Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de aanvraag.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Mevrouw Ann Van Coile met als contactadres Drongensesteenweg 48, 9000 Gent en De heer Marc Steyaert met als contactadres Drongensesteenweg 48, 9000 Gent hebben een aanvraag (OMV_2024003704) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 12 januari 2024.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:
• Onderwerp: het verbouwen van een eengezinswoning
• Adres: Kokerstraat 3, 9000 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 16 sectie K nr. 706S7
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 30 januari 2024.
De aanvraag volgde de vereenvoudigde procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 12 maart 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
OMGEVING
Het pand uit voorliggende aanvraag bevindt zich langs de Kokerstraat in de Brugse Poort - Rooigem. De omgeving bestaat voornamelijk uit gesloten residentiële bebouwing, opgebouwd uit 2 bouwlagen met een hellend dak.
ERFGOEDWAARDE
Het pand is vastgesteld op de inventaris van het bouwkundig erfgoed als onderdeel van het ‘Steegbeluik’ met ID 134465 en wordt als volgt beschreven: “In het vierde kwart van de 19de eeuw werden bijna naast elkaar twee beluiken gebouwd, heden zogenaamd Koker- en Schrijnwerkersstraat. Eerstgenoemde volgens bouwaanvraag met achtendertig woningen daterend van 1879. Tweezijdig bebouwd steegbeluik met toegang op straatbreedte. Enkelhuizen van twee bouwlagen en twee traveeën volgens repeterend schema.”
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag betreft het verbouwen van een eengezinswoning.
MORFOLOGIE
Het perceel in kwestie is 46 m², heeft een totale diepte van 15m79 bij een breedte van 4m76 en loopt af naar een breedte van 1m37 achteraan het perceel. Het gebouw bestaat uit 2 bouwlagen met een hellend dak. De bouwdiepte van het hoofdgebouw bedraagt 4m42 (gemeten op de rechter perceelsgrens vanaf de rooilijn). De kroonlijsthoogte aan de voor- en achtergevel bedraagt +7m43 met een nokhoogte van +9m33 (gemeten t.o.v. het trottoirpeil). In de aanvraag wordt de eerste verdieping voorzien van een uitbouw tot 2m00 dieper dan de rechter aanpalende en met een totale diepte van 6m32 (gemeten op de rechter perceelsgrens vanaf de rooilijn). Het bestaande hellende dak wordt integraal verwijderd en er wordt een volwaardige 3de bouwlaag met plat dak voorzien met een bouwdiepte van 6m32. De totale kroonlijsthoogte bedraagt hierbij +9m58 (gemeten t.o.v. het trottoirpeil). Dit zorgt voor een ophoging van de rechter scheidingsmuur ter hoogte van het hoofdgebouw van de rechter aanpalende tussen ca. 25 cm en 2m00 over een lengte van 4m32 en een ophoging van de rechter scheidingsmuur achter het hoofdgebouw met 5m68 over een lengte van 2m00. De linker scheidingsmuur dient opgehoogd ter hoogte tussen ca. 25 cm en 2m00 over een lengte van 4m32 en een ophoging achter het hoofdgebouw 6m85 over een lengte van 2m00.
De bestaande aanbouw heeft een diepte van 11m71 (gemeten vanaf de rooilijn) en een totale hoogte van +3m03 (gemeten t.o.v. het trottoirpeil). In de aanvraag wordt deze integraal gesloopt en wordt er een nieuwe perceel brede aanbouw voorzien tot een diepte van 8m94 (gemeten vanaf de rooilijn) met een totale hoogte van +3m33 (gemeten t.o.v. het trottoirpeil). Dit zorgt voor een ophoging van de linker scheidingsmuur met 30 cm over een lengte van 7m40 en een ophoging van de rechter scheidingsmuur met 30 cm over een lengte van ca. 4m30. Achter de aanbouw is er een terras van ca. 5 m² voorzien en een tuin van 5 m².
INDELING
De gelijkvloerse verdieping is voorzien van een inkom (rechts) met achterliggende een traphal en een keuken (links) aan de voorzijde en aan de achterzijde de eetruimte. De keuken en eetruimte hebben een totale oppervlakte van 23,85 m². Achter de woning is er een beperkte buitenruimte van 10 m² aanwezig. De eerste verdieping is voorzien van een zithoek van 10,63 m² aan de voorzijde en een sanitair aan de achterzijde. De tweede verdieping is voorzien van een slaapkamer van 10,55 m² aan de voorzijde en een badkamer van 5,94 m² aan de achterzijde.
2. HISTORIEK
Er zijn geen relevante voorgaande vergunningen gekend voor het betrokken goed.
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Overeenkomstig artikel 35 van het omgevingsvergunningsbesluit zijn er geen externe adviezen vereist.
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in woongebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977).
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is niet gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling.
4.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.
Het ontwerp is niet in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.
Artikel 4.18 Appartement, eengezinswoning, schakelwoning en hospitawoning; Een appartement / eengezinswoning / schakelwoning / hospitawoning moet minstens één slaapkamer bezitten met een minimum vloeroppervlakte van 11 m². Op gemotiveerd verzoek van de aanvrager kan de vergunningverlenende overheid in volgende gevallen een afwijking op deze voorgaande bepalingen met betrekking tot de oppervlaktenormen toestaan: Bij verbouwingen van gebouwen opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed.
Toetsing: Niet conform: Er wordt in de aanvraag een slaapkamer van 10,55 m² voorzien zonder grondige motivatie om af te wijken op de voorschriften. Gezien de grote volume-uitbreiding dient deze woning te voldoen aan deze vormelijke eisen opgelegd door het Algemeen Bouwreglement. In een nieuwe aanvraag dient een afwijking grondig gemotiveerd worden waarom er niet kan worden voldaan aan de minimale oppervlakte.
Artikel 4.18 Appartement, eengezinswoning, schakelwoning en hospitawoning; Een appartement / eengezinswoning / schakelwoning / hospitawoning moet een individuele functionele berging binnen de woning hebben van minimum 3 m². Indien deze berging geen afzonderlijke bergruimte is, moet gemotiveerd worden aangetoond dat toch aan deze oppervlaktenorm wordt voldaan.
Toetsing: Niet conform: Er wordt op de plannen enkel aanduiding gemaakt van een berging onder de trap van het gelijkvloers naar de eerste verdieping. Deze is echter onvoldoende ruim om te voldoen aan de minimale oppervlakte. Verder wordt er op de aangeleverde plannen niet aangetoond of er al dan niet wordt voldaan aan de benodigde berging.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)
Zie waterparagraaf.
4.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
5. WATERPARAGRAAF
5.1. Ligging project
Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afd Regio West. Het project ligt niet in de nabije omgeving van de waterloop.
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:
- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).
- langsheen de straatkant gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal). De overstromingskans is klein (gebied waar er jaarlijks 0,1 tot 1 % kans is op overstroming).
- niet gelegen in een signaalgebied.
Het perceel is momenteel bebouwd.
5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem
Droogte
Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst.
HEMELWATERPUT
Met voorliggende aanvraag wordt de bestaande woning uitgebreid met een gelijkvloers aanbouwvolume. Hierdoor is de aanleg van een hemelwaterput verplicht. De horizontale dakoppervlakte die in rekening moet gebracht worden bedraagt ca. 35m². Hierdoor moet een hemelwaterput voorzien worden met een minimale inhoud van 5.000l. In de aanvraag wordt er een hemelwaterput van 2.000 l en van 3.000 l voorzien, waardoor deze voldoet. De hemelwaterput dient te worden uitgerust met een pompinstallatie die voorziet in het hergebruik van het opgevangen hemelwater voor toiletspoeling, poetswater, wasmachine en gebruik buiten.
Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
Overstromingen
Ernstiger overstromingen dan in het verleden zijn niet uit te sluiten en er kan geen sluitende garantie gegeven worden dat er zich op het perceel in de toekomst geen wateroverlast meer zal voordoen.
Waterkwaliteit
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
5.3. Conclusie
Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag de watertoets doorstaat.
6. PROJECT-M.E.R.-SCREENING
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.
7. BEKENDMAKING
De aanvraag volgt de vereenvoudigde procedure en moest dus niet aan een openbaar onderzoek worden onderworpen.
Aangezien de vergunningsaanvraag betrekking heeft op de oprichting, uitbreiding of afbraak van scheidingsmuren of muren die in aanmerking komen voor gemene eigendom, werd met een beveiligde zending het standpunt van de eigenaars van de aanpalende percelen gevraagd. Er werden geen bezwaren ingediend binnen de vervaltermijn van dertig dagen die ingaat op de dag na de dag van ontvangst van het verzoek om een standpunt.
8. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
ERFGOEDWAARDE
Het pand heeft een historische en stedenbouwkundige waarde die tot uiting komt in volgende aspecten:
Het steegbeluik in de kokerstraat is opgenomen in de beluikenstudie en krijgt hierin een gemiddeld middellage erfgoedwaarde toegewezen. De authenticiteit van de morfologie van het beluik wordt als middelhoog gewaardeerd en de representativiteit van de morfologie krijgt een hoge erfgoedwaarde. De gevelopbouw krijgt binnen deze studie een hoge erfgoedwaardering voor zijn representativiteit en authenticiteit.
De aanvraag betreft de verbouwing van een beluikwoning aan het interieur, de achterzijde en het dak. Hierbij wordt de relatief stijle trap tussen de eerste en tweede verdieping vervangen. Het is niet duidelijk of de bestaande vloeren behouden blijven. Het dak wordt integraal gesloopt en de woning wordt opgetopt met een nieuwe bouwlaag onder plat dak. Aan de achterzijde worden aanbouwen gesloopt i.f.v. een nieuwe constructie over de volledige hoogte van de achtergevel en een uitbreiding van de tuin. De voorgevel blijft integraal behouden m.u.v. het dakvolume cfr. supra.
Desondanks de aanwezige achterbouw vermoedelijk in kern nog gedeeltelijk dateert uit de oorspronkelijke bouwfase, zal deze sober en utilitair van karakter zijn. Vanuit erfgoedoogpunt is er bijgevolg geen bezwaar tegen de geplande sloop en herbouw van de gelijkvloerse aanbouw. Immers hebben deze werken weinig tot geen impact op de resterende erfgoedwaarden van het hoofdvolume. Daarbij zijn de voorgestelde werken aan de achterbouw en bij het achterste dakvlak niet storend zichtbaar vanaf het openbaar domein. Er is, gezien de moeilijke begaanbaarheid, geen bezwaar tegen de vervanging van de steek van de trap tussen de eerste en tweede verdieping.
Het behoud van de oorspronkelijke karakteristieken en krachtlijnen van dit steegbeluik in het exterieur vormt het uitgangspunt. Concreet betekent dit het behoud van: de volumetrie, de gevelritmering en de typologie van een aaneenschakeling van de beluikhuizen bestaande uit twee traveeën, twee bouwlagen en een zadeldak. Het ontwerp grijpt te sterk in op de bestaande volumetrie en is bijgevolg vanuit erfgoedoogpunt niet aanvaardbaar. Er dient vertrokken te worden van een behoud van het hellende dak langsheen de straatkant.
MORFOLOGIE
De aanvraag voorziet een grondige verbouwing en uitbreiding van de bestaande eengezinswoning. De verbouwingswerken beogen een verbetering van de woon- en leefkwaliteit van deze eengezinswoning. De gelijkvloerse uitbouw maakt de keuken en eetruimte groter. Het groot raam in de achtergevel zorgt voor extra lichtinval en versterkt het contact met de buitenruimte. De uitbreiding op de eerste verdieping zorgt ook voor een toename van de bewoonbare oppervlakte en zal een gebruik kennen als sanitair en technische berging. Verder wordt het hellende dak integraal verwijderd en wordt er een volwaardige 3de bouwlaag met plat dak voorzien. Deze ingreep is echter niet aanvaardbaar. Het verwijderen van het hellende dak heeft een te grote impact op de erfgoedwaarde en beeldwaarde van de straat.. Er dient vertrokken te worden van een behoud van het hellende dak langsheen de straatkant. Een uitbouw aan de achterzijde naar 3 volwaardige bouwlagen is ruimtelijk en vanuit erfgoedoogpunt wel aanvaardbaar. De impact op de aanpalende eigendommen en bij uitbreiding de omgeving zal hierbij beperkt blijven.
Verder voldoet de woning niet aan de vormelijke eisen zoals opgelegd door het Algemeen Bouwreglement. Zo voldoet de slaapkamer niet aan de minimale 11 m² en wordt hiervoor geen afwijking gemotiveerd. Er is ook onvoldoende bergruimte voorzien in de woning. Gezien de toch wel drastische volume-uitbreiding kan er geen afwijking gegund worden voor de berging. In een eventuele nieuwe aanvraag kan er een mogelijkheid tot gemotiveerd afwijken op de oppervlaktenorm voor de slaapkamer bestaan, indien het hellende dak aan de straatzijde in functie van het behoud van de erfgoedwaarde, wordt behouden.
Een nieuwe aanvraag dient rekening te houden met het behoud van de erfgoedwaarde (hellend dak, beeldwaarde), dient over een voldoende ruime berging te beschikken en een gemotiveerde afwijking op de oppervlaktenorm voor de slaapkamer te bevatten.
CONCLUSIE
Ongunstig, de aanvraag is niet verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg (erfgoedwaarde beluik: hellend dak en beeldwaarde) en niet in overeenstemming met de wettelijke bepalingen (ABR Artikel 4.18 oppervlakte slaapkamer en berging).
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen weigert de omgevingsvergunning voor het verbouwen van een eengezinswoning aan mevrouw Ann Van Coile en de heer Marc Steyaert gelegen te Kokerstraat 3, 9000 Gent.