Terug
Gepubliceerd op 28/06/2024

2024_CBS_06693 - Gecoördineerd advies voor een project-MER toegevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met nummer OMV_2023029476 voor de bouw en exploitatie van een slib mono-verwerkingsinstallatie (SMV); inclusief het nog niet goedgekeurd project-MER PR3492

college van burgemeester en schepenen
do 27/06/2024 - 08:32 College Raadzaal
Datum beslissing: do 27/06/2024 - 09:16
Goedgekeurd

Samenstelling

Wie is verantwoordelijk voor deze materie?

Tine Heyse

Aanwezig

Mathias De Clercq, burgemeester-voorzitter; Filip Watteeuw, schepen; Sofie Bracke, schepen; Tine Heyse, schepen; Astrid De Bruycker, schepen; Sami Souguir, schepen; Isabelle Heyndrickx, schepen; Hafsa El-Bazioui, schepen; Evita Willaert, schepen; Rudy Coddens, schepen; Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Afwezig

Bram Van Braeckevelt, schepen

Verontschuldigd

Liesbet Vertriest, waarnemend adjunct-algemeendirecteur

Secretaris

Mieke Hullebroeck, algemeen directeur

Voorzitter

Sofie Bracke, schepen
2024_CBS_06693 - Gecoördineerd advies voor een project-MER toegevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met nummer OMV_2023029476 voor de bouw en exploitatie van een slib mono-verwerkingsinstallatie (SMV); inclusief het nog niet goedgekeurd project-MER PR3492 2024_CBS_06693 - Gecoördineerd advies voor een project-MER toegevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met nummer OMV_2023029476 voor de bouw en exploitatie van een slib mono-verwerkingsinstallatie (SMV); inclusief het nog niet goedgekeurd project-MER PR3492

Motivering

Regelgeving waaruit blijkt dat het orgaan bevoegd is

* Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM) met een titel betreffende milieueffect- en veiligheidsrapportage van 18 december 2002.

* Besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten onderworpen aan milieueffectrapportage, en de wijzigingen van 29 april 2013.

* Decreet betreffende de omgevingsvergunning van 25 april 2014.

Op basis van welke regels (rechtsgronden) wordt deze beslissing genomen?

* Het Decreet lokale besturen van 22 december 2017, artikel 56.

Wat gaat aan deze beslissing vooraf?

Het college van burgemeester en schepenen geeft voorwaardelijk gunstig advies.

 

WAT GAAT AAN DEZE BESLISSING VOORAF?

 

FOSTER SPV NV heeft een nog niet goedgekeurde project-MER toegevoegd bij de omgevingsvergunningsaanvraag met nummer OMV_2023029476 ingediend bij de vlaamse overheid op 30 juni 2023.

 

Over deze project-MER dient er advies uitgebracht worden aan team Milieueffectrapportage van Departement Omgeving.

 

Het dossier handelt over:

* Onderwerp: de bouw en exploitatie van een slib mono-verwerkingsinstallatie (SMV); inclusief het nog niet goedgekeurd project-MER PR3492

* Adres: Jaak Janssensstraat , 

* Kadastrale gegevens: afdeling 14 sectie E nrs. 263B, 294G, 295E, 296C, 301D, 304F, 305L, 305R, 307T2, 307L2, 307P2, 307S2 en  sectie F nrs. 388D


Volgend gecoördineerd verslag werd uitgebracht door de gemeentelijk omgevingsambtenaar op 19/06/2024.

 

Omschrijving MER

Dit Project-MER heeft betrekking op het project-MER van FOSTER SPV (consortium tussen BESIX Group NV en Indaver NV), Jaak Janssensstraat te Gent. Dit project-MER is opgemaakt in het kader van de omgevingsvergunningsaanvraag voor een slib mono-verwerkingsinstallatie (SMV) voor de verwerking van slib afkomstig van de zuivering van huishoudelijk afvalwater (Aquafin).

 

Het project-MER wordt voor de 3de maal aan de stad voorgelegd voor advisering i.k.v. een wijzigingsverzoek met wijzigingslus (PIV 7).

 

De projectinhoudsversie bevat volgende wijzigingen:

 

-       De inwerkingtreding op 23 februari 2024 van het decreet van 26 januari 2024 over de programmatische aanpak stikstof. Met toepassing van artikel 90, §1, van dit decreet zijn de bepalingen van dit decreet ook van toepassing op voorliggende aanvraag. Om voor bovenvermelde aanvraag de nieuwe beoordelingskaders van dit decreet te kunnen toepassen, besliste de bevoegde minister (zie brief bij Projectinformatie-extra informatie), met toepassing van artikel 90, §3, van dit decreet, om de beslissingstermijn te verlengen (cf. bericht op het Omgevingsloket d.d. 25 maart 2024). Dit moet toelaten om alle noodzakelijke informatie toe te voegen aan het dossier, desgevallend een nieuw openbaar onderzoek te organiseren, en opnieuw het advies van de gewestelijke omgevingsvergunningscommissie in te winnen. De beslissingstermijn wordt aldus met 120 dagen verlengd. Het Project-MER is aangepast aan dit nieuwe PAS-kader.

 

-        De afwijking die werd aangevraagd en is toegekend door de bevoegde minister (zie ministerieel besluit van 31 mei 2024 bij Projectinformatie-extra informatie) i.v.m. de kwalificatie van het project als een handeling van algemeen belang die een ruimtelijk beperkte impact heeft op grond van artikel 4.4.7, §2 VCRO in samenhang gelezen met het besluit van de Vlaamse regering van 5 mei 2000 tot aanwijzing van de handelingen in de zin van artikel 4.1.1., 5°, artikel 4.4.7, §2, en artikel 4.7.1, §2, tweede lid van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening. Hiertoe werd op 22 mei 2024 een projectvergadering (zie verslag bij Projectinformatie-extra informatie) georganiseerd op grond van artikel 8 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning en artikel 6 tot en met 8 van het besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. 

 

Daarnaast werden ook elementen uit de eerder beschikbare adviezen meegenomen in de aanpassing van de projectversie, wat onder meer resulteerde in een aantal beperkte wijzigingen aan het Project-MER.

 

BEOORDELING AANVRAAG

1. Ruimtelijke elementen

Er zijn geen opmerkingen op het MER-document.

 

2. Mobiliteit

Via de project-MER werden de verkeersintensiteiten onderzocht. Globaal wordt er van uitgegaan dat er maximaal 50 vrachtwagens (100 vrachtwagenbewegingen) per dag van en naar de site gaan. Men geeft aan dat er per uur gemiddeld 4 vrachtwagenbewegingen vanaf de R4 via de Smishoekstraat – Knippegroen – Jaak Janssensstraat naar de site zullen rijden en 4 vrachtwagenbewegingen die de omgekeerde beweging zullen maken.  Gezien de ligging (havengebied) en de relatief beperkte intensiteiten vrachtverkeer over de weg, worden hierin weinig problemen gezien.

Wat de verkeersleefbaarheid betreft gaat men uit van geen enkele impact. Dat klopt voor de onmiddellijke omgeving en de (nieuwe) aansluiting met de R4. De stad wil wel benadrukken dat transport van en naar de site richting zuiden van Gent niet gewenst is over de R40 of via het traject van de tijdelijke zuidelijke havenring, maar dat wel de R4 dient gebruikt te worden. Hiervoor dienen er maatregelen en communicatie opgenomen worden richting de leveranciers en/of klanten.

Daarnaast dient voor alle vrachtwagenbewegingen (van eigen vloot of van externen in opdracht) een wachtzone op eigen terrein voorzien te worden die 24/7 toegankelijk is. Op die manier wordt vermeden dat er hinder ontstaat op het openbaar domein. Deze wachtzone is idealiter voorzien van voorzieningen, maar minimaal dient dit sanitair te zijn. Ook na de opdracht dient de chauffeur deze wachtzone te kunnen gebruiken (ook na de werkuren), inclusief de voorzieningen, en dit voor minstens 11u na de activiteit (gelet op de minimale verplichtingen die vastgelegd zijn in de Europese Wetgeving).

We zien dat er op de plannen 6 à 8 vrachtwagenparkeerplaatsen als wachtzone worden voorzien. Dit aantal lijkt ons voldoende gezien er gemiddeld 4 vrachtwagenbewegingen per uur verwacht worden. Via het poortwachtersgebouw hebben ze toegang tot sanitair. Aangezien de vrachtwagenparkeerplaatsen zich na de toegangspoort bevinden, is het belangrijk dat deze bereikbaar blijven na de werkuren, net als het sanitair.

Er wordt aangegeven dat men mag veronderstellen dat meer dan 90% van de werknemers met de wagen zullen komen. Dit lijkt ons echter, gezien de gemiddelde modal split in de haven (68% auto volgens laatste bevraging in 2021), een te hoog %. Een dergelijk hoog % kan ontmoedigd worden via een duurzaam mobiliteitsbeleid voor de medewerkers. Voor het uitdenken van een mobiliteitsbeleid op maat dat het gebruik van duurzame vervoersmiddelen door de werknemers stimuleert, is de opmaak van een bedrijfsvervoerplan of mobiliteitsstudie aangewezen. Hiervoor kan contact opnemen met de mobicoach bedrijven via mobiliteit.bedrijven@stad.gent.

 

3. Groenaspecten

Indien de bemalingsactiviteiten alsnog worden uitgevoerd buiten de 'natte periode' (1 oktober tot 1 maart), dan moeten maatregelen genomen worden om bij droog weer (meer dan 10 dagen geen regen) het te behouden bosgedeelte te bevloeien. dit gebeurt in overleg met de Groendienst van de Stad Gent.

 

5. Milieuhygiënische en veiligheidsaspecten

Er wordt verwezen naar de reeds eerder gegeven opmerkingen mbt dit aspect voor zover nog relevant voor de projectinhoudversie.

 

CONCLUSIE

Het projectMER wordt voorwaardelijk gunstig beoordeeld.

Waarom wordt deze beslissing genomen?

 

WAAROM WORDT DEZE BESLISSING GENOMEN?

 

Het college van burgemeester en schepenen moet advies uitbrengen aan de team Milieueffectrapportage van Departement Omgeving.

Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij bovenstaand verslag van de gemeentelijk omgevingsambtenaar en neemt het tot haar eigen motivatie.

 

Communicatie

niet van toepassing

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college van burgemeester en schepenen brengt voorwaardelijk gunstig advies uit over het project-MER ingediend door FOSTER SPV nv (O.N.:0801212080) gelegen te Jaak Janssensstraat zn, Gent.


Artikel 2

AANBEVELINGEN

- Het transport van en naar de site richting zuiden van Gent dient hiervoor de R4 te gebruiken en niet de R40 of niet het traject van de toekomstige tijdelijke zuidelijke havenring.

- Aangezien de vrachtwagenparkeerplaatsen zich na de toegangspoort bevinden, is het belangrijk dat deze ook bereikbaar blijven na de werkuren, net als het sanitair.

- Het is aangewezen om bij de milderende maatregelen op te nemen dat er met de mobicoach bedrijven contact wordt opgenomen om een mobiliteitsbeleid op maat uit te werken dat het gebruik van duurzame vervoersmiddelen voor de werknemers stimuleert.

Indien de bemalingsactiviteiten alsnog worden uitgevoerd buiten de 'natte periode' (1 oktober tot 1 maart), dan moeten maatregelen genomen worden om bij droog weer (meer dan 10 dagen geen regen) het te behouden bosgedeelte te bevloeien. Dit gebeurt in overleg met de Groendienst van de Stad Gent.

 

Artikel 3

 

AANDACHTSPUNTEN

Er wordt verwezen naar de reeds eerder gegeven opmerkingen mbt dit aspect voor zover nog relevant voor de projectinhoudversie.