Het Decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017, artikel 56.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikel 15.
Het Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014, artikels 5 en 6.
Het college van burgemeester en schepenen verleent de vergunning en legt bijzondere voorwaarden op.
WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?
Arnaud de Breyne met als contactadres Bachtekouter 32, 9800 Deinze heeft een aanvraag (OMV_2023161743) ingediend bij het college van burgemeester en schepenen op 5 december 2023.
De aanvraag omgevingsvergunning met stedenbouwkundige handelingen handelt over:
• Onderwerp: het plaatsen van een terrasoverkapping op een bestaande terras
• Adres: Snepkaai 2, 9000 Gent
• Kadastrale gegevens: afdeling 9 sectie I nr. 165/2 B2
Het resultaat van het ontvankelijkheids- en volledigheidsonderzoek werd verzonden op 3 januari 2024.
De aanvraag volgde de gewone procedure.
Volgend verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 14 maart 2024.
OMSCHRIJVING AANVRAAG
1. BESCHRIJVING VAN DE OMGEVING, DE PLAATS EN HET PROJECT
Beschrijving van de omgeving en de plaats van het project
Het pand in kwestie is gelegen langs de Snepkaai in de wijk van Stationsbuurt-Noord. De omgeving bestaat voornamelijk uit vrijstaande residentiële bebouwing. Het pand is gelegen op een perceel gelegen tussen de Snepkaai en de Leie. Langs weerszijden van het perceel is het openbaar domein aangelegd met een fietspad en groenstroken.
Op het perceel bevindt zich een handelspand (horecazaak) bestaande uit een hoofdvolume van twee bouwlagen afgewerkt met een hellend dakvlak. Het pand beschikt tevens, aan de zuidelijke zijgevel, over een aanbouwvolume afgewerkt met een lessenaarsdak. De nok van het lessenaarsdak reikt daarbij bijna even hoog als de kroonlijst van het hoofdvolume. Aan de noordelijke zijgevel beschikt het pand over een gedeeltelijk opengemaakte veranda.
Aan de achterzijde (zijde Leie) beschikt het pand over een vergund verhard niet waterdoorlatend terras. Het vergunde terras was aan weerszijden voorzien van windschermen en werd overdekt met een uitrolbare luifel.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De aanvraag omvat de regularisatie van aanpassingswerken aan het terras. De windschermen en uitrolbare luifel werden verwijderd. In de plaats werd een vaste terrasoverdekking voorzien uit metaal en aluminium. De constructie beschikt over een breedte van 14,94m en een diepte van 3,95m. De overdekte constructie beschikt bijgevolg over een oppervlakte van circa 59m². De constructie is afgewerkt met een lessenaarsdak met een kroonlijst- en nokhoogte (gemeten t.o.v. het maaiveld) van respectievelijk 2,37m en 3,48m.
De aangeleverde plannen geven onvoldoende informatie over de afstand van deze constructie tot de achterperceelsgrens. Deze bedraagt bij benadering circa 80cm. De aangeleverde plannen geven ook onduidelijke informatie met betrekking tot de geslotenheid van deze constructie. Op de aangereikte plannen blijkt dat de gevelvlakken van de constructie alsook het dak gesloten zijn met schermen. In de beschrijvende nota wordt aangegeven dat het een open constructie betreft die volledig afgesloten kan worden met doeken.
2. HISTORIEK
Volgende vergunningen, meldingen en/of weigeringen zijn bekend:
Omgevingsvergunningen
- Op 23/03/2023 werd een voorwaardelijke vergunning afgeleverd voor het regulariseren van een ophoging van het bijgebouw en het plaatsen van een lichtreclame (OMV_2022166463).
Stedenbouwkundige vergunningen
- Op 18/06/2015 werd een vergunning afgeleverd voor het vellen van 21 cypressen en de vrijgekomen strook verharden met grind ten behoeve van een parking (regularisatie).. (2015/10015)
Verkavelingsvergunningen:
- Op 07/11/1969 werd een vergunning afgeleverd voor een nieuwe verkaveling. (1964 GE 014/00)
Volgende historiek inzake bouwmisdrijven zijn bekend:
- Op 9/10/2023 werd het volgende vastgesteld: De plaatsing van een constructie van ongeveer 60m² zonder vergunning.
- Op 17/10/2023 werd een aanmaning verstuurd voor het indienen van een regularisatiedossier
BEOORDELING AANVRAAG
3. EXTERNE ADVIEZEN
Volgende externe adviezen zijn gegeven:
Gunstig advies van NMBS afgeleverd op 12 februari 2024 onder ref. 24.3930_Gent.
Gunstig advies van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio West afgeleverd op 21 februari 2024 onder ref. AB/2024/024. Het integrale advies kan nagelezen worden op het Omgevingsloket.
Samenvatting:
De Vlaamse Waterweg nv – afdeling Regio West heeft aan vermelde omgevingsvergunningsaanvraag voor het plaatsen van een terrasoverkapping op een bestaande terras in de Snepkaai 2 te 9000 Gent, kadastraal gekend als 9e Afdeling Sectie: I nr. 165/2B2 geen bezwaar.
De projectlocatie is gelegen langs de bevaarbare waterloop BV51 De Leie. Het projectgebied is niet gelegen in een pluviaal of fluviaal overstromingsgevoelig gebied.
Gezien de aard van de aanvraag kan in alle redelijkheid verwacht worden dat er geen significante effecten op het watersysteem zullen optreden. Er wordt door de aangevraagde werken evenmin een impact op het beheer en/of de exploitatie van de waterweg en het patrimonium van De Vlaamse Waterweg nv verwacht.
Voorwaardelijk gunstig advies van Infrabel afgeleverd op 26 januari 2024 onder ref. 3516.2024.005.Gent. Het integrale advies kan nagelezen worden op het Omgevingsloket.
Samenvatting:
Infrabel heeft geen principiële bezwaren bij bovenvermelde aanvraag, van De Breyne Arnaud voor de regularisatie van het plaatsen van een terrasoverkapping in de Snepkaai 2, 9000 Gent. De veiligheidsafstanden en de algemene voorwaarden m.b.t. bouwaanvragen dienen strikt te worden nageleefd (zie omgevingsloket).
4. TOETSING AAN WETTELIJKE EN REGLEMENTAIRE VOORSCHRIFTEN
4.1. Ruimtelijke uitvoeringsplannen – plannen van aanleg
Het project ligt in woongebied volgens het gewestplan 'Gentse en Kanaalzone' (goedgekeurd op 14 september 1977). De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
Het project ligt in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan 'Afbakening grootstedelijk gebied Gent' (definitief vastgesteld door de Vlaamse Regering op 16 december 2005), maar niet in een gebied waarvoor er stedenbouwkundige voorschriften zijn bepaald.
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
4.2. Vergunde verkavelingen
De aanvraag is gelegen in een goedgekeurde, niet vervallen verkaveling (ref. nr. 1964 GE 014/00 van 7 november 1969). De aanvraag heeft betrekking op lot 8. De zonering volgens deze verkaveling is zone voor open bebouwing en strook voor koeren en hovingen. De terraszone is echter integraal gelegen in de zone voor koeren en hovingen. De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften van de verkaveling:
Afwijking: De verkaveling stelt dat in de strook voor koeren en hovingen alle bouwwerken verboden zijn. De verkaveling stelt evenwel dat overdekte terrassen zijn toegelaten op het lot indien de oppervlakte ervan maximaal 40m² bedraagt en de minimale hoogte 3m.
Toetsing: De Vlaamse Regering keurde het decreet houdende wijziging van diverse bepalingen inzake ruimtelijke ordening, milieu en omgeving (zgn. Codextrein) op 8 december 2017 goed. Dit decreet is op 20 december 2017 gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. Hierin is opgenomen dat verkavelingsvoorschriften van verkavelingen ouder dan 15 jaar, geen weigeringsgrond meer zijn voor aanvragen voor een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen (art. 4.3.1, §1 en 4.4.1, §2 VCRO).
Daar de geldende verkaveling meer dan 15 jaar oud is, kunnen de verkavelingsgronden geen weigeringsgrond meer zijn voor voorliggende aanvraag tot omgevingsvergunning.
Artikel 4.3.1, § 1, 1° bepaalt evenwel dat de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening onverminderd blijft gelden.
De bebouwing aan de waterzijde wordt gekenmerkt door zijn teruggetrokken karakter. De woningen bevinden zich daarbij op nagenoeg gelijke wijze teruggetrokken van de waterzijde waarbij de teruggetrokken zone telkens een buitenruimte betreft. Dit draagt bij tot het open en groene karakter van het fiets- en wandelpad langs deze waterweg. Om dit open buitenkarakter te vrijwaren kan enkel akkoord gegaan worden met vooropgestelde terrasoverkapping indien volgende voorwaarden worden gerespecteerd:
- De zijgevelvlakken van de constructie mogen enkel ingevuld worden met doorzichtbare en lichtdoorlatende materialen (glas, paneel of zeil).
- Het voorgevelvlak van de constructie, palend aan de waterzijde, moet ten alle tijden open blijven en mag niet afgesloten worden.
- De dakvlakken mogen enkel met doorzichtbare en lichtdoorlatende materialen (glas, paneel of zeil) worden afgewerkt. De afwerking moet bovendien inschuifbaar zijn en mag geen vaste en permanente afsluiting betreffen.
Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde.
4.3. Verordeningen
Algemeen Bouwreglement
De aanvraag werd getoetst aan de bepalingen van het Algemeen Bouwreglement, de stedenbouwkundige verordening van de Stad Gent, goedgekeurd door de deputatie bij besluit van 16 september 2004 en meest recent gewijzigd bij gemeenteraadsbesluit van 24 april 2023, van kracht sinds 23 juni 2023.
Het ontwerp is in overeenstemming met dit algemeen bouwreglement.
Gewestelijke verordening hemelwater
De aanvraag werd getoetst aan de gewestelijke hemelwaterverordening 2023. (Besluit van de Vlaamse Regering van 10 februari 2023)
Zie waterparagraaf.
4.4. Uitgeruste weg
Het bouwperceel is gelegen aan een voldoende uitgeruste gemeenteweg.
5. WATERPARAGRAAF
5.1. Ligging project
Het project ligt in een afstroomgebied in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio West. Het project ligt in de nabijheid van een bevaarbare waterloop BV51 (De Leie) in beheer van De Vlaamse Waterweg nv - Afdeling Regio West.
Volgens de kaarten bij het Watertoetsbesluit is het project:
- niet gelegen in een overstromingsgevoelig gebied voor zeeoverstroming.
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen vanuit een waterloop (fluviaal).
- niet gelegen in een gebied gevoelig voor overstromingen door intense neerslag (pluviaal).
- niet gelegen in een signaalgebied.
Het perceel is momenteel gedeeltelijk bebouwd.
5.2. Verenigbaarheid van het project met het watersysteem
Droogte
Het hemelwater dat neervalt moet op eigen terrein maximaal vastgehouden worden en niet afgevoerd. Om hier concreet uitvoering aan te geven werd het project aan de gewestelijke stedenbouwkundige verordening en het algemeen bouwreglement van de stad Gent inzake hemelwater getoetst:
De aanvraag betreft de plaatsing van een overdekte constructie. Er worden daarbij geen wijzigingen aan het rioleringsstelsel uitgevoerd. Gezien de aard van de aanvraag kan in alle redelijkheid verwacht worden dat er geen significante effecten op het watersysteem zullen optreden. Het hemelwater dat neerkomt op de constructie moet opgevangen worden en afgeleid worden naar de naastliggende onverharde groenzones. Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde.
Structuurkwaliteit en ruimte voor waterlopen
Het perceel ligt in de nabijheid van waterloop in beheer van De Vlaamse Waterweg nv – Afdeling Regio West. Er werd advies gevraagd aan de waterbeheerder. Er wordt door de aangevraagde werken geen impact op het beheer en/of de exploitatie van de waterweg en het patrimonium van De Vlaamse Waterweg nv verwacht.
Overstromingen
Het projectgebied is volgens de watertoetskaarten niet overstromingsgevoelig. Er wordt geen effect op het overstromingsregime verwacht.
Waterkwaliteit
Het project heeft hierop geen betekenisvolle impact.
5.3. Conclusie
Er kan besloten worden dat voorliggende aanvraag mits toepassing van de bijzondere voorwaarden de watertoets doorstaat.
6. PROJECT-M.E.R.-SCREENING
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 (MER-besluit) en heeft geen betrekking op een activiteit die voorkomt op de lijst van bijlage III bij dit besluit. De opmaak van een milieueffectrapport of project-m.e.r.-screening is voor voorliggend project dan ook niet vereist.
7. OPENBAAR ONDERZOEK
Het openbaar onderzoek werd gehouden van 11 januari 2024 tot 9 februari 2024.
Gedurende dit openbaar onderzoek werden geen bezwaren ingediend.
8. OMGEVINGSTOETS
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening
We begrijpen de wens tot het voorzien van een overdekte buitenruimte bij deze horecazaak. Een overdekte buitenruimte garandeert klanten op het terras van de horecazaak bescherming tegen zonlicht, wind en regenweer. Deze meerwaarde moet echter in verhouding staan ten opzichte van de impact van een eventuele overkapping op de omgeving.
Er wordt immers opgemerkt dat het terras beschikt over een betrekkelijke oppervlakte van 60m². Het perceel is bijgevolg grotendeels bebouwd of verhard aangelegd. Het terras bevindt zich bovendien zeer dicht tegen de achterperceelsgrens en bijgevolg het publieke fietspad langsheen de Leie. De bebouwing aan de waterzijde wordt gekenmerkt door zijn teruggetrokken karakter. De naastgelegen woningen bevinden zich daarbij op nagenoeg gelijke wijze teruggetrokken van de waterzijde waarbij de teruggetrokken zone telkens een buitenruimte betreft. Dit draagt bij tot het open en groene karakter van het fiets- en wandelpad langs deze waterweg.
Om het open buitenkarakter te vrijwaren kan enkel akkoord gegaan worden met vooropgestelde terrasoverkapping indien volgende voorwaarden worden gerespecteerd:
- De zijgevelvlakken van de constructie mogen enkel ingevuld worden met doorzichtbare en lichtdoorlatende materialen (glas, paneel of zeil). Zo blijft het doorzicht langs de waterweg op de achterliggende groene buffers van naastgelegen panden behouden.
- Het voorgevelvlak van de constructie, palend aan de waterzijde, moet ten alle tijden open blijven en mag niet afgesloten worden. Dit omwille van de zeer beperkte afstand tot de achterperceelsgrens.
- De dakvlakken mogen enkel met doorzichtbare en lichtdoorlatende materialen (glas, paneel of zeil) worden afgewerkt. De afwerking moet bovendien inschuifbaar zijn en mag geen vaste en permanente afsluiting betreffen.
- Het hemelwater dat neerkomt op de constructie moet opgevangen worden en afgeleid worden naar de naastliggende onverharde groenzones.
Dit wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde.
Voorliggende aanvraag komt mits toepassing van de bijzondere voorwaarden in aanmerking voor vergunning.
CONCLUSIE
Voorwaardelijk gunstig, mits voldaan wordt aan de bijzondere voorwaarden is de aanvraag in overeenstemming met de wettelijke bepalingen en verenigbaar met de goede plaatselijke aanleg.
WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?
Het college van burgemeester en schepenen moet over de ingediende omgevingsvergunningsaanvraag een beslissing nemen.
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.
Uitvoering
Van deze omgevingsvergunning mag worden gebruikgemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag na de eerste dag van de aanplakking, op de hoogte is gebracht van de instelling van een schorsend administratief beroep.
Bekendmaking
De beslissing wordt bekendgemaakt conform Titel 3, Hoofdstuk 9, Afdeling 3 van het Omgevingsvergunningsbesluit.
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99.
§ 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3° en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100.
De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering is bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° de leidend ambtenaar van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Ruimtelijke Ordening, Woonbeleid en Onroerend Erfgoed of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de door haar gemachtigde ambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de door haar gemachtigde ambtenaar de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
Het college van burgemeester en schepenen verleent onder voorwaarden de omgevingsvergunning voor het plaatsen van een terrasoverkapping op een bestaande terras aan Arnaud de Breyne gelegen te Snepkaai 2, 9000 Gent.
De door het college vergunde plannen zijn de plannen die op de overzichtslijst staan, die is toegevoegd als bijlage aan deze vergunning en er integraal deel van uitmaakt.
Plannen die niet op deze overzichtslijst staan, maken geen deel uit van de vergunning.
Controleer steeds of het om een goedgekeurd plan gaat.
Opgelet, er kunnen voorwaarden betrekking hebben op de plannen.
Legt volgende voorwaarden op:
Infrabel:
De bijzondere voorwaarden opgenomen in het advies van INFRABEL (advies van 26 januari 2024, met kenmerk 3516.2024.005.Gent) moeten strikt nageleefd worden.
Terrasoverkapping:
- De zijgevelvlakken van de constructie mogen enkel ingevuld worden met doorzichtbare en lichtdoorlatende materialen (glas, paneel of zeil).
- Het voorgevelvlak van de constructie, palend aan de waterzijde, moet ten alle tijden open blijven en mag niet afgesloten worden.
- De dakvlakken mogen enkel met doorzichtbare en lichtdoorlatende materialen (glas, paneel of zeil) worden afgewerkt. De afwerking moet bovendien inschuifbaar zijn en mag geen vaste en permanente afsluiting betreffen.
- Het hemelwater dat neerkomt op de constructie moet opgevangen worden en afgeleid worden naar de naastliggende onverharde groenzones.