Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Klaas Verbeken - Karen Boogaerts met als contactadres Hubert Malfaitlaan 17, 9051 Gent hebben een aanvraag (OMV_2023168231) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 17 januari 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:
• Onderwerp: het rooien van een boom, het plaatsen van een zwembad en poolhouse, plaatsen prefab tuinberging, aanleggen van tuin en terrassen, heraanleg van toegang woning en terrassen, verbouwing garage naar polyvalente ruimte met vervanging poort naar raam en nieuw groot raam naar de tuin en het isoleren van het dak hoofdgebouw met 12 cm sandwichpaneel buitenzijde
• Adres: Hubert Malfaitlaan 17, 9051 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 25 sectie B nr. 200B3
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 19 februari 2024.
De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 28 maart 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag situeert zich op een perceel langs de Hubert Malfaitlaan aan de rand van Sint-Denijs-Westrem. In deze straat en omgeving zijn er vooral vrijstaande woningen aanwezig al dan niet met plat dak of hellend dak. Op het betreffende perceel bevindt zich een vrijstaande ééngezinswoning met een vloeropppervlakte van 163 m².
Volgende stedenbouwkundige handelingen maken deel uit van de voorliggende aanvraag:
- De woning blijft ongewijzigd, enkel het dak wordt geïsoleerd.
- Verbouwing van de aangebouwde garage naar een polyvalente ruimte. De poort in de voorgevel wordt vervangen door een raam. Ook in de achtergevel wordt een groot raam geplaatst.
- In de achtertuin wordt een poolhouse voorzien. Dit is een vrijstaand bijgebouw met een oppervlakte van 30 m² en een hoogte van 3,15 m (plat dak). Het wordt ingeplant op minstens 1 m van de rechter perceelsgrens en op 5,4 m van de achterste perceelsgrens.
- Tussen dit poolgebouw en de achterste perceelsgrens voorziet men nog een tweede bijgebouw, een prefab tuinberging met een footprint van 6 m² en op meer dan 1 m van de perceelsgrenzen.
- Tussen de woning en het poolhouse wordt een zwembad aangelegd met een oppervlakte van 32 m².
- Op de plaats waar het zwembad wenst men een boom te rooien. Het betreft een es die enkele gebreken heeft. De es vertoont reeds veel dood hout en heeft een vrij groot percentage klimop rond zich. De schors is onderaan beschadigd waardoor de sapstroom niet meer optimaal is. De aanvraag bevat nog een afzonderlijke nota van een boomexpert die de rooing van twee bijkomende bomen aanvraagt. Het betreft een Robinia pseudoacacia die op korte afstand staat van de bebouwing en een Prunus serotina, die als een minderwaardige soort wordt beschreven.
- De tuin wordt aangelegd en er worden nieuwe verhardingen voorzien. De bestaande oprit naar de garage wordt verwijderd. Voor de woning wordt een nieuwe opritverharding aangelegd met een oppervlakte met 103,7 m² in kasseien. Er worden twee parkeerplaatsen voorzien. Rondom de woning en het zwembad worden nog paden en twee terrassen aangelegd (57 m² + 50,5 m² + 19,1 m² = 126,6 m²).
2. HISTORIEK
Er zijn geen vergunningen, meldingen en/of weigeringen gekend voor dit perceel.
3. WIJZIGINGSAANVRAAG
Op 8 maart 2024 werd een wijzigingsverzoek ingediend. Op 8 maart 2024 werd dit wijzigingsverzoek aanvaard. Op vraag van de groendienst werd extra informatie toegevoegd over de bomen.
In het Omgevingsvergunningendecreet is het principe van de wijzigingslus voorzien (art.30 van het omgevingsvergunningsdecreet), waarbij de bouwheer binnen de lopende procedure wijzigingen kan aanbrengen aan zijn aanvraag. De vergunningverlenende overheid (i.c. de stad Gent) staat deze wijzigingslus toe. Aangezien het bijgevoegde stuk geen essentiële wijziging van het project, noch van de ingediende plannen tot gevolg heeft, is geoordeeld dat de wijziging geen afbreuk doet aan de bescherming van de mens of het milieu of aan de goede ruimtelijke ordening.
BEOORDELING AANVRAAG
4. EXTERNE ADVIEZEN
Volgend extern advies is gegeven:
Geen advies van Provincie Oost-Vlaanderen - Integraal Waterbeleid afgeleverd op 7 maart 2024 onder ref. M02/Dossiers/43124:
In het kader van de watertoets vroeg u advies over de aanvraag van Klaas Verbeken en Karen Boogaerts, met als voorwerp 'het bouwen van een poolhouse, plaatsen prefab tuinberging, aanleggen tuin en zwembad, verbouwen van een garage naar polyvalente ruimte en isoleren dak hoofdgebouw' op een perceel gelegen te Gent, Hubert Malfaitlaan 17 en kadastraal bekend onder GENT 25 AFD/ST-DENIJS-WESTREM Sectie B Nr 200b3.
Het project is niet opgenomen op de advieskaart watertoets en is niet gelegen langsheen een bevaarbare of onbevaarbare waterloop of een publieke gracht. Bovendien wordt er niet meer dan 1000 m2 verharde oppervlakte opgericht, herbouwd of (her)aangelegd. Voor een dergelijk dossier is volgens art. 3 van het besluit van de Vlaamse regering van 20 juli 2006, dat de nadere regels voor de toepassing van de watertoets vaststelt, geen wateradvies van de waterloopbeheerder vereist.
5. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
5.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in woongebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
5.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
5.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.
Het ontwerp is niet in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement, het wijkt af op
Artikel 3.2 Beperken van verhardingen
Het verharden van oppervlaktes moet tot een minimum beperkt worden. De strikt noodzakelijke verhardingen moeten waar mogelijk als verharding met natuurlijke infiltratie of als waterdoorlatende verharding aangelegd worden. Om de problematiek van wateroverlast en verdroging verder te voorkomen is het nodig dat de toename aan verharding sterk beperkt wordt.
In de voortuin wordt een heel ruime opritverharding aangelegd met twee parkeerplaatsen. In de voortuin staan we enkel strikt noodzakelijke/functionele verhardingen toe zoals een oprit naar een garage of carport en een pad naar de inkom. Aangezien er geen garage of carport meer aanwezig is, is ook de opritverharding hier niet meer strikt noodzakelijk. We zetten in op groene voortuinen aangezien deze een belangrijke meerwaarde vormen voor het straatbeeld. De geplande opritverharding doet hier evenwel afbreuk aan, het aandeel verharding in de voortuin is te groot waardoor het groene karakter van de voortuin inkrimpt. Aangezien er op dit perceel in principe wel mogelijkheden liggen voor het plaatsen van een carport of het voorzien van een (inpandige) garage, kan hier in principe wel een beperkte opritverharding toegestaan worden voor het parkeren van een auto, maar het geheel aan verharding moet sterk gereduceerd worden.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)
Zie waterparagraaf.
5.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
6. WATERPARAGRAAF
5.1. Ligging project
Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van Provincie Oost-Vlaanderen. Het project ligt niet in de nabije omgeving van de waterloop.
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:
- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).
- gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal). De overstromingskans is klein onder klimaatverandering.
- niet gelegen in een signaalgebied.
Het perceel is momenteel bebouwd.
5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem
Droogte
Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.
Er wordt een nieuwe bijgebouw geplaatst met een dakoppervlakte van 30 m² en men voorziet ook de aanleg van een zwembad met een oppervlakte van 32 m² die eveneens wordt aangesloten op het afwateringsstelsel. De totale oppervlakte die zodoende in rekening moet gebracht worden is 62 m².
Dimensies infiltratievoorziening
Infiltratieoppervlakte: 8 % van de in rekening te brengen afwaterende oppervlakte 4,96 m²
Buffervolume: minimaal 33 l/m² in rekening te brengen afwaterende oppervlakte 2046 l
De voorziene infiltratievoorziening is te klein gedimensioneerd.
De aanleg van de ondergrondse constructie mag er geenszins voor zorgen dat er een permanente drainage optreedt met lagere grondwaterstanden tot gevolg. Een dergelijke permanente drainage is immers in strijd met de doelstellingen van het decreet integraal waterbeleid waarin is opgenomen dat verdroging moet voorkomen worden, beperkt of ongedaan gemaakt. De ondergrondse constructie dient dan ook uitgevoerd te worden als volledig waterdichte kuip en zonder kunstmatig drainagesysteem.
Een grondwaterbemaling kan noodzakelijk zijn voor de bouwkundige werken of de aanleg van de openbare nutsvoorzieningen. Bij bemaling moet volgens Vlarem minstens een melding van de activiteit gebeuren. Ze kan evenwel vergunningsplichtig zijn en zelfs merplichtig naargelang de ligging, de diepte van de grondwaterverlaging en het opgepompte debiet. De akte of vergunning moet verleend zijn door de bevoegde instantie vooraleer de bemalingswerken kunnen gestart worden.
In een aanvraagdossier voor een vergunning of melding moeten steeds de effecten naar de omgeving onderzocht worden, op basis van de gemodelleerde debieten en het bemalingsconcept, en moet steeds vermeld worden op welke manier zal omgegaan worden met het opgepompte bemalingswater (toepassing van de bemalingscascade). De bemalingsinstallatie dient geplaatst te worden door een erkend boorbedrijf.
Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
Overstromingen
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).
Om impact op het overstromingsregime te vermijden dienen de voorwaarden uit de gewestelijke verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater strikt toegepast te worden.
Ruimten met kwetsbare functies kunnen extra beschermd worden tegen wateroverlast door het volgen van de richtlijnen omtrent overstromingsveilig bouwen https://www.vmm.be/water/overstromingen/hoe-je-woning-beschermen.
Ernstiger overstromingen dan in het verleden zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast meer zal voordoen.
Waterkwaliteit
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
5.3. Conclusie
Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag mits toepassing van bovenstaande maatregelen de watertoets doorstaat.
7. PROJECT-M.E.R.-SCREENING
De aanvraag heeft geen milieueffectrapport of project-MER-screening nodig.
8. BEKENDMAKING
De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.
9. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
De aanvraag heeft betrekking op de verbouwing van de garage naar een polyvalente ruimte en de heraanleg van de tuin. Er zijn geen bezwaren tegen het omvormen van de aangebouwde garage naar een woonfunctie. De functie van de garage wordt in deze aanvraag aangeduid als een polyvalente ruimte. Deze functie moet verduidelijkt worden.
Daarnaast wordt ook de tuin heraangelegd. Voor de woning wordt een opritverharding (103,7 m²) voorzien met twee parkeerplaatsen. Rondom de woning worden paden en terrassen aangelegd met een totale oppervlakte van 131,4 m². In de tuin wordt nog een zwembad voorzien van 32 m². Helemaal achteraan in de tuin worden nog twee vrijstaande bijgebouwen geplaatst met een totale footprint van 36 m². Een bestaand bijgebouw wordt gesloopt. We stellen vast dat het geheel aan bebouwing en verharding niet meer in verhouding is tot de totale perceelsoppervlakte. In totaal wordt zo’n 481,2 m² bebouwd of verhard. Op een perceelsoppervlakte van 1160 m² betekent dit een terreinbezetting van 41 %. Dit is teveel en niet aanvaardbaar. Dit vormt dan ook de weigeringsgrond voor deze aanvraag.
In de voortuin wordt een heel ruime opritverharding aangelegd met twee parkeerplaatsen. In de voortuin staan we enkel strikt noodzakelijke/functionele verhardingen toe zoals een oprit naar een garage of carport en een pad naar de inkom. Aangezien er geen garage of carport meer aanwezig is, is ook de opritverharding hier niet meer strikt noodzakelijk. We zetten in op groene voortuinen aangezien deze een belangrijke meerwaarde vormen voor het straatbeeld. De geplande opritverharding doet hier evenwel afbreuk aan, het aandeel verharding in de voortuin is te groot waardoor het groene karakter van de voortuin inkrimpt. Aangezien er op dit perceel in principe wel mogelijkheden liggen voor het plaatsen van een carport of het voorzien van een (inpandige) garage, kan hier in principe wel een beperkte opritverharding toegestaan worden voor het parkeren van een auto, maar het geheel aan verharding moet sterk gereduceerd worden.
Men wenst in de tuin een zwembad aan te leggen. Op zich is de achtertuin voldoende groot om een zwembad, waardoor de aanleg ervan wel bespreekbaar is. Op de plaats waar het zwembad wordt voorzien moet evenwel een boom gerooid worden. Principieel staan we het rooien van bomen voor de aanleg van een zwembad niet toe. Het aanvraagdossier bevat ook onvoldoende informatie om de gezondheidstoestand van de es te kunnen beoordelen. Bovendien vormt de es een waardevol groenmassief samen met aanpalende bomen. Het rooien van de es kan bijgevolg niet positief beoordeeld worden.
Daarnaast wenst men nog twee andere bomen te rooien. De motivatie voor het rooien, de boom zou mogelijks schade hebben ondervonden van recente bouwwerkzaamheden en onoordeelkundige snoei, kan niet gevolgd worden. Deze boomsoort heeft voldoende groeikracht en gezien ze ook deel uitmaakt van hetzelfde waardevolle groenmassief met de aanpalende bomen, wordt het rooien ervan niet positief beoordeeld.
In de tuin is er voldoende ruimte aanwezig om een zwembad met poolhouse en tuinberging te voorzien, waarbij het bestaande aaneengesloten groenmassief met prunus, es en omliggende bomen integraal behouden kan blijven. Deze constructies dienen buiten de kroonprojecties van de te behouden es en prunus voorzien te worden. Bij een eventuele bemalingsaanvraag voor het zwembad dient een bevloeiingsplan voor de bomen toegevoegd te worden om de mogelijke impact op verdroging te beperken.
Het rooien van een hoogstammige Robinia pseudoacacia kan wel positief beoordeeld worden, rekening houdend met de korte afstand tot de bebouwing.
CONCLUSIE
Ongunstig, het geheel aan bebouwing en verharding is niet meer in verhouding tot de grootte van het perceel. Het geheel aan verharding in de voortuin heeft een negatieve impact op het straatbeeld. Het rooien van bomen voor de aanleg van een zwembad met poolhouse wordt principieel niet toegestaan.
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor het rooien van een boom, het plaatsen van een zwembad en poolhouse, plaatsen prefab tuinberging, aanleggen van tuin en terrassen, heraanleg van toegang woning en terrassen, verbouwing garage naar polyvalente ruimte met vervanging poort naar raam en nieuw groot raam naar de tuin en het isoleren van het dak hoofdgebouw met 12 cm sandwichpaneel buitenzijde aan Klaas Verbeken - Karen Boogaerts gelegen te Hubert Malfaitlaan 17, 9051 Gent.