IIOA)

college van burgemeester en schepenen
do 04/04/2024 - 09:02 Virtueel - via Microsoft Teams
Datum beslissing: do 04/04/2024 - 09:08
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Tine Heyse

Aanwezig

Filip Watteeuw, schepen; Sofie Bracke, schepen-voorzitter; Isabelle Heyndrickx, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Evita Willaert, schepen; Rudy Coddens, schepen; Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Verontschuldigd

Mathias De Clercq, burgemeester; Tine Heyse, schepen; Astrid De Bruycker, schepen; Sami Souguir, schepen; Bram Van Braeckevelt, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Secretaris

Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Voorzitter

Sofie Bracke, schepen-voorzitter
2024_CBS_03508 - Gecoördineerd advies voor een project-MER toegevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met nummer OMV_2023075570 voor het verder exploiteren en veranderen van een maalfabriek voor bouwproducten (IIOA) 2024_CBS_03508 - Gecoördineerd advies voor een project-MER toegevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met nummer OMV_2023075570 voor het verder exploiteren en veranderen van een maalfabriek voor bouwproducten (IIOA)

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

* Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM), titel IV - Milieueffect- en veiligheidsrapportage.

* Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
* Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage.

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

* Het Decreet lokale besturen van 22 december 2017, artikel 56 § 2.

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

Het college van burgemeester en schepenen geeft voorwaardelijk gunstig advies.

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

 

V.V.M. NV heeft een nog niet goedgekeurde project-MER toegevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met nummer  OMV_2023075570 ingediend bij de deputatie op 7 december 2023.

 

Over deze project-MER dient er advies uitgebracht worden aan team Milieueffectrapportage van Departement Omgeving (Vlaamse overheid).

 

Het dossier handelt over:

* Onderwerp: het verder exploiteren en veranderen van een maalfabriek voor bouwproducten (IIOA)

* Adres: Christoffel Columbuslaan 11, 9042 Gent

* Kadastrale gegevens: afdeling 14 sectie G nrs. 80A en 130B


Volgend gecoördineerd verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 27/03/2024.

 

Omschrijving MER/VR

De activiteiten van V.V.M. zijn opgenomen in bijlage II van het MER-besluit onder rubriek 5 b) "Installaties voor de vervaardiging van cement als de productiecapaciteit 150.000 ton per jaar of meer bedraagt". Voor het project kan een verzoek tot ontheffing aangevraagd worden, maar er werd de keuze gemaakt om een project-MER aan te vragen. 

De milieuvergunning voor de huidige site vervalt op 8 december 2024 (10837/E/1). Dit MER wordt opgemaakt in functie van het vervallen en het uitbreiden van de milieuvergunning en het aanvragen van een omgevingsvergunning van onbepaalde duur.

 

V.V.M. nv exploiteert een maalfabriek voor bouwproducten, met een maal- en mengproductielijn.

Het bedrijf behoort tot de CRH-group. Volgende activiteiten worden in hoofdzaak uitgevoerd:

- de opslag van grond-, toeslagstoffen en eindproducten; 

- het vermalen van o.a. cementklinker; 

- het drogen van hoogovenslakken; 

- het mengen en vermalen van de grondstoffen tot verschillende types cement.

Het bedrijf kan tot 550 000 ton per jaar produceren en heeft een opslagcapaciteit van 22 000 ton cement en ca. 100 000 ton grondstoffen.

Met voorliggend dossier beoogt de exploitant naast de hernieuwing onder andere een actualisatie van de huidige vergunning en enkele kleine wijzigingen. Daarnaast worden ook enkele toekomstscenario’s geschetst, o.a. een toekomstige capaciteitsuitbreiding met ca. 20 %.

 

De grondstoffen worden aangevoerd per vrachtwagen en schip. Vervolgens worden ze in een loods, openlucht of silo’s opgeslagen. Een wiellader brengt de verschillende producten in de opslagbunkers (dit vindt plaats binnen de loods). De producten worden oa. gedroogd, vermalen, gebroken, gemengd… . De eindproducten zijn mengsels van gemalen cementklinkers voor de bouw. Er wordt voornamelijk CEM I (protlandcement met maximaal 5 % andere stoffen) en CEM III (hoogoven/portlandcement-mengsel) geproduceerd.

 

BEOORDELING AANVRAAG

1.       Ruimtelijke situering

Het project heeft betrekking op een terrein langs de Christoffel Columbuslaan in Sint-Kruis-Winkel. Het terrein is gelegen ten noorden van het Kluizendok en ten westen van het kanaal Gent-Terneuzen. In het noorden ligt het dorp Rieme. De omgeving wordt voornamelijk gekenmerkt door havengebonden bedrijvigheid.

 

Momenteel is het perceel reeds bebouwd voor de toepassing en uitbating van een cementfabriek. Het bedrijf omvat onder andere opslagloodsen, burelen, parkeerzones, laad- en loskaaien, opslagsilo’s, enz.

 

In het GRUP worden een aantal criteria opgegeven waaraan een stedenbouwkundige handeling dient te worden beoordeeld:

-     Verbeterde buffering t.o.v. het omliggende woongebied:

Er is tussen de bedrijvigheid en de woningen in het GRUP een bufferzone vastgelegd, indien deze buffervoorziening aangetast wordt door ‘cementstof’ van de inrichting dient er overwogen worden om extra buffering -groenbuffer of windschermen te voorzien op eigen terrein. 

-     Zorgvuldig ruimtegebruik met toepassing van de best beschikbare technieken:

De uitbreiding sluit aan op de bestaande bebouwing waardoor deze aanvraag voldoet aan de bepaling om compact te bouwen. 

-     Kwaliteitsvolle aanleg van het bedrijfsterrein en afwerking van de bedrijfsgebouwen weliswaar afgestemd op de functionele invulling: Het bedrijf heeft een industrieel karakter dat binnen de omgevingscontext valt te aanvaarden. 

-     Aandacht voor de permanente en de tijdelijke ecologische infrastructuur: De studie 'Inventarisatie van de natuurwaarden in de Gentse Kanaalzone', goedgekeurd via een beoordelingsverslag door het Agentschap voor Natuur en Bos, bepaalt dat het verlies van alle reeds verdwenen en toekomstig te verdwijnen natuurwaarden binnen het havengebied naar aanleiding van de verdere ontwikkeling van de haven, dient gecompenseerd te worden middels een oppervlakte van 205 ha natuurdoelstellingen. Deze natuurdoelstelling wordt hoofdzakelijk gerealiseerd binnen enkele natuurkerngebieden en gedeeltelijk binnen de koppelingsgebieden en dit zowel binnen als buiten het havengebied.
Engagementen voor de realisatie van de 205 ha natuurdoelstelling zijn op 7 juli 2010 herbevestigd door de Vlaamse Overheid, de stad Gent en het Havenbedrijf Gent AGH in het 'Convenant natuurdoelstellingen en groen raamwerk'.

Deze globale werkwijze valt o.i. te verkiezen boven een beoordeling voor iedere bouwaanvraag.

 

Uit bovenstaande motivering blijkt dat het project in overeenstemming is met de goede plaatselijke ordening en met zijn onmiddellijke omgeving. Ruimtelijk is het project aanvaardbaar binnen dit havenlandschap.

2.       Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten

lucht

Het bedrijf geeft aan dat de aan- en afvoer van grondstoffen en cement per schip aan het uitbreiden is. De eerste leveringen van klinker met zeeschepen zijn uitgetest.

 

De milderende maatregelen die het bedrijf hierbij momenteel neemt zijn

- grijper volledig in trechter brengen

- gesloten transportbanden

- sensibilisering

Er wordt aangegeven dat indien er blijkt dat er nog steeds stof vrijgesteld wordt naar de omgeving er bijgestuurd wordt door bijvoorbeeld verfijnen van interne procedure/instructies, bijkomende maatregelen op de storttrechter (windscherm, verdere afdichting openingen, …).

 

Het bedrijf werkt met zeer stuifgevoelige stoffen. Recent waren er problemen bij het naburige bedrijf bij het lossen van klinker uit zeeschepen. Er dient geleerd te worden vanuit de fouten/problemen van het naburige bedrijf om zo de stofhinder door het laden en lossen te beperken.

De eventuele stofproblematiek in het schip, bij werken met wielladers en grijpers dient besproken te worden in het MER.


Daarnaast geeft een buurtbedrijf aan (op de georganiseerde informatievergadering) regelmatig last te hebben van fijn stof op zonnepanelen, ramen, voertuigen. Er dient nader onderzocht te worden wanneer deze hinder optreed en bijkomende maatregelen dienen getroffen worden om de stofhinder te vermijden.

 

geluid

Het betreft een bestaand bedrijf die beperkt uitbreid. In het MER wordt berekende dat het specifieke geluid van de bestaande en nieuw te evalueren geluidsbronnen voldoen aan de geluidsvoorwaarde voor beoordelingsperiode van de dag.

Er wordt aangegeven dat er geen klachten voor geluid gekend zijn.

Op moment van behandeling zijn er ook geen bezwaren ingediend rond geluidshinder.

 

3.       Mobiliteitsaspecten

 

Het bedrijf betreft de exploitatie van een maalfabriek voor bouwproducten, met een maal- en mengproductielijn.

De goed omsloten bedrijfssite bevindt zich langs de Christoffel Columbuslaan te Gent. Het aantal voertuigbewegingen voor logistiek schommelt in de bestaande situatie gemiddeld tussen 70 en 85 bewegingen per dag. Deze af- en aanvoerbewegingen zijn verspreid over de dag en kennen geen echte piekmomenten. De meeste bewegingen gebeuren per vrachtwagen richting R4 of per schip via de waterwegen verbonden aan de haven van Gent/ het kanaal Gent-Terneuzen. Gezien de R4 via het industriegebied op ongeveer 2 km van de site te bereiken is, en de onmiddellijke nabijheid van de E34, is er geen hinder in de woongebieden vanwege de op- en afrijdende vrachtwagens. V.V.M. nv wil inspelen op de tendens om gebruik te maken van grotere vrachtschepen voor het vervoer van klinker. Door deze grotere schepen (tot 35 kton) zal het totaal aantal schepen dalen. De meest courant gebruikte vrachtwagens zijn bulkwagens met een volume van 39 m.

 

V.V.M. Rieme stelt momenteel ca. 20 werknemers te werk. Hiervan komen er momenteel ca. 2 met de (elektrische) fiets. Niemand neemt het openbaar vervoer. Het bedrijf genereert dus 36 autobewegingen verspreid over de dag.

 

Qua parkeerinfrastructuur is er momenteel al een ruime parking met 40 plaatsen voorzien voor de werknemers en bezoekers vooraan op het terrein waarvan 2 plaatsen voorbehouden voor mensen met een beperking en 4 plaatsen met elektrische oplaadmogelijkheid. Er werd onlangs een nieuwe fietsenstalling geplaatst met aan elke zijde een fietsrek voor 8 gewone fietsen m.a.w. er is ook voldoende ruimte beschikbaar voor o.a. elektrische (bak)fietsen, steps of een brommer. Een camera en badgesysteem dienen nog te worden geïnstalleerd.

Er zijn ook een 10-tal wachtparkeerplaatsen aanwezig voor de logistieke vrachtbewegingen. De fietsers (en gemotoriseerde verkeer) zijn goed gescheiden van vrachtverkeer via een aparte fietsstrook in groen.

 

De capaciteitsuitbreiding van ca. 15 % - 20 % zal logischerwijs voor meer transport zorgen, zowel voor de aanvoer als de afvoer. In de toekomst zal er sowieso meer gebruik gemaakt worden van schepen (bij het integreren van de nieuwe laadlijn). De laadcapaciteit van een schip ligt veel hoger dan bij een bulkwagen maar een echte voorspelling qua aantal transporten schip versus bulkwagens is nog onmogelijk op te geven aangezien dit afhankelijk is van de afnemer. Vandaar wordt er uitgegaan van een worst-case scenario dat de transportbewegingen (zowel over de weg als over het water) ook met maximaal 20 % zullen stijgen. Betreffende de vrachtwagenbewegingen kan er worst-case worden van uitgegaan dat er 20% extra vrachtverkeer zal zijn bij het realiseren van de capaciteitsuitbreiding, d.w.z. ca. 1,4 extra transporten of ca. 3 extra vrachtwagenbewegingen (6 pae) per uur die vanaf de R4 via de N474 Christoffel Colombuslaan naar de site zullen rijden of de omgekeerde beweging maken.

Er zal geen extra personeel in dienst genomen worde . De effecten van de exploitatiefase op het woon-werkverkeer zijn ook verwaarloosbaar aangezien er geen extra personeel bijkomt. Er wijzigt niets met de huidige situatie.

 

We kunnen akkoord gaan met de vermelde intensiteiten van transportbewegingen. Het is ook toe te juichen dat transport over water in stijgende lijn zit en dat men hier verder op wil inzetten.

Aangezien het vanuit de MER onduidelijk is waar de nieuwe fietsenstalling precies komt op het parkeerterrein, vragen we om erover te blijven waken dat de fietsers nog altijd veilig en zo veel mogelijk afgescheiden van vracht/gemotoriseerd verkeer de nieuwe fietsenstalling kunnen bereiken ( via de al bestaande aparte fietsstrook).

 

CONCLUSIE

Het projectMER wordt voorwaardelijk gunstig beoordeeld.

Waarom wordt deze beslissing genomen?

 

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

 

Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen aan de team Milieueffectrapportage van Departement Omgeving.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

 

Communicatie

niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen brengt voorwaardelijk gunstig advies uit over het project-MER ingediend door V.V.M. nv (O.N.:0440276565) gelegen te Christoffel Columbuslaan 11, 9042 Gent.


Artikel 2

AANBEVELINGEN

Stofproblematiek

Het bedrijf werkt met zeer stuifgevoelige stoffen en zal meer inzetten op belevering via zeeschepen.

Er dient geleerd te worden vanuit de fouten/problemen van het naburige bedrijf om zo de stofhinder door het laden en lossen te beperken. De stofproblematiek die kan ontstaan in het schip, bij werken met wielladers en grijpers dient besproken te worden in het MER.


Daarnaast geeft een buurtbedrijf aan regelmatig last te hebben van stofhinder, er dient nader onderzocht te worden wanneer deze hinder optreed en bijkomende maatregelen dienen getroffen worden om de stofhinder te vermijden.


Fietsverkeer

Aangezien het vanuit de MER onduidelijk is waar de nieuwe fietsenstalling precies komt op het parkeerterrein, vragen we om erover te blijven waken dat de fietsers nog altijd veilig en zo veel mogelijk afgescheiden van vracht/gemotoriseerd verkeer de nieuwe fietsenstalling kunnen bereiken (via de al bestaande aparte fietsstrook).

 

Artikel 3

Er worden geen opmerkingen opgenomen.